Zoekresultaten 101-120 van de 44655 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:32 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761840 / DW RK 24/443 MK/WdJ

    De gerechtsdeurwaarders hebben niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren. Dat de voorzieningenrechter in kort geding heeft uitgesproken dat het gelegde beslag moet worden opgeheven, betekent niet dat de gerechtsdeurwaarders door de beslaglegging tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:40 Accountantskamer Zwolle 24/3593 Wtra PE

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:34 Accountantskamer Zwolle 24/3587 Wtra PE

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld. Er is sprake van recidive.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7570

    Ongegronde klacht tegen een tandarts. Klager (patiënt) verwijt de tandarts dat klager twee niet goed passende protheses heeft, dat de tandarts een behandeling met implantaten probeerde af te dwingen en dat hij klager tijdens een consult onheus heeft bejegend. Het college overweegt de instabiliteit en beperkte functionaliteit niet het gevolg was van een technisch niet-correct vervaardigde prothese. Uit de stukken blijkt niet dat sprake was van dwang of koppelverkoop voor de behandeling met implantaten. De gang van zaken tijdens het consult is niet vast te stellen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:28 Accountantskamer Zwolle 24/3597 Wtra PE

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld. Er is sprake van recidive.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/27

    Wijziging huwelijkse voorwaarden: klacht ingediend nadat door echtscheiding vragen waren gerezen over de wijziging. De gevolgen van de akte waren redelijkerwijs bekend vanaf het moment van passeren daarvan. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-45

    Omdat een notaris hoofdelijk aansprakelijk is voor een correcte afdracht van verschuldigde overdrachtsbelasting, is terughoudendheid geboden en kan niet te snel worden uitgegaan van een vrijstelling. Pas uit de vaststellingsovereenkomst bleek dat het perceel grond dienstbaar was aan de door beide broers gevoerde onderneming en dat die onderneming door klager werd voortgezet. Eerst toen werd duidelijk dat een beroep kon worden gedaan op de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 lid 1 sub b WBR. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:33 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/754381 / DW RK 24/263 MK/WdJ

    Beslissing op verzet. Klager weigert, ondanks meerdere verzoeken van de gerechtsdeurwaarder, de door de schuldenaar overgelegde bewijsstukken van betalingen te verifiëren. Het kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten dat hij het dossier heeft afgewikkeld. De gestelde bejegening is door klager niet nader onderbouwd. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:41 Accountantskamer Zwolle 24/3592 Wtra PE

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:35 Accountantskamer Zwolle 24/3582 Wtra PE

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld. Er is sprake van recidive.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7571

    Ongegronde klacht tegen een tandarts. Klager (patiënt) verwijt de tandarts dat klager twee niet goed passende protheses heeft, dat de tandarts een behandeling met implantaten probeerde af te dwingen en dat hij klager tijdens een consult onheus heeft bejegend. Het college overweegt de instabiliteit en beperkte functionaliteit niet het gevolg was van een technisch niet-correct vervaardigde prothese. Uit de stukken blijkt niet dat sprake was van dwang of koppelverkoop voor de behandeling met implantaten. De gang van zaken tijdens het consult is niet vast te stellen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:29 Accountantskamer Zwolle 24/3595 Wtra PE

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld. Er is sprake van recidive.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:69 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2517

    Klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verbleef in de penitentiaire inrichting waar de gz-psycholoog werkzaam was. Klager heeft één consult bij de gz-psycholoog gehad. Klager verwijt de gz-psycholoog dat (1) hij haar heeft verzocht om hem te testen, maar dat zij zei dat dit niet kan omdat klager geen psychiatrische of psychische problemen heeft en klager het voor buiten en de rechter wil gebruiken, (2) er in het medisch dossier van klager uitlatingen over ziektebeelden zijn gedaan, zonder dat de gz‑psycholoog klager daar voorafgaand van op de hoogte heeft gesteld en (3) het medisch dossier incompleet is. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7272

    Kennelijk ongegronde klacht. Huisarts wordt in verband met een euthanasieverzoek onvoldoende en warrige communicatie over de gezondheidstoestand van de patiënte verweten, onvoldoende bereikbaar en beschikbaar zijn, onduidelijke verslaglegging en het in strijd met de wens van patiënte niet uitvoeren van euthanasie. Door patiënte opgesteld behandelverbod. Beoordeling en herbeoordeling van de gezondheidstoestand van patiënte en het te voeren beleid. De verwarring van klager op dit punt is te begrijpen, maar dat wil niet zeggen dat sprake is van onzorgvuldig handelen. Uitgangspunt is dat medisch dossier een juiste weergave is van wat is genoteerd en besproken, tenzij er aanwijzingen zijn voor het tegendeel. Die aanwijzingen zijn er niet. Onvoldoende onderbouwing dat huisarts niet bereikbaar en beschikbaar zou zijn. Medisch dossier is voldoende helder en duidelijk. Euthanasiewens van patiënte is wel degelijk serieus genomen. Terechte beslissing om euthanasie niet uit te voeren en geheel in lijn met de geldende richtlijnen.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7268

    Kennelijk ongegronde klacht. SCEN-arts wordt verweten dat hij veel te laat bij patiënte op consult kwam en zich niet aan de wet heeft gehouden door het verzoek tot euthanasie niet te honoreren. KNMG-richtlijn ‘Steun en consultatie bij euthanasie’. Wettelijke vereisten voor het honoreren van het verzoek om euthanasie. Huisbezoek is tijdig afgelegd. Omdat patiënte niet meer aanspreekbaar was kon SCEN-arts niet vaststellen of aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2546

    Klacht tegen een vaatchirurg. Klager heeft na een ongeval in 2002 klachten aan zijn linker onderbeen waarvan hij veel beperkingen ondervindt. Klager werd door de huisarts in 2018 verwezen naar de vaatchirurg. De vaatchirurg heeft klager meerdere keren gesproken en aanvullend onderzoek laten verrichten. In 2022 werd klager weer door de huisarts naar de vaatchirurg verwezen, dit keer in verband met een nieuwe spatader op zijn been. De vaatchirurg heeft onderzoek verricht en klager op zijn verzoek doorverwezen naar een ander ziekenhuis. Klager verwijt de vaatchirurg onder meer dat hij ten onrechte de diagnose posttrombotisch syndroom (PTS) niet met hem heeft besproken en hiervoor geen doorverwijzing heeft gegeven. Daarnaast verwijt klager de vaatchirurg dat hij op basis van alleen een echo een verkeerde diagnose zou hebben gesteld als klager niet had aangedrongen op een MRI. Tot slot stelt klager dat de vaatchirurg hem onheus heeft bejegend. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:3 Kamer voor het notariaat Amsterdam 753951 / NT 24-18

    1.1. De notaris heeft aangevoerd dat hij geen enkele aanleiding had om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid en de mogelijkheid tot vrije wilsvorming van erflaatster, maar hij heeft die stelling onvoldoende onderbouwd. In de gegeven omstandigheden had de notaris niet af mogen gaan op het oordeel van een van zijn medewerksters, zoals hij blijkens zijn bericht aan de bewindvoerder wel heeft gedaan. Dat de notaris erflaatster zelf heeft gesproken over de inhoud van de akte is niet komen vast te staan, laat staan op welke wijze dit zou zijn gebeurd. De notaris heeft de kamer er daarom niet van kunnen overtuigen dat hij zich met de vereiste zorgvuldigheid een indruk heeft gevormd van de wilsbekwaamheid van erflaatster en dat hij zich er naar behoren van heeft verzekerd dat erflaatster deze akte zelf heeft gewild en bij het vormen van haar wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed. De klacht is daarom gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7305

    Verweerder, anesthesioloog, wordt verweten a) een injectie vanwege pijnklachten te diep te hebben geplaatst waardoor een zenuw is beschadigd en b) klager niet direct na de behandeling te hebben doorverwezen. Het college overweegt dat niet is komen vast te staan dat de naald onjuist is geplaatst. Direct na de behandeling was er geen indicatie om klager door te verwijzen. De door klager gestelde telefonische benaderingen na de ingreep richting verweerder zijn niet gebleken. Oordeel college: Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:4 Kamer voor het notariaat Amsterdam 754082/NT 24-19

    1.1. Ook de tweede klacht is gegrond. De notaris heeft toegelicht dat zij met de ‘akte verdeling nalatenschap’ van 11 september 2022 een verdeling van de nalatenschap tussen de deelgenoten heeft beoogd te bewerkstelligen om te kunnen voldoen aan de vereisten voor een succesvol beroep op de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). De notaris heeft ter zitting echter niet kunnen uitleggen hoe zij deze verdeling voor zich zag, wetende dat niet alle deelgenoten aan deze verdeling meewerkten. De notaris heeft ter zitting ook niet kunnen uitleggen wat de rechtsgevolgen zijn van de door haar verleden akte. Daarmee staat ook vast dat de notaris klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd over de gevolgen van de akte (Belehrung, klachtonderdeel 1). De rechtsgevolgen van de akte zijn de kamer na lezing van de akte ook niet duidelijk geworden. Zo is onduidelijk of alle bestanddelen die in de akte staan vermeld wel (volledig) tot de nalatenschap behoorden, is onduidelijk of sprake is van levering of afgifte van legaten en ook in hoeverre de beoogde rechtshandelingen alle kunnen zijn “ter uitvoering van” het keuzelegaat in het testament zoals in de akte staat vermeld. Bovendien is niet duidelijk wat het aan de kinderen gelegateerde of geleverde bloot eigendom van erflaatsters aandeel in de maatschap behelst voor zover dat aandeel de economische eigendom betrof van de in de akte genoemde percelen cultuurgrond. Hiermee staat al vast dat de notaris bij het opstellen en passeren van de akte onzorgvuldig en ondeskundig heeft gehandeld. De kamer zal daarom niet verder ingaan op andere verwijten die klaagster de notaris maakt ten aanzien van de inhoud van de akte (klachtonderdelen 2 tot en met 6). Vast staat dat klaagster goede redenen had om haar medewerking aan deze akte te weigeren.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:101 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-627/AL/OV

    Verzet ongegrond.