ECLI:NL:TGDKG:2018:4 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611419/ DW RK 16/712
ECLI: | ECLI:NL:TGDKG:2018:4 |
---|---|
Datum uitspraak: | 16-01-2018 |
Datum publicatie: | 28-02-2018 |
Zaaknummer(s): | C/13/611419/ DW RK 16/712 |
Onderwerp: | Ambtshandelingen (art. 2 Gdw) |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Termijn herberekenen beslagvrije voet. Niet reageren op klacht. Een juiste berekening is in hoge mate afhankelijk van informatie die door de schuldenaar moet worden verstrekt. De beslagvrije voet kan eerst op de juiste manier worden berekend op het moment dat de gerechtsdeurwaarder de beschikking heeft over deze informatie. Op grond van de feiten is de ontstane vertraging in de herberekening van de beslagvrije voet grotendeels toe te rekenen aan klager. De gerechtsdeurwaarder heeft niet gereageerd op een klacht ondanks een uitdrukkelijke toezegging daartoe. Klacht deels gegrond, geen maatregel opgelegd. |
KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM
Beslissing van 16 januari 2018 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/611419/ DW RK 16/712 van:
[ ],
wonende te [ ],
klager,
tegen:
[ ],
gerechtsdeurwaarder te [ ],
beklaagde,
gemachtigde [ ].
Ontstaan en loop van de procedure
Bij klachtenformulier met bijlagen ingekomen op 5 juli 2016, heeft klaagster een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij brief, ingekomen op 4 augustus 2016, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij e-mail van 13 november 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 5 december 2017 alwaar niemand is verschenen. De uitspraak is bepaald op 16 januari 2018.
1. Feiten en omstandigheden
Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:
a) Op 20 augustus 2015 is er ten laste van klager executoriaal derdenbeslag gelegd op zijn AOW-uitkering. De beslagvrije voet is vastgesteld op € 971,80 per maand. Het van het beslag opgemaakte proces-verbaal beslag is op 24 augustus 2015 aan klager in persoon betekend.
b) Bij brief van 18 september 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder de derde-beslagene bericht dat de beslagvrije voet diende te worden gewijzigd naar een bedrag van € 577,66 per maand, omdat hem was gebleken dat klager meerdere bronnen van inkomsten had.
c) Nadien heeft de gerechtsdeurwaarder nieuwe informatie ontvangen die van invloed was op de beslagvrije voet, waarna hij bij brief van 1 oktober 2015 de derde-beslagene heeft bericht dat de beslagvrije voet diende te worden gewijzigd naar een bedrag van € 270,28 per maand.
d) Op 15 december 2015 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht de beslagvrije voet opnieuw te berekenen. De gerechtsdeurwaarder heeft beoordeeld dat de door klager overgelegde stukken onvolledig en onjuist waren, waarna hij klager op 5 januari 2016 heeft verzocht hem volledig en juist te informeren. Dit poststuk kwam op 7 januari 2016 retour met vermelding dat verzoeker daar niet langer woonachtig was. De gerechtsdeurwaarder heeft de brief van 5 januari 2016 op 11 januari 2016 naar het nieuwe adres van klager toegezonden.
e) Op 17 februari 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder de brief van 5 januari 2016 van klager retour ontvangen, met daarop twee aantekeningen en een bijlage.
f) Omdat de gerechtsdeurwaarder op basis van de twee aantekeningen en een bijlage de beslagvrije voet niet opnieuw kon berekenen, heeft hij klager op 18 februari 2016 het verzoek gedaan zijn gegevens volledig en juist aan te leveren.
g) Op 10 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder, zonder begeleidend schrijven, een vijftal bankafschriften van klager ontvangen.
h) Op 11 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder klager een aantal vragen over de bankafschriften gesteld.
i) Op 19 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder de gevraagde stukken alsmede een klacht van klager ontvangen.
j) Op 19 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet opnieuw berekend en vastgesteld op € 410,41 per maand. Op 25 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder klager en de derde-beslagene op de hoogte gesteld van de gewijzigde beslagvrije voet.
k) Klager heeft bij de gerechtsdeurwaarder een klacht ingediend. Deze klacht is geregistreerd en bij brief van 23 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager medegedeeld dat binnen veertien dagen een besluit zou volgen.
l) Op 8 juni 2016 is de gerechtsdeurwaarder overgegaan tot restitutie van het teveel ingehouden bedrag.
2. De klacht
2.1. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat - dat hij de beslagvrije voet niet tijdig en met terugwerkende kracht heeft aangepast. Op 15 december 2015 heeft klager een eerste verzoek gedaan tot aanpassing van de beslagvrije voet. Op 17 mei 2016 heeft klager wederom een verzoek gedaan tot aanpassing en zich beklaagd over een en ander. In de periode 15 december 2015 tot en met 17 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder steeds informatie opgevraagd die al lang bij hem bekend was.
2.2. Daarnaast verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat hij niet heeft gereageerd op zijn klacht terwijl was toegezegd dat er binnen veertien dagen een besluit zou volgen op de klacht.
3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.
4. Beoordeling van de klacht
4.1. De gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder, kandidaat-gerechtsdeurwaarder en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding, zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt.
4.2. Ten aanzien van klachtonderdeel 2.1. overweegt de kamer als volgt. Uit het wettelijke systeem, dat van toepassing is bij de beslagvrije voet, volgt dat een juiste berekening in hoge mate afhankelijk is van informatie die door de schuldenaar moet worden verstrekt. Op de schuldenaar rust een informatieplicht. Omdat niet alle informatie altijd bij de gerechtsdeurwaarder bekend is, ligt het op de weg van degene die aanpassing van de beslagvrije voet verzoekt die informatie te verschaffen. De beslagvrije voet kan eerst op de juiste manier worden berekend op het moment dat de gerechtsdeurwaarder de beschikking heeft over deze informatie.
4.3. Uit de overgelegde stukken als hiervoor opgesomd onder de feiten blijkt dat door klager op 15 december 2015 om aanpassing van de beslagvrije voet is verzocht. Omdat de stukken onvolledig waren heeft de gerechtsdeurwaarder klager op 5 januari 2016 om aanvullende informatie verzocht. Meer specifiek heeft de gerechtsdeurwaarder klager verzocht om opgave van de zorg- en huurkosten, de inkomsten van zijn partner alsmede de eventuele te ontvangen zorg- en huurtoeslag, alsook zijn eigen inkomsten; en een nieuwe specificatie van de SVB vanwege het feit dat de uitkering van de SVB in januari 2016 omhoog was gegaan. Op 17 februari 2016 heeft klager de gerechtsdeurwaarder medegedeeld dat de zorg- en huurkosten van een partner niet van toepassing waren en een specificatie van de SVB van 6 november 2015 toegezonden. Een opgave van de eigen inkomsten is niet gedaan. Op 18 februari 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder klager opnieuw verzocht om een volledig overzicht van zijn inkomsten en uitgaven, stukken waaruit die inkomsten en uitgaven blijken, bankafschriften en een opgave van zijn huidige AOW-pensioen. Op 10 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder alleen bankafschriften ontvangen en heeft op 11 mei 2016 aanvullende informatie verzocht. Op 19 mei 2016 is de aanvullende informatie door de gerechtsdeurwaarder ontvangen. De beslagvrije voet is vervolgens door de gerechtsdeurwaarder met terugwerkende kracht aangepast waarvan hij klager op 25 mei 2016 op de hoogte heeft gesteld.
4.4. Aan klager kan worden toegegeven dat de gerechtsdeurwaarder een te lange termijn heeft gehanteerd voor zijn reactie op het verzoek van 15 december 2017. Nu een eerder verzoek gelet op hetgeen onder 4.3 is overwogen niet tot een eerdere aanlevering van de verzochte stukken had geleid, zal de kamer hier geen gevolgen aan verbinden. Nu klager eerst op 19 mei 2016 voldoende informatie had aangeleverd om de beslagvrije voet opnieuw te berekenen, is de ontstane vertraging in de herberekening van de beslagvrije voet dus grotendeels toe te rekenen aan klager. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken zodat klachtonderdeel 2.1 ongegrond dient te worden verklaard.
4.5. Klachtonderdeel 2.2. is terecht voorgesteld. In antwoord op de klacht van klager schrijft de gerechtsdeurwaarder in de brief van 23 mei 2016 uitdrukkelijk dat binnen veertien dagen een besluit zou volgen. Er is wel een besluit genomen, maar een antwoord op de klacht is eerst gegeven op 6 juli 2016. De gerechtsdeurwaarder stelt dat hij de klacht als afgedaan beschouwde, omdat hij op dat moment de beslagvrije voet had aangepast en een bedrag van € 140,13 heeft gerestitueerd aan klager. De kamer acht dit geen geldige reden om niet meer te reageren op een ingediende klacht, temeer nu de gerechtsdeurwaarder uitdrukkelijk had toegezegd om dat wel te doen. Dit onderdeel van de klacht is terecht voorgesteld.
5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De kamer acht geen termen aanwezig om voor het gegrond te verklaren deel van de klacht tot het opleggen van een maatregel over te gaan.
BESLISSING
De kamer voor gerechtsdeurwaarders:
- verklaart de klachtonderdeel 2.2. gegrond;
- laat het opleggen van een maatregel achterwege;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Aldus gegeven door mr. M. Nijenhuis, voorzitter, mr. A.E. de Vos en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 januari 2018, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.