ECLI:NL:TADRSHE:2017:70 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-207/DB/OB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2017:70
Datum uitspraak: 30-03-2017
Datum publicatie: 10-04-2017
Zaaknummer(s): 17-207/DB/OB
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van deken of tuchtrechter
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Niet zodanig gedragen dat vertrouwen in advocatuur is geschaad. Kennelijk ongegrond.

Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 30 maart 2017  

in de zaak 17-207/DB/OB

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) van 9 maart 2017 met kenmerk nr. 48|16|116K, door de raad ontvangen op 10 maart 2017, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, van de volgende feiten  uitgegaan:

1.1       Bij e-mailbericht d.d. 31 januari 2016 heeft klager een klacht ingediend tegen mr. J bij de deken in het arrondissement Rotterdam. Op 16 februari 2016 heeft de deken de behandeling van de klacht ex artikel 46c lid 4 Advocatenwet doorverwezen naar verweerder in zijn hoedanigheid van waarnemend deken.

1.2       Nadat mr. J schriftelijk verweer had gevoerd heeft op 29 maart 2016 een bemiddelingsgesprek plaatsgevonden op het Bureau van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: “het Bureau”). Verweerder heeft gedurende het gesprek aantekeningen gemaakt. Tijdens het bemiddelingsgesprek heeft klager een brief van mr. J bestempeld als een vorm van “harken” naar zaken. Verweerder heeft klager verzocht zich van dergelijke kwalificaties te onthouden.

1.3       Het bemiddelingsgesprek heeft niet geleid tot een oplossing, zodat klager en mr. J in de gelegenheid zijn gesteld om te re- en dupliceren. Klager diende zijn repliek op uiterlijk 2 mei 2016 aan de deken te hebben toegezonden. Op 2 mei 2016 werkte de fax op het Bureau niet. Telefonische navraag door klager bij het Bureau leerde dat de toner van het faxapparaat op was. Bij e-mailbericht van 2 mei 2016 aan het Bureau heeft klager gevraagd om hem te berichten wanneer de fax weer werkte, omdat hij zijn repliek niet alleen per e-mail maar ook per fax wilde indienen. Op 3 mei 2016 heeft het Bureau klager laten weten dat de fax weer werkte.

1.4       Nadat mr. J op 24 mei 2016 zijn dupliek had ingediend heeft verweerder klager en mr. J bij brief d.d. 30 mei 2016 bericht dat hij ernaar streefde om zijn dekenstandpunt binnen zes weken aan partijen toe te zenden. Bij e-mailbericht d.d. 15 juli 2016 heeft klager verweerder erop gewezen dat die termijn ruimschoots was verstreken en heeft hij verweerder gevraagd wanneer hij het dekenstandpunt alsnog kon verwachten, waarbij hij heeft opgemerkt dat het naar zijn mening mogelijk zou moeten zijn om op uiterlijk 15 augustus 2016 een dekenstandpunt te hebben geformuleerd.

1.5       Bij brief d.d. 21 juli 2016 heeft de stafmedewerker van het Bureau klager namens verweerder bericht dat het dekenstandpunt in verband met de aanstaande vakantie van verweerder niet eerder gereed zou zijn dan begin september 2016. Bij e-mailbericht d.d. 22 juli 2016 heeft klager aan de stafmedewerker en aan verweerder medegedeeld dat hij zich hierin niet kon vinden en dat, indien hij op 26 juli 2016 geen oordeel over de klacht van verweerder zou hebben ontvangen, hij de stappen zou nemen die hem geraden zouden voorkomen.

1.6       In augustus 2016 zijn verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam met vakantie geweest. Deze vakanties hebben elkaar overlapt.

1.6       Op 2 augustus 2016 heeft klager een klacht tegen verweerder ingediend bij het Hof van Discipline. Het Hof heeft bij beslissing d.d.16 augustus 2016 de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant aangewezen voor onderzoek van de klacht.

1.7       Op  6 september 2016 heeft verweerder zijn standpunt over de klacht aan klager en mr. J toegezonden.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    hij heeft geweigerd om klager een hand te geven toen deze het bemiddelingsgesprek wenste te verlaten en klager bij die gelegenheid badinerend heeft toegesproken;

2.    op de uiterste datum waarop klager van repliek moest dienen op het Bureau geen werkende fax aanwezig was, zodat het Bureau niet naar behoren bereikbaar was;

3.    hij de door hem aangekondigde beslistermijn van zes weken niet heeft gehaald en vervolgens niet heeft gereageerd op verzoeken van klager  om een spoedige beslissing;

4.    hij in augustus 2016 tegelijkertijd met de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam op vakantie is geweest, zodat het arrondissement Rotterdam in die periode zonder acterend deken is geweest, waarmee verweerder zijn taken heeft veronachtzaamd.

3             VERWEER

                        3.1       Klachtonderdeel 1

                                    De feitelijke weergave van het verloop van het bemiddelingsgesprek van klager is onjuist. Op enig moment tijdens het bemiddelingsgesprek bestempelde klager een brief van mr. J zaken als “harken” naar zaken, op welk taalgebruik verweerder klager heeft aangesproken omdat deze kwalificatie met het oog op het doel van het bemiddelingsgesprek niet wenselijk was. Klager wilde toen opstappen, waarop verweerder aan klager kenbaar maakte dat de bespreking nog niet was afgerond en klager, die met uitgestoken hand op verweerder kwam aflopen, verzocht weer te gaan zitten. Voordat klager verweerder had bereikt is hij omgekeerd en vertrokken.

                        3.2       Klachtonderdeel 2

                                    Het Bureau is immer goed bereikbaar, niet allen per fax, maar ook per e-mail, gewone post en telefoon. Klager is blijkens eerdere contacten zeer wel bekend met alle contactgegevens van het Bureau. Op 2 mei 2016 was het Bureau niet per fax bereikbaar omdat de toner op was. Op 3 mei 2016 heeft het Bureau klager conform diens verzoek laten weten dat de fax weer werkte.

                        3.3       Klachtonderdeel 3

                                    Helaas is het vanwege de werkdruk, de vakantieperiode en overlappende vakanties niet gelukt om het dekenstandpunt binnen zes weken aan partijen toe te sturen. Van termijnoverschrijding of schending van een informatieplicht is geen sprake.

                        3.4       Klachtonderdeel 4

                                    Mr. H, lid van de Raad van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam heeft gedurende de vakantie van verweerder en de deken in het arrondissement Rotterdam de honneurs waargenomen en zowel verweerder als de deken waren gedurende hun vakantie voortdurend bereikbaar. Het is dus niet juist dat het arrondissement in die periode zonder een acterend deken is geweest.

4             BEOORDELING

4.1       De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van waarnemend deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam. De voorzitter stelt als maatstaf voorop dat het in de artikelen 46 en volgende van de Advocatenwet geregelde tuchtrecht betrekking heeft op het handelen en nalaten van advocaten als zodanig en beoogt een behoorlijke beroepsuitoefening te waarborgen. Maar ook wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, bijvoorbeeld als deken, blijft voor hem het advocatentuchtrecht gelden. Indien hij zich bij de vervulling van die andere functie zodanig gedraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad, zal in het algemeen sprake zijn van handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt waarvan hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt (HvD 30 januari 2017, ECLI:NL:TAHVD:2017:16, HvD 7 april 2014, ECLI:NL:TAHVD:2014:124). De tuchtrechter toetst dat optreden in hoedanigheid niet slechts marginaal; er volgt een volle toets naar de vraag of het vertrouwen in de advocatuur is geschaad en, bij positieve beantwoording, of is gehandeld in strijd met de norm van artikel 46 Advocatenwet (HvD 7 juli 2014, ECLI:NL:TAHVD:2014:222). Dit betekent dat de vraag voorligt of verweerder zich bij de vervulling van die functie op de punten die in dit geding aan de orde zijn zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.

