Zoekresultaten 12201-12210 van de 45116 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:209 Raad van Discipline Amsterdam 20-611/A/A
- Datum publicatie: 05-10-2020
- Datum uitspraak: 28-09-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:209
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in beide onderdelen kennelijk ongegrond. Uit het klachtdossier volgt dat verweerster haar werkzaamheden voor klager na de uitspraak van het hof in overleg met klager heeft beëindigd en de zaak heeft overgedragen aan een advocaat die cassatiezaken doet. Dat verweerster vervolgens, al dan niet in verband met de door haar gestelde vertrouwensbreuk, niet bereid was nieuwe werkzaamheden voor klager te verrichten is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:170 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.166
- Datum publicatie: 05-10-2020
- Datum uitspraak: 05-10-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:170
Klacht tegen verzekeringsarts bij het UWV. Klaagster is in 2017 uitgevallen voor haar werk en heeft een “Aanvraag deskundigenoordeel door werknemer” ingediend bij het UWV ter beoordeling van de vraag of het door de werkgever aangeboden werk passend is te achten. Een arbeidsdeskundige van het UWV heeft, alvorens hierover te rapporteren, een advies ingewonnen bij verweerder. Verweerder heeft daarop een “Verzekeringsgeneeskundige rapportage” en een “Medisch onderzoeksverslag” opgesteld. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens een rapport opgesteld met de conclusie dat de door de werkgever aangeboden arbeid passend is. De klacht houdt in dat verweerder zijn geheimhoudingsplicht jegens klaagster heeft geschonden en bij de beoordeling van de re-integratie inspanningen van de werkgever ten onrechte slechts heeft gekeken naar een bepaald punt in een jaar en niet naar het hele voorgaande jaar. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:171 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.227
- Datum publicatie: 05-10-2020
- Datum uitspraak: 05-10-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:171
Klacht tegen basisarts, werkzaam voor een arbodienst. Klaagster is vijf jaar lang door verweerder begeleid bij verschillende periodes van langdurig verzuim. Klaagster is ontevreden over de verzuimbegeleiding door verweerder en dat is in haar ogen geen wonder omdat hij geen bedrijfsarts is. Toch heeft hij zich begeven op het terrein van de bedrijfsgeneeskunde en zich volgens klaagster voorgedaan als bedrijfsarts. Daarnaast vindt klaagster dat verweerder zijn beroepsgeheim heeft geschonden door medische informatie aan haar werkgever te geven. Verder heeft zij nog een aantal aanvullende klachten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:172 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.070
- Datum publicatie: 05-10-2020
- Datum uitspraak: 05-10-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:172
Klacht tegen arts maatschappij en gezondheid die in dienst van de gemeente in 2018 en 2019 medisch advies heeft uitgebracht over de verlening van een gehandicaptenparkeerkaart. Klager is in 2013 betrokken geweest bij een ongeval met blijvend beenletsel als gevolg. Hij heeft een koeriersbedrijf en heeft bij de gemeente een gehandicaptenparkeerkaart aangevraagd. Klager verwijt de arts dat hij in 2018 en 2019 de situatie van klager op onzorgvuldige wijze heeft beoordeeld door niet alle relevante (medische) informatie op te vragen en mee te wegen in zijn oordeel en dat zijn verslaglegging in deze procedure onzorgvuldig is geweest. Het RTG verklaart het tweede klachtonderdeel (betreffende het medisch advies uit 2019) gegrond en waarschuwt de arts, en verklaart het eerste klachtonderdeel (betreffende het medisch advies uit 2018) ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de ongegrondverklaring van het eerste klachtonderdeel.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:173 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.114
- Datum publicatie: 05-10-2020
- Datum uitspraak: 05-10-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:173
Klacht tegen verzekeringsarts. Klager heeft zich in 2011 ziekgemeld. In 2013 is klager gezien door de verzekeringsarts, in het kader van het einde van de wachttijd van de wet WIA. De verzekeringsarts heeft in het medisch onderzoeksverslag onder meer geconcludeerd dat er sprake is van verminderde benutbare mogelijkheden als rechtstreeks gevolg van ziekte of gebrek. De klacht houdt in dat de verzekeringsarts in dit medisch onderzoeksverslag heeft genoteerd dat volgens informatie van de bedrijfsarts klager na één gesprek is weggelopen uit een mediationgesprek, zonder bij klager na te gaan of hij inderdaad uit het mediationgesprek is weggelopen en daarmee klakkeloos is afgegaan op informatie van een niet nader genoemde bedrijfsarts. Volgens klager was juist zijn werkgever niet bereid tot mediation. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:208 Raad van Discipline Amsterdam 20-612/A/A
- Datum publicatie: 05-10-2020
- Datum uitspraak: 28-09-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:208
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerder heeft aan klager bevestigd dat hij op korte termijn niet aan vervolgacties toekomt. Dat stond verweerder vrij. Verweerder heeft klager een faire keuze voorgelegd; of bij verweerder blijven en wachten totdat verweerder weer tijd voor de zaak zou hebben, of overstappen naar een andere advocaat. Klager heeft kennelijk voor het laatste gekozen. Dat valt verweerder niet tuchtrechtelijk te verwijten.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 300/2019
- Datum publicatie: 02-10-2020
- Datum uitspraak: 02-10-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:104
Klacht tegen gynaecoloog. Beklaagde wordt verweten dat zij klaagster onjuist dan wel onvolledig heeft geïnformeerd, de operatie niet op de juiste wijze heeft uitgevoerd en onvoldoende nazorg heeft verricht. Het college heeft vastgesteld dat uit niets is gebleken dat, gedurende de vele contactmomenten die beklaagde met klaagster heeft gehad, zij klaagster onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. De operatie is lege artis uitgevoerd. Beklaagde heeft voldoende nazorg heeft geleverd. Zij heeft zelfs meer gedaan dan van een gemiddeld arts verwacht mag worden in gelijke omstandigheden, zoals het opnemen van contact met klaagster tijdens haar vakantie. Vervolgens is zij het beloop van het urologisch traject blijven volgen. Beklaagde heeft veel compassie en reflectie getoond, zoals uit het dossier blijkt en heeft zich ook ter zitting zeer empathisch opgesteld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 301/2019
- Datum publicatie: 02-10-2020
- Datum uitspraak: 02-10-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:105
Klacht tegen gynaecoloog. Beklaagde wordt verweten dat zij klaagster onjuist dan wel onvolledig heeft geïnformeerd, de operatie niet op de juiste wijze heeft uitgevoerd en onvoldoende nazorg heeft verricht. Naar het oordeel van het college is voldoende aannemelijk dat beklaagde geen enkel verwijt valt te maken. Beklaagde heeft zich, ondanks het feit dat zij geen hoofdbehandelaar was, zeer betrokken opgesteld. Het tweede klachtonderdeel heeft geen betrekking op beklaagde omdat haar collega deze operatie heeft uitgevoerd. Beklaagde is niet tekort geschoten in de nazorg. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 213/2019
- Datum publicatie: 02-10-2020
- Datum uitspraak: 02-10-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:106
Klacht tegen verpleegkundige ongegrond. Hoewel het beter had gekund is de verpleegkundige binnen de grenzen van een redelijke bekwame beroepsuitoefening gebleven toen zij op het verkeerde been werd gezet door verschillende informatie uit stukken omtrent de positionering van een darmpoliep. Een collega van beklaagde heeft het bedoelde telefonisch contact gehad met klagers. Omdat de verpleegkundige niet betrokken was bij het telefoongesprek kan haar dat niet tuchtrechtelijk verweten worde.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:168 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.055
- Datum publicatie: 02-10-2020
- Datum uitspraak: 02-10-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:168
Klacht tegen een huisarts. De huisarts was de huisarts van klaagster en haar toenmalige echtgenoot. De klacht omvat drie aspecten, te weten: 1. het door de huisarts verstrekken van een verklaring aan klaagsters toenmalige echtgenoot, 2. het consult van klaagster in december 2016, de verslaglegging daarvan en de verklaring die de huisarts daarover aan klaagster heeft gegeven en 3. de gang van zaken bij het uitschrijven van klaagster als patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ten aanzien van de door de huisarts afgegeven verklaring gegrond, legt aan de huisarts een waarschuwing op en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk voor zover het beroep ziet op de door het Regionaal Tuchtcollege gegrond verklaarde klachtonderdelen en voor zover klaagster nieuwe klachtonderdelen heeft aangevoerd en verwerpt voor het overige het beroep van klaagster.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1220
- Pagina: 1221
- Pagina: 1222
- ...
- Pagina: 4512
- Volgende pagina zoekresultaten