Zoekresultaten 12081-12090 van de 42257 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:225 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.478

    Klacht tegen tandarts. In beroep ligt nog voor de vraag of de tandarts de behandelrelatie met klager heeft mogen beëindigen. Behoudens gewichtige redenen mag een zorgverlener een behandelingsrelatie niet beëindigen. Blijkens het standpunt “niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst (hierna: KNMG) valt het voortdurend of frequent niet betalen van nota’s of rekeningen, waarvan in de onderhavige situatie sprake is, onder de noemer gewichtige reden. De tandarts heeft vervolgens de zorgvuldigheidseisen om de behandelingsovereenkomst te beëindigen in voldoende mate in acht genomen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:167 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-379/DH/DH

    Verweerder is in zijn dienstverlening aan klager op meerdere punten ernstig is tekortgeschoten. De raad maakt verweerder hiervan een tuchtrechtelijk verwijt. De raad acht gelet op de aard en de ernst van de verweten gedragingen en mede in aanmerking genomen het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, een schorsing van acht weken waarvan vier weken voorwaardelijk onder de hierna te noemen voorwaarden, passend en geboden. Het voorwaardelijke deel van de maatregel is bedoeld als stok achter de deur.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:15 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/43

    Dierenarts wordt verweten dat hij veterinair tekort is geschoten in de verleende zorg voor en na de behandeling van een paard met een kaakfractuur. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:142 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-405/DH/RO

    Uit de klacht blijkt dat bij klager verwarring is ontstaan over de werkzaamheden die verweerster voor hem zou verrichten in twee zaken. Deze verwarring is ontstaan, omdat verweerster onvoldoende duidelijk en schriftelijk met klager heeft gecommuniceerd. Verweerster heeft verder de voor klager ver strekkende beslissing tot intrekking van een lopende zaak slechts mondeling met hem besproken. Zonder klager bedenktijd te gegeven is verweerster overgegaan tot intrekking. Dit alles is niet zoals het een behoorlijk handelend advocaat betaamt. De raad acht de maatregel van waarschuwing passend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:72 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190047

    Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou de privé-documenten van klager op onzorgvuldige wijze hebben geretourneerd en excessief hebben gedeclareerd. Een advocaat dient uit hoofde van de op hem rustende geheimhoudingsverplichting uiterst zorgvuldig om te gaan met de door zijn cliënt aan hem verstrekte bescheiden. Naar het oordeel van het hof staat voldoende vast dat de door klager bedoelde bescheiden aan verweerder waren toevertrouwd toen klager als cliënt met verweerder contact had, alsmede dat het privacygevoelige stukken betreft. Verweerder heeft deze bescheiden niet aan klager geretourneerd door een klager niet bekende derde (R) laten bezorgen in een horecagelegenheid in Den Haag, alwaar de bescheiden door J. opgehaald zouden moeten worden, zodat J vervolgens deze bescheiden aan klager zou kunnen teruggeven. Met klager heeft geen overleg over deze gang van zaken plaatsgevonden. Hiermee heeft klager niet gehandeld zoals dat van een zorgvuldig advocaat mag worden verwacht. De klacht daarover is gegrond.  Ten aanzien van de klacht over de declaratie van 13 november 2014, waarvan klager stelt dat het daarbij in rekening gebrachte honorarium excessief was, overweegt het hof dat verweerder onweersproken heeft gesteld dat klager hierover pas heeft geklaagd op 15 november 2017 zodat de termijn van drie jaar waarbinnen geklaagd kan worden is overschreden. Het hof houdt het er daarom voor dat de klacht is ingediend na verloop van drie jaren vanaf de dag waarop klager kennis had kunnen nemen van het handelen van verweerder waarover geklaagd wordt. Wat dit klachtonderdeel betreft is klager niet-ontvankelijk. Gedeeltelijke bekrachtiging beslissing van de raad. Bekrachtiging berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:155 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-291/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. . Klacht tegen de advocaat die curator in het faillissement van de BV van klager bijstond, gedeeltelijk niet ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:136 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-120/DH/DH

    Raadbeslissing. Anders dan klaagster, verweerster en de deken ziet de raad redenen ontleend aan algemeen belang om klacht voort te zetten. De verweten gedragingen raken immers aan een andere kernwaarde dan die van deskundigheid, in het bijzonder integriteit. Daar komt bij dat verweerster de ongeoorloofdheid van haar handelwijze heeft betwist. De raad acht beide klachtonderdelen (excessief declareren en in de gegeven omstandigheden onvoldoende deugdelijke voorlichting over mogelijkheden toevoeging) gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:149 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-459/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:79 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190083

    Klacht van medeadvocaat. De klacht houdt in dat verweerder weigert een dossier te verstrekken aan klager. Het hof oordeelt dat klager verweerder enkel heeft verzocht het dossier te verstrekken aan de cliënt van klager, zijnde een letselschadebureau. De klacht mist derhalve feitelijke grondslag en is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:18 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-12

    Klaagster heeft van een medewerker van de notaris bepaalde persoonlijke, medische/psychosociale informatie over de donor gekregen. Daarbij heeft zij tevens van de medewerker vernomen dat de ouders van een ander donorkind persoonlijk contact hebben gehad met dezelfde donor als die van de zoon. De ouders hebben daarna het notariskantoor gebeld om andere ouders van donorkinderen te waarschuwen, omdat de ontmoeting niet goed was verlopen en er mogelijk sprake was van medische/psychiatrische problematiek bij de donor. Deze informatie heeft klaagster ertoe gebracht dat zij in contact wil komen met (de ouders van) het donorkind. Klaagster heeft vervolgens de notaris verzocht om haar contactgegevens door te geven aan de ouders van het andere donorkind, danwel om de ouders van het andere donorkind te benaderen met de vraag om contact op te nemen met klaagster. De notaris weigert dit. Klaagster vraagt zich af of het verstrekken van dergelijke informatie zorgvuldig is en zou graag van de Kamer horen of de notaris zich terecht op zijn geheimhoudingsplicht beroept.