Zoekresultaten 1-10 van de 1604 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7136

    Deels gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog was de behandelaar en regiebehandelaar van klaagster. De behandeling is adequaat uitgevoerd, wel was het beter geweest als er meer aandacht was geweest voor monitoring en evaluatie. Dit levert geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op. Ook ten aanzien van de eindfase acht het college de klachten ongegrond. Naar het oordeel van het college is de gz-psycholoog op redelijke gronden tot het standpunt gekomen dat de behandeling in de eindfase terecht was gekomen en dat het niet zinvol was om deze nog lang voort te zetten. Wel heeft de gz-psycholoog haar beroepsgeheim geschonden door contact op te nemen met de huisarts van klaagster terwijl het onduidelijk was of klaagster haar toestemming hiervoor nu wel of niet had ingetrokken. Zolang dit onduidelijk was, stond het de gz-psycholoog niet vrij om contact op te nemen met de huisarts. Van een te weinig lerende, evaluerende en reflecterende opstelling is het college niet gebleken. Ook heeft het college geen gebreken in het medisch dossier aangetroffen die zouden leiden tot een tuchtrechtelijk verwijt. De klacht is deels gegrond. Gelet op de complexe zaak, de toetsbare opstelling van de gz-psycholoog en het feit dat de klacht voor het grootste gedeelte ongegrond is verklaard, wordt er geen maatregel opgelegd. Klacht deels gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:162 Raad van Discipline Amsterdam 24-255/A/A

    Klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat. Hoewel de klacht buiten de vervaltermijn van drie jaar is ingediend, is deze gedeeltelijk ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 2 Advocatenwet. Klager heeft toereikend toegelicht dat hij weliswaar vanaf het vonnis van 7 mei 2018 bekend was met de toegewezen boeterente, maar dat hij niet wist dat verweerder door geen verweer hiertegen te voeren klager onnodig heeft blootgesteld aan het risico dat de vorderingen van de verhuurder in reconventie onbetwist zouden worden toegewezen en derhalve met de (mogelijke) gevolgen van verweerders nalaten. Pas door voorlichting door zijn huidige advocaat is klager bekend geraakt met de gevolgen van het nalaten van verweerder. Daarna heeft klager alsnog binnen een jaar - en daarmee tijdig - een klacht over verweerder ingediend. Voor zover de klacht ontvankelijk is, is deze bovendien gegrond. Verweerder is ernstig tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klager door hem de kans te hebben ontnomen om de schade te beperken door te verzuimen verweer te voeren tegen de door de verhuurder gevorderde boeterente en/of door na te laten te adviseren tegen het vonnis van 7 mei 2018 hoger beroep in te stellen. Wanneer klager verweerder via een aansprakelijkstelling op zijn gedrag aanspreekt, verzuimt verweerder vervolgens hierover helder, adequaat en coöperatief met klager te communiceren. Deze omstandigheden rechtvaardigen het opleggen van een ingrijpende maatregel. Daarbij weegt de raad naast de omstandigheden van deze klachtzaak ook het zeer uitgebreide tuchtrechtelijke verleden van verweerder mee. De maatregel van schorsing voor de duur van twaalf (12) weken, waarvan zes (6) weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee (2) jaar is passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:163 Raad van Discipline Amsterdam 24-391/A/A

    Klacht over de werkzaamheden van verweerder als waarnemer. De klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk in verband met het ne bis in idem beginsel. klaagster heeft eerder al een klacht over verweerders waarneming ingediend, die bij beslissing van 26 september 2022, ECLI:NL:TADRAMS:2022:192 gegrond is verklaard en waarbij aan verweerder een berisping is opgelegd. Deze beslissing is onherroepelijk geworden. Klaagster kan niet een tweede maal klagen over hetzelfde feitencomplex. Voor het overige is de klacht ongegrond. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerder in de vorige klachtprocedure leugenachtige verklaringen heeft afgelegd tegenover de raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6933

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij zich tijdens het intakegesprek onbeleefd heeft gedragen. Het college kan dit niet vaststellen De verklaringen van klager en de gz-psycholoog over hoe het gesprek is gegaan zijn verschillend en het tuchtcollege kan niet bepalen welke versie de juiste is. In de stukken zijn geen aanwijzingen te vinden die één van beide versies ondersteunen. Daarbij komt dat een uitspraak of een gedraging heel anders bij iemand kan aankomen dan hij is bedoeld. Omdat onbekend is wat er tussen partijen is besproken, kan ook niet worden vastgesteld dat de verslaglegging van de GZ-psycholoog aan de huisarts onjuist is. Verder verwijt klager de gz-psycholoog dat zij hem niet in behandeling heeft willen nemen. De conclusie van de gz-psycholoog dat de instelling waar zij werkzaam is niet passend was voor klager kan het college goed volgen. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:164 Raad van Discipline Amsterdam 24-509/A/A

    Ongegronde klacht over kwaliteit van dienstverlening eigen advocaat. De werkzaamheden die verweerder voor klaagster heeft verricht in de drie zaken voldeden op alle vlakken aan de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6828

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk in de klacht voor zover de klacht ziet op aspecten die zien op een eerder ingediende klacht, omdat hier al op is beslist (ne bis in idem). De klacht van klaagster gaat erover dat de gz-psycholoog geen onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde diagnoses. Er is volgens het college geen sprake van een wisseling in diagnose gedurende de behandeling. Dat de gz-psycholoog getwijfeld heeft en meerdere diagnoses heeft gesteld is niet ongebruikelijk en niet onzorgvuldig. Uit het dossier volgt verder dat de diagnoses, en de gedachten van de gz-psycholoog hierover, meerdere malen met klaagster zijn besproken. Dat de gz-psycholoog in zijn verslaglegging van de gesprekken met klaagster onvolledig of ongenuanceerd zou zijn kan het college niet vaststellen. Klaagster is deels niet-ontvankelijk en de klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5327

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7214

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychotherapeut. Ook is klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk in de klacht voor zover de klacht ziet op aspecten die zien op een eerder ingediende klacht, omdat hier al op is beslist (ne bis in idem). De klacht van klaagster gaat erover dat de psychotherapeut geen onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde diagnoses. Er is volgens het college geen sprake van een wisseling in diagnose gedurende de behandeling. Dat de psychotherapeut getwijfeld heeft en meerdere diagnoses heeft gesteld is niet ongebruikelijk en niet onzorgvuldig. Uit het dossier volgt verder dat de diagnoses, en de gedachten van de psychotherapeut hierover, meerdere malen met klaagster zijn besproken. Dat de psychotherapeut in zijn verslaglegging van de gesprekken met klaagster onvolledig of ongenuanceerd zou zijn kan het college niet vaststellen. Klaagster is deels niet-ontvankelijk en de klacht is voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5408

    Klacht tegen elf verweerders (SEH-arts, internisten, longarts, anesthesioloog, neuroloog en vijf A(N)IO’s) over behandeling echtgenoot en vader (patiënt).Klacht: ‘medische verkrachting’ door afnemen PCR-test, patiënt behandeld als COVID-19-positief, niet onderzocht wat echte reden klachten was, te lang zuurstofapparaat gebruikt, geen antibiotica en geen antistolling gegeven, geweigerd ivermectine te geven, behandeling met REGEN-CoV voorgesteld, patiënt en familie inhumaan behandeld, weigeren zorg omdat patiënt geen mondkapje droeg.College: kennelijk ongegrond. Verweerders hebben zeer zorgvuldig gehandeld in lijn met stand wetenschap, inzichten en richtlijnen van dat moment. Patiënt naar beste vermogen behandeld gezien opgelegde beperkingen (vanuit overheid en familie patiënt).

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:174 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-190/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Advies aan cliënte om het geld van de gezamenlijke bankrekeningen over te maken leidt tot onnodige polarisatie. Verweerster heeft ook niet eerst op een andere, minder ingrijpende manier geprobeerd de liquiditeit voor haar cliënte veilig te stellen. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing.