Zoekresultaten 111-120 van de 46260 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:255 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-259/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening. Niet gebleken van onzorgvuldige advisering, een vooringenomen houding ten gunste van de wederpartij, onvoldoende inspanning of het onzorgvuldig neerleggen van de werkzaamheden. Verweerder heeft toegelicht Dropbox-documenten via het account van zijn vrouw te hebben gedownload vanaf zijn vakantieadres omdat hij niet bij zijn eigen account kon. Nadat hij de documenten heeft gedownload, heeft hij deze verwijderd van het account van zijn vrouw zodat enkel hij daar kennis van kon nemen. Met die toelichting heeft verweerder voldoende maatregelen getroffen om de vertrouwelijkheid van de documenten te waarborgen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:249 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-689/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de bijstand van de eigen advocaat in een kort geding tussen een franchisegever en -nemer. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder tekort is geschoten in zijn dienstverlening aan klager. Klager was er mee bekend dat het onderwerp knowhow van groot belang was. Van klager mocht worden verwacht dat hij alle knowhow ter kennis van verweerder bracht. Verweerder mocht erop vertrouwen dat klager alle relevante feitelijke informatie had gemeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:213 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2712

    Klager lijdt aan chronische draaiduizeligheid en werkt met een WIA-uitkering 25 uur per week. De aangeklaagde arts werkt onder supervisie van een bedrijfsarts bij de arbodienst van de werkgever van klager. Klager kwam op 19 april 2024 bij de arts op het verzuimspreekuur. Klager vindt a) dat de arts hem toen ten onrechte heeft doorverwezen naar het UWV en b) dat de arts onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel b gegrond verklaard en aan de arts de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door de arts ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:299 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7865

    Kennelijke ongegronde klacht tegen een kinderarts. Bij de dochter van klaagster is kort na de geboorte geconstateerd dat zij geïnfecteerd was geraakt met de Serratia marcescens bacterie en dat zij een hersenvliesontsteking had. Na een aantal weken waarin sprake was van toenemend weefselverval in de hersenen is vervolgens in een multidisciplinair overleg (MDO) geconcludeerd dat genezing niet meer mogelijk was en dat een palliatief beleid werd ingezet.Klaagster verwijt de kinderarts dat zij op 31 januari 2020 ten onrechte heeft besloten haar dochter over te plaatsen naar een ander ziekenhuis en dat zij ten onrechte palliatief beleid heeft ingezet.Het college stelt vast dat de kinderarts zowel bij het besluit tot overplaatsen als het besluit een palliatief beleid in te zetten niet betrokken is geweest.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:256 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-322/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over een gezamenlijke echtscheidingsadvocaat. Klacht deels niet-ontvankelijk vanwege ne bis in idem, omdat klagers ex-partner al over de kwaliteit van de dienstverlening heeft geklaagd. Klacht voor het overige ongegrond, omdat niet is gebleken dat verweerder klager heeft zwartgemaakt bij zijn (mogelijke) nieuwe advocaten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:214 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2743

    Klager is na zijn ziekmelding bij zijn werkgever begeleid door de bedrijfsarts. Over die begeleiding is hij niet tevreden. Klager verwijt de bedrijfsarts onder meer dat zij geen gehoor heeft gehad voor zijn psychische klachten, een verkeerde diagnose heeft gesteld en verkeerde vervolgstappen heeft voorgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Klager heeft beroep ingesteld tegen die beslissing. Het beroep van klager heeft tot doel dat twee van zijn klachtonderdelen alsnog gegrond worden verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de bedrijfsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verwerpt het beroep van klager.Klager is na zijn ziekmelding bij zijn werkgever begeleid door de bedrijfsarts. Over die begeleiding is hij niet tevreden. Klager verwijt de bedrijfsarts onder meer dat zij geen gehoor heeft gehad voor zijn psychische klachten, een verkeerde diagnose heeft gesteld en verkeerde vervolgstappen heeft voorgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Klager heeft beroep ingesteld tegen die beslissing. Het beroep van klager heeft tot doel dat twee van zijn klachtonderdelen alsnog gegrond worden verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de bedrijfsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:293 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7839

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een kinderarts-neonatoloog. Bij de dochter van klaagster is kort na de geboorte geconstateerd dat zij geïnfecteerd was geraakt met de Serratia marcescens bacterie en dat zij een hersenvliesontsteking had. Na een aantal weken waarin sprake was van toenemend weefselverval in de hersenen is vervolgens in een multidisciplinair overleg (MDO) geconcludeerd dat genezing niet meer mogelijk was en dat een palliatief beleid werd ingezet. Klaagster verwijt de kinderarts-neonatoloog dat hij, als afdelingshoofd, onvoldoende maatregelen heeft genomen om een infectie met de Serratia marcescens bacterie te voorkomen. Ook verwijt zij de kinderarts-neonatoloog dat hij ten onrechte een palliatief beleid heeft ingezet.Het college is van oordeel dat de op de afdeling gehanteerde maatregelen ter voorkoming van infecties conform de medisch-professionele standaard zijn.Het college acht daarnaast de beslissing om over te gaan tot een palliatief beleid gezien de gezondheidssituatie van de dochter van klaagster op dat moment zeer goed navolgbaar en is van oordeel dat deze beslissing zorgvuldig is genomen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:250 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-656/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Verweerster heeft de ingediende correspondentie niet als vertrouwelijk hoeven aan te merken. Niet gebleken dat verweerster onvoldoende professionele distantie heeft betracht. Zij mocht haar cliënte beschermen tegen de beschuldigingen van klager. Ook heeft verweerster niet ondoelmatig gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:244 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-641/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een geschil over de (gebrekkige) bouw van een woning. Klager heeft zijn klacht beperkt tot één klachtonderdeel. De klacht is te laat ingediend, daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:257 Hof van Discipline 's Gravenhage 250325

    Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond. Het verzoek is onvoldoende onderbouwd. Het is niet duidelijk geworden dat enige procedure een redelijke kans van slagen zou hebben.