Zoekresultaten 1-10 van de 21780 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:121 Raad van Discipline Amsterdam 25-382/A/A

    Raadsbeslissing; de raad heeft het verzoek om opheffing van de op grond van artikel 60b Advocatenwet opgelegde schorsing toegewezen. De raad heeft het bijkomend verzoek de schorsingsbeslissing niet meer zichtbaar te maken op de website (www.tuchtrecht.overheid.nl) is afgewezen. Nog afgezien van het feit dat een wettelijke grondslag hiervoor in de Advocatenwet ontbreekt, geldt bovendien dat de openbaarheid van (tucht)rechtspraak een fundamenteel principe in Nederland is. Dit principe is vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 121 van de Grondwet. Naar het oordeel van de raad prevaleert het belang van een transparante en openbare (tucht)rechtspraak boven het belang om verschoond te blijven van eventuele negatieve gevolgen van een uitspraak, die ondanks dat die geanonimiseerd is, (mogelijk) tot de persoon van de advocaat herleidbaar is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:130 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-894/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager onder druk te zetten door te schrijven dat het recht om “in gesprek te gaan met een journalist over deze kwestie alsook de mogelijkheid om één of meerdere banken of hypotheekverstrekkers uitvoerig in te lichten” uitdrukkelijk wordt voorbehouden. Klacht voor het overige ongegrond. Maatregelverweer slaagt niet: er zijn geen bijzondere omstandigheden om geheel af te zien van het opleggen van een maatregel. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:137 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-745/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:131 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-910/DH/RO

    Raadsbeslissing. Geen sprake van ne bis in idem. Verweerster heeft een vaststellingsovereenkomst ingebracht waarop een geheimhoudingsbeding rust. Zij had daarmee redelijkerwijs bekend moeten zijn. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:132 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-911/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn voor het indienen van een klacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:126 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-685/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:177 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-088/AL/MN/D

    De raad heeft vastgesteld dat verweerder een derdengeldrekening heeft gebruik voor een ander doel dan het beheer van derdengelden. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Bij de beoordeling van de ernst van dit handelen is echter ook van belang dat niet is gebleken dat verweerder dit heeft gedaan om het geld buiten het zicht van derden te houden. Niet is gebleken dat verweerder door dit handelen (financieel) voordeel heeft gehad of dat belangen van derden zijn geschaad. Verder neemt de raad in aanmerking dat verweerder het verwijtbare van zijn handelen heeft ingezien. Gelet op alle feiten en omstandigheden is de raad van oordeel dat met de oplegging van een waarschuwing kan worden volstaan.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:133 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-165/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over een advocaat in privé-hoedanigheid. Geen aanknopingspunten met de praktijkuitoefening van verweerster. De raad ziet in de camerabeelden geen (gewelddadig) gedrag vanuit verweerster dat maakt dat zij het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschonden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:127 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-776/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:134 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-012/DH/RO

    Verzet ongegrond.