Zoekresultaten 4001-4050 van de 44614 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:166 Hof van Discipline 's Gravenhage 230183
- Datum publicatie: 22-09-2023
- Datum uitspraak: 15-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:166
Is art 13
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:165 Hof van Discipline 's Gravenhage 220123
- Datum publicatie: 22-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:165
Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5298
- Datum publicatie: 21-09-2023
- Datum uitspraak: 19-09-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:158
De klacht tegen een huisarts gaat over oogklachten van klaagster. Klaagster verwijt de huisarts dat hij voortekenen van acuut glaucoom heeft gemist en haar te laat en niet met spoed heeft verwezen naar de oogarts. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond omdat de huisarts voldoende onderzoek heