Zoekresultaten 21-40 van de 44651 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-178/AL/LI/W

    Wrakingsbeslissing. De wrakingskamer verklaart het verzoek ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 755570 / NT 24-28 755571 / NT 24-29

    1.1. Uit de door klaagster en de kandidaat-notaris gegeven toelichting op hun communicatie voorafgaand aan de dienstweigering blijkt dat het – eerst na de bespreking van 7 mei 2024 gebleken – bezit van cryptovaluta heeft geleid tot een gebrek aan vertrouwen van de kandidaat-notaris in klaagster. Daarvoor bestond naar het oordeel van de kamer geen aanleiding. De melding van het bezit van de cryptovaluta is nog op de dag van de bespreking gedaan. Dat klaagster dit bewust heeft verzwegen is niet gebleken; in tegendeel, voor de hand ligt dat zij dit bezit (ter waarde van circa € 250) vergeten was te melden. Toen de digitale nalatenschap voor het notariskantoor een beletsel bleek, heeft klaagster haar cryptovaluta verkocht en dit meteen aan de kandidaat-notaris gemeld. Daarbij heeft zij opnieuw haar wens uitgesproken dat het notariskantoor haar nalatenschap zou afwikkelen. De kandidaat-notaris heeft evenwel, zoals zij op de mondelinge behandeling heeft bevestigd, in het daaropvolgende telefoongesprek met klaagster gezegd dat zij er niet op kon vertrouwen dat klaagster daadwerkelijk alle cryptomunten had verkocht en dienstverlening aan klaagster geweigerd. Dat klaagster dit als kwetsend heeft ervaren is begrijpelijk.1.2. Voor zover (steeds) aanvullende wensen van klaagster ten grondslag hebben gelegen aan de weigering tot dienstverlening, geldt dat de kandidaat-notaris haar geen nieuwe offerte heeft doen toekomen. Daarover zou volgens de kandidaat-notaris wel telefonisch met klaagster zijn gesproken, maar uiteindelijk is besloten tot dienstweigering, overigens ook zonder klaagster concreet naar een andere notaris door te verwijzen. Dat klaagster niet bereid was om meer kosten te betalen, zoals de notarissen stellen, betwist klaagster en hebben de notarissen ook niet concreet onderbouwd. Niet kan daarom worden aangenomen dat dit aan de dienstverlening in de weg stond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7284

    Klacht tegen psychiater deels gegrond. De psychiater is betrokken geweest bij de behandeling van klagers’ zoon (hierna: patiënt) als onderdeel van een multidisciplinaire behandeling. Gedurende deze behandeling heeft patiënt een suïcidepoging gedaan, aan de gevolgen waarvan hij uiteindelijk is overleden. Klagers maken de psychiater verschillende verwijten over de behandeling van patiënt en over de nazorg aan hen als nabestaanden na het overlijden van patiënt. De klacht over de nazorg aan klagers is deels gegrond. In een nagesprek met klagers is de psychiater tekortgeschoten in zijn verantwoordelijkheden in zowel de voorbereiding op het gesprek als bij de opvolging daarvan. Het college legt hiervoor aan de psychiater de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:117 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-859/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De raad verklaart de klacht van klager in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2290

    Klacht tegen een chirurg. Klaagster heeft in 2009 een auto-ongeval gehad. Vanwege aanhoudende schouderklachten rechts en na diverse onderzoeken is zij op 16 november 2012 door de chirurg geopereerd. Klaagster meent dat de chirurg niet de juiste operatie heeft uitgevoerd en maakt hem hierover diverse verwijten. Ook verwijt zij hem dat hij onjuiste declaraties heeft gedaan en dat een eerder geplande operatie niet door is gegaan. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/8049

    Klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Klacht over optreden van verweerder als bestuurder die in die hoedanigheid een officiële waarschuwing aan verweerder heeft gestuurd. Handelen valt niet onder de tweede tuchtnorm, omdat het geen schade kan opleveren in het kader van de individuele gezondheidszorg en ook het vertrouwen in de beroepsuitoefening niet schaadt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:76 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2645

    Klacht tegen neuroloog. De echtgenote van klager is in december 2020 opgenomen in het Ikazia Ziekenhuis en enkele dagen later overleden. Klager verwijt de neuroloog a) dat de zorg aan zijn echtgenote niet goed en ondeskundig is geweest, en b) dat is nagelaten om hem te bellen toen zijn echtgenote achteruitging, waardoor klager niet bij zijn echtgenote was toen zij overleed. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Klager heeft tegen die beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-672/AL/OV

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:77 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2479

    Klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog is werkzaam bij een specialistisch centrum op het gebied van kindermishandeling/seksueel misbruik. De dochter van klager is door de huisarts naar het specialistisch centrum verwezen in verband met mogelijk misbruik door klager. De gz-psycholoog heeft de dochter van klager onderzocht en een onderzoeksverslag opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht over onder meer het onderzoek, het onderzoeksverslag en de dossiervoering ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:113 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-729/AL/OV

    De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-739/AL/OV

    Verweerder heeft in procedures opgetreden als advocaat van de wederpartij van klaagster. Naar het oordeel van de raad is klaagster deels niet-ontvankelijk omdat een deel van haar verwijten te laat zijn ingediend of omdat zij daarbij geen eigen belang heeft. De verdere verwijten zijn naar het oordeel van de raad ongegrond. Klaagster heeft veel stukken overlegd zonder duidelijk te maken welk stuk dient voor welke stelling. Verweerder mocht afgaan op de van zijn cliënt(en) verkregen informatie zonder nader onderzoek. Als partijdig advocaat kon hij ook de standpunten innemen en wijzigen door voortschrijdend inzicht zoals door hem namens zijn cliënt(en) gedaan. Klaagster heeft in die procedures tegen de door verweerder aangevoerde feiten en stellingen ook verweer kunnen voeren. Verweerder mocht namens zijn cliënten het wrakingsmiddel inzetten zoals hij dat heeft gedaan. Niet is gebleken dat verweerder op enigerlei wijze de belangen van klaagster heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:72 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2516

    Ongegronde klacht tegen een radioloog. Klager verwijt de radioloog dat een door de radioloog uitgevoerd echo-onderzoek erg pijnlijk was en dat hij sindsdien een groot aantal blijvende lichamelijke klachten heeft ontwikkeld. Volgens klager is het echo-onderzoek de oorzaak van zijn klachten. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:115 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-771/AL/MN

    De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:73 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2515

    Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft samen met een GZ-psycholoog een pro Justitia rapport over klager opgesteld. Dit gebeurde op verzoek van het gerechtshof in het kader van een strafrechtelijke procedure tegen klager. Klager maakt de psychiater verwijten die verband houden met het rapportageproces en de inhoud van het rapport. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaart en aan de psychiater een berisping opgelegd. De psychiater heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de psychiater in het rapport op onvoldoende inzichtelijke en consistente wijze uiteen heeft gezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. Het rapport voldoet daarmee niet aan de eisen die het Centraal Tuchtcollege volgens vaste rechtspraak aan een rapport stelt. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:116 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-817/AL/MN

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet van klaagster slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:74 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2514

    Klacht tegen een GZ-psycholoog. De GZ-psycholoog heeft samen met een psychiater een pro Justitia rapport over klager opgesteld. Dit gebeurde op verzoek van het gerechtshof in het kader van een strafrechtelijke procedure tegen klager. Klager maakt de GZ-psycholoog verwijten die verband houden met het rapportageproces en de inhoud van het rapport. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaart en aan de GZ-psycholoog een berisping opgelegd. De GZ-psycholoog heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de GZ-psycholoog in het rapport op onvoldoende inzichtelijke en consistente wijze uiteen heeft gezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen. Het rapport voldoet daarmee niet aan de eisen die het Centraal Tuchtcollege volgens vaste rechtspraak aan een rapport stelt. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7642

    Gegronde klacht van de IGJ tegen verpleegkundige bij wie kinderpornografisch materiaal op zijn telefoon is aangetroffen. Het downloaden, het bezit en het bekijken van het materiaal wordt vastgesteld. Beklaagde heeft geen aanleiding gezien zijn drijfveren te onderzoeken voor deze in zijn ogen “eenmalige actie ingegeven door misplaatste nieuwsgierigheid”. Het college ziet mede hierom aanleiding beklaagde door te halen en met onmiddellijke ingang te schorsen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:111 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-639/AL/GLD

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7719

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in opdracht van de Officier van Justitie een psychiatrisch onderzoek verricht naar de persoon van klaagster. Klaagster is van mening dat het door de psychiater opgestelde rapport geen juist beeld van haar geeft, omdat er onjuistheden zijn vermeld en positieve informatie achterwege is gelaten. Naar het oordeel van het college heeft de psychiater een zorgvuldig, degelijk rapport opgesteld dat aan de daarvoor geldende eisen voldoet. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:5 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/439684 / KL RK 24-104

    De notaris heeft onzorgvuldig gehandeld door het voeren van een onzorgvuldige organisatie, niet reageren contactverzoeken van klagers en het niet onverwijld rechtzetten van administratieve slordigheden. Deze klachtonderdelen worden gegrond verklaard. Het al dan niet tonen van weinig tekenen van zelfreflectie valt niet onder de reikwijdte van het notarieel tuchtrecht. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Het verwijt dat sprake zou zijn van loyaal declaratiegedrag door de notaris is niet onderbouwd. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd wegens het niet betrachten van de nodige zorgvuldigheid die van een notaris wordt verwacht, noch het voldoen aan zijn zorgplicht jegens klagers.