Zoekresultaten 24951-25000 van de 45087 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:50 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150068

    Klacht dat de advocaaat tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klager aansprakelijk te stellen, is gegrond. Relevante omstandigheden zijn dat klager niet de wederpartij is maar een getuige, de advocaat heeft de brief gestuurd 4,5 jaar na het laatste getuigenverhoor van klager en de advocaat heeft een zeer korte termijn gesteld om een aanzienlijke geldsom te betalen. De brief schiet zijn doel, te weten kenbaar maken dat de cliënten van de advocaat een vordering stellen te hebben op klager en het stuiten van de verjaring, voorbij. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:124 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.118

    Klacht tegen arts. Klager is door zijn huisarts vanwege koorts en hoesten naar de SEH verwezen en daar gezien door verweerster. Verweerster adviseerde opname waar klager niet mee instemde. Zij heeft klager toen een recept meegegeven waarna klager het ziekenhuis heeft verlaten. Klager was het vervolgens niet eens met de declaratie die hij van de zorgverzekeraar ontving en hij verwijt verweerster nalatigheid, onverschilligheid en het stellen van een verkeerde diagnose. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:51 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150079

    Klacht dat advocaat de belangen van klaagster niet naar behoren heeft behartigd door de zaak onvoldoende voortvarend aan te pakken, in appel alsnog ongegrond. De periode tussen het eerste gesprek van de advocaat en klaagster en de toezending van het concept verzoekschrift is in de gegeven omstandigheden niet onverantwoord lang geweest. Klaagster heeft niet aangedrongen op een snelle behandeling, niet is gebleken dat de zaak spoedeisend was, de advocaat heeft klaagster meerdere keren om informatie gevraagd, klaagster heeft door het handelen van de advocaat geen nadeel geleden. Vernietiging uitspraak van de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.149

    Klager verwijt de gz-psycholoog, voor zover hier van belang, dat hij als directeur behandeling en zorg ervoor verantwoordelijk is dat klager tijdens een afzonderingsperiode in de tbs-kliniek zes keer de toegang tot zijn fysiotherapeutische behandeling is geweigerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft deze klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de werkwijze binnen de kliniek naar aanleiding van de gemiste afspraken van klager is aangepast en dat de behandelafspraken van klager nadien onverkort zijn nagekomen. Aangenomen moet worden dat de gz-psycholoog daarmee aan zijn verantwoordelijkheid als directeur behandeling en zorg heeft voldaan. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/184

    De broer van klager is door zijn moeder onterfd en heeft een civiele procedure tegen klager (die bewindvoerder en mentor van zijn moeder was) aangespannen, waarin hij wilde aantonen dat moeder niet meer wilsbekwaam was ten tijde van de onterving. De broer van klager heeft in verband met die procedure een beroep gedaan op verweerder als deskundige. Klager verwijt verweerder dat hij daarbij onprofessioneel heeft gehandeld en zich niet heeft gehouden aan de geldende richtlijnen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:119 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2014.466

    De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:46 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150080

    Klacht dat advocaat tekort is geschoten in de nakoming van de door klagers verstrekte opdracht en hen onheus heeft bejegend. Klacht is onvoldoende onderbouwd. Verweer van advocaat dat klager sub 1 dient te beschikken over een machtiging van klaagster sub 2 faalt, omdat klaagster sub 2 procespartij is door ondertekening van de klachtbrief en het beroepschrift.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:52 Raad van Discipline Amsterdam 15-456/A/NH

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:20 Accountantskamer Zwolle 15/2041 Wtra AK

    Oplettendheid van de accountant vereist bij het indienen van belastingaangiften namens zijn cliënt. Daarbij moet hij acht slaan op signalen die duiden op het indienen van onjuiste aangiften. Meer oplettendheid mag worden verwacht naarmate de aangiften omzetbelasting zullen resulteren in hoge terug te geven bedragen. Parallel met regels uit NVCOS 4410 die gelden als de accountant bij de uitvoering van de opdracht constateert dat gegevens die door de leiding van de entiteit zijn verstrekt, onbevredigend zijn. Betrokkene is onzorgvuldig geweest bij het vastleggen van een geldleenovereenkomst tussen verbonden partijen, welke hij ter onderbouwing van de belastingaangiften aan de Belastingdienst heeft ingezonden. Betrokkene heeft en onrechte geen Wwft-melding gedaan. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:53 Raad van Discipline Amsterdam 15-616/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij ongegrond. Verweerder is met zijn berichtgeving over het kluisbezoek gebleven binnen de grenzen van de hem toekomende vrijheid om de belangen van zijn cliënte(n) te behartigen. Met het oog op diezelfde vrijheid bestond er voor verweerder niet de verplichting om zijn medewerking aan het kluisbezoek te onthouden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:21 Accountantskamer Zwolle 15/1726 Wtra AK

    Brief op verzoek cliënt die is ingebracht in procedure bij rechtbank ontbeert een deugdelijke grondslag. Betrokkene heeft verzuimd aan echtgenote van de aandeelhouder van een besloten vennootschap (die beiden klant zijn van betrokkene) te vragen of zij toestemming geeft voor beëindiging van haar pensioenopbouw in de vennootschap. Hij heeft daarna geacteerd alsof die toestemming wel was gegeven. Een en ander levert strijd op met fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:54 Raad van Discipline Amsterdam 15-528/A/A

    Samenvatting: Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder is zeer ernstig tekort geschoten door uit naam van klaagster, maar zonder haar toestemming, een kort geding te starten. Schorsing van acht weken, waarvan vier voorwaardelijk. Kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:55 Raad van Discipline Amsterdam 15-579/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij ongegrond. Het is de raad niet gebleken dat verweerder de dagvaarding aan de media ter beschikking heeft gesteld. Het persbericht van verweerder heeft de strekking en de inhoud van het vonnis niet zodanig geweld aangedaan dat daarmee de grenzen van het betamelijke zijn overschreden. Klager niet-ontvankelijk in zijn klacht over ‘no cure no pay’.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:56 Raad van Discipline Amsterdam 15-157A

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 15164

    Affectieve en seksuele relatie met een patiënt van de instelling. De verpleegkundige was niet rechtstreeks bij de behandeling betrokken en wist niet dat er een behandelrelatie tussen de patiënt en haar werkgever bestond. Toen zij dat ontdekte, had ze haar relatie moeten melden, hetgeen ze niet heeft gedaan. Onbevoegd het dossier van patiënt ingezien. Uit de Beroeps- en Gedragscode is niet expliciet duidelijk dat ook privérelaties met patiënten die niet persoonlijk worden behandeld verboden zijn. Voorwaardelijke schorsing van 3 maanden met proeftijd 1 jaar.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:19 Accountantskamer Zwolle 16/10 Wtra AK

    Klacht kennelijk niet-ontvankelijk i.v.m. driejaarstermijn. Zaak op de voet van art. 39 Wtra door de voorzitter zonder zitting afgedaan en niet ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:51 Raad van Discipline Amsterdam 15-580/A/A

    Samenvatting: Mondelinge uitspraak. Gegrond verzet. Nieuwe datum voor mondelinge behandeling klacht.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:16 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW195.2015

    Termijn aanpassen beslagvrije voet. De wetgever heeft aan een beslag op periodieke betalingen (waaronder uitkeringen als de onderhavige) een beslagvrije voet verbonden, omdat de schuldenaar voor zijn levensonderhoud van deze betalingen afhankelijk kan zijn. De beslagene heeft een groot belang bij een tijdige en correcte vaststelling van een beslagvrije voet. In dit geval heeft er tussen de datum waarop het verzoek tot aanpassing van de beslagvrije voet de gerechtsdeurwaarder heeft bereikt en de datum waarop de beslagvrije voet met terugwerkende kracht is aangepast te veel tijd gezeten. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:54 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4810/15.120

    Beslissing op verzet. Verwijt dat verweerster, als advocaat van de wederpartijen, ten onrechte vertrouwelijke stukken in het geding heeft gebracht die geen betrekking hadden op de zaak. De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:9 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet809.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:240 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet811.2015

    Beslissing op verzet. Voormalig huisgenoot met schulden die nog op het adres van klaagster stond ingeschreven. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet980.2015

    Beslissing op verzet. Klacht tegen belastingdeurwaarder. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:241 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet813.2015

    Beslissing op verzet. Leggen van diverse beslagen. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015132 en AL.2015/133

    D e kern van de klacht draait om de vraag of de notarissen klager voldoende hebben geadviseerd. Meerdere klachtonderdelen zien op de ten behoeve van de levering opgestelde concepten. De notarissen wordt verweten dat het concept afwijkt van de koopovereenkomst en dat geen juiste alternatieve tekst is geleverd. Klager mocht juist van de onpartijdige notaris(sen) verwachten dat ook de verkopende partij werd gewezen op afwijkende onderdelen, evenals dat aan klager werd meegedeeld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet500.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:18 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet981.2015

    Beslissing op verzet. Het verzet is niet gedaan binnen de door de wet gestelde termijn. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:242 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet702.2015

    Beslissing op verzet. Uitvoeren opdracht. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:12 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet979.2015

    Beslissing op verzet. Substantiëringsplicht. De Kamer is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft aan klager medegedeeld dat de schuldeiser heeft ingestemd met het voorstel tegen finale kwijting en dat er geen betalingstermijn in die bevestiging was opgenomen. Onder deze omstandigheden en mede gelet op het feit dat de gerechtsdeurwaarder als gemachtigde voor de eisende partij in de gerechtelijke procedure optrad mocht van hem worden verwacht dat hij aan de rechter kenbaar zou maken dat er tussen partijen een regeling tegen finale kwijting was overeengekomen. De Kamer acht de klacht daarom alsnog gegrond. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:243 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet749.2015

    Beslissing op verzet. Is er sprake van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de gerechtsdeurwaarder zijn ministerie had behoren te weigeren? De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/153

    Klagers hebben de klachtbrief afgesloten met de opsomming van een aantal civielrechtelijke vorderingen en eisen. Gelet echter op het geldende wettelijk kader biedt de wet geen grondslag voor een dergelijke beoordeling in deze tuchtprocedure. Voor (meer) informatie heeft de notaris terecht verwezen naar de opdrachtgever.Van meer informatie of inzage, bijvoorbeeld in het tot het repertorium van de notaris behorende dossier, die de notaris aan klagers had moeten verlenen is naar het oordeel van de kamer niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:13 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW128.2015

    Loonbeslag. Beslagvrije voet. Gerechtsdeurwaarder sub 1 is eerste beslaglegger. Daarnaast heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 ten laste van klager beslag gelegd onder een Stichting waar het maandelijks bij dit fonds gespaarde bedrag in beginsel eenmaal per jaar wordt uitgekeerd. Er is tussen de gerechtsdeurwaarders kennelijk een misverstand ontstaan over de gevolgen van de beslaglegging door gerechtsdeurwaarder sub 2 onder de Stichting. Voor beide door de gerechtsdeurwaarders ingenomen standpunten valt iets te zeggen want het lijkt dat gerechtsdeurwaarder sub 1 bij de bepaling van de beslagvrije voet geen rekening mag houden met maandelijkse afdrachten uit de Stichting en dat gerechtsdeurwaarder sub 2, indien het tot uitkering komt van het vakantiegeld, zelf de beslagvrije voet bepaalt. Niet is gebleken dat de gerechtsdeurwaarders apert onjuiste standpunten hebben ingenomen bij de afwikkeling van de beslagen. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen kan niet worden vastgesteld. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1039.2015

    Beslissing op verzet. Zonder opdrachtgever te informeren akkoord gaan met de finale kwijting. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:14 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet617.2015

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:52 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-167/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Nu klager niet, althans onvoldoende heeft onderbouwd dat sprake was van excessief declareren, is het eerste klachtonderdeel kennelijk ongegrond. Voorts heeft verweerder aangetoond dat klager hem schriftelijk toestemming heeft gegeven om gelden te verrekenen, zodat ook dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond is. Ten slotte is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen geen sprake, nu verweerder het retentierecht toekomt in de situatie dat klager het bedrag niet op de Dekenrekening heeft overgemaakt en klager daardoor niet in procesnood komt te verkeren. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:21 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet849.2015

    Beslissing op verzet. Tenuitvoerlegging alimentatiebeschikking. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:15 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW146.2015

    Klachten over de beslagvrije voet, beslag op de studiefinanciering en het niet tijdig beantwoorden van een brief. Alleen de laatste klacht acht de Kamer gegrond. Van een zorgvuldig handelend gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij – tijdig – reageert op aan hem toegezonden brieven. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:53 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-696/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Een advocaat mag in het algemeen niet optreden tegen een voormalige cliënt van hemzelf of van een kantoorgenoot. Een advocaat dient te vermijden dat hij in een belangenconflict zou kunnen geraken ten koste van de voormalige cliënt, terwijl deze ervan moet kunnen uitgaan dat vertrouwelijke informatie over hemzelf en de voor hem behandelde zaak niet tegen hem zal worden gebruikt. Een executeur-testamentair voert het beheer over de nalatenschap en heeft te gelden als de vertrouwenspersoon van de erflater. Daarnaast treedt de executeur-testamentair bij de vervulling van zijn taak op als vertegenwoordiger van de erfgenamen. De erfgenamen zijn daartoe in beginsel onbevoegd. De voorzitter is van oordeel dat mr. H. slechts de broer van klager in zijn hoedanigheid van executeur-testamentair heeft bijgestaan bij het vervullen van zijn taak als vertegenwoordiger van erflater en dat klager derhalve niet zijn cliënt was. Derhalve stond het verweerster vrij om tegen klager op te treden. Bijzondere omstandigheden die dat in het onderhavige geval anders zouden maken, zoals dat verweerster of haar kantoorgenoot beschikken over informatie betreffende klager die van belang kan zijn in de procedure tussen klager en diens ex-echtgenote, zijn niet gebleken. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:113 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.256

    Klager is opgenomen in een TBS-kliniek in het kader van de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde straf en behandeling. Voor niet-psychiatrische klachten is er in deze kliniek een medische dienst aanwezig. Klager heeft zich hier regelmatig met lichamelijke klachten waaronder artrose klachten aan zijn heup gemeld. Klager verwijt de aangeklaagde psychiater dat hij een ziekenhuisconsult bij een specialist alsmede een second opinion heeft geweigerd, hoewel dat wegens zijn artrose noodzakelijk was en klager veel pijnklachten had die tot de dood kunnen leiden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht zonder nader onderzoek in raadkamer als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:114 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.266

    Klacht tegen orthopeed. De klacht heeft betrekking op de dochter van klagers die ruim twee maanden na een operatie aan het onderbeen als gevolg van een longembolie is overleden. Klagers verwijten verweerster dat zij tijdens de nacontrole onvoldoende naar de door patiënte geuite klachten heeft geluisterd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen en het beroep van klagers wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 15100

    Verwijt aan psychiater dat de zesjaarsrapportage onzorgvuldig is opgesteld, wegens niet betrekken belangrijke eerdere rapportages over klager in zijn onderzoek, te weinig gesprekken en niet naar waarheid opnemen van aantal gevoerde gesprekken. Géén richtlijnen over tijdsduur of hoeveelheid gesprekken. Tijdsduur of aantal gesprekken hier niet onzorgvuldig. Criteria rapportage. Verkeerde opname van data onzorgvuldig. De psychiater beschikte over uitspraak van het gerechtshof waarin ontbrekende rapportages genoemd worden. Hij had in rapportage moeten aangeven dat hij niet beschikte over ontbrekende rapportages en welke stappen hij had ondernomen ze te verkrijgen. Psychiater kon niet volstaan met verwijzen naar de opdrachtgever. Art. 4.5 van Gedragscode van het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.323

    Klacht tegen een tandarts. Klager en zijn partner (C2015.324) zijn patiënt geweest bij de tandartspraktijk van verweerder (tandarts). Klager heeft een klacht ingediend die het RTG aldus heeft geordend: 1. Verweerder liegt en bedriegt. 2. Verweerder heeft onvoldoende informatie verstrekt. 3. Verweerder heeft geen behandelplan gemaakt en/of verstrekt. 4. Verweerder heeft de begroting niet besproken. 5. Verweerder heeft de gemaakte foto’s en OPG niet besproken. 6. Klager is behandeld door de preventieassistente (i.p.v. door verweerder). 7. Klager is niet doorverwezen naar een specialist. 8. Verweerder heeft een valse beschuldiging geuit over bedreiging. 9. Klager is onterecht uitgeschreven. RTG Den Haag: Ad 1 en 8: ongegrond. Ad 2 t/m 7: Gegrond. Ad 9: Gegrond. Berisping met publicatie. Het CTG verklaart het beroep van de tandarts ten aanzien van de klachtonderdelen 2 tot en met 5 en 7 gegrond en vernietigt in zoverre de beslissing waarvan hoger beroep. Voor de gegrond verklaarde klachtonderdelen 6 en 9 acht het CTG de maatregel van waarschuwing passend.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 15101

    Verwijt aan gz-psycholoog dat de zesjaarsrapportage onzorgvuldig is opgesteld, wegens niet betrekken belangrijke eerdere rapportages over klager in zijn onderzoek. Criteria rapportage. Gz-psycholoog heeft nagelaten een uitspraak van het gerechtshof waarover hij de beschikking had, op te nemen onder de geraadpleegde stukken. Onzorgvuldig. In die uitspraak worden de ontbrekende rapportages genoemd. Hij had in rapportage moeten aangeven dat hij niet beschikte over ontbrekende rapportages en welke stappen hij had ondernomen ze te verkrijgen. Gz-psycholoog kon niet volstaan met verwijzen naar de opdrachtgever. Art. 4.5 van Gedragscode van het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen. G egrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:116 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.324

    Klacht is gericht tegen een tandarts. Klaagster en haar partner (C2015.323) zijn patiënt geweest bij de tandartspraktijk van verweerder (tandarts). Klaagster heeft een klacht ingediend die het RTG aldus heeft begrepen: klaagster is zonder haar toestemming door verweerder als patiënt uitgeschreven uit de praktijk. RTG Den Haag: Gegrond: Beëindiging had goed gedocumenteerd en gecommuniceerd moeten worden (artikel 7:460 BW). Waarschuwing. Het CTG verwerpt het beroep van de tandarts.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:117 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.411

    Klaagster heeft enkele jaren geleden een tuchtklacht ingediend tegen een psychiater die haar in het verleden heeft behandeld in een psychiatrische instelling, de rechtsvoorganger van de instelling waarvan de hier aangeklaagde psychiater, thans geneesheer-directeur is. De destijds aangeklaagde psychiater is niet meer bij de betreffende instelling werkzaam. De nu aangeklaagde psychiater/ geneesheer directeur heeft de destijds aangeklaagde psychiater op diens verzoek inzage verleend in het medisch dossier van klaagster, voor zover het zijn deel van de behandeling betrof. De nu aangeklaagde psychiater/ geneesheer directeur heeft op verzoek van het tuchtcollege en met toestemming van klaagster een kopie van het medisch dossier aan het Regionaal Tuchtcollege gezonden. Klaagsters klacht houdt in dat de aangeklaagde psychiater/ geneesheer directeur heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens klaagster behoorde te betrachten door zonder haar voorafgaande toestemming aan een derde inzage te verstrekken in haar medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2014.234(2)

    De klacht is gericht tegen een tandarts. Klaagster heeft voor € 9.600,-- twaalf kronen door de aangeklaagde tandarts laten plaatsen. Klaagster verwijt de tandarts: 1. dat hij geen goed kwalitatief werk heeft afgeleverd (de randaansluitingen van de kronen zijn matig en ook de kroonpreparaties zijn niet optimaal geweest); 2. dat hij de hieruit voortvloeiende problemen met het tandvlees niet serieus heeft genomen, gebagatelliseerd en nooit een bijdrage heeft geleverd aan het onderzoeken van de oorzaak; 3. het second opinion rapport heeft gebagatelliseerd en genegeerd, hij heeft zijn verantwoordelijkheid niet genomen en is nalatig geweest voor klaagster als patiënt. Voorts heeft klaagster 3 klachten (a, b en c) gericht tegen de kliniek. RTG Eindhoven: Ad 1) ongegrond, Ad 2) gegrond, Ad 3) ongegrond. Klaagster niet-ontvankelijk in de klachten tegen de kliniek. Waarschuwing. Het CTG heeft bij tussenbeslissing een deskundige benoemd. Bij eindbeslissing vernietigt het CTG de beslissing waarvan beroep voor zover daarin klachtonderdeel 3 ongegrond is verklaard . Het CTG verklaart dit klacht onderdeel alsnog deels gegrond. Het incidentele beroep van de tandarts wordt verworpen. De maatregel van waarschuwing wordt gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:118 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.119

    De klacht is gericht tegen een orthodontist. Klaagster is in verband met problemen betreffende de stand van haar gebit door haar tandarts verwezen naar verweerder. Verweerder is orthodontist en voert een eigen praktijk. De klacht houdt in dat verweerder: 1) Op onzorgvuldige wijze de orthodontische behandeling heeft uitgevoerd; 2) Klaagster op 26 mei 2010 niet heeft geïnformeerd over het wortellengteverlies; 3) Onzorgvuldig met een verzekeringsaanvraag is omgegaan. RTG Amsterdam: Klacht in al haar onderdelen gegrond. Berisping. Het CTG bevestigt de beslissing waarvan hoger beroep, onder verbetering van gronden. Het CTG acht het opleggen van de maatregel van waarschuwing passend en toereikend.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:112 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2015.224

    Klacht tegen orthopeed. De klacht heeft betrekking op een deskundigenbericht dat door verweerder op verzoek van de rechtbank in het kader van een civiele procedure tussen klaagster en een ziekenhuis is uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klaagster wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1581

    Verwijt aan arts door klager, die in een PPC verblijft, dat hij hem niet heeft doorverwezen naar het ziekenhuis, terwijl later bleek dat sprake was van een geëxplodeerde blinde darm. Diagnose appendicitis in een vroeg stadium vaak moeilijk te stellen. Ook de arts van de spoedeisende hulp was nog onzeker over de diagnose, die pas de dag daarna middels een CT-scan is vastgesteld. Voldoende zorgvuldig de anamnese afgenomen en onderzoek verricht. Duidelijke instructies voor verpleegkundige in PPC achtergelaten. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:37 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 14-400/DB/OB

    Nu uit een onherroepelijk beslissing van de Raad van Toezicht volgt dat verweerder ongeveer 37 % meer heeft gedeclareerd dan redelijk zou zijn geweest is sprake van excessief declareren. 1.4 kwaliteit van dienstverlening Verweerder mocht bij de behandeling van zaken niet volstaan met beoordeling van de processtukken naar de maatstaven van een rolwaarnemer. Klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1559a

    Klager verwijt de psychotherapeut dat hij niet gekwalificeerd was ten tijde van de behandeling van de dochter van klager (gedeeltelijk gegrond), geen adequaat dossier heeft gevormd (gegrond), klager als gezaghebbend ouder niet heeft geïnformeerd over de behandeling en zijn toestemming niet heeft gevraagd (gegrond), zijn beroepsgeheim heeft geschonden (gegrond) en een verkeerde diagnose (chronisch PTSS) heeft gesteld (gegrond). Verweerder was eindverantwoordelijk voor het handelen van de niet BIG-geregistreerde behandelaar van de dochter, maar was inhoudelijk niet of nauwelijks betrokken. Verweerder heeft zijn taak schromelijk verwaarloosd. De behandelaar was in de veronderstelling dat verweerder kinderpsychiater was. Maatregel: uitzonderlijk slecht hulpverlener betoond. Niet gehouden aan professionele maatstaven. Optreden ter zitting ontluisterend. Onaanvaardbaar risico voor de individuele gezondheidszorg. Doorhaling.