Zoekresultaten 12071-12080 van de 42151 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:69 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180313

    Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat. Dit verzoek is afgewezen nadat hierover een uitgebreide correspondentie is gevoerd. Uit het dossier blijkt dat klager de door de deken opgevraagde informatie niet heeft verstrekt, maar wel herhaaldelijk heeft verzocht een mondelinge toelichting te mogen geven op zijn verzoek. Ook heeft klager aangegeven moeilijkheden te hebben met schrijftaal. Onder deze omstandigheden had het op de weg van (het bureau van) de deken gelegen om klager op gesprek uit te nodigen of op andere wijze contact met hem te zoeken, zodat hij zijn verzoek mondeling kon toelichten en verduidelijken. Nu voor het hof onduidelijk is waarom klager een advocaat nodig heeft, de deken niet is ingegaan op klagers verzoeken om een mondelinge bespreking en partijen ook niet op de zitting zijn verschenen om nadere uitleg te geven, draagt het hof de deken op om klager alsnog in de gelegenheid te stellen zijn verzoek mondeling aan hem toe te lichten en het hof hierover een verslag van bevindingen te sturen, waarna het hof een beslissing zal nemen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:213 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.358

    Klacht tegen chirurg. Klager was onder controle in het ziekenhuis in verband met de verwijding van de buikslagader en is op enig moment geopereerd door middel van een EVAR-procedure. Aan het einde van de ingreep werd een lekkage langs de stent vastgesteld. Klager is na de ingreep doorgestuurd naar een universitair ziekenhuis waar hij op een later moment een grote buikoperatie heeft ondergaan. Klager verwijt verweerder dat hij een verkeerde operatie heeft voorgesteld en daarbij een verkeerde stent heeft gebruikt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft deze twee klachtonderdelen gegrond verklaard, aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van verweerder en gelast eveneens geanonimiseerde publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/550

    Verweerder heeft een medisch advies uitgebracht in opdracht van de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar van klaagster. Volgens klaagster heeft hij daarbij ten onrechte haar diagnose fibromyalgie genegeerd, zich kwetsend hebben uitgelaten over deze ziekte en afkeurend gereageerd op de door haar voorgestelde second opinion arts. Verweerder voert verweer. ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:214 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.491

     

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:215 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.399

    Klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij op onzorgvuldige wijze, namelijk zonder overleg met betrokkenen, waaronder klager, een melding heeft gedaan bij Veilig Thuis. De melding betreft huiselijk geweld en kindermishandeling door klager. Zij heeft zich uitsluitend gebaseerd op informatie die zij heeft verkregen van de ex-vrouw van klager. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de gz-psycholoog de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de gz-psycholoog.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:216 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.010

    Klacht tegen psychiater die werkzaam was bij het Pieter Baan Centrum (PBC). De psychiater heeft in het kader van een strafzaak in opdracht van de rechtbank tezamen met een team onderzoek gedaan naar de geestesvermogens van klager en daarover gerapporteerd. Klager heeft haar verzocht om verstrekking van een afschrift van een eerder door hem bij het PBC ingediende schriftelijke verklaring en van de schriftelijke gegevens omtrent de wekelijks tijdens zijn opname gehouden groepsgesprekken. De klacht houdt in dat de psychiater weigert deze stukken te verstrekken. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege acht de klacht niet in overeenstemming met het ‘ne bis in idem-beginsel’, neergelegd in artikel 51 van de Wet BIG, omdat eerder al een tuchtprocedure over eenzelfde klacht is gevoerd. De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege wordt vernietigd en klager wordt alsnog niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1931 en 1944

    Klaagsters, twee zorgverzekeraars, verwijten verweerder dat hij als bestuurder van een keten van apothekers gedurende vier jaar opzettelijk preferente geneesmiddelen bij klaagsters heeft gedeclareerd, terwijl de bij de keten aangesloten apotheken niet-preferente geneesmiddelen aan de verzekerden van klaagsters hebben geleverd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:217 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.016

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is gedurende ruim zes jaar bij de psychiater onder behandeling geweest. Zij verwijt de psychiater dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld, haar verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en haar het advies heeft gegeven om alcohol te nuttigen naast de medicatie. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:212 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.357

    Klacht van een arts tegen een andere arts/apotheker. Beide artsen zijn als getuige‑deskundige opgetreden in dezelfde strafzaak. Klager verwijt de arts – onder meer – dat hij hem in de strafzaak als psychiatrisch patiënt heeft gediagnosticeerd zonder hem te kennen en zonder hem te hebben gezien en gesproken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het heeft daarbij onder meer in aanmerking genomen dat klager en de aangeklaagde arts zich in de strafzaak over en weer onnodig grievend over elkaar hebben uitgelaten. Het Centraal Tuchtcollege acht het hiertegen gerichte beroep gegrond en verklaart de klacht alsnog gedeeltelijk gegrond. Het Centraal Tuchtcollege ziet in de context waarin de uitlatingen zijn gedaan echter wel aanleiding om op de voet van artikel 69, vierde lid, Wet BIG geen maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/036

    Klaagster is het niet eens met het door verweerster gegeven inzetbaarheidsadvies. Volgens klaagster heeft verweerster haar verder ten onrechte niet doorverwezen naar een andere arts (voor een second opinion), heeft zij haar beroepsgeheim geschonden en heeft zij een onjuiste verklaring/rapport afgegeven. Verweerster voert verweer. Klachtonderdeel 3 gegrond, waarschuwing