Zoekresultaten 21401-21450 van de 44839 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1185/DH/DH
- Datum publicatie: 12-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:65
Dekenbezwaar. Verweerder heeft, bij het zich onttrekken aan een zaak, onvoldoende zorgvuldigheid jegens zijn cliënt betracht. De raad acht de maatregel van berisping passend en geboden, mede gelet op het feit dat verweerder meermalen voor vergelijkbare overtredingen door de tuchtrechter is bestraft.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-857
- Datum publicatie: 12-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:62
Klager verwijt verweerder hem op diverse punten niet adequaat te hebben bijgestaan. In de kwestie van de wijziging van de kinderalimentatie heeft verweerder onvoldoende voortvarend gehandeld. De raad is met klager van oordeel dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door deze kwestie jarenlang te laten slepen. Hetzelfde geldt voor de zaak over de omgangsregeling. verweerder heeft daarnaast een termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bij de Belastingdienst laten verlopen. Dat is onbegrijpelijk voor een advocaat die zich afficheert als fiscaal advocaat. Ook stelt verweerder dat hij met klager de afspraak heeft gemaakt dat hij niet op basis van een toevoeging maar betalend voor hem zou optreden. Verweerder heeft dat echter niet schriftelijk vastgelegd. Klager ontkent deze afspraken. Dit handelen van verweerder is in strijd met een behoorlijk advocaat betaamt. Al deze naar het oordeel van de raad terechte verwijten van klager leiden tot het opleggen van een voorwaardelijke schorsing aan verweerder van vier weken.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2017:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2016/22
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 11-04-2017
- ECLI:NL:TGZRGRO:2017:9
Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog. Verweerder geeft aan zijn cliënte een brief mee om te overleggen aan de mediator in een echtscheidingsprocedure . In de brief staan (belastende) verklaringen over klager en hij dient hierover een klacht in. Klacht gegrond voor dit onderdeel en er volgt een berisping. Klager niet-ontvankelijk voor wat betreft zijn overige klachten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:62 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150074
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:62
Klacht van Openbaar Ministerie dat advocaat heeft getracht getuige te beïnvloeden. Advocaat beroept zich op zijn zwijgrecht en het verschoningsrecht. Het gaat erom of en in hoeverre de verweten handelingen en gedragingen verband houden met hetgeen zijn cliënt aan de advocaat heeft toevertrouwd en hebben plaatsgevonden binnen het kader van de juridische dienstverlening. De deken, die in opdracht van het hof onderzoek heeft verricht, is tot de conclusie gekomen dat de contacten tussen de advocaat en de getuige kunnen worden aangemerkt als geschied in het kader van de rechtsbijstand van de advocaat aan zijn cliënt. Mede in aanmerking genomen de bevindingen van de deken heeft het hof niet kunnen vaststellen dat de advocaat zich niet gerechtvaardigd heeft beroepen op zijn geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht. Het hof kan niet met voldoende zekerheid aanemen dat de handelingen en gedragingen het tuchtrechtelijke verwijt van beïnvloeding van de getuige opleveren. Klacht ongegrond. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:81 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-211/DB/ZWB
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 06-04-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:81
Niet gebleken dat zij de rechtbank onjuiste gegevens heeft verstrekt of heeft misleid. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/350
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 11-04-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:31
Klaagster verwijt verweerster, chirurg, onzorgvuldig handelen in het postoperatieve traject van haar echtgenoot. De echtgenoot van klaagster was enkele maanden eerder geopereerd aan een rectumcarcinoom en onderging vervolgens een herstelbehandeling. Verweerster was als operateur bij de operaties betrokken. Het verwijt van klaagster komt erop neer dat haar echtgenoot na de hersteloperatie niet is gezien door (voldoende ervaren) artsen en dat te lang is gewacht met ingrijpen toen het slechter met haar echtgenoot ging. De echtgenoot van klaagster is enkele weken na de hersteloperatie overleden. Verweerster voert verweer. Ongegrond
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:63 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160102-W
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:63
Beslissing op een wrakingsverzoek. Wrakingsgrond houdt in dat artikel 6 EVRM is geschonden omdat (de behandelend kamer van) het hof niet bereid is de beklaagde advocaat in de gelegenheid te stellen om een behoorlijk preliminair verweer te voeren en daarover eerst te oordelen voordat tot een inhoudelijke behandeling wordt gekomen. Ook wordt aangevoerd dat de afwijzende beslissing van het hof al was genomen voorafgaand aan de zitting. De stelling dat de behandelend kamer geen gelegenheid heeft gegeven een behoorlijk preliminair verweer te voeren mist feitelijke grondslag. Geen rechtsregel verplicht het hof na gevoerde preliminaire verweren eerst een schriftelijke tussenbeslissing te nemen alvorens aan de inhoudelijke behandeling van de zaak toe te komen. Uit het beeldverslag van de zitting blijkt dat de beslissing het verzoek om een tussentijdse beslissing op de preliminiaire verweren af te wijzen ter zitting door het voltallige hof is genomen. Het wrakingsverzoek is ongegrond en wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-208
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 11-04-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:59
Ongegronde klacht tegen een neuroloog. De neuroloog heeft ter zake van zijn informatieplicht aan de ouders van patiëntje rekening houdend met alle factoren in deze casus de grenzen van artikel 7:448 BW niet overschreden. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:64 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160239
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:64
Klacht tegen eigen advocaat. De klacht is niet-ontvankelijk (de klachtonderdelen zien op dezelfde opdracht en hetzelfde feitencomplex als klaagster aan een eerdere klacht ten grondslag heeft gelegd). Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:58 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160282
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:58
De door verweerster opgestelde en verzonden facturen zijn ten naam gesteld van klaagster, de werkgever van de cliënt van verweerster, hoewel klaagster geen opdrachtgeefster was en gelet op de aard van de opdracht (rechtshulp bij echtscheiding) ook niet kon zijn. Anders dan verweerster meent, kan haar van deze handelwijze een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Het verweer dat zij, zonder verificatie bij klaagster, af mocht gaan op de mededeling van haar cliënt, dat klaagster hetgeen hij verschuldigd mocht worden zou voorschieten en verrekenen met het salaris, is niet redengevend. Ook die door haar gestelde omstandigheid – wat daar ook van zij – ontsloeg haar niet van de plicht de facturen te adresseren aan haar opdrachtgever, en ook overigens volledig en ondubbelzinnig in te richten (met vermelding van de aard van de werkzaamheden en het verwijzen naar bijlagen). Door de onjuiste tenaamstelling en de onvolledige inrichting van de facturen kunnen immers misverstanden ontstaan en kan er misbruik van worden gemaakt, welk risico zich hier ook heeft verwezenlijkt (vgl. HvD 2 december 2013, 6712). Verweerster heeft aldus niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/244
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 11-04-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:33
Klaagster verwijt verweerder dat hij voorafgaand aan de operatie zijn verplichting van informed consent niet is nagekomen en dat hij een chirurgische fout heeft gemaakt. Ook wordt verweerder verweten niet te reageren op de klacht van klaagster. Ongegrond
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:65 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160283
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:65
Klacht tegen eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder is tekort geschoten in de uitvoering van zijn opdracht nu hij zonder toestemming van klagers en tegen de gemaakte afspraken in zijn eigen financiële positie heeft veiliggesteld door zijn declaraties te betalen uit het op zijn derdengeldenrekening gestorte bedrag bestemd voor de crediteuren van klagers, klagers belangrijke informatie heeft onthouden en voorts klagers onjuist en ontijdig heeft geïnformeerd over de stand van zaken van de schuldsanering en, ondanks de opdracht, niets heeft gedaan aan de overdracht van de leasewagens (met als gevolg dat conservatoir beslag is gelegd). Niet gebleken van tegenstrijdige belangenbehartiging, het aanzetten van klagers tot verduistering, het onheus bejegenen van crediteuren. Deels gegrond. Berisping en proceskostenveroordeling. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-211
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 11-04-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:60
Ongegronde klacht van de ouders (klagers) van een overleden patiënte tegen een huisarts. De huisarts heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door – in verband met de in acht te nemen zorgvuldigheid bij een zo onomkeerbare handeling als het verlenen van euthanasie en gelet op de beperkte informatie waarover zij beschikte en andere factoren – vragen te stellen en te onderzoeken of was voldaan aan al de criteria voor euthanasie en of alternatieven voor euthanasie mogelijk waren. De huisarts was krachtens artikel 7:457 lid 2 BW gerechtigd zich tot patiëntes behandelaren te wenden. Zij hoefde daar geen voorafgaande toestemming voor te vragen aan patiënte. Toestemming van de ouders was niet aan de orde omdat patiënte reeds ouder dan 16 jaar was. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:59 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160260
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:59
Tussen partijen is niet in geschil dat verweerder niet heeft voldaan aan zijn toezegging om een stuitingsbrief tijdig vóór 17 februari 2015 te versturen. Verweerder heeft aangevoerd dat hem daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt omdat de verjaringstermijn eerst later dan 17 februari 2015 zou verstrijken en dat klager ermee heeft ingestemd dat de stuitingsbrief eerst ná laatstgenoemde datum zou worden verstuurd. Het hof verwerpt dit verweer en is van oordeel dat verweerder wel degelijk een verwijt treft. De beantwoording van de vraag wanneer de onderhavige vordering verjaart is voorbehouden aan de civiele rechter. Door niet vóór 17 februari 2015 de stuitingsbrief te versturen heeft verweerder het risico in het leven geroepen dat de principaal zich op verjaring zal beroepen (welk risico zich volgens klager heeft verwezenlijkt), althans dat daarover in een te voeren procedure een debat gaat ontstaan, wat vermeden had kunnen worden. Door het er niet toe te leiden (ondanks een daarop gericht verzoek van klager en een toezegging van verweerder) dat de verjaring voor 17 februari 2015 onomstotelijk zou zijn gestuit, heeft verweerder gehandeld in strijd met de zorg die hij had behoren te betrachten jegens zijn cliënt/klager.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:66 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160293
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:66
Verzoek tot aanwijzing van een advocaat (art. 13 Aw). Het beklag wordt buiten behandeling gesteld omdat het verzoek indruist tegen de Mensenrechten.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-085
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 11-04-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:61
Ongegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft op goede gronden geadviseerd om een expertise te laten uitvoeren en klaagster hierover voldoende geïnformeerd. Niet aannemelijk geworden dat de bedrijfsarts geheim te houden gegevens heeft gedeeld met de werkgever, evenmin sprake van rolvermenging of belangenverstrengeling. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:60 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160307
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:60
Art. 46h lid 7 Aw De stelling dat sprake is geweest van onjuiste beslissingen door de raad dan wel van onjuiste toepassing van de Advocatenwet en/of de gedragsregels kan eerst aan de orde komen als bij de behandeling door de raad fundamentele rechtsregels zijn geschonden. De opvatting van klager dat zijns inziens de raad onjuist heeft geoordeeld of rechts- dan wel gedragsregels heeft geschonden, levert dan ook geen grond op voor doorbreking van het appelverbod. Een fundamentele rechtsregel die zou zijn geschonden wordt door klager niet genoemd en het hof is daar ook niet van gebleken. Klager heeft aldus geen beroep gedaan op gronden die aanleiding kunnen geven tot doorbreking van het appelverbod. Volgt afwijzing van het hoger beroep.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-264
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 11-04-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:62
Ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in overleg met een wilsbekwame patiënt een ander medicijn voorgeschreven en de vinger aan de pols gehouden. De diagnose ADHD was op een juiste wijze en op verdedigbare gronden gesteld, zodat de psychiater niet kan worden verweten dat zij niet is meegegaan in de mening van klaagster (weduwe van patiënt) dat er geen sprake was van ADHD. Dat de psychiater klaagster niet persoonlijk heeft meegedeeld dat de dosering van het medicijn werd verhoogd, kan haar niet worden verweten nu hiertoe met patiënt was besloten. De psychiater kan niet worden verweten dat zij klaagster niet bij de behandeling van patiënt heeft betrokken en is niet tekort geschoten in het bieden van nazorg aan klaagster. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2017:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/133
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 11-04-2017
- ECLI:NL:TGZRGRO:2017:8
Klacht over intraveneus toedienen homeopathisch geneesmiddel antroposofische huisarts. Klaagster was bekend met antroposofische huisartsenzorg. Het is niet aannemelijk geworden dat het middel zonder toestemming van klaagster is ingediend, noch is het aannemelijk geworden dat klaagster door toediening van het middel ziek is geworden. Klachten (ook voor de overige onderdelen) ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:61 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160324
- Datum publicatie: 11-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:61
Art. 46h lid 7 Aw Klager heeft aangevoerd dat in dit geval het rechtsmiddelenverbod van artikel 46h lid 7 Aw moet worden doorbroken, maar de gronden die hij daarvoor heeft aangevoerd zijn ondeugdelijk. Zijn betoog dat de raad heeft miskend dat het hem door verweerder gegeven advies wel degelijk onjuist was en klagers klacht dan ook gegrond is, kan eerst aan de orde komen als is vastgesteld dat bij de behandeling door de raad fundamentele rechtsregels zijn geschonden. De opvatting van klager dat de raad onjuist heeft geoordeeld, levert dan ook geen grond op voor doorbreking van het appelverbod. Een fundamenteel rechtsbeginsel dat zou zijn geschonden heeft klager niet aangewezen en het hof is daar ook niet van gebleken. Klager heeft aldus geen beroep gedaan op gronden die aanleiding kunnen geven tot doorbreking van het appelverbod. Volgt verwerping van het beroep.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-899/DB/LI
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 27-03-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:74
Klagers verwijten verweerder ten onrechte beslag te hebben gelegd op hun woonhuis, een verborgen rekening te claimen die een aantal niet traceerbare uren en dubieuze werkzaamheden bevat, onzorgvuldig te hebben gehandeld bij de behandeling van de zaak voor hun inmiddels overleden dochter, niet duidelijk te hebben gemaakt op basis van welke stukken zijn declaratie is begroot en meineed te hebben gepleegd. De declaratie van verweerder is door de raad van toezicht begroot en grotendeels akkoord bevonden. Daarmee zijn klachtonderdelen 1 en 3 ongegrond. Door het hof Den Bosch is bij arrest bepaald dat de verklaring voor recht zoals door klagers gevorderd inhoudende dat verweerder onzorgvuldig zou hebben gehandeld, is afgewezen. Gelet daarop, en nu het dossier niet tot de conclusie leidt dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is klachtonderdeel 2 ongegrond. Verweerder heeft klagers in de gelegenheid gesteld hun bezwaren tegen zijn declaratie kenbaar te maken, maar klagers hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt. Ook klachtonderdeel 4 is daarmee ongegrond. Dat door verweerder meineed is gepleegd is niet komen vast te staan, aangezien de verklaringen van klagers en verweerder lijnrecht tegenover elkaar staan. Ook dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:26 Accountantskamer Zwolle 16/1533 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:26
Betrokkene heeft in opdracht van een advocaat een rapport opgesteld waarin hij concludeert dat klager – ook een registeraccountant – niet als redelijk handelend accountant heeft gehandeld door in een – in opdracht van diezelfde advocaat – opgesteld rapport te concluderen dat een bepaald fonds daadwerkelijk had belegd in obligaties. Hiermee handelde betrokkene in strijd met de deskundigheid en zorgvuldigheid: klager had immers in diens rapport niet geconcludeerd dat het fonds had belegd, maar dat dit niet kon worden vastgesteld. Betrokkene heeft niet het onderzoek van klager gevolgd om vervolgens vast te stellen of dat onderzoek kon leiden tot de door klager opgeschreven bevindingen, maar heeft zijn eigen onderzoek naar de beleggingen hiervoor in de plaats gesteld. Ook heeft betrokkene geen overleg met klager gevoerd waar dat wel had gemoeten. Het rapport van betrokkene heeft daarmee geen deugdelijke grondslag. Hetzelfde geldt voor een mededeling van betrokkene aan de pers met dezelfde strekking. Berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:75 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-969/DB/LI
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 27-03-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:75
Verzetzaak. Klaagster verwijt verweerder haar belangen onjuist te hebben behartigd. De gronden van verzet zijn gelijk aan een eerder ingediende klacht, waarop reeds door de raad is beslist. De voorzitter heeft klaagster derhalve terecht kennelijk niet ontvankelijk verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:27 Accountantskamer Zwolle 16/1957 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:27
Advies over waardebepaling van ondernemingsvermogen, inclusief de privé schulden aan de ondernemingen in kader van echtscheidingsprocedure. Gezamenlijke opdracht echtelieden. Accountant heeft niet dui delijk kunnen maken dat de totale afwaardering van een lening aan de grootaandeelhouder gerechtvaardigd was. Ondanks een bestaande overwaarde in de woning toch overgegaan tot een totale afwaardering van genoemde vordering op grond van het “totaalbeeld” dat hij van de zaak had. Zonder nadere onderbouwing geen deugdelijke grondslag. Schending van het fundamentele beginsel ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’ als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:76 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-951/DB/LI
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 27-03-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:76
Verweerder heeft namens een cliënt verweer gevoerd tegen een faillissementsrekest waarbij een vordering van het kantoor van klager als steunvordering was gebruikt. Verweerder heeft zich namens zijn cliënt op het standpunt gesteld dat de vordering niet zou bestaan omdat deze al contant zou zijn voldaan. Betaling van een dergelijk bedrag in contanten is dusdanig uitzonderlijk, dat verweerder niet zonder meer op de juistheid van de verklaringen van zijn cliënt af had mogen gaan, maar contact met klager had moeten zoeken en om opheldering had moeten vragen. Klacht gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:59 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-624
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 23-01-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:59
Dekenbezwaar. Een advocaat is gehouden bij twijfel over de vraag of zijn cliënt voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking komt in verband met diens vermogen in het buitenland, nader onderzoek doen naar diens vermogenspositie, alvorens een toevoeging aan te vragen. Voorts heeft de advocaat verzuimd aan zijn cliënt een opdrachtbevestiging te sturen. Het verweer dat hij zijn voorwaarden mondeling aan zijn cliënt heeft meegedeeld, kan hem niet baten, omdat zulks niet is komen vast te staan, terwijl de cliënt inmiddels is overleden. De klacht is gegrond. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:70 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-207/DB/OB
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 30-03-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:70
Niet zodanig gedragen dat vertrouwen in advocatuur is geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:80 Raad van Discipline Amsterdam 17-192/A/A
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 20-04-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:80
Samenvatting: (uitwerking van kop-staart) beslissing van 20 maart 2017; schorsing op grond van art. 60ab lid 1 Advocatenwet; onbevoegde uitoefening advocatuur.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-903/DB/LI
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 27-03-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:77
Verweerder treedt op als advocaat van de vader van een minderjarige dochter. Verweerder heeft met de minderjarige dochter een gesprek voorafgaand aan het indienen van een verzoekschrift tot wijziging van de omgangsregeling. Voor dit gesprek had verweerder geen toestemming van de moeder. Verweerder handelt daardoor tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:71 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-727/DB/OB
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:71
Klacht over beroepsfouten niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn ex artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Voor zover klager in algemene zin beoogt te klagen over het advocatenkantoor “H Advocaten” als geheel is klacht niet-ontvankelijk omdat het tuchtrecht voor advocaten uitgaat van klachten over het handelen van een individuele advocaat. Klacht over verpanding niet-ontvankelijk wegens ontbreken eigen belang van klager. Klacht in alle onderdelen niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:81 Raad van Discipline Amsterdam 17-139/A/A
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:81
Voorzittersbeslissing. Niet gebleken dat verweerder de belangen van klager nodeloos blijft schaden. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:72 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-216/DB/ZWB
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:72
Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door vaderschapstest in geding te brengen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:73 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-725/DB/OB
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:73
Verweerder, niet inhoudelijk betrokken geweest bij zaak, maar bij financiële afhandeling van klagers verplichtingen jegens verweerders kantoor. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door maatregelen te nemen ter incasso van klagers vordering, noch door bedrag op derdengeldrekening van kantoor te laten storten, noch door af te spreken dat deel van aan klager toekomende schadevergoeding zou worden verpand aan verweerders kantoor. Klacht over schending rechten van pandhouder niet-ontvankelijk wegens ontbreken eigen belang klager. Klacht deels ongegrond, deels niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2017:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/123 SHE/2016/124
- Datum publicatie: 10-04-2017
- Datum uitspraak: 04-04-2017
- ECLI:NL:TNORSHE:2017:11
Verzoek tot wraking van twee notarisleden, die in dezelfde gemeente gevestigd zijn als de kandidaat-notaris die om ontheffing van maximale waarnemingstermijn heeft gevraagd ex art. 29, lid 4, Wna. Wettelijk kader van dergelijk verzoek. Hoewel de wrakingskamer geen aanleiding heeft om te twijfelen aan de persoonlijke instelling van de twee notarisleden en aangenomen wordt dat zij, zoals zij hebben gesteld, als ondernemer (voor een belangrijk deel) een ander marktsegment bedienen dan de kandidaat-notaris, gaat de wrakingskamer er vanuit dat beide kantoren zich richten op cliënten uit dezelfde gemeente en regio. De kandidaat-notaris heeft onweersproken gesteld dat zijn kantoor een grote speler is op de aanbodmarkt voor notariële diensten in de betreffende regio, zodat geenszins kan worden uitgesloten dat de kandidaat-notaris en de notarisleden in “dezelfde vijver vissen”. De wrakingskamer acht de door de kandidaat-notaris geuite vrees dat de eigen (commerciële) belangen van de notarisleden enige rol zouden kunnen spelen bij de beoordeling van zijn ontheffingsverzoek dan ook objectief gerechtvaardigd, waarbij mede in aanmerking wordt genomen dat hij onweersproken heeft gesteld dat de notarisleden eerder een afwijzende beslissing hebben gegeven naar aanleiding zijn vorige soortgelijke verzoek. Nu iedere schijn van partijdigheid of vooringenomenheid dient te worden vermeden, worden de verzoeken tot wraking toegewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:55 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160275
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:55
Het onderzoek in hoger beroep - waarbij wordt opgemerkt dat geen beroep is ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van klaagster sub 2 - heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager sub 1 en klaagster sub 3 tegen de beslissing van de raad worden verworpen. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2017:3 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/29
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 23-02-2017
- ECLI:NL:TDIVTC:2017:3
Dierenarts wordt verweten veterinair onjuist te hebben gehandeld met betrekking tot een operatie van een hond ter zake van een voorste kruisband laesie. Gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.336
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 06-04-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:115
Klaagster is de dochter van de inmiddels overleden patiënte. Patiënte leed aan onder meer aan baarmoederkanker. Patiënte kreeg thuis last van anusbloedingen en is per ambulance naar een ziekenhuis gebracht. Vervolgens is zij in overleg overgeplaatst naar een academisch ziekenhuis. Klaagster verwijt de aangeklaagde gynaecoloog, dat patiënte onnodig naar het academisch ziekenhuis is vervoerd en haar daar medisch onderzoek is onthouden, wat tot haar dood heeft geleid. Klaagster stelt dat de gynaecoloog patiënte heeft laten doodbloeden. Al met al beschuldigt klaagster de gynaecoloog van dood door schuld. Daarnaast beklaagt klaagster zich over de wijze waarop de nagesprekken hebben plaatsgevonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:56 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160320
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:56
Art. 13-beklag De stukken zoals ter kennis zijn gebracht aan het hof leiden niet tot andere gevolgtrekkingen dan die in de bestreden beslissing van de deken zijn weergegeven. De deken heeft het verzoek van de klager naar het oordeel van het hof op juiste gronden afgewezen, nu klager - ook in de procedure bij het hof - in het geheel geen informatie heeft overgelegd waaruit een onrechtmatig handelen door (een medewerkster van) de Raad voor de Kinderbescherming kan worden afgeleid en zodoende de procedure die klager zou willen voeren als nagenoeg, zo niet volstrekt, kansloos dient te worden ingeschat. Volgens vaste rechtspraak van het hof is in dat geval sprake van een gegronde reden het verzoek af te wijzen ex artikel 13 lid 2 Advocatenwet. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2017:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/34 2016/35
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 23-02-2017
- ECLI:NL:TDIVTC:2017:4
Klachten tegen twee dierenartsen over het onderzoek en de behandeling van een kat. Eerste dierenarts wordt verweten bij een consult tekort te zijn geschoten in het onderzoek. De andere dierenarts wordt verweten dat ten aanzien van de bij de kat uitgevoerde keizersnede een te grote incisie is gemaakt, teveel narcosemiddel is bijgegeven en geen medicatie is verstrekt. Klachten tegen beide dierenartsen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:116 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.351
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 06-04-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:116
Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de moeder van klaagster, patiënte, die in een verzorgingshuis verbleef. Verweerder heeft patiënte op enig moment naar aanleiding van een melding op de HAP eenmalig in de vroege ochtend bezocht. Een week later is patiënte door een andere huisarts ingestuurd naar het ziekenhuis waar zij twee weken later is overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij de klachten van patiënte niet serieus heeft genomen en een onjuiste diagnose heeft gesteld, terwijl ook de communicatie onvoldoende was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:69 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-723/DB/OB
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:69
Niet gebleken van onzorgvuldigheid, onvoldoende voortvarendheid of onvoldoende betrokkenheid, noch van excessief declareren. Verrekening toegestaan. Voor zover klager in algemene zin beoogt te klagen over het advocatenkantoor “H Advocaten” als geheel is klacht niet-ontvankelijk omdat het tuchtrecht voor advocaten uitgaat van klachten over het handelen van een individuele advocaat. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door maatregelen te nemen ter incasso van klagers vordering. Voor zover klacht betrekking heeft op optreden van verweerder van voor 25 augustus 2012 is klacht wegens tijdsverloop niet-ontvankelijk. Deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:57 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160152
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:57
Eindbeslissing tav art. 13-beklag In de tussenbeslissing van 18 november 2017 heeft het hof de deken verzocht om aan de hand van een (oriënterend) advies van een door hem aan te wijzen advocaat, opgesteld in samenspraak met klager, te onderzoeken of sprake is van een zaak zonder redelijke kans van slagen. Het hof overweegt dat het – gezien de tussenbeslissing van 18 november 2016 – op de weg van klager had gelegen om de door de deken aangewezen advocaat, waar mogelijk met stukken onderbouwd, zo volledig mogelijk te informeren omtrent de haalbaarheid van zijn gepretendeerde vorderingen. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft klager dit niet gedaan. Met de deken is het hof van oordeel dat niet is gebleken dat de procedures die klager zou willen voeren een redelijke kans van slagen hebben, zodat deze als nagenoeg, zo niet volstrekt, kansloos dienen te worden ingeschat. Bovendien is niet gebleken dat daarbij de bijstand van een advocaat voorgeschreven is. Volgens vaste rechtspraak van het hof is in dat geval sprake van een gegronde reden het verzoek af te wijzen ex artikel 13 lid 2 Advocatenwet. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2017:5 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/37
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 23-02-2017
- ECLI:NL:TDIVTC:2017:5
Dierenarts wordt verweten dat hij ten aanzien een kat veterinair nalatig heeft gehandeld, meer specifiek betreft het verwijt dat bij de kat niet eerder de diagnose Feline Immunodeficiency Virus (FIV) is gesteld. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:117 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.352
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 06-04-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:117
Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de moeder van klaagster, patiënte, die in een verzorgingshuis verbleef. Verweerder was werkzaam als telefoonarts op de HAP en heeft in die hoedanigheid een recept voor patiënte voor Primperan zetpillen geaccordeerd. Een week later is patiënte door een andere huisarts ingestuurd naar het ziekenhuis waar zij twee weken later is overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij patiënte niet zelfstandig beoordeeld heeft, een onjuiste diagnose heeft gesteld en verkeerde medicatie voorgeschreven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2017:6 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/43 2016/68 2016/69
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 23-02-2017
- ECLI:NL:TDIVTC:2017:6
Dierenartsen wordt verweten dat zij veterinair nalatig hebben gehandeld bij het onderzoek en de behandeling van een hond, meer in het bijzonder zou onvoldoende onderzoek zijn verricht en ten onrechte zijn uitgegaan van artrose in het linker schoudergewricht, terwijl nadien ook een tumor onder dat schoudergewricht is geconstateerd. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:118 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.353
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 06-04-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:118
Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de moeder van klaagster, patiënte, die in een verzorgingshuis verbleef. Verweerder was de huisarts van patiënte. Op enig moment heeft hij telefonisch contact opgenomen met patiënte nadat het verzorgingshuis naar de praktijk had gebeld en daar had gesproken met de assistente. Patiënte is uiteindelijk een kleine week later door een andere huisarts ingestuurd naar het ziekenhuis waar zij twee weken later is overleden. Klaagster verwijt verweerder in de kern dat hij de klachten van patiënte niet serieus heeft genomen, een onjuiste diagnose heeft gesteld, verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en patiënte niet naar een ziekenhuis heeft doorverwezen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat verweerder, gelet op onder meer de leeftijd van patiënte, de ernst van de symptomen en in het bijzonder de duur daarvan, niet had mogen volstaan met het inwinnen van telefonische informatie bij patiënte, maar haar, als eigen huisarts van patiënte, diezelfde dag nog had moeten bezoeken en lichamelijk onderzoeken om een adequaat beeld van de situatie van patiënte te krijgen. De klacht is in zoverre gegrond en dat betekent dat het beroep gedeeltelijk slaagt. Het Centraal Tuchtcollege waarschuwt verweerder en gelast publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2017:7 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/51
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 23-02-2017
- ECLI:NL:TDIVTC:2017:7
Dierenarts wordt verweten, samengevat, met betrekking tot de kreupelheidsklachten bij een hond te beperkt onderzoek te hebben gedaan, een onjuist behandeltraject te hebben ingesteld en te hebben verzaakt om de hond tijdig te verwijzen naar een gespecialiseerde kliniek. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:119 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.354
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 06-04-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:119
Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de moeder van klaagster, patiënte, die in een verzorgingshuis verbleef. Verweerster heeft op enig moment een huisvisite bij patiënte afgelegd. Een kleine week later is patiënte door een andere huisarts ingestuurd naar het ziekenhuis waar zij twee weken later is overleden. Klaagster verwijt verweerster dat zij de klachten van patiënte niet serieus heeft genomen, een onjuiste diagnose heeft gesteld en verkeerde medicatie voorgeschreven, terwijl ook de samenwerking tussen verweerster en de verzorgenden van patiënte onvoldoende was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:54 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160290
- Datum publicatie: 07-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:54
Art.13-beklag Het betreft een nieuw verzoek op grond van artikel 13 lid 1 Aw ten aanzien van hetzelfde feitencomplex waarvoor klaagster al twee maal eerder tevergeefs om aanwijzing van een advocaat heeft verzocht. Destijds hebben al verschillende advocaten naar de zaak gekeken, kennelijk zonder dat een van hen een reële mogelijkheid heeft gezien de zaak vanuit welke invalshoek dan ook – civielrechtelijk, strafrechtelijk, bestuursrechtelijk – aan te kaarten. Klaagster heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die nu tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. Er is mitsdien niet gebleken dat de zaak enige reële kans van slagen heeft. Bovendien is niet aannemelijk geworden dat het hier een zaak betreft waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven of bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden. De deken heeft het verzoek van klaagster dus terecht afgewezen; volgt ongegrondverklaring van het beklag van klaagster tegen de beslissing van de deken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:68 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-840/DB/OB
- Datum publicatie: 06-04-2017
- Datum uitspraak: 03-04-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:68
Voorzitter heeft bij de beoordeling het juiste beoordelingscriterium gehanteerd en voorts acht geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 428
- Pagina: 429
- Pagina: 430
- ...
- Pagina: 897
- Volgende pagina zoekresultaten