Zoekresultaten 41-60 van de 185 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/0073
- Datum publicatie: 07-11-2022
- Datum uitspraak: 04-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:147
Klacht tegen psychiater, inhoudende dat hij klager bij de intake tramadol heeft beloofd, hij klager ten onrechte heeft gesepareerd, hij fouten heeft gemaakt ten aanzien van de medicatie en klager in de instelling van groep 2 naar groep 1 heeft overgeplaatst. Het college oordeelt met betrekking tot klachtonderdeel 1 dat geen sprake is van een toezegging van beklaagde om tramadol voor te schrijven. Beklaagde heeft verder geen betrokkenheid gehad bij het separeren van klager en naar het oordeel van het college heeft beklaagde voor wat betreft de medicatie van klager zorgvuldig gehandeld. Enige betrokkenheid van beklaagde bij de overplaatsing van groep 2 naar groep 1 is voor het college niet vast te stellen en kan dus niet leiden tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3725
- Datum publicatie: 31-10-2022
- Datum uitspraak: 31-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:144
Klacht tegen uroloog. Klager is drager van het BRCA2-gen. Met een PSA-waarde van 3 is hij in 2017 voor het eerst door beklaagde gezien, waarna hij bij beklaagde onder controle is gebleven. Daarbij was sprake van een stijgende PSA. Uiteindelijk is bij klager in 2020 prostaatkanker geconstateerd. Klager verwijt beklaagde dat hij heeft nagelaten medische onderzoeken tijdig uit te voeren en adequaat te handelen op testresultaten. Volgens klager had de kanker eerder ontdekt kunnen worden wanneer beklaagde zorgvuldig en adequaat zou hebben gehandeld. Het college acht het in 2017 ingezette beleid verdedigbaar. Het college acht ook de keuze van beklaagde om in 2018 de PSA-waarde verder te vervolgen, verdedigbaar. De PSA-waarde was op dat moment niet zodanig hoog dat het tot een ander beleid had moeten leiden. De MDX-test liet een laag risico zien op de aanwezigheid van prostaatkanker, hetgeen een bevestiging leek van de MRI scan, die op dat moment ongeveer een jaar oud was. Het college kan beklaagde niet volgen in zijn verweer dat hij in november 2019 eveneens had kunnen volstaan met de keuze om de stijgende PSA verder te vervolgen. De PSA-waarde was in twee jaar tijd bijna verdubbeld. De MRI was op dat moment ruim twee jaar oud. Beklaagde heeft bij zijn afweging van dat moment niet het feit betrokken dat klager drager was van het BRCA-2 gen. Dit brengt met zich mee dat de afweging om op dat moment slechts de PSA te vervolgen en geen MRI te maken of een biopt te nemen, niet mede op deze belangrijke risicofactor was gebaseerd en dus reeds op dat moment (en niet alleen achteraf bezien) niet adequaat was. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4236
- Datum publicatie: 31-10-2022
- Datum uitspraak: 31-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:143
Klacht tegen een MDL-arts over de nazorg aan klaagster na een bij een colonoscopie opgetreden miltletsel. Het college oordeelt dat de MDL-arts adequaat beleid heeft uitgezet en adequaat heeft geadviseerd. Ook de klacht dat beklaagde niet met klaagster in gesprek wilde slaagt niet. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3704
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 25-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:137
Beklaagde heeft een implantaat geplaatst na verwijdering van een kies door een collega van beklaagde. Na de operatie wordt het implantaat beoordeeld door beklaagde en wordt een deukje in het tandvlees geconstateerd. Beklaagde heeft aangegeven dat dit kon worden verholpen door middel van een operatie waar gebruik zou worden gemaakt van de Roll-methode techniek. Klaagster heeft toestemming voor deze operatie gegeven. Tijdens de behandeling, die werd uitgevoerd door een collega van beklaagde, bleek dat het weefsel te dun was voor de beoogde Roll-methode en werd een palatinale graft uitgevoerd.Klaagster verwijt beklaagde dat het implantaat niet correct is geplaatst, dat geen sprake was van informed consent voor het gewijzigde plan van aanpak en dat de operatie waarbij het deukje in het tandvlees zou worden verholpen niet correct is uitgevoerd. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3656
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 25-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:138
Klacht tegen een tandarts. Klaagster is een aantal jaren patiënt geweest bij de tandarts en verwijt hem – kort samengevat – dat hij onvoldoende röntgenfoto’s heeft gemaakt, waardoor hij te laat gaatjes constateerde. Ook zou de tandarts ten onrechte solo-foto’s hebben gemaakt in plaats van bitewings, een wortelkanaalbehandeling onvoldoende hebben voorbereid, te weinig aandacht hebben besteed aan klaagsters tandvlees en pijnklachten aan een element onvoldoende hebben onderzocht. Voorts heeft de tandarts volgens klaagster haar ten onrechte niet verwezen naar een endodontoloog, heeft zijn echtgenote kaagster onheus bejegend en heeft de tandarts het medisch dossier vermoedelijk achteraf aangepast. Het college ziet geen aanknopingspunten voor de verwijten en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3586
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 25-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:139
Klacht tegen tandarts. Klager verwijt beklaagde dat hij geen goede zorg heeft geboden en klager aan zijn lot heeft overgelaten. Klager is met tandvleesklachten bij beklaagde geweest, maar deze is niet in staat de werkelijke oorzaak daarvan te achterhalen. Klager is verwezen naar een mondhygiënist en naar de kaakchirurg, waarbij aan hem adviezen zijn gegeven en iets is voorgeschreven om ontstekingen tegen te gaan, maar er is geen juiste diagnose gesteld. Het probleem is niet opgelost. Klager wenst te worden onderzocht door een arts die is gelieerd aan het tuchtcollege. De verwijten die klager beklaagde maakt kunnen niet worden vastgesteld. Niet is gebleken dat beklaagde klager geen goede zorg heeft geboden of aan zijn lot heeft overgelaten. Aan klagers wens te worden onderzocht door een arts die is gelieerd aan het tuchtcollege, kan het college niet voldoen, nu dit niet de wettelijke taak van het tuchtcollege is. Klacht als geheel kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3585
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 25-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:140
Klacht tegen arts, werkzaam in een huisartsenpraktijk. Klager verwijt beklaagde dat deze verkeerde medicijnen voorschrijft, geen goede zorg biedt en klager aan zijn lot over laat. Klager ondervindt diverse klachten, zoals kalknagels, huiduitslag, uitslag op de mond, overmatig transpireren en een droge mond. De voorgeschreven medicijnen werken niet en verergeren de klachten. Het daadwerkelijke probleem wordt volgens klager niet aangepakt. Klager wenst te worden onderzocht door een arts die is gelieerd aan het tuchtcollege. Het college vindt in de aantekeningen van de contacten die beklaagde met klager heeft gehad, die bevestiging vinden in het medisch dossier, geen gegronde aanleiding voor de veronderstelling dat beklaagde verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven, geen goede zorg biedt, klager aan zijn lot overlaat of het daadwerkelijke probleem niet aanpakt. Het gevoel dat klager daarover heeft, kan niet worden geobjectiveerd. Aan klagers wens te worden onderzocht door een arts die is gelieerd aan het tuchtcollege, kan het college niet voldoen, nu dit niet de wettelijke taak van het tuchtcollege is. Klacht als geheel kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4200
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 25-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:141
Klacht tegen huisarts over de aanpassing van klagers lithiummedicatie. Volgens klager heeft beklaagde zich nooit verdiept in zijn medicatiegeschiedenis en wist zij niet hoe zij moest handelen met zijn verhoogde lithiumgehalte in zijn bloed. Klager meent dat hij door toedoen van beklaagde is teruggevallen en weer is opgenomen in een gesloten inrichting. Beklaagde heeft de lithiumdosering in overleg met de psychiater aangepast. Naar het oordeel van het college heeft beklaagde zorgvuldig gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3632
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 24-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:142
Bij klaagster is bij een zuigcurettage een perforatie van de baarmoederwand opgetreden. Klaagster verwijt de arts die de abortus heeft uitgevoerd dat hij haar voorafgaand aan de abortus onvoldoende heeft geinformeerd en dat zij na het optreden van de perforatie te laat is verwezen naar het ziekenhuis. Het college oordeelt dat beklaagde erop mocht vertrouwen dat het informed consent op een zorgvuldige manier was verkregen. Beklaagde heeft bij de nazorg en de verwijzing naar het ziekenhuis voldoende adequaat en zorgvuldig gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3705
- Datum publicatie: 27-10-2022
- Datum uitspraak: 25-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:136
Beklaagde heeft bij klaagster een kies verwijderd. Door een collega van beklaagde is vervolgens een implantaat geplaatst. Bij de beoordeling van het implantaat wordt een deukje in het tandvlees geconstateerd en de collega van beklaagde heeft aangegeven dat dit kon worden verholpen door de Roll-methode techniek. Klaagster heeft toestemming voor deze operatie gegeven. Tijdens de behandeling, die werd uitgevoerd door beklaagde, bleek dat het weefsel te dun was voor de beoogde Roll-methode en werd een palatinale graft uitgevoerd. Klaagster verwijt beklaagde dat zij de kies heeft verwijderd zonder diagnose, het implantaat niet correct heeft geplaatst, de operatie waarbij een palatinale graft werd uitgevoerd heeft uitgevoerd zonder “informed consent” en dat zij deze operatie ook niet correct heeft uitgevoerd. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3409
- Datum publicatie: 18-10-2022
- Datum uitspraak: 18-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:134
Klacht tegen huisarts m.b.t. nalatig handelen en laks omgaan met achteraf gebleken ernstige situatie. Huisarts had dienst op de hap. Patiënt is overleden. Huisarts heeft gehandeld conform de NHG-standaard ‘Duizeligheid’ en heeft belafspraak gemaakt voor de volgende dag. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3837
- Datum publicatie: 18-10-2022
- Datum uitspraak: 18-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:135
Klacht tegen huisarts. Huisarts ziet kind van twee met oorontsteking. Na onderzoek bespreekt de huisarts met de ouders dat nut antibioticum op dat moment twijfelachtig was omdat het beeld van de oren verbeterde. Ouders akkoord met afwachtend beleid. De huisarts spreekt af dat ouders bij aanhoudende koorts morgen opnieuw contact opnemen voor antibioticum. De alarmsignalen zijn besproken. De volgende dag melden de ouders zich weer. Het kind wordt naar het ziekenhuis verwezen. Bij opname wordt een Hb gehalte geconstateerd van 2.0. Ouders klagen dat de huisarts de dag ervoor alarmsignalen heeft gemist. Het college oordeelt dat de huisarts het kind goed heeft onderzocht, overeenkomstig de NHG-richtlijn Kinderen met koorts. Er zijn geen feitelijke aanwijzingen dat de huisarts alarmsignalen over het hoofd heeft gezien. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4190
- Datum publicatie: 11-10-2022
- Datum uitspraak: 10-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:131
Klacht tegen tandarts over onzorgvuldige voorbereiding en uitvoering van een behandeling (beetverhoging door het aanbrengen van zeven meervlaksvullingen), onvoldoende informatieverstrekking, gebrek aan medewerking bij bemiddelingsprocedure KNMT en onjuiste declaratie. Het college acht de klachtonderdelen over de voorbereiding en uitvoering van de behandeling, informatieverstrekking en declaratie gegrond en legt een berisping op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 177/2020-Z2021/2227
- Datum publicatie: 11-10-2022
- Datum uitspraak: 10-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:132
Klacht tegen GZ-psycholoog ongegrond. De klacht gaat over een rapportage waar de GZ-psycholoog aan meegewerkt heeft. Klager is onderzocht en wilde daar niet aan meewerken. Er is een rapportage uitgebracht. Klager vindt dat de rapportage niet goed is opgesteld en de GZ-psycholoog daarbij niet volgens de richtlijnen heeft gehandeld. Het college verklaart de klacht ongegrond. De GZ-psycholoog heeft zorgvuldig gehandeld tijden
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4924
- Datum publicatie: 11-10-2022
- Datum uitspraak: 10-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:128
Klacht tegen (destijds) tandarts, inhoudende dat hij misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden om toestemming te krijgen tot het afstaan van de gouden kroon en hij deze zich onrechtmatig heeft toegeëigend. Het college oordeelt dat niet objectief kan worden vastgesteld dat beklaagde al of niet toestemming heeft gevraagd om de kroon aan een goed doel te besteden. Voorts blijkt nergens uit dat beklaagde de kroon zich onrechtmatig heeft toegeëigend. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3760
- Datum publicatie: 11-10-2022
- Datum uitspraak: 10-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:129
Klacht tegen (destijds) kaakchirurg in opleiding, inhoudende dat hij misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden om toestemming te krijgen tot het afstaan van de gouden kroon en hij deze zich onrechtmatig heeft toegeëigend. Het college oordeelt dat niet objectief kan worden vastgesteld dat beklaagde al of niet toestemming heeft gevraagd om de kroon aan een goed doel te besteden. Voorts blijkt nergens uit dat beklaagde de kroon zich onrechtmatig heeft toegeëigend. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/0005-Z2021/2231
- Datum publicatie: 11-10-2022
- Datum uitspraak: 10-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:130
Klacht tegen psychiater ongegrond. De klacht gaat over een rapportage waar de psychiater aan meegewerkt heeft. Klager is onderzocht en wilde niet meewerken. Er is een rapportage uitgebracht. Klager vindt dat de rapportage niet goed is opgesteld en de psychiater daarbij niet volgens de richtlijnen heeft gehandeld. Het college verklaart de klacht ongegrond. De psychiater heeft zorgvuldig gehandeld tijdens het onderzoek en de rapportage voldoet wel aan de eisen die daaraan worden gesteld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3485
- Datum publicatie: 03-10-2022
- Datum uitspraak: 30-09-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:123
Klacht tegen psychiater. Beklaagde is de behandelend psychiater op de behandelafdeling van de tbs-kliniek waar klager verblijft. Klager klaagt onder meer over de afdeling waar hij verblijft, de gestelde diagnose, zijn therapie, het gebrek aan een (passend) behandeldoel en de medicatie. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3788
- Datum publicatie: 03-10-2022
- Datum uitspraak: 03-10-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:124
Klacht tegen huisarts. Klaagster is twee maal met buikklachten bij beklaagde geweest. Beklaagde heeft urineonderzoek, bloedonderzoek en een echografie onderbuik aangevraagd. Er kwamen geen afwijkingen aan het licht. Na enkele weken waren de klachten verminderd en werd besloten tot afwachtend beleid. Bij het tweede consult had klaagster last van de maag en van misselijkheid. Tijdens het tweede consult bleek dat klaagster drie weken ibuprofen had gebruikt. Toen adviseerde beklaagde daarmee te stoppen. Maanden nadien kwam patiënte bij een collega-huisarts op de praktijk met een toegenomen buikomvang. Na onderzoek werd de diagnose peritonitis carcinomatosis gesteld, uitgaande van het ovarium. Klaagster meent dat beklaagde niet zorgvuldig heeft gehandeld. Dit zou klaagster een aanzienlijke tijd hebben gescheeld. Haar kansen op genezing zouden beter zijn geweest. Het college oordeelt echter dat de beklaagde adequaat onderzoek heeft ingesteld en geen alarmsignalen heeft gemist. Het uiteindelijke verloop van klaagsters gezondheidstoestand bewijst niet dat beklaagde fout heeft gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3841
- Datum publicatie: 03-10-2022
- Datum uitspraak: 23-09-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:125
Klacht tegen psychiatrisch verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat hij haar bij beide schouders heeft vastgepakt, terwijl zij hem al meerdere keren had gezegd dat zij zijn – goedbedoelde – aanrakingen niet op prijs stelde. Verschillende lezing van de feiten. Het college constateert dat slechts kan worden vastgesteld dat dat beklaagde klaagster kort en met goede bedoelingen heeft aangeraakt toen zij overstuur was. Dit is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht kennelijk ongegrond.