Zoekresultaten 10101-10110 van de 44778 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-184
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:58
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. Beklaagde valt een tuchtrechtelijk verwijt te maken van het feit dat zij klaagster herhaaldelijk niet lichamelijk heeft onderzocht en haar niet in een eerder stadium uit eigen beweging en met spoed heeft verwezen naar de gynaecoloog. In geen van de vijf consulten in de periode van 2014 tot en met 2020, waarin klaagster zich aanvankelijk met fluorklachten en later ook wegens tussentijds bloedverlies bij beklaagde meldde, heeft beklaagde lichamelijk onderzoek bij klaagster verricht. Ook heeft beklaagde klaagster naar aanleiding van telefonisch contact over fluorklachten of (intermenstrueel en post-coïtaal) bloedverlies niet gevraagd naar het spreekuur te komen voor lichamelijk onderzoek. Het College acht dat zeer onzorgvuldig. Voorts valt b eklaagde te verwijten dat zij klaagster niet eerder, en - toen klaagster op 15 januari 2020 naar de spoedlijn belde in relatie tot het hevige bloedverlies begin januari 2020 - ook niet met spoed, heeft verwezen. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-126b
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:65
Klager niet ontvankelijk verklaard in zijn klacht tegen een huisarts. De klacht is verjaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-176
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:59
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. Het College is van oordeel dat het niet van goede zorg getuigt dat beklaagde de patiënte heeft verteld dat zij een andere huisarts moest zoeken toen de patiënte beklaagde had gevraagd langs te komen vanwege toegenomen pijnklachten (rugpijn en oedeem aan benen). Indien beklaagde van mening was dat zij de patiënte niet meer kon behandelen vanwege een verstoring in de communicatie met de kinderen van haar patiënte, had zij hierover tenminste op een ander moment contact op moeten nemen met de patiënte; niet op het moment waarop de patiënte om medische hulp vroeg. Dat geldt temeer nu het om een kwetsbare patiënte ging. De patiënte mag bovendien niet de dupe worden van problemen in de communicatie met haar kinderen. Hoewel in dit geval niet kan worden vastgesteld dat op het moment waarop de patiënte belde sprake was van spoed en beklaagde ook op de klachten van patiënte heeft gereageerd door meer pijnstilling voor te schrijven zou het, bezien vanuit goed hulpverlenerschap, beter zijn geweest om haar - net voor het weekend - toch te bezoeken. Het handelen van beklaagde is daarmee niet voldoende zorgvuldig en valt buiten de bedoelde grenzen van een behoorlijke beroepsuitoefening. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:89 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-227/DB/OB
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 10-05-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:89
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij niet onvankelijk wegens het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet genoemde termijn.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-126a
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:66
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klacht deels verjaard. Klager verwijt beklaagde in feite dat hij niet heeft begrepen dat klager een hulpvraag wilde stellen. Het College kan op grond van het dossier niet vaststellen dat beklaagde in 2011 onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van hetgeen klager heeft verteld over zijn verleden. Ook kan niet worden vastgesteld dat beklaagde dit gesprek ten onrechte heeft opgevat als een gesprek over het verleden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-160
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:60
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. Het College komt tot het oordeel dat de huisarts klaagster te laat naar de uroloog heeft verwezen. De huisarts heeft onvoldoende onderkend dat microscopische hematurie (onzichtbaar bloed in de urine) ook hematurie is. De persisterende microscopische hematurie zonder tekenen van infectie was een indicatie voor verwijzing naar een uroloog. Nu die verwijzing pas in juni 2020 heeft plaatsgevonden, heeft de huisarts onvoldoende zorgvuldig gehandeld. Uit het dossier blijkt dat de huisarts steeds urineonderzoek heeft ingezet en soms ook bloed- en lichamelijk onderzoek, dat er een SOA-test is gedaan, dat er geregeld consulten hebben plaatsgevonden en dat er medicatie is voorgeschreven. Het College kan daarom niet – los van de te late verwijzing – vaststellen dat de huisarts klaagster of haar klachten niet serieus zou hebben genomen. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:90 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-289/DB/OB
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 17-05-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:90
Het staat een advocaat vrij om op grond van de door zijn (aspirant) cliënt aan hem verstrekte en uit openbare registers verkregen informatie een analyse van een zaak heeft op te stellen. Verweerder mocht bij het opstellen van de analyse afgaan op de juistheid van de door zijn (aspirant) cliënten verkregen informatie. Niet gebleken dat de advocaat zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van afpersing, smaad en laster.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-115b
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:61
Kennelijk ongegronde klacht tegen een longarts. Beklaagde heeft gesteld dat hij klager heeft uitgelegd dat bij een pleurodese (plakken van een long) de beide longbladen aan elkaar worden geplakt met als doel dat daarna een klaplong aan de desbetreffende kant niet meer kan ontstaan. Dit gaat bijna altijd gepaard met een pijnlijk, zeurend gevoel aan de kant van de operatie. Dit gevoel kan korter of langer duren. Klager is daarom verwezen naar het longrevalidatieprogramma. Het College volgt de uitleg en de toelichting van beklaagde dat de klachten van klager zijn ontstaan door de ontwikkeling van de COPD en de longoperaties en dat er geen verband is tussen de problemen in het maag/darmstelsel en de operaties uit 2018. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:101 Raad van Discipline Amsterdam 20-647/A/A
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 18-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:101
Herstelbeslissing
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:91 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-324/DB/LI/W
- Datum publicatie: 18-05-2021
- Datum uitspraak: 17-05-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:91
Verzoek tot wraking deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1010
- Pagina: 1011
- Pagina: 1012
- ...
- Pagina: 4478
- Volgende pagina zoekresultaten