Zoekresultaten 1-10 van de 48 resultaten

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-25 en 24-26

    Klager verwijt notaris [B] dat hij de akte van verdeling heeft medeondertekend. Vast staat dat notaris [A] de akte van verdeling heeft gepasseerd als toegevoegd notaris in het protocol van notaris [B]. Op het afschrift van de akte staat daarom de stempel van notaris [B]. Noch uit de klacht noch uit de stukken blijkt van enige concrete bemoeienis van notaris [B] met dit dossier. Nu de klacht jegens notaris [B] feitelijke grondslag mist en niet met redenen is omkleed is die niet-ontvankelijk.Klager verwijt notaris [A] dat hij de akte van verdeling niet had mogen passeren, omdat de berekeningen niet klopten. De waarde van de woning zou door schade aan de woning veranderd zijn. Klager stelt daardoor benadeeld te zijn en heeft dat op allerlei manieren geduid, ook als fraude. Het verweer van notaris [B] leidt tot geen ander oordeel dat klager, na uitleg en ruggenspraak, door het tekenen van de akte met de inhoud daarvan heeft ingestemd. Hij heeft kwijting en decharge verleend. Niet valt in te zien op welke wijze de notaris klachtwaardig zou hebben gehandeld bij of door het passeren van de akte. Dat het niet tekenen van de akte negatieve gevolgen zou hebben, maakt niet dat in juridische zin van dreigen sprake is. Juist de uitleg van de gevolgen onderstreept de uitgebreidheid van de Belehrung en de zorgvuldigheid van de notaris. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-20

    De erfgenamen hebben eind april 2021 een VSO gesloten waarin is opgenomen dat uiterlijk binnen twee maanden de verdelingsakte waarbij de woning aan klaagster wordt toebedeeld wordt gepasseerd. In de vaststellingsovereenkomst kan geen volmacht aan enige notaris tot het verlijden van de akte worden gelezen. Ook kan die volmacht niet uit de bedoeling van partijen de woning binnen twee maanden toe te delen of anderszins uit de bewoordingen van de overeenkomst worden afgeleid, zoals de notaris met zijn beroep op een impliciete volmacht heeft betoogd. Zelfs als dat anders was, dan was tussen het moment van het sluiten van de VSO in 2021 en de door de notaris gepasseerde akte in 2023 ruim twee jaar verstreken. De notaris had dan op zijn minst nader onderzoek moeten doen of klaagster nog steeds achter de levering van de woning stond.De privatieve bevoegdheid van de afwikkelingsbewindvoerder, waarop de notaris wijst, leidt niet tot een ander oordeel over de volmacht. Die bevoegdheid om – kort gezegd – namens de boedel te handelen ziet op het leveren/toedelen, niet op het geleverd/toegedeeld krijgen. Klaagster was niet enkel bij de akte betrokken als een van de erfgenamen aan de leverende kant, maar ook als partij aan de ontvangende kant. In die hoedanigheid had zij met de levering/toedeling moeten instemmen. Dit klachtonderdeel is gegrond.Klaagster verwijt de notaris verder dat hij haar niet heeft geïnformeerd over de levering van de woning noch de inhoud van de akte en dat hij haar geen afschrift heeft verstrekt. Vast staat dat de notaris op de hoogte was van de VSO uit 2021 en van de afspraken die de erfgenamen onderling hadden gemaakt over de verdeling van de nalatenschappen van erflater en erflaatster. Klaagster had recht op een concept van de akte. Dat had ze niet enkel als degene die als zelfstandige partij de woning kreeg toegedeeld, maar ook als een van erfgenamen die door de afwikkelingsbewindvoerder werd vertegenwoordigd. Hoewel de bevoegdheid te leveren aan die bewindvoerder toekwam en in zoverre verzoeksters instemming niet nodig was, is dergelijke informatie voor een erfgenaam van belang om daar desnoods op een andere wijze tegen op te kunnen komen. Aangezien klaagster niet op de hoogte was van het passeren van de akte en de overgang van de eigendom van de woning op haar was het van belang dat zij zo snel mogelijk daarvan op de hoogte werd gesteld. Gelet daarop en zeker nu de notaris de complexiteit van de afwikkeling van deze nalatenschap kende, had hij het verstrekken van het afschrift niet aan de executeur mogen overlaten. Dit klachtonderdeel is gegrond.De klacht over de vermelding van de partijen in de akte is ook gegrond. De notaris heeft miskend dat de executeur-afwikkelingsbewindvoerder niet alleen namens zichzelf handelde, maar in onderhavig geval ook namens klaagster en haar andere broer. Alle partijen hadden, wat er ook zij van de bevoegdheid om zonder hun instemming te handelen, als deelgenoot in de akte moeten worden opgenomen.De Kamer heeft de notaris de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:35 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/433590 KL RK 24-35

    De notaris is onvoldoende transparant geweest over zijn tariefstelling. Indien een cliënt vragen stelt over het honorarium, dient een notaris met een correcte onderbouwing de hoogte van de nota uit te kunnen leggen. De hoogte van het tarief zal worden beoordeeld door de Geschillencommissie Notariaat.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:21 Kamer voor het notariaat Amsterdam 748995 / NT 24-9

    Het betoog van de notaris dat zij en de notarisklerk klagers mondeling uitdrukkelijk hebben gewezen op het publiekrechtelijke beperkingenbesluit, hetgeen klagers uitdrukkelijk betwisten, leidt niet tot een ander oordeel. Juist om zeker te stellen dat een koper op de hoogte is en een situatie als de onderhavige, waarin de verklaringen van partijen over wat er wel of niet is besproken lijnrecht tegenover elkaar staan, te voorkomen, ligt het op de weg van de notaris om het bestaan van een dergelijke beperking ten aanzien van het registergoed schriftelijk vast te leggen. De klacht is dus gegrond voor zover deze betrekking heeft op schending van de informatieplicht en de waarschuwingsplicht.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:22 Kamer voor het notariaat Amsterdam 745297 / 24-2

    Uit het voorgaande volgt dat er voor de notaris geen aanwijzingen waren om aan de volledigheid en juistheid van de boedelbeschrijving door de toegevoegd executeur te twijfelen. Dit betekent dat de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door deze boedelbeschrijving in de akte op te nemen. Van enige partijdigheid van de notaris is de kamer ook niet gebleken. Dit betekent dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:23 Kamer voor het notariaat Amsterdam 752533 / NT 24-16

    De kamer vat klachtonderdeel (ii) niet alleen op als een klacht over de hoogte van de declaratie, maar ook als een klacht over het ontbreken van een deugdelijke specificatie van de gewerkte uren. Zie onder meer de onder 2.13 geciteerde brief van [A] van 25 september 2023 waar dit ook aan de orde wordt gesteld. De kamer acht de klacht op dit onderdeel gegrond. Dat de notaris de declaratie in dit geval naar eer en geweten heeft opgesteld, zoals hij heeft aangegeven, is onvoldoende. De specificatie die door de notaris bij zijn declaratie was gevoegd bevat enkel een opsomming van het aantal gewerkte uren en de naam van de notaris of de medewerker (veelal in hele of halve uren en met blokken van meerdere uren tot aan 6:00, 6:30 en 8:30 op een dag), maar een omschrijving van de werkzaamheden die in die uren zijn verricht ontbreekt. De specificatie maakt dus in het geheel niet inzichtelijk en controleerbaar waar de tijd die in rekening is gebracht aan is besteed. Op de mondelinge behandeling van deze klacht heeft de notaris nog een aanvullende specificatie laten zien aan de kamer en aan klaagster (dit stuk is overigens niet toegevoegd aan het dossier), maar dit betrof volgens de notaris zelf een intern stuk dat evenmin een voldoende verantwoording van de gewerkte uren bevatte. Het op deze wijze opstellen van een declaratie acht de kamer tuchtrechtelijk verwijtbaar omdat in het geheel niet controleerbaar is waar de in rekening gebrachte tijd aan is besteed.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:32 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/432541 / KL RK 24-27

    Schending zorgplicht notaris. Notaris heeft zich richting klager gedragen alsof hij is belast met de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. De notaris heeft hierdoor meer verantwoordelijkheden ten opzichte van klager naar zich toegehaald. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:33 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/424317 / KL RK 23-88

    Klager heeft met zijn broer een maatschap opgericht, met als doel de uitoefening van het landbouwbedrijf. Broer van klager is overleden. Geschil tussen klager en erven over de voortzetting van het bedrijf en de vergoeding die daarvoor moet worden betaald. In een overeenkomst van opdracht is aan de notaris de opdracht gegeven tot het organiseren van openbare verkoop bij inschrijving van het bedrijf van de maatschap. De notaris heeft in dat kader niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:34 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/422720 / KL RK 23-70

    De moeder van klager heeft haar levenstestament herroepen, zodat klager niet langer haar gevolmachtigde is. Is klager belanghebbende? Voor het klachtonderdeel waarin klager belanghebbende is, is de kamer van oordeel dat de notaris in de gegeven omstandigheden niet onzorgvuldig heeft gehandeld bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de moeder.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:18 Kamer voor het notariaat Amsterdam 742729/NT 23-42

    Klacht over afwikkeling nalatenschap. De kamer overweegt onder meer dat er geen sprake is van een belangenconflict. De notaris is steeds duidelijk geweest over haar rol bij de afwikkeling van de nalatenschap. Klacht ongegrond.