Zoekresultaten 271-280 van de 43999 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:271 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7190
- Datum publicatie: 20-12-2024
- Datum uitspraak: 20-12-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:271
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft klager, destijds zeventien jaar, esthetisch behandeld aan zijn bovengebit door facings te plaatsen en frontelementen te verlengen en te verbreden. Klager vindt dat er geen behandelplan met risico’s en gevolgen is opgesteld. Hierdoor heeft klager ingestemd met een behandeling waarvan hij van tevoren niet wist wat deze behandeling precies inhield en die verder ging dan zijn oorspronkelijke hulpvraag. Voor het college staat vast dat de meningen verschillen over wat er precies is besproken. Wel blijkt uit het dossier (attentieteksten) dat de tandarts niet onvoldoende informatie heeft gegeven. Het college vindt dat de tandarts in eerste instantie een minder invasieve behandeling had moeten voorstellen. Klacht deels gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:265 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7046
- Datum publicatie: 20-12-2024
- Datum uitspraak: 20-12-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:265
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager nam contact op met de praktijk van de huisarts vanwege aanhoudende oorklachten (suis/piep). Klager verwijt de huisarts dat zij klager tot twee keer toe naar huis heeft gestuurd met serieuze klachten aan zijn oor en hem niet heeft doorverwezen naar de KNO-arts in een fase waarin dit nog verschil had kunnen maken voor zijn behandeling van de gehoorschade. De huisarts is slechts bij één consult betrokken geweest. Naar het oordeel van het college heeft ze volgens de NHG-standaard Slechthorendheid gehandeld. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:311 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-175/AL/MN
- Datum publicatie: 20-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:311
Verzetbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. In de voorzittersbeslissing is de juiste maatstaf toegepast en met alle relevantie feiten en omstandigheden is rekening gehouden. De beslissing is op de afzonderlijke klachtonderdelen door de voorzitter begrijpelijk gemotiveerd en de klacht is terecht en op de juiste gronden kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:266 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7163
- Datum publicatie: 20-12-2024
- Datum uitspraak: 20-12-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:266
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster vindt dat er in haar medisch dossier ten onrechte vermeld staat dat bij haar sprake zou zijn van een psychose. Het college volgt de huisarts dat hem geen verwijt kan worden gemaakt van het opnemen van de diagnose ‘verdenking psychose’ in het dossier nu hij niet degene is die dit geregistreerd heeft en ook niet bekwaam is om de juistheid ervan te beoordelen. De reflectie van de huisarts dat hij dit achteraf bezien beter met klaagster had kunnen bespreken en uitleggen, is terecht. Geen tuchtrechtelijk verwijt. Gelet op de vertrouwensbreuk en de problemen die klaagster naderhand heeft ondervonden met het vinden van een nieuwe huisarts, betreurt de huisarts het dat hij niet de overdracht naar een huisarts (van de andere maatschap) binnen de praktijk heeft gefaciliteerd.Het college is van oordeel dat dit een terechte reflectie van de huisarts is, geen tuchtrechtelijk verwijt. Overige klachtonderdelen ook ongegrond. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:312 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-257/AL/MN
- Datum publicatie: 20-12-2024
- Datum uitspraak: 16-12-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:312
Raadsbeslissing. Het is de raad niet gebleken dat verweerster bij de behandeling van de zaak van klaagster niet zorgvuldig en onvoldoende voortvarend zou hebben gehandeld. Verweerster is in verband met de verhuizing van haar kantoor korte termijn minder goed bereikbaar geweest, maar niet in die mate dat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen sprake is . Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:267 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7181
- Datum publicatie: 20-12-2024
- Datum uitspraak: 20-12-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:267
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager zit in een detentiecentrum. Klager verwijt de huisarts dat de klachten aan zijn polsen onvoldoende zijn behandeld. Het college oordeelt dat de huisarts adequaat heeft gehandeld door klager tijdens het consult door te verwijzen naar de afdeling heelkunde in het ziekenhuis. Dit was, gelet op de huidige klachten van klager en de voorgeschiedenis, een correcte en adequate verwijzing. De huisarts is niet betrokken geweest bij het bepalen van het behandelbeleid van de chirurg. Het college kan zich voorstellen dat het frustrerend is voor klager dat het lang duurt voordat hij geopereerd wordt en dat hij al lang met klachten loopt. Het is daarbij niet helpend dat er geen vast aanspreekpunt is voor klager en dat hij door veel verschillende (huis)artsen wordt gezien. Dit kan de huisarts echter niet persoonlijk verweten worden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:171 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-785/DB/OB
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 19-12-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:171
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat (1) verweerster, door haar medewerking te verlenen aan klagers ontslag in een speak up situatie, bewust het benadelingsverbod voor klokkenluiders heeft overtreden, zij (2) medewerking heeft verleend aan het “kaltstellen” van klager en het uitoefenen van psychische terreur op klager en zijn gezin, hetgeen strafbaar is, noch dat (3) zij wist dat het ontslag onrechtmatig en onrechtvaardig was en met haar bijstand de advocateneed heeft geschonden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6848
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:135
Klacht tegen een huisarts gegrond. De vader van klaagsters is overleden aan de gevolgen van longfibrose. Klaagsters verwijten de huisarts, samengevat, dat zij hun vader en klaagsters onvoldoende heeft betrokken in het beleid, inadequaat medicatie heeft voorgeschreven, de zorg bij het einde van hun vaders leven onvoldoende heeft afgestemd en onvoldoende zelfreflectie heeft getoond. Het college is van oordeel dat weliswaar het ingezette beleid en de voorgeschreven medicatie goed gevolgd kunnen worden, maar dat op enkele belangrijke onderdelen de communicatie en dossiervorming over het ingezette (palliatieve) beleid en medicatie niet voldoende waren en legt de maatregel van een waarschuwing op. Het klachtonderdeel dat de huisarts onvoldoende blijk geeft van zelfreflectie en onvoldoende nazorg heeft geboden, acht het college ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2024:21 Kamer voor het notariaat Amsterdam 748995 / NT 24-9
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 05-11-2024
- ECLI:NL:TNORAMS:2024:21
Het betoog van de notaris dat zij en de notarisklerk klagers mondeling uitdrukkelijk hebben gewezen op het publiekrechtelijke beperkingenbesluit, hetgeen klagers uitdrukkelijk betwisten, leidt niet tot een ander oordeel. Juist om zeker te stellen dat een koper op de hoogte is en een situatie als de onderhavige, waarin de verklaringen van partijen over wat er wel of niet is besproken lijnrecht tegenover elkaar staan, te voorkomen, ligt het op de weg van de notaris om het bestaan van een dergelijke beperking ten aanzien van het registergoed schriftelijk vast te leggen. De klacht is dus gegrond voor zover deze betrekking heeft op schending van de informatieplicht en de waarschuwingsplicht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6849
- Datum publicatie: 19-12-2024
- Datum uitspraak: 13-12-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:136
Klacht tegen een huisarts gegrond. De vader van klaagsters is overleden aan de gevolgen van longfibrose. Klaagsters verwijten de huisarts, samengevat, dat hij hun vader en klaagsters onvoldoende heeft betrokken in het beleid, inadequaat medicatie heeft voorgeschreven, geen controles heeft gedaan en onvoldoende zelfreflectie heeft getoond. Het college is van oordeel dat weliswaar het ingezette beleid en de voorgeschreven medicatie goed gevolgd kunnen worden, maar dat op enkele belangrijke onderdelen de communicatie en dossiervorming over het ingezette (palliatieve) beleid niet voldoende waren en legt de maatregel van een waarschuwing op. Het klachtonderdeel dat de huisarts onvoldoende blijk geeft van zelfreflectie en onvoldoende nazorg heeft geboden, acht het college ongegrond.