Zoekresultaten 21-40 van de 185 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4364
- Datum publicatie: 12-12-2022
- Datum uitspraak: 09-12-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:165
Huisarts (op dat moment werkzaam op huisartsenpost) betrekt onvoldoende informatie, onder meer de grote bezorgdheid van de echtgenoot van de patiënte en de voorgeschiedenis van de patiënte, bij haar oordeelsvorming om de betrokken patiënte niet naar het ziekenhuis te laten gaan. Verder is zij naar het oordeel van het college tekortgeschoten in haar communicatie. Het college legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2022:200 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1285
- Datum publicatie: 07-12-2022
- Datum uitspraak: 07-12-2022
- ECLI:NL:TGZCTG:2022:200
Klacht tegen oogarts. Na een staaroperatie viel de gezichtsscherpte in het linkeroog tegen en had klaagster pijn- en irritatieklachten aan dat oog. Tijdens het controleconsult vond de TOA geen afwijkingen. De zoon van klaagster, zelf oogarts, heeft met instemming van de TOA zelf het oog bekeken en gaf aan cellen in het oog te zien. De TOA heeft deze bevindingen vervolgens met de behandelend oogarts besproken. De behandelend oogarts heeft niet zelf het oog van klaagster bekeken. De conclusie van de behandelend oogarts was dat het postoperatieve beleid en het druppelschema moesten worden afgemaakt. Klaagster verwijt de oogarts dat hij haar onheus heeft bejegend door haar niet zelf te onderzoeken, zijn eigen verantwoordelijkheid heeft miskend door af te gaan op de onderzoeksresultaten van de TOA, een onjuiste diagnose heeft gesteld en een verkeerde behandeling heeft ingezet en onvoldoende notities in het dossier heeft gemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het beroep van klaagster slaagt deels. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de oogarts tuchtrechtelijk verweten kan worden dat hij niet zelf het oog van klaagster is komen onderzoeken en dat hij daarbij de slechte verstandhouding met de zoon van klaagster een rol heeft laten spelen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht op dit deel gegrond zonder oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/3895
- Datum publicatie: 05-12-2022
- Datum uitspraak: 02-12-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:163
Klager verbleef in TBS kliniek voor de uitvoering van een aan hem opgelegde TBS-maatregel. Beklaagde was in de kliniek werkzaam als sociotherapeut/verpleegkundige.Klager verwijt beklaagde dat hij klager een onjuiste behandeling heeft gegeven door hem in het weekend niet door te verwijzen naar de noodtandarts, althans geen overleg heeft gevoerd met de noodtandarts, maar slechts pijnmedicatie heeft verstrekt.Het college verklaart de klacht ongegrond nu is gebleken dat er door een collega van beklaagde al een afspraak was gemaakt voor na het weekend, zodat beklaagde niet verplicht was de situatie en klachten met de noodtandarts te bespreken. Daarnaast was er geen sprake van koorts en/ of zwelling die direct ingrijpen noodzakelijk maakten.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4453
- Datum publicatie: 05-12-2022
- Datum uitspraak: 02-12-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:161
Klacht tegen huisarts. Het college oordeelt dat beklaagde bij het voorschrijven van terbinafine heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwame zorgverlener mag worden verwacht. Verder bestond er geen medische indicatie de medicinale cannabis nog langer voor te schrijven en bestond er - naar het oordeel van het college – een gegronde reden aangifte te doen van de door klager aangerichte vernieling. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4351
- Datum publicatie: 05-12-2022
- Datum uitspraak: 02-12-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:162
Klacht tegen huisarts, inhoudende dat beklaagde zich als arts voordoet terwijl hij niet wezenlijk als zodanig handelt, onterecht aangifte van vernieling heeft gedaan en discrimineert en onzrogvuldig handelt. Het college oordeelt dat beklaagde voldoende uitleg heeft gegeven over de energetische behandeling en de verwachtingen daaromtrent. Ook heeft beklaagde uitleg gegeven in welke hoedanigheid de behandeling zou uitvoeren. Verder oordeelt het college dat beklaagde geen betrokkenheid heeft gehad bij de aangifte van vernieling en dat klager niet heeft onderbouwd dat belaagde discrimineert of onzorgvuldig handelt. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4623
- Datum publicatie: 01-12-2022
- Datum uitspraak: 25-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:156
Klacht tegen psychiater. Beklaagde heeft op verzoek van het UWV een rapport opgesteld in het kader van de beoordeling van klagers arbeids(on)geschiktheid. Klager klaagt er onder meer over dat het rapport niet zorgvuldig, begrijpelijk en inzichtelijk is. Daarnaast heeft de klacht betrekking op de gebruikte validatietest. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3401
- Datum publicatie: 01-12-2022
- Datum uitspraak: 25-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:157
Klacht tegen arts over opgestelde verwijzing van de zoon van klager naar een jeugdhulpinstantie. Klager verwijt beklaagde dat zij een verwijsbrief heeft verstuurd die – zonder medeweten van klager – afwijkend was van de in overleg met klager opgestelde verwijsbrief, waarmee beklaagde het ouderlijk gezag van klager niet heeft gerespecteerd. Naar het oordeel van het college heeft beklaagde niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Beklaagde heeft wel met klager in de conceptfase overleg gevoerd. Maar het definitief vaststellen van de verwijsbrief behoort tot beklaagdes professionele verantwoordelijkheid. Daar hoeft klager het niet alle opzichten mee eens te zijn. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022-4239
- Datum publicatie: 01-12-2022
- Datum uitspraak: 25-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:158
Klacht tegen orthopedisch chirurg. Verwijt dat de heupprothese niet goed is geplaatst. Bij second opinion bleek deze los te zitten, zodat heroperatie noodzakelijk was.Het college is van oordeel dat beklaagde adequaat heeft gehandeld. De noodzaak tot revisie komt met enige regelmaat voor. Beklaagde heeft haar goed in beeld gehouden, heeft oog gehad voor eventuele loslating en heeft telkens duidelijke vervolgafspraken gemaakt. Geen aanwijzingen dat de eerste operatie niet goed is gegaan. De bevindingen van de second opinion waren in wezen niet anders dan die van beklaagde. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4464
- Datum publicatie: 01-12-2022
- Datum uitspraak: 29-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:159
Klacht tegen arts die de verzuimbegeleiding van klager deed toen klager zich ziekgemeld had voor zijn werk. Klager verwijt de arts dat klager - ondanks het negatieve advies hieromtrent van zijn behandelaar - mee moest werken aan belastende onderzoeken en dat beklaagde geen nulmeting heeft verricht en geen contact heeft gelegd met klagers behandelaar. Naar het oordeel van het college bestond er ten behoeve van het uitvoeren van het arbeidsdeskundigonderzoek geen noodzaak of verplichting contact op te nemen met de behandelaar van klager. Ook niet nadat klager daarom had verzocht. Het college komt tot dit oordeel op grond van het feit dat het eerste deskundigenoordeel dateerde uit november 2021. Het deskundigenoordeel – en de daarin opgenomen relevante informatie ten behoeve van de gezondheidssituatie van klager – was dus slechts enkele maanden oud en daarmee nog altijd relevant. Ook was de informatie van de behandelaar voor beklaagde bekend, namelijk diens advies om nog niet een paar keer in de week op locatie te gaan beginnen. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3711
- Datum publicatie: 01-12-2022
- Datum uitspraak: 25-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:160
Klacht tegen verpleegkundige in tbs-instelling. De klacht heeft onder andere betrekking op de aanvraag van een EVBG-status, een longstay-aanvraag en de plaatsing op een bepaalde afdeling. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3571
- Datum publicatie: 28-11-2022
- Datum uitspraak: 25-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:154
Ongegronde klacht tegen arts-assistent. Klaagster verwijt de arts-assistent dat zij naar aanleiding van een telefonisch consult op twee onderdelen onjuiste aantekeningen in haar dossier heeft gemaakt.. Het college oordeelt dat de eerste aantekening in de context van andere aantekeningen in het dossier niet onjuist is. De tweede aantekening was een evidente vergissing zonder behandelconsequenties waarvoor de arts-assistent haar excuses heeft aangeboden. Het college acht dit onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3298
- Datum publicatie: 28-11-2022
- Datum uitspraak: 25-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:155
Klacht tegen neuroloog deels gegrond zonder oplegging van maatregel. De klacht heeft onder meer betrekking op het onderzoek door beklaagde en de door hem gestelde diagnose functionele dystonie. Een van de klachtonderdelen betreft het verwijt dat beklaagde, ondanks een verzoek daartoe van klager, geweigerd heeft de diagnostiek inzake functioneel uit zijn dossier te verwijderen. De klacht is in zoverre gegrond. Het betreft hier een expliciet verzoek om vernietiging waarop artikel 7:455 BW van toepassing is. Uit de stukken kan niet worden afgeleid dat beklaagde op dit verzoek heeft gereageerd. Ook blijkt niet dat klager zijn verzoek niet langer handhaafde. Beklaagde had daarom aan dit verzoek gehoor moeten geven. Door dit niet te doen heeft beklaagde tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Voor het overige is de klacht ongegrond. De gegrondverklaring is mede gebaseerd op geldende rechtspraak van het CTG over selectieve vernietiging van een dossier op verzoek van een patiënt (ECLI:NL:TGZCTG:2021:61). Omdat deze rechtspraak op het moment van handelen van beklaagde nog geen volledige duidelijkheid bood, legt het college geen maatregel op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle |2022/4164
- Datum publicatie: 21-11-2022
- Datum uitspraak: 18-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:153
Klacht tegen tandarts. Klaagster was patiënte van de aangeklaagde tandarts. Nadat zij betrokken was geweest bij een ruzie waarbij ook de dochter van de tandarts betrokken was, heeft de tandarts per direct de behandelingsovereenkomst met haar beëindigd. Ook stuurde hij hierover een e-mail naar de moeder van klaagster. Klaagster verwijt de tandarts dat deze haar zorg heeft onthouden en de behandelingsovereenkomst niet op de juiste wijze heeft beëindigd. Ook verwijt klaagster de tandarts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door de inhoud van het e-mailbericht aan haar moeder. Het college verklaart de klacht geheel gegrond en legt hiervoor een berisping op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3708
- Datum publicatie: 17-11-2022
- Datum uitspraak: 15-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:150
Klacht tegen gz-psycholoog in tbs-instelling. De klacht gaat over de plaatsing op een bepaalde afdeling, de aanvraag van een EVBG-status en de longstay-aanvraag. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3707
- Datum publicatie: 17-11-2022
- Datum uitspraak: 15-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:151
Klacht tegen gz-psycholoog in tbs-instelling. De klacht gaat onder meer over de overplaatsing naar een andere afdeling, de aanvraag van een EVBG-status en de plaatsing in afzondering. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3706
- Datum publicatie: 17-11-2022
- Datum uitspraak: 15-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:152
Klacht tegen psychiater in tbs-instelling. De klacht heeft betrekking op klagers medicatie, de aanvraag van een EVBG-status en de plaatsing op een bepaalde afdeling. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4194
- Datum publicatie: 11-11-2022
- Datum uitspraak: 08-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:149
Klacht tegen een psychiater. Klaagster heeft tijdens een consult bij haar behandelend psychiater deze om hulp gevraagd voor haar zus die op dat moment met psychische problemen kampte. Klaagster verwijt beklaagde dat hij is tekortgeschoten in zijn informatievoorziening over het aanvragen van een zorgmachtiging voor haar zus. Volgens klaagster had hij moeten doorvragen over de situatie van haar zus en had hij voortvarender moeten handelen. Ook meent klaagster dat beklaagdes rapportage van het consult op dit punt gebrekkig is. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het was niet beklaagdes verantwoordelijkheid om tijdens het consult met klaagster nader te informeren naar de situatie van haar zus dan wel met klaagster de procedure omtrent de aanvraag van een zorgmachtiging voor haar zus door te nemen. Ook hoefde beklaagde het besprokene hierover niet in het dossier van klaagster vast te leggen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3740
- Datum publicatie: 07-11-2022
- Datum uitspraak: 04-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:146
Klacht tegen psychiater, inhoudende dat het door de psychiater uitgebrachte rapport niet voldoet aan de daarvoor geldende richtlijnen en dat het beginsel van hoor- en wederhoor niet is toegepast. Ook zou het – blijkens het rapport - de psychiater ontbreken aan kennis van de psychoanalyse. In lijn met uitspraak ECLI:NL:TGZCTG:2013:52 van het Centraal Tuchtcollege (CTG) oordeelt het college ten aanzien van de ontvankelijkheid, dat klager aangemerkt kan worden als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65 lid 1 Wet BIG, omdat diens handelen als psychiater in het rapport wordt gekwalificeerd als normoverschrijdend en niet in overeenstemming met de professionele standaard. De klacht is ontvankelijk. Verder was beklaagde naar het oordeel van het college niet verplicht het beginsel van hoor- en wederhoor toe te passen en is het college niet gebleken dat het beklaagde ontbrak aan kennis van de essentie van de psychoanalyse. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3471
- Datum publicatie: 07-11-2022
- Datum uitspraak: 04-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:148
Klaagster is na een opname in het ziekenhuis met ernstige doorligwonden opgenomen op de geriatrische revalidatie-afdeling van een verpleeghuis. Beklaagde werd regiebehandelaar. Klaagster verwijt beklaagde in deze rol dat te weinig beweging is gefaciliteerd, dat de rolstoel niet geschikt was en dat het eten niet voldeed. Het college concludeert dat de klachten over het regiebehandelaarschap ongegrond zijn. Klaagster verwijt beklaagde als behandelaar dat hij zelf één of meer diagnoses heeft gesteld die in strijd zijn met eerder door andere behandelaars gedane diagnostiek. Dit klachtonderdeel is ook ongegrond. Uit de stukken blijkt dat beklaagde is uitgegaan van de al bekende diagnoses/klachten. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022-4058
- Datum publicatie: 07-11-2022
- Datum uitspraak: 04-11-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:145
De klacht tegen een verpleegkundige gaat over seksueel grensoverschrijdend gedrag. De IGJ verwijt de verpleegkundige dat hij een affectieve en seksuele relatie is aangegaan met een cliënte en dat erkent de verpleegkundige. Het college verklaart de klacht gegrond en legt de verpleegkundige een voorwaardelijke schorsing op van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. Aan deze schorsing zijn bijzondere voorwaarden verbonden.