Zoekresultaten 24951-25000 van de 44651 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:3 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7500

    Klacht dat advocaat moedwillig en opzettelijk een poging heeft gedaan om de bankgarantie op onrechtmatige wijze te incasseren, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:48 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.286

    Klacht tegen huisarts. Deze zou klager niet tijdig naar de neuroloog hebben verwezen en hem ten onrechte geen maagbeschermers hebben voorgeschreven bij het gebruik van diclofenac. Klacht is ongegrond verklaard. Beroep verworpen. De arts heeft klager doorverwezen zodra dat was geïndiceerd en het achterwege laten van medicatie was in overeenstemming met deNHG-Standaard Maagklachten M36.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:3 Raad van Discipline Amsterdam 15-647/A/A/

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Verweerster heeft voldoende voortvarend gehandeld. Verweerster haar procesadviezen voldoen aan de professionele standaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:4 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7575

    Klager niet-ontvankelijk in zijn beroep vanwege overschrijding van de hoger beroep termijn (artikel 56 lid 1 Advocatenwet). NIet kan worden vastgesteld dat termijnoverschrijding verschoonbaar is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:49 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.292

    Klacht tegen huisars. De partner van klager is op 54-jarige leeftijd aan eierstokcarcinoom overleden en klager verwijt de arts dat hij die diagnose niet tijdig heeft gesteld. In eerste aanleg afgewezen omdat de arts persoonlijk amper bij de behandeling van de patiënte betrokken is geweest en niet is komen vast te staan dat hem, voor zover dat wel het geval is geweest, ter zake enig tekortschieten kan worden verweten. Beroep verworpen. De arts draagt als praktijkhouder geen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor andere in de praktijk werkzame BIG-geregistreerde huisartsen, die bij de behandeling van de patiënte betrokken zijn geweest. De vraag in hoeverre de arts tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor het handelen van de assistente blijft in het midden omdat de assistente niets verweten kan worden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:5 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7581

    Hoger beroep tegen een beslissing van de raad van displine tot ongegrondverklaring van het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad waarbji een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen. Artikel 46h lid 4 (thans lid 7) Advocatenwet biedt niet de mogelijkheid om in hoger beroep te komen. Klager is daarom niet-ontvankelijk in zijn beroep.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:6 Accountantskamer Zwolle 15/2076, 2123 en 2124 en 16/243 en 244 Wtra AK

    Late aanvulling van de klacht in het zicht van de al bepaalde mondelinge behandeling. Beslissing tot afsplitsing van de behandeling van de aangevulde klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.056

    Klager verwijt de arts, zakelijk weergegeven, dat zij klager heeft beschuldigd van het maken van een indiscreet filmpje van en van het plaatsen van het filmpje op YouTube, terwijl elk bewijs daarvoor volgens klager ontbreekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:6 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7595

    Partijen hebben na de zitting een schikking getroffen, waarbij onderdeel van de afspraken is dat de uitspraak van de raad zal worden vernietigd. Aangezien de raad de klacht gedeeltelijk gegrond heeft verklaard en aan verweerder een maatregel heeft opgelegd, heeft het hof de deken verzocht zijn standpunt te bepalen over de vraag of naar zijn inzicht, met toepassing van artikel 47a Advocatenwet, de klachtbehandeling zou moeten worden voortgezet om redenen aan het algemeen belang ontleend. De deken heeft bericht dat die redenen er niet zijn. Het hof ziet gelet op de tussen partijen getroffen regeling en het standpunt van de deken geen redenen van algemeen belang aanwezig om de behandeling van de klacht voort te zetten. Hof vernietigt de uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.071

    Klager heeft tijdens een ruzie zijn neef in het gezicht geschopt. Klagers neef heeft daaraan letsel overgehouden. De neef was patiënt van de aangeklaagde klinisch neuropsycholoog. De neuropsycholoog heeft in 2001 een brief geschreven aan de neuroloog over het letsel van de neef. In 2006 en 2009 heeft de neuropsycholoog nog een andere brief en een emailbericht geschreven over het letsel van de neef. Klager verwijt de neuropsycholoog dat hij geen gedegen medisch onderzoek heeft verricht en in de brief uit 2001 een onjuiste anamnese heeft opgenomen. In later uitgebrachte medische rapportages wordt steeds voortgeborduurd op deze anamnese. Dit heeft gevolgen gehad voor de strafrechtelijke procedure waarin klager naar aanleiding van de ruzie is verwikkeld. Ook (het versturen van) de brief van 2006 en het emailbericht uit 2009 zijn naar de mening van klager onjuist. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk voor zover de klacht ziet op het handelen van vóór maart 2004. Voor het overige wordt de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:52 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.128

    In verband met een procedure over onder andere de omgang tussen de vader en het kind heeft de rechtbank bepaald dat ten aanzien van beide ouders en het kind een psychiatrisch en psychologisch onderzoek moest worden verricht. De aangeklaagde gz-psycholoog is als deskundige benoemd en heeft beide ouders en het kind psychologisch onderzocht. Klaagster verwijt de gz-psycholoog: 1. dat zij onvoldoende acht heeft geslagen op informatie waaruit bleek dat het kind slachtoffer was (of was geweest) van mishandeling door zijn vader; deze informatie betreft feitelijke informatie, de reactie van klaagster daarop en de persoonsstructuur van de ex-echtgenoot van klaagster; 2. dat zij informatie die haar ter beschikking stond selectief gebruikt, hetgeen getuigt van vooringenomenheid en gebrek aan objectiviteit; 3. dat zij haar concept-rapport over klaagster en dat van het kind had moeten aanpassen nadat klaagster daarop commentaar had geleverd; feitelijk hoor en wederhoor heeft niet plaatsgevonden; 4. dat het onderzoek dat zij heeft uitgevoerd ontoereikend is en de methodieken die zij heeft gebruikt onjuist zijn; zij heeft conclusies getrokken zonder onderbouwing uit eigen bevindingen, zonder observatie te doen naar de interactie tussen het kind en zijn vader en zonder rapportage daarover door derden (familie, vrienden en school); 5. dat zij het gebruik van poppen als bewijsmiddel bij een hypothese van seksueel misbruik heeft gerechtvaardigd door te verwijzen naar de opvatting van een bepaalde professor, dit ten onrechte zoals later via een andere professor is gebleken; 6. dat zij te veel leunt op hetgeen zij heeft gehoord van de ex-echtgenoot van klaagster hetgeen haar objectiviteit aantast; 7.dat zij haar declaratie ondeugdelijk heeft gespecificeerd en deze exorbitant hoog is; 8. dat zij onvoldoende respect heeft getoond voor klaagster en het kind. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:46 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.170

    Klacht tegen huisarts. Deze zou, nadat klager in 2008 is behandeld wegens een Helicobacter pylori-infectie, ten onrechte gezegd hebben dat “de bacterie dood is” en in maart 2012 geweigerd hebben klager te behandelen. Klacht afgewezen. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:2 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7498

    Klacht dat advocaat evident misbruik heeft gemaakt van het faillissementsrecht en onevenredig druk heeft uitgeoefend op klaagster door het indienen van het faillissementsverzoek, is gegrond. De vrijheid die de advocaat toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze zoals hem in overleg met cliënt goeddukt is niet absoluut. De belangen van de wederpartij mogen niet onnodig worden geschaad. Indien het faillissement van de wederpartij wordt aangevraagd, dient de aanvraag zorgvuldig te worden onderbouwd en de rechter zo juist en zo volledig mogelijk te worden geïnformeerd. Een advocaat kan dan ook niet afgaan op de door cliënt verschafte informatie van algemene, weinig concrete aard over de financiële gegoedheid van de wederpartij, maar dient zelfstandig onderzoek uit te voeren. Dit heeft de advocaat in casu verzuimd. Waarschuwing en geen berisping, anders dan de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:41 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.040

    Klacht tegen huisarts. Die zou in 2002 verzuimd hebben een rapport van een psychiater te lezen en na 2005 niets meer hebben gedaan en nooit empathie hebben getoond. Volgens het Regionaal Tuchtcollege is de eerste klacht verjaard. De tweede klacht is afgewezen. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:42 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.425

    Klacht tegen een longarts. Klager verwijt de longarts grove nalatigheid, valsheid in geschrifte, toebrengen van lichamelijk letsel en weigering van medische hulp. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:43 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.426

    Klacht tegen een longarts. Klager verwijt de longarts - zakelijk weergegeven - grove nalatigheid, valsheid in geschrifte, toebrengen van lichamelijk letsel en weigering van medische hulp. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:44 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.503

    Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de cardioloog een verdedigbaar beleid heeft gevoerd door klager tijdens de controle na het stellen van algemene vragen systematisch te bevragen over zijn medicijngebruik. Niet is gebleken van aanwijzingen dat klager niet in staat zou zijn geweest om adequaat te verklaren over de door hem gebruikte medicatie. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:45 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.507

    Anders dan klager aanvoert, heeft de huisarts niet onzorgvuldig of niet-adequaat gehandeld door hem na het consult met eigen vervoer naar het ziekenhuis te laten rijden. Uit adequaat lichamelijk onderzoek en anamnese volgden geen aanwijzingen dat de huisarts een ambulance had moeten laten komen om klager te vervoeren. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:39 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.121

    Klager verwijt de neurochirurg dat hij is geopereerd door een arts-assistent en dat de neurochirurg ten onrechte klager niet op meerdere niveaus tegelijk heeft geopereerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het eerste klacht onderdeel gegrond onder de overweging dat de neurochirurg is tekortgeschoten in zijn voorlichtende taak, waarschuwt de neurochirurg en wijst de klacht voor het overige af. Het Centraal Tuchtcollege acht de beide klachtonderdelen ongegrond, vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en wijst de klacht van klager af. Daaraan voorafgaand overweegt het Centraal Tuchtcollege dat de door klager overgelegde transcriptie van een door hem zonder voorafgaande kennisgeving aan de neurochirurg gemaakte gespreksopname als bewijsmiddel voor zijn stellingen kan worden toegelaten, nu de inhoud daarvan op zich niet wordt betwist.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:1 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7544

    Een advocaat dient zich te onthouden van (feitelijke) stellingen waarvan hij de onjuistheid kent of redelijkerwijs kan kennen. Of en in hoeverre een advocaat die grens overtreedt is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:40 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.122

    Klager verwijt de neurochirurg dat niet de neurochirurg, die destijds arts-assistent was, maar diens supervisor hem heeft geopereerd en dat de neurochirurg hem ten onrechte niet op meerdere niveaus tegelijk heeft geopereerd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de neurochirurg niet kan worden verweten dat klager niet door diens supervisor, maar door hem is geopereerd en dat de beslissing om de operatie tot één niveau te beperken verantwoord en juist was. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/196T

    15/196T Klager is bekend met een obstructief slaapapneusyndroom (OSAS). Hij verwijt de kaakchirurg dat hij de bij klager uitgevoerde operatie (osteotomie) niet goed heeft uitgevoerd, met als gevolg dat klager een tweede operatie heeft moeten ondergaan. De klacht heeft voorts betrekking op de informatieplicht. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-030a

    Klacht tegen oogarts. 91)Onvoldoende onderzoek verricht. Nagelaten pupil verwijdende druppels te gebruiken waardoor zij netvlies niet heeft kunnen onderzoeken. Gegrond: Teveel beperkt tot klachten blepharaitis en onvoldoende aandacht besteed aan symptomen van mogelijke netvliesloslating. Het onderzoek was onvoldoende om goed beeld te kunnen krijgen. (2) Verkeerde voorstelling van zaken gegeven door te zeggen dat ze persoonlijk telefonisch contact heeft gehad met klaagster of haar echtgenoot, terwijl er alleen contact was met de assistente. Ongegrond: niet vast te stellen. (3) Onvolledige verslaglegging. Ongegrond: Status is wel summier, maar kan niet alleen de arts verweten worden. Berisping...

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2015/02

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager is het niet eens met het medicatiebeleid dat ten aanzien van hem geldt en verwijt dit verweerder. Verweerder heeft de klacht gemotiveerd betwist. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-030b

    Klacht tegen oogarts. (1) Niet adequaat gehandeld toen diagnose loslating netvlies was gesteld. Nagelaten zelf een operatiedatum op korte termijn aan te bieden dan wel door te verwijzen naar ziekenhuis waar patiënte op korte termijn kon worden geholpen. Ongegrond: Onderzoek en diagnose ontmoeten geen bedenkingen. Beleid was conform destijds geldende beleidslijnen (2) onvolledige verslaglegging. Ongegrond: Aantekeningen waren summier en enigszins verwarrend maar afdoende. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2015/03

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager, verblijvende in een Penitentiaire Inrichting, maakt verweerster verwijten ten aanzien van de medische behandeling, het medicatiebeleid en de bejegening. Verweerster heeft de klacht gemotiveerd betwist. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-322

    Klacht tegen radioloog/(partij)deskundige. Klagers ontvankelijk: oordeel gegeven over medische expertise van een beroepsgenoot en zich tevens uitgesproken over de gezondheidstoestand van patiënte. (1)Zonder toestemming en zonder te controleren of toestemming was verleend, kennis genomen van vertrouwelijke medische informatie over patiënte. Ongegrond: de arts kan niet verweten worden dat hij als ontvanger van medische gegevens het beroepsgeheim jegens patiënte zou hebben geschonden. Ligt niet op zijn weg als deskundige om te verifiëren of een patiënt toestemming heeft gegeven. (2)Niet getracht de medische privacy van patiënte te beschermen door haar naam af te schermen of te anonimiseren. Ongegrond: Naam patiënte genoemd in brief aan advocaat verzekeraar die zelf verzoek om expertise had gedaan. (3)Gerapporteerd zonder patiënte te hebben gezien en zonder kennis te hebben genomen van haar visie op de medische situatie. Ongegrond: niet gehouden patiënte persoonlijk te onderzoeken of haar visie te vragen, nu de arts door het ziekenhuis was ingeschakeld om zijn medische visie te geven. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015/51

    Klacht tegen een psychiater/directeur behandelzaken van een TBS-instelling. Klager, verblijvende in de instelling, maakt verweerder diverse verwijten over de medische behandeling en beleidsmatige aangelegenheden. Verweerder heeft de klacht gemotiveerd betwist.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2015/04

    Klacht van de IGZ tegen verpleegkundige. IGZ verwijt verweerder grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van een aantal van zijn cliënten; zodoende heeft verweerder zich niet gehouden aan de terzake geldende richtlijnen. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2015/06

    Klacht van de IGZ tegen verpleegkundige. IGZ verwijt verweerder grensoverschrijdend gedrag jegens een elf-jarige ex-patiënte. Klacht is gegrond, gedeeltelijke bevoegdheidsontzegging. Verweerder wordt de bevoegheid ontzegd om nog langer als verpleegkundige met kinderen te werken.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2016:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen A2015/02

    Klacht tegen apotheker. Klager verwijt verweerder dat hij te laat medicatie heeft bezorgd, geen gebruiksinstructie heeft gegeven bij medicatie die voor het eerst aan klager werd voorgeschreven en de behandelrelatie eenzijdig heeft beëindigd. Klacht is gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 017/2015

    Klacht tegen KNO-arts. Klager stelt dat hij door het omgaan met bepaalde stoffen de schildersziekte heeft opgelopen. Verweerder heeft als deskundige gerapporteerd op verzoek van het gerechtshof. Klager is van oordeel dat de rapportage niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 018/2015

    Klacht tegen longarts. Klager stelt dat hij door het omgaan met bepaalde stoffen de schildersziekte heeft opgelopen. Verweerder heeft als deskundige gerapporteerd op verzoek van het gerechtshof. Klager is van oordeel dat de rapportage niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 055/2015

    Klacht tegen psychiater over de diagnose PDD-NOS en de behandeling en begeleiding. Klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:5 Raad van Discipline Amsterdam 15-220A

    Klacht over eigen advocaat in letselschadezaak, onder meer over het uitblijven van een bevredigend resultaat na tien jaar. Niet is gebleken dat verweerder de zaak van klager onvoldoende voortvarend of anderszins onvoldoende professioneel heeft behandeld. Klacht ongegrond. Klager ten aanzien van het tweede klachtonderdeel over verrekening van schade-uitkering met declaraties niet-ontvankelijk wegens tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 14263

    De chirurg heeft, ondanks dat in het patiëntendossier anders staat vermeld, overtuigend uitgelegd dat hij pas vanaf Tweede Kerstdag hoofdbehandelaar is en niet eerder bij de behandeling betrokken was. Aanvaardbaar dat hij niet eerder onderzoek heeft gedaan of heeft ingegrepen, omdat hij mede als reden voor zijn afwachtend beleid heeft aangegeven dat er mogelijk verbetering voor klaagster zou optreden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1595

    College beoordeelt het telefonisch afdoen van het consult bij een werknemer met psychische problemen. Bij een eerste consult, dat plaats moet vinden binnen twee tot drie weken na aanvang van het arbeidsverzuim, wordt dertig minuten consulttijd ge adviseerd teneinde een goede probleemanalyse te kunnen maken. Of mag worden volstaan met een telefonisch consult, dat tevoren gepland en doorgegeven moet worden, zal steeds beantwoord moeten worden aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval. Er kan niet met een telefonisch consult volstaan worden als blijkt dat de arts onvoldoende anamnestische of objectief medische informatie verkrijgt. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:263 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150064

    Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door, alvorens klager (zijnde een advocaat) als getuige op te roepen, geen overleg met de deken te plegen (strijd met Gedragsregel 20), door na te laten de door het Hof vastgestelde taxe aan klager te voldoen (strijd met Gedragsregel 32) en door niet naar behoren met klager te communiceren. Gegrond. Mede gelet op tuchtrechtelijk verleden schorsing van 8 weken, waarvan 4 voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde betaling van taxe aan klager.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:264 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150112

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door niet te reageren op brieven van de deken. Dekenbezwaar gegrond. Schorsing 2 weken. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:34 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.464

    Klacht tegens bedrijfsarts: Klager verwijt de aangeklaagde arbeidsgeneeskundige (bedrijfsarts) dat hij 1. een verkeerd beeld van klager heeft geschetst in die zin dat hij niet zou willen meewerken aan re-integratie; 2. geen goed onderzoek heeft verricht naar de ziekte rhabdomyolyse (afbraak van spierweefsel). Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in alle onderdelen als af. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk voor zover hij nieuwe klachtonderdelen heeft willen voorleggen en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 262/2014

    Klacht tegen huisarts. De echtgenote van klager verbleef met hun 7-jarig dochtertje in een blijf-van-mijn-lijf huis. Klacht dat verweerster klager geen toestemming heeft gevraagd voor behandeling en verwijzing van zijn dochter, heeft geweigerd klager inzage in het dossier van zijn dochter te verschaffen en geen informatie over behandelingen en verwijzingen gaf en informatie heeft verstrekt aan derden zonder toestemming van of overleg met klager als gezaghebbende ouder. Klacht ongegrond, afwijzing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:28 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.506

    Kopje: Het RTG heeft de huisarts in de bestreden beslissing de maatregel waarschuwing opgelegd. Ingevolge artikel 73 aanhef en onder a Wet BIG is klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen deze beslissing. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:11 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 76 - 2015

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen opvolgende advocaat. Verweerder heeft een letselschadezaak overgenomen van klager. Anders dan overeengekomen ten overstaan van de deken heeft verweerder klager niet, althans niet tijdig, op de hoogte gehouden van het verloop van de schikkingsonderhandelingen met de verzekeraar over, onder meer, de advocaatkosten van klager. Geen verplichting voor verweerder om de belangen van klager te behartigen, wel om hem te informeren. Maatregel van enkele waarschuwing opgelegd

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:35 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.135

    Uroloog verricht een re-excisie bij eerder onvoldoende verwijderd melanoom. Klaagster verwijt de uroloog dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door zich niet te houden aan de geldende richtlijnen en de patiënt met een zogenaamd goede uitslag naar huis te laten gaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond geacht en de inschrijving van de uroloog in het BIG-register geschorst voor de duur van een jaar. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de uroloog op onjuiste wijze een operatie heeft uitgevoerd, waarvan hij zich had kunnen en moeten realiseren dat hij daarvoor niet bekwaam was, de patiënt vooraf aan deze operatie onvoldoende heeft geïnformeerd en de patiënt adequate nazorg heeft onthouden. Dit handelen is zodanig verwijtbaar dat de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel is gerechtvaardigd. Voor een zwaardere maatregel als door de inspectie is bepleit, bestaat geen grond. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 263/2014

    Klacht tegen fysiotherapeut. De vader van een minderjarig patientje klaagt er onder meer over dat zijn dochter is behandeld is zonder zijn toestemming, dat hij geen inzage in het dossier heeft gekregen en dat de fysiotherapeut hem nooit zelf te woord heeft gestaan. Het college overweegt dat ook in geval van zogenoemde ‘vechtscheidingen’ in beginsel de toestemming van beide ouders vereist is, maar dit voor de behandelaar een lastig punt is. Verweerster heeft op het moment dat zij als supervisor actief bij patiëntje betrokken raakte, haar collega (weliswaar in opleiding tot kinderfysiotherapeut maar op zichzelf een volleerd fysiotherapeut) gevraagd hoe de situatie was. Zij hoorde dat moeder in eerste instantie had verteld dat er geen contact met vader was en dat moeder en patiëntje in een blijf-van mijn-lijf-huis verbleven. Er is toen, in het belang van patiëntje ervoor gekozen om vader niet om toestemming te vragen. Het college kan deze afweging billijken. Wel was het beter geweest om direct bij intake de juridische gezagverhouding uit te vragen/zoeken en in het dossier vast te leggen. Gelet op de agressieve en dreigende toon van klager aan de telefoon, hetgeen door hem niet is betwist, is er besloten om te handelen conform het bestaande protocol, hetgeen inhield dat de contacten met klager verliepen via de huisarts/directeur. Het college acht deze handelwijze aanvaardbaar en het valt verweerster daarom niet tuchtrechtelijk te verwijten dat zij klager nooit zelf gesproken heeft. Pas in november hoorde verweerster via de huisarts dat klager bezwaren had tegen de behandeling en dat hij het fysiotherapeutisch dossier wenste. Verweerster heeft het dossier toen direct laten printen en laten opsturen en heeft de behandeling tijdelijk gestaakt. Toen klager vervolgens weer toestemming gaf is de behandeling voortgezet en later weer gestaakt omdat klager zijn toestemming weer introk. Er is dus geen sprake geweest van voortzetten van de behandeling zonder toestemming van klager. Evenmin is het verzoek om inzage in het dossier niet gehonoreerd. Ook deze klachtonderdelen falen. Afwijzing van de klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:29 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.408

    De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:12 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-303/DB/L/D - 15-369/DB/L/D - 15-459/DB/L/D

    Advocaat heeft ondanks rappels niet gereageerd op brieven van de deken, waardoor de deken in zijn toezichthoudende taak wordt belemmerd en een voortvarende klachtbehandeling wordt gefrustreerd. Dekenbezwaar gegrond. Maatregel: schrapping. Advocaat voorts veroordeeld tot betaling kosten aan de Nederlandse Orde van Advocaten, zoals bedoeld in artikel 48 lid 6 tweede gedeelte Advocatenwet, begroot op € 1000,=.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:23 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.459

    De klacht is gericht tegen een arts handelend als medisch adviseur rechtsbijstand. Klaagster is in 2009 een auto-ongeval overkomen. Teneinde haar schade te verhalen op de aansprakelijke partij heeft zij zich voor rechtshulp gewend tot haar rechtsbijstandverzekeraar. Klaagster wenst schade als gevolg van bruxisme op de aansprakelijke partij te verhalen. Haar tandarts heeft aangegeven dat de afbrokkeling van klaagsters kiezen duidelijk te wijten is aan het ongeval en misschien nog posttraumatisch toegenomen knarsactiviteit. In het kader van de letselschadeafwikkeling heeft klaagsters rechtsbijstandverzekeraar verweerder, arts, om medisch advies gevraagd. De arts heeft op het verzoek van de rechtsbijstandverzekeraar gereageerd bij brief van 12 september 2011. De klacht houdt in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door een medisch advies uit brengen dat niet voldoet aan de daarvoor geldende zorgvuldigheidseisen: (i) het advies is inhoudelijk onjuist; (ii) het advies is op onzorgvuldige wijze tot stand gekomen; (iii) verweerder is buiten de grenzen van zijn deskundigheid getreden door zelf tandheelkundig advies uit te brengen zonder een tandheelkundig consulent te hebben geraadpleegd; en (iv) verweerder heeft zijn advies in niet voor discussie vatbare, afwijzende en denigrerende bewoordingen gesteld. Daarnaast heeft verweerder nagelaten klaagster te adviseren om verdere tandheelkundige behandelingen uit te stellen totdat nader onderzoek was gedaan naar het eventuele verband tussen het toegenomen bruxisme en het klaagster overkomen ongeval. Het RTG Amsterdam heeft de klacht ongegrond verklaard met publicatie. Het CTG verklaart de klacht betreffende de inhoud en wijze van totstandkoming van de rapportage alsnog gegrond en legt aan de arts de maatregel van waarschuwing op. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de brief van de arts van 12 september 2011 moet worden beschouwd als een formeel schriftelijk medisch advies en niet slechts als interne correspondentie. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege kan het door de arts verrichte onderzoek en de afgegeven rapportage de toets der kritiek niet doorstaan.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:36 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.136

    Uroloog verricht re-excisie bij eerder onvoldoende verwijderd melanoom. Klaagster verwijt de uroloog dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door zich niet te houden aan de geldende richtlijnen en de patiënt met een zogenaamd goede uitslag naar huis te laten gaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond geacht en de inschrijving van de uroloog in het BIG-register geschorst voor de duur van een jaar. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de uroloog op onjuiste wijze een operatie heeft uitgevoerd, waarvan hij zich had kunnen en moeten realiseren dat hij daarvoor niet bekwaam was, de patiënt voorafgaand aan deze operatie onvoldoende heeft geïnformeerd en de patiënt adequate nazorg heeft onthouden. Dit handelen is zodanig verwijtbaar dat de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel is gerechtvaardigd. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 016/2015

    Klacht tegen apotheker. Klager verwijt verweerder dat hij twee keer een medicatierol heeft ontvangen van een andere patiënt. Verweerder heeft hierop zorgvuldig gereageerd en al het nodige gedaan om herhaling in de toekomst te voorkomen. Klacht afgewezen.