Zoekresultaten 36411-36420 van de 45118 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3541 Raad van Discipline Arnhem 12-191
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 07-11-2012
- ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3541
Voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Het tuchtrecht is er niet voor om kwesties die reeds langs civielrechtelijke weg zijn beslecht nogmaals te toetsen.
-
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3535 Raad van Discipline Arnhem 12-154
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 28-09-2012
- ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3535
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat over onbehoorlijke dienstverlening in procedure tot indiening van een klaagschrift ex art. 12 Sv en weigeren dossier over de dragen is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2462 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.304
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 04-12-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2462
Rapport BMA-arts in het kader van een beoordeling ex art. 64 Vreemdelingenwet. Klager stelt, samengevat weergegeven, dat het medisch advies van de BMA-arts onzorgvuldig dan wel onvolledig is, omdat daarin geen rekening is gehouden met de effectiviteit van de behandeling in het land van herkomst en omdat zij niet is ingegaan op medisch relevante punten. Daarnaast heeft de BMA-arts volgens klager een onzorgvuldig reisadvies gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de zorgvuldigheid die de BMA-arts jegens de aanvrager van een verblijfsvergunning verschuldigd is meebrengt dat, indien in een individueel geval de gegevens in het dossier van de aanvrager voor de BMA-arts aanleiding moeten zijn gerede twijfel te hebben over de effectiviteit voor de aanvrager van de zorg in het land van herkomst, de BMA-arts zo mogelijk daarnaar nader onderzoek verricht, bijvoorbeeld door (nadere) raadpleging daaromtrent van een deskundige, dat zou kunnen zijn een vertrouwensarts in dat land. Indien geen nader onderzoek wordt of kan worden verricht, dient de arts in zijn rapportage in ieder geval melding te maken van die gerede twijfel. Het Centraal Tuchtcollege realiseert zich dat de effectiviteit van een behandeling afhankelijk is van tal van factoren. Het Centraal Tuchtcollege realiseert zich ook dat een BMA-arts omtrent diverse factoren geen (deugdelijk onderbouwde) uitspraak kan doen, reeds omdat de arts omtrent die factoren onvoldoende kennis of deskundigheid bezit. Dat neemt echter niet weg dat het tot de professionele verantwoordelijkheid van de BMA-arts behoort in de rapportage onder ogen te zien of er gerede twijfel kan bestaan over de effectiviteit van de behandeling in het land van herkomst, met name gelet op de aard van het trauma en de omstandigheden waaronder dat is veroorzaakt, althans gelet op die omstandigheden waaromtrent de arts wel geacht kan worden zich uit te laten. In het onderhavige geval had de arts nader onderzoek dienen te verrichten naar – althans meer uitdrukkelijk melding moeten maken van – de angst van klager voor militairen in het land van herkomst. Nu het een feit van algemene bekendheid is dat de politieke situatie aldaar instabiel is, hetgeen zich regelmatig uit in gewapende conflicten, had het in de rede gelegen dat de verzekeringsarts zich rekenschap had gegeven van het feit dat klager met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal worden geconfronteerd met militairen en/of met personen in militaire kleding. Uit de medische achtergrondinformatie ten aanzien van klager kan naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege worden afgeleid dat confrontatie met militairen een contra-indicatie zou kunnen zijn voor een effectieve behandeling van klager, mede gelet op wat blijkens het dossier van klager de mogelijke gevolgen zijn wanneer klager onverhoeds wordt geconfronteerd met een situatie die bij hem heftige angst opwekt. In het verlengde hiervan had de verzekeringsarts niet zonder meer kunnen afzien van het persoonlijk onderzoeken van klager. Zij had zich althans nader moeten (laten) inlichten over de aard van de angst en de mogelijke gevolgen van confrontatie met militairen op de effectiviteit van een behandeling van klager. Dit brengt overigens, anders dan het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen, nog niet met zich dat zij in alle gevallen klager had dienen op te roepen voor een persoonlijk onderzoek; ook was het mogelijk geweest dat zij de expertise van een deskundige collega had ingewonnen. Zonder nadere toelichting, die de verzekeringsarts echter niet heeft gegeven, kan niet worden aangenomen dat de verzekeringsarts voldoende rekenschap heeft gegeven van de persoonlijke situatie van klager in relatie tot de beantwoording van vragen 5a en b die de IND haar heeft voorgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3529 Raad van Discipline Arnhem 12-120
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 19-11-2012
- ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3529
Klacht dat verweerder klaagster niet goed heeft bijgestaan in arbeidsgeschil, in het bijzonder klaagster heeft geadviseerd om niet met werkgever over voorstel beëindiging in overleg te treden; dat heeft de rechter in de ontbindingsprocedure haar aangerekend. Ongegrond. Advocaat heeft bij de behandeling van een zaak de leiding en dient vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van cliënt het beste zijn gediend. Wel moet advocaat de cliënt duidelijk maken hoe hij te werk wil gaan en waartoe hij wel of niet bereid is. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is in het algemeen pas sprake als de advocaat kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad. Nu het voorstel van werkgeverszijde heel ver af stond van hetgeen verweerder goed gemotiveerd aan redelijke vergoeding had begroot is niet onbegrijpelijk en ook aanvaardbaar dat verweerder heeft geadviseerd af te zien van verder onderhandelen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2469 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.204
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 04-12-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2469
De aangeklaagde gz-psycholoog is werkzaam in een instelling voor Autisme en heeft in het kader van de diagnose Autismespectrumstoornissen, de psycho-educatieve behandeling van klager op zich genomen. Klager verwijt de gz-psycholoog: 1. het stellen van een onjuiste diagnose en het geven van een onjuist medicatie advies; 2. onheuse en krenkende bejegening; 3. Schending van het beroepsgeheim en de zorgplicht; 4. het verstrekken van onjuiste en lasterlijk informatie aan derden. Het RTG heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.
-
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3536 Raad van Discipline Arnhem 12-81
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 29-10-2012
- ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3536
Klacht betreffende het voorstel om zwart te betalen ongegrond omdat niet is vast komen te staan dat verweerder dit voorstel heeft gedaan. Klacht dat verweerder de echtgenote en de dochter van klager als opdrachtgever heeft aangemerkt eveneens ongegrond. Oordeel wie als opdrachtgever dient te worden aangemerkt is voorbehouden aan de civiele rechter. De raad toetst slechts marginaal. Gezien de nauwe betrokkenheid van de echtgenote bij de zaak en gezien het feit dat de dochter mede als procespartij is opgetreden heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat zij als medeopdrachtgevers hebben te gelden. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3524 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6496
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 23-11-2012
- ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3524
Tussenbeslissing. Nadat de raad klachten gegrond had bevonden en aan verweerster een schorsing had opgelegd, ging verweerster in beroep. Vervolgens ging klaagster failliet en trok de curator, na het treffen van een schikking, de klacht in. Het hof beslist dat de klacht moet worden voortgezet om redenen aan het algemeen belang ontleend. Het hof formuleert de uitgangspunten voor de beoordeling van een dergelijke beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2463 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.423
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 04-12-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2463
Klacht: Klager is bij verweerster, dermatoloog, onder behandeling voor psoriasis, maar lijdt tevens aan intermitterend priapisme. Verweerster voelt zich als vrouwelijke arts ongemakkelijk bij deze laatste aandoening en wenst de behandelovereenkomst te beëindigen onder verwijzing van klager naar een collega-dermatoloog. Klager verwijt verweerster dat zij de behandelovereenkomst zonder geldige reden heeft opgezegd. RTG Groningen: Kennelijk ongegrond. Klacht afgewezen. CTG: verwerpt het beroep van klager. Het Centraal Tuchtcollege acht de reden voor beëindiging van de behandelingsovereenkomst op zichzelf naar objectieve maatstaven onvoldoende gewichtig. De omstandigheden van het geval ontnemen echter het tuchtrechtelijk verwijtbare karakter aan de beëindiging.
-
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3530 Raad van Discipline Arnhem 12-130
- Datum publicatie: 05-12-2012
- Datum uitspraak: 19-11-2012
- ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3530
Rechtbank verkeerd voorlichten en misleiden door gebruik te maken van een vals stuk, niet met open vizier procederen, valselijk tegenover klager de suggestie wekken dat hij zijn handelwijze tevoren met de deken had besproken en afgestemd. Schorsing van twee maanden, mede gezien tuchtrechtelijk verleden alsmede door verweerder in de klachtprocedure aan klagers adres gemaakte ongepaste en suggestieve verwijten, die kant noch wal raken en moeten worden gekwalificeerd als onder de gordel en de grenzen van het betamelijke ver te buiten gaand.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3523 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 104 - 2012
- Datum publicatie: 04-12-2012
- Datum uitspraak: 26-11-2012
- ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3523
Bij beroepschrift behorende producties te laat aangeleverd. Misleidende informatie daarover verschaft aan cliënten, wederpartij en klagers. Verweerster heeft noch ter zitting noch voorafgaand aan de zitting aannemelijk gemaakt dat haar gedragingen een direct gevolg waren van medicijngebruik. Wat hiervan ook moge zijn, ook indien het gedrag van verweerster een direct gevolg zou zijn geweest van medicijngebruik, zou dat niet hebben afgedaan aan het tuchtrechtelijk verwijtbare karakter daarvan. Klacht gegrond; berisping
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3641
- Pagina: 3642
- Pagina: 3643
- ...
- Pagina: 4512
- Volgende pagina zoekresultaten