ECLI:NL:TGZRZWO:2022:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3585

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2022:140
Datum uitspraak: 25-10-2022
Datum publicatie: 27-10-2022
Zaaknummer(s): Z2021/3585
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht tegen arts, werkzaam in een huisartsenpraktijk. Klager verwijt beklaagde dat deze verkeerde medicijnen voorschrijft, geen goede zorg biedt en klager aan zijn lot over laat. Klager ondervindt diverse klachten, zoals kalknagels, huiduitslag, uitslag op de mond, overmatig transpireren en een droge mond. De voorgeschreven medicijnen werken niet en verergeren de klachten. Het daadwerkelijke probleem wordt volgens klager niet aangepakt. Klager wenst te worden onderzocht door een arts die is gelieerd aan het tuchtcollege. Het college vindt in de aantekeningen van de contacten die beklaagde met klager heeft gehad, die bevestiging vinden in het medisch dossier, geen gegronde aanleiding voor de veronderstelling dat beklaagde verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven, geen goede zorg biedt, klager aan zijn lot overlaat of het daadwerkelijke probleem niet aanpakt. Het gevoel dat klager daarover heeft, kan niet worden geobjectiveerd. Aan klagers wens te worden onderzocht door een arts die is gelieerd aan het tuchtcollege, kan het college niet voldoen, nu dit niet de wettelijke taak van het tuchtcollege is. Klacht als geheel kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG ZWOLLE

Beslissing in raadkamer d.d. 25 oktober 2022 naar aanleiding van de op 22 oktober 2021 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van
 

A , wonende te B,

k l a g e r

-tegen-

C , arts, (destijds) werkzaam te B,

b e k l a a g d e

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift;                                                                                

- de aanvullende stukken van klager;

- de brief van de secretaris van het college van 30 december 2021, waarin de klacht is

  samengevat;

- het verweerschrift.

Beklaagde heeft afgezien van de mogelijkheid om gehoord te worden in het kader van het vooronderzoek. Van klager heeft het college geen bericht ontvangen of hij in het vooronderzoek wil worden gehoord. 

2. DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klager (geboren 1995) was tot medio februari 2022 patiënt in de huisartsenpraktijk van beklaagde.

Beklaagde heeft de volgende aantekeningen gemaakt over zijn contacten met klager (aangehaald inclusief eventuele typefouten), die bevestiging vinden in het overgelegde medisch dossier:

“19-02-2021. Mijn eerste kennismaking met de heer. De heer geeft dat hij lijdt aan diverse klachten/aandoeningen. Deze zouden zijn ontstaan tijdens zijn verblijf een penitentiaire inrichting. De heer geeft aan dat hij voor dit verblijf deze klachten niet had. De heer somt een uitgebreide lijst aan klachten. De heer wil graag hiervoor behandeld worden. Ook wil hij graag doorgelicht worden middels bloedonderzoek. Ik meldt de heer dat ik in dit consult twee klachten kan bespreken. De andere overgebleven klachten kunnen in een vervolgafspraak besproken worden.

a) De heer klaagt over huiduitslag.

Aantekening dossier. Folliculitis.

Reden van consult: uitslag schouders. Sedert 2 jaar. Geeft aan hiervoor nooit last te hebben gehad.

Onderzoek: thv schouders, diffuus verspreid zeer kleine rode stippen, papels. Conclusie: zeer lichte folliculitis.

Behandeling/actie:

- Uitleg: eigenlijk geen afwijking.

- Clindamycine lotion. Uitleg: weinig verschil (effect).

- Afspraak 1 week (andere klachten).

Ervaring. De heer komt gejaagd over (tempo denken en spraak versneld). Geen sprake van contactgroei of wederkerigheid. Aandacht is moeilijk te trekken en te behouden. Eigen is er geen sprake van een gesprek/dialoog. Het lijkt meer op een monoloog. Bezorgdheid/angst voor ziekte is wel voelbaar. Erg rigide. Zodra ik een en ander probeer uit te leggen raakt de heer geagiteerd en kom ik snel in een conflictsituatie terecht.

Uitleg:

mogelijk, onschuldige huidverschijnselen; ontsteking van haarzakje of kleine verwijding van de bloedvaatjes (hemangiomen: “veroudering van huid”). Deze uitleg lijdt niet tot het gewenste geruststelling. Het tegenovergestelde gebeurt. De heer raakt zeer  geagiteerd: dat ik hem niet serieus neem, “ik ben helemaal niet zo oud”. De heer maakt diskwalificerende/denigrerende opmerkingen: dat ik geen goede arts ben; “het is toch duidelijk dat het een afwijking is”. Om hem tegemoet te komen schrijf ik clindamycinelotion voor.

b) De heer klaagt over een wondje aan de mondhoek.

Aantekening dossier. Cheilitis angularis.

Reden van consult: wondje mondhoek.

Onderzoek: huidlaesie thv linkermondhoek.

Conclusie: cheilitis angularis.

Behandeling/acti:

- Miconazolcreme.

- Afspraak 1 week (andere klachten).

- Lab-screen op verzoek van patient.

2. 26-02-2021. Vervolgafspraak.

1. Aantekening dossier.

Reden van consult: lab-uitslag. Geen afwijkingen. De heer is iets gerustgesteld. Voelt zich soms moe. Kan zijn dat hij op dit moment geen werk heeft. Volgende week starten als stratenmaker.

Onderzoek: zichtbaar gerustgesteld.

Behandeling:

- Geruststelling.

- Zo nodig revisie.

2. Aantekening dossier.

Reden consult: uitslag eikel.

Onderzoek: geen afwijkingen!

Conclusie: niet afwijkend.

Behandeling/actie: ter geruststelling/placebo: fusldinezuurcreme.

Ervaring. Ook tijdens dit consult raakt de heer snel geagiteerd zodra ik aangeef dat ik geen afwijking aan zijn penis kan zien. Wederom: dwingend, diskwalificerend.

3. 22-04-2021. Aantekening dossier.

Reden van consult: aanhoudende pijnklachten. Sedert lange tijd diverse spierpijnen thv benen en armen (mn linkerelleboog).

Onderzoek: diverse drukpijnlijke triggerpoints; hypochondrisch In de presentatie.

Conclusie/evaluatie: moeilijk objectiveerbare pijnen.

Behandeling/actie: verwijzing reumatoloog.

Ervaring: dwingend, diskwalificerend.

4. 22-06-2021. Aantekening dossier

Reden van consult:

Klachten mond, tong. Sedert lange tijd. Geeft aan dat ik hem nu echt serieus moet nemen. Geeft aan dat ik de vorige keren hem niet serieus heeft genomen voor diverse klachten. Verder pijn onderkant borstbeen.

Onderzoek:

Mondholte: geen afwijkingen mond, tong, tongbasis. De heer wordt dwingend, dreigt met tuchtcollege, wil een andere huisarts.

Conclusie/evaluatie:

Ik kan wederom geen afwijking bij hem vaststellen. Gesprek verloopt niet prettig. Ik ben niet toegekomen aan de pijn aangezien hij aangeeft dat hij door een andere huisarts wil worden geholpen.

Behandeling/actie:

- De heer blijft hangen in zijn beklag terwijl ik hem uitnodig, op de gang, om bijeen andere huisarts een afspraak te maken. Vervolgens vraagt onze doktersassistent aan hem het pand te verlaten gezien zijn onprettige gedrag.

- Zo nodig afspraak bij een andere huisarts.

Ervaring. Wederom: zeer onprettig. De heer is zeer snel geagiteerd, rigide,

diskwalificerend/denigrerend. Wederom kom ik niet met de heer in een functionele

samenwerking/gesprek. Dit is tevens mijn laatste consult met A. De heer gaat niet in op diverse aanbiedingen om zijn beklag te bespreken (o.a. op 30-09-2021 en 23-11-2021). De heer geeft aan dat zijn beklag doet bij het Tuchtcollege. De heer geeft aan dat hij een klacht in gaat dienen over meerdere artsen.”

3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Klager verwijt beklaagde dat deze verkeerde medicijnen voorschrijft, geen goede zorg biedt en klager aan zijn lot over laat. Klager ondervindt diverse klachten, zoals kalknagels, huiduitslag, uitslag op de mond, overmatig transpireren en een droge mond. De voorgeschreven medicijnen werken niet en verergeren de klachten. Het daadwerkelijke probleem wordt niet aangepakt. Klager wenst te worden onderzocht door een arts die is gelieerd aan het tuchtcollege.

4. HET STANDPUNT VAN BEKLAAGDE

Beklaagde heeft de klacht gemotiveerd bestreden. Klager is altijd op de praktijk ontvangen en zijn klachten werden onderzocht. Op zijn verzoek werd laboratoriumonderzoek gedaan en werd hij verwezen naar de reumatoloog. Alle klachten werden onderzocht en indien mogelijk behandeld, al dan niet ter geruststelling van klager. Beklaagde voert verder aan dat vrijwel elk gesprek met klager in een conflictsituatie eindigde. Zo kon er geen goede, op vertrouwen gebaseerde arts-patiëntrelatie ontstaan. Ondanks pogingen van beklaagde om daar wat aan te doen, heeft klager de behandelrelatie vanwege verstoorde verhoudingen, beëindigd. Voor zover nodig wordt het standpunt van beklaagde hieronder, bij de bespreking van de verschillende klachtonderdelen, nader uiteen gezet.  

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Het college vindt in de aantekeningen van de contacten die beklaagde met klager heeft gehad, die bevestiging vinden in het medisch dossier, geen gegronde aanleiding voor de veronderstelling dat beklaagde verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven, geen goede zorg biedt, klager aan zijn lot overlaat of het daadwerkelijke probleem niet aanpakt. Het gevoel dat klager daarover heeft, kan niet worden geobjectiveerd.

Aan klagers wens te worden onderzocht door een arts die is gelieerd aan het tuchtcollege, kan het college niet voldoen, nu dit niet de wettelijke taak van het tuchtcollege is.

Dit leidt tot de conclusie dat de klacht als geheel kennelijk ongegrond is.

Gelet op het voorgaande dient als volgt te worden beslist.

6.    DE BESLISSING

Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gegeven door P.A.H. Lemaire, voorzitter, H.M. Kole en R.J. Wolters, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van M.D. Moeke, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
 

a.         Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.
 

b.         Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c.         Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle/Groningen. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.