Zoekresultaten 21761-21780 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TNORAMS:2016:40 Kamer voor het notariaat Amsterdam 619610 / NT RK 16/78

    Het beletten van (ongemotiveerde) vragen met betrekking tot de ontvankelijkheid van de leden van de Kamer voor het notariaat is, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, geen omstandigheid die erop wijst dat de onpartijdigheid van mr. Pompe schade zou kunnen lijden. Bovendien is gesteld noch gebleken dat een of meer leden van de wrakingskamer niet zouden voldoen aan een van de (benoemings)vereisten als bedoeld in artikel 94 Wna dan wel het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren; evenmin is aangevoerd wat de relevantie daarvan is in verband met de onpartijdigheid van mr. Pompe. Nu het onderhavige wrakingsverzoek geen feiten of omstandigheden bevat waaruit vooringenomenheid van mr. Pompe of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, zijn af te leiden, kan een mondelinge behandeling achterwege blijven. Het wrakingsverzoek is dan ook kennelijk ongegrond en het verzoek zal zonder behandeling ter zitting worden afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-61

    Klaagster verwijt de notaris dat hij geen actie heeft ondernomen toen hij er van op de hoogte raakte dat erflaatster was overleden. De notaris had klaagster daarvan op de hoogte moeten stellen en haar – in het kader van de verdeling van de nalatenschap van erflaatster – de gelegenheid moeten bieden om aanspraak te maken op haar erfdeel in de onverdeelde nalatenschap van erflater. De notaris had klaagster moeten informeren dat haar vordering op de nalatenschap van erflater door het overlijden van erflaatster opeisbaar was geworden. De notaris had niet mee mogen werken aan de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-757/DB/LI

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager onvoldoende schriftelijk voor te lichten over het risico dat bij staken van alimentatiebetaling tot tenuitvoerlegging van de beschikking zou kunnen worden overgegaan. Voldoende voorgelicht over mogelijkheid executiegeschil. Niet gebleken dat verweerster eigen financiële belang voorop heeft gesteld. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:40 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-936/DH/RO

    Voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij, familierechtelijk geschil

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:102 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.331

    Klacht tegen een psychiater, inhoudende dat hij ten onrechte heeft geadviseerd medicatie-inname als voorwaarde te stellen voor het onbegeleid verlof van klager in het kader van zijn TBS. Daarnaast zou de psychiater zich niet volledig inzetten om uit de behandelimpasse te komen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het advies van de psychiater zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de psychiater voldoende inspanning heeft verricht om uit de behandelimpasse te komen. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:97 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.181

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:41 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-955/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht van eigen cliënt over kwaliteit dienstverlening. Uit het dossier valt naar het oordeel van de voorzitter niet te concluderen dat verweerder zich in onvoldoende mate voor klaagster en haar gemachtigde heeft ingespannen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:103 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.358

    Klager verwijt de huisarts, dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar handelt door, ondanks het verzoek daartoe van klager, aan klager (en al zijn andere patiënten) niet een digitale omgeving aan te bieden die het mogelijk maakt dat vertrouwelijke medische informatie per e-mail veilig aan de huisarts kan worden gezonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:98 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.270

    Klacht tegen huisarts. Klager, zijn ex-partner en hun kinderen zijn allen patiënt (geweest) van verweerder. De ex-partner heeft op enig moment haar medisch dossier opgevraagd en ingebracht in de echtscheidingsprocedure. In dat dossier was door verweerder onder de “s” van subjectief aantekening gemaakt van hetgeen de ex-partner met verweerder had besproken. Klager verwijt verweerder dat hij deze aantekeningen heeft gemaakt en voorts dat het dossier met deze aantekeningen in de echtscheidingsprocedure zijn ingebracht. Ook verwijt klager dat verweerder naar aanleiding van hetgeen de ex-partner met hem besprak geen contact met klager heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:42 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-961/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit dienstverlening. In het dossier bevindt zich geen enkele aanwijzing voor de juistheid van de stellingen van klager, zodat de voorzitter de juistheid van de gemaakte verwijten niet kan vaststellen. Dit geldt temeer nu uit het dossier blijkt dat klager meermalen zijn tevredenheid heeft geuit over de door verweerster aan hem verleende rechtsbijstand. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.360

    Klacht tegen psychiater. Klager is onder behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis. Verweerster is hoofdbehandelaar van klager en derhalve eindverantwoordelijk voor de behandeling. Klager verwijt verweerster: 1. het voorschrijven van een medicijn dat niet meer op de markt is toegelaten en in strijd is met indicatie en gebruik, hetgeen tevens strijdig is met de door het UMCU afgegeven second opinion, alsmede te weigeren de noodzaak van het voorschrift te onderbouwen; 2. ondeugdelijke verslaglegging RTG Amsterdam: Kennelijk ongegrond. Klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:99 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.274

    De arts was als vrijgevestigd psychiater werkzaam. Klaagster is bij de arts in behandeling gekomen nadat zij via een andere psychiater is verwezen. Klaagster kampte met paniekaanvallen, depressieklachten en had een eerdere behandeling bij een GGZ- instelling afgebroken. Klaagster verwijt de arts dat zij de grenzen van de behandelrelatie (professionele distantie) met klaagster heeft overschreden, dat zij haar oneerlijk heeft behandeld, bij haar een onjuiste diagnose heeft gesteld en dat zij de behandelrelatie op laakbare wijze heeft verbroken. RTG Amsterdam heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:43 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1018/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij in echtscheidingsprocedure. Verweerster heeft de belangen van haar cliënt behartigd en is daarbij gebleven binnen de voor haar - als advocaat van de wederpartij - geldende grenzen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.361

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:277 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-938/DH/DH

    voorzittersbeslissing, klacht te laat ingediend en niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:94 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.180

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:40 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160257

    Klacht tegen de eigen advocaat, inhoudende dat zij de belangen van klaagster in de echtscheidingsprocedure onvoldoende zorgvuldig heeft behandeld, is ook in hoger beroep ongegrond. Klaagster heeft ermee ingestemd dat voor de waardering van de bestanddelen van de huwelijksgoederengemeenschap aansluiting zou worden gezocht bij de in 2011 verrichte taxatie en dat niet nogmaals taxaties zouden behoeven te worden uitgevoerd. De klacht dat verweerster niet heeft gecontroleerd of de actuele waarde van de woning nog correspondeerde met de waarde vermeld in het taxatierapport, is daarom ongegrond. Verweerster heeft de kwestie van de vrijwaring met klaagster besproken, zodat verweerster niet verweten kan worden dat zij heeft nagelaten haar twijfels over de haalbaarheid van de door de bank te verlenen vrijwaring aan klaagster kenbaar te maken. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:100 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.275

    De klacht heeft betrekking op de (voorgenomen) ooglid correctie van klaagster, uit te voeren door de aangeklaagde huisarts. Tijdens het voorgesprek en uit het door klaagster ingevulde intakeformulier kwam naar voren dat klaagster bloedverdunnende medicijnen gebruikte. Klaagster heeft in overleg met de trombosedienst voorafgaand aan de geplande ingreep haar medicatie afgebouwd en bovendien op voorschrift van haar eigen huisarts drie dagen bètablokkers gebruikt om haar iets verhoogde bloeddruk te verlagen. Op de dag van de ingreep heeft de huisarts tijdens de voorbereiding geconstateerd dat de oogleden van klaagster verdikt waren en uit het met klaagster gevoerde gesprek kwam toen naar voren dat klaagster een pacemaker had waarop de huisarts de voortgang heeft gestaakt en contact op heeft genomen met de cardioloog. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de huisarts de ingreep niet uitgevoerd in verband met het risico van ontregeling van de pacemaker. Klaagster verwijt de huisarts dat hij: 1. De operatie onvoldoende zorgvuldig heeft voorbereid door niet door te vragen naar de redenen van het gebruik van de bloedverdunnende medicatie, hij heeft zich op de dag van de ingreep onvoldoende op de operatie voorbereid en door zijn handelwijze veroorzaakt dat klaagster nodeloos medicatie heeft gebruikt; 2. Onjuist advies heeft gegeven over de hervatting van de antistollingsmedicatie nadat de ingreep zou hebben plaatsgevonden; 3.Klaagster financiële schade heeft berokkend waarvan zij vergoeding wenst; 4. Slecht heeft gecommuniceerd en geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn eigen fouten door zich te verschuilen achter andere instanties. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 1,2 en 4 gegrond en 3 niet-ontvankelijk en legt de arts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts. De berisping blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:278 Raad van Discipline 's-Gravenhage `16-940-DH/RO

    Voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat in cassatie-strafzaak

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:53 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-160/DB/ZWB

    Niet gebleken van affectieve relatie met cliënte. Niet onnodig grievend door te verwijzen naar feiten waarvoor klager onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld. Kennelijk ongegrond.