Zoekresultaten 1-10 van de 1740 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:104 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-163/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat, aan wie klagers dossier door de rechtsbijstandsverzekeraar is uitbesteed. De raad is van oordeel dat niet valt in te zien op welk punt verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft na ontvangst van de doorverwijzing van de verzekeraar gedaan wat van hem mocht worden verwacht, toen klager protesteerde heeft verweerder pas op de plaats gemaakt en na ontvangst van een bericht van mr. M dat hij klager verder zou bijstaan heeft verweerder zich onttrokken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:171 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-520/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:105 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-159/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder is tekort geschoten in de behartiging van klagers belangen. Verweerder heeft niet schriftelijk vastgelegd wat hij tijdens het gesprek van 28 mei 2024 met klager had afgesproken, heeft niets in klagers zaak gedaan en zich, ondanks diverse contactpogingen van klager, onbereikbaar gehouden. Gelet op de aard van de gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijten acht de raad een voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:106 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-164/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de declaraties en de kwaliteit van de dienstverlening. Mede in het licht van het gemotiveerde verweer van verweerder, is de raad van oordeel dat klaagster de klachtonderdelen over de kwaliteit van de verleende bijstand onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. De raad overweegt verder dat de tuchtrechter niet de bevoegdheid heeft om declaratiegeschillen te beslechten, doch slechts waakt tegen excessief declareren. Dat daarvan in dit geval sprake is, is niet gebleken. De raad is van oordeel dat klaagster dit klachtonderdeel ook in de onderhavige klachtprocedure onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. Van een onduidelijke of ontoelaatbare tariefafspraak is voorts geen sprake. De verwijten dat verweerder de klacht niet serieus heeft genomen en dat verweerder klaagster heeft geïntimideerd en geprobeerd klem te zetten missen feitelijke grondslag. In alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:107 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-094/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door nodeloos een gerechtelijke procedure jegens klager te voeren en een deurwaarder op hem af te sturen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:296 Hof van Discipline 's Gravenhage 240300

    Verzoek tot verwijzing van een klacht tegen de deken afgewezen. Klager heeft geklaagd over de deken naar aanleiding van een afwijzende beslissing van die deken op het verzoek om op grond van artikel 13 Advw een advocaat aan te wijzen. De voorzitter overweegt dat een klacht tegen een deken geen middel is om de inhoud van andere zaak, waarin een rechtsmiddel openstaat, ter discussie te stellen. Klager kan het onderzoek naar en de afwijzende beslissing op zijn verzoek aan verweerster om een advocaat aan te wijzen ter discussie stellen binnen de kaders van een beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw. Klager heeft het beschikbare rechtsmiddel ook ingesteld. Binnen de kaders van de beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw kan de klager naar voren brengen op welke punten het onderzoek en de beslissing van de deken niet deugen en dat het hof tot een andere conclusie zou moeten komen dan de deken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:111 Raad van Discipline Amsterdam 25-008/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Het verwijt dat verweerder ondoelmatig, en daarmee in strijd met gedragsregel 6 lid 1, procedeert treft geen doel. Dat de onderliggende procedure lang duurt en hoge kosten voor partijen meebrengt, staat buiten kijf. De raad heeft echter niet kunnen vaststellen dat (uitsluitend) verweerder hiervoor verantwoordelijk moet worden gehouden, laat staan dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Verder is de raad niet gebleken dat verweerder in strijd met gedragsregel 8 bewust onjuiste informatie heeft verstrekt. Het staat verweerder als advocaat van de wederpartij vrij om het standpunt van zijn cliënte op partijdige wijze weer te geven. Het feit dat klaagster het oneens is met de manier waarop verweerder de stellingen namens zijn cliënte heeft verwoord, is inherent aan het civiele geschil dat partijen verdeeld houdt. Ook van het doen van grievende uitlatingen (gedragsregel 7) is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:112 Raad van Discipline Amsterdam 25-015/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht tegen een advocaat van een derde, te weten de advocaat van de voormalig opdrachtgever van klaagster. Van schending van gedragsregel 8 is niet gebleken. Verweerder mocht zich baseren op informatie die hij had ontvangen van zijn cliënte. Het is de raad niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder nader onderzoek had moeten verrichten naar de juistheid van deze informatie. Dat verweerder ter zitting heeft verklaard dat hij achteraf gezien - en zeker gelet op de onderhavige klachtprocedure - beter wel nader onderzoek had kunnen doen naar de juistheid van de aan hem door zijn cliënt verstrekte informatie en dat achteraf bleek dat er toch niet zoveel bewijs was voor de door zijn cliënte ingenomen stelling, maakt nog niet dat verweerders handelen tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:170 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-580/AL/MN

    Verzet gegrond. Anders dan de voorzitter heeft geoordeeld is geen sprake van ne bis in idem. De klacht is bij gebrek aan onderbouwing ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:113 Raad van Discipline Amsterdam 24-914/A/A

    Raadsbeslissing. Ongegrond verzet.