4.2       Klachtonderdeel 1

            De voorzitter stelt vast dat de lezingen van de feitelijke gebeurtenissen tijdens het bemiddelingsgesprek uiteen lopen. In dergelijke gevallen, waarin de lezingen van partijen omtrent de inhoud van de klacht uiteen lopen en niet goed kan worden vastgesteld welke van beide lezingen het meest aannemelijk is, kan die klacht c.q. dat klachtonderdeel in beginsel niet gegrond worden verklaard. Dit berust niet hierop dat het woord van klager minder geloof verdient dan het woord van verweerder, maar op de omstandigheid dat voor het oordeel dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld eerst voldoende aannemelijk moet zijn dat het verweten handelen feitelijk heeft plaatsgevonden. Dat nu is in deze zaak niet het geval. Het feit dat mr. S, werkzaam als advocaat-stagiaire op klagers kantoor en kennelijk bij de bespreking aanwezig, in diens klachtbrief “ter onderbouwing” zoals klager daarin schrijft, haar handtekening heeft geplaatst bij dit klachtonderdeel maakt dit niet anders. Klachtonderdeel 1 is naar het oordeel van de voorzitter kennelijk ongegrond.

4.3       Klachtonderdeel 2

            Als niet dan wel onvoldoende weersproken staat vast dat, ofschoon de fax van het Bureau op 2 mei 2016 niet functioneerde, het Bureau op die dag voor klager bereikbaar was. Immers, hem stonden ook andere communicatiemiddelen ten dienste. Klager heeft die dag met het Bureau gebeld en gemaild. Schriftelijke stukken konden voorts per post, persoonlijk of desnoods per koerier worden bezorgd. Het Bureau was derhalve voor klager bereikbaar en van het feit dat de toner van de fax op 2 mei 2016 op was kan verweerder naar het oordeel van de voorzitter geenszins een tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Ook dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

4.4       Klachtonderdeel 3

            Uit de overgelegde stukken blijkt dat verweerder de door hemzelf aangegeven termijn waarbinnen hij zijn standpunt over de klacht aan partijen kenbaar zou maken niet heeft gehaald. Verweerder heeft naar voren gebracht dat dit werd veroorzaakt door een aantal omstandigheden, zoals de werkdruk, de vakantieperiode en overlappende vakanties. Op 6 september 2016, twee weken na verweerders terugkomst van vakantie, heeft hij zijn standpunt alsnog aan partijen toegezonden. Alhoewel het dekenstandpunt langer op zich heeft laten wachten dan gebruikelijk, is er naar het oordeel van de voorzitter geenszins sprake geweest  van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.. Naar het oordeel van de voorzitter is ook dit onderdeel van de klacht kennelijk ongegrond.

4.5       Klachtonderdeel 4

            De voorzitter is van oordeel dat uit verweerders toelichting blijkt dat hij zijn taken niet heeft veronachtzaamd door in augustus 2016 in dezelfde periode als de deken met vakantie te gaan. Mr. H, lid van de Raad van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam, fungeerde in die periode als waarnemend deken en zowel verweerder als de deken waren gedurende hun vakanties telefonisch bereikbaar. Ook dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

4.6       Gelet op het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat de klacht met toepassing van artikel 46j lid 1 sub c Advocatenwet in alle onderdelen kennelijk ongegrond moet worden verklaard. Naar het oordeel van de voorzitter is geenszins gebleken dat verweerder zich in zijn hoedanigheid van deken zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht met toepassing van artikel 46j lid 1 sub c Advocatenwet in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.M.T. Coenegracht, voorzitter, met bijstand van mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier op 30 maart 2017

Griffier                                            Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 31 maart 2017

verzonden aan:

-     klager

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl