Zoekresultaten 111-120 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:71 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/717683 DW RK 22/190 MK/SM

    Klaagster heeft zich er onder meer over beklaagd dat de gerechtsdeurwaarder de opdracht tot het innen van een vordering onvoldoende voortvarend en assertief opgepakt met als gevolg dat de vordering niet is geïnd. De kamer overweegt dat met betrekking tot de uitvoering van een overeenkomst op de gerechtsdeurwaarder slechts een inspanningsverplichting rust, die zij met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving naar eer en geweten dient uit te voeren. Niet is gebleken dat daarvan geen sprake is geweest. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730665 / DW RK 23/80 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Klager betwist de vordering. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731087 / DW RK 23/92 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Eerder over hetzelfde feitencomplex geklaagd en daarnaast over een periode van meer dan drie jaar geleden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:66 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/715507 / DW RK 22/121 LvB/WdJ

    Klaagster stelt dat de gerechtsdeurwaarder zonder recht of titel handelt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/715508 / DW RK 22/122 LvB/WdJ

    Klager beklaagt zich over het gelegde bewijsbeslag en is van mening dat de gerechtsdeurwaarder niet onpartijdig en onafhankelijk is. Klager stelt verder dat de gerechtsdeurwaarder haar geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738792 / DW RK 23/307 MdV/SM

    Proces-verbaal mondelinge uitspraak. Ordemaatregel: zes maanden schorsing ex art. 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/733396 / DW RK 23/149 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich onder meer over de vastgestelde beslagvrije voet. Deze (tuchtrecht) procedure leent zich niet voor het vaststellen van een beslagvrije voet. Een oordeel daarover is voorbehouden aan de civiele rechter. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:58 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/717173 / DW RK 22/171 MdV/SM

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing. Vast is komen te staan dat de gerechtsdeurwaarder tweemaal een exploot heeft betekend aan het geheime c.q. afgeschermde (voormalig) woonadres. In een uitspraak van de kamer van 6 mei 2022 (ECLI:NL:TGDKG:2022:99) is reeds geoordeeld dat een bewindvoerder belang heeft bij het geheimhouden van zijn (adres)gegevens. Hetzelfde geldt voor een afgeschermd zaakadres. De gerechtsdeurwaarder mag in beginsel afgaan op de in de systemen opgenomen adresgegevens, maar dient, indien sprake is van een afgeschermd zaakadres, het te respecteren belang van klager in zijn functie van bewindvoerder om zijn gegevens afgeschermd te houden, te eerbiedigen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/718505 DW RK 22/214 MdV/SM

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: berisping. Naast dat de coördinerend deurwaarder verantwoordelijk is voor de inning en verdeling, heeft hij tevens te fungeren als ‘één duidelijk aanspreekpunt voor schuldenaar als het gaat om de hoogte van zijn beslagvrije voet’. Als blijkt dat er iets verkeerd is gegaan met de vaststelling van die beslagvrije voet en daarmee de verdeling van gelden, is het eerst aan de gerechtsdeurwaarder om (zich in te zetten) de gelden terug te halen bij de collega-gerechtsdeurwaarder.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:60 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731119 / DW RK 23/93 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich erover dat de gerechtsdeurwaarders zijn huis zijn binnengevallen, waardeloze spullen hebben meegenomen die alleen voor klager van waarde zijn en hebben zij zich denigrerend uitgelaten richting klager. Bovendien rust er pandrecht op de spullen dus moeten ze worden geretourneerd. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter. Verzet ongegrond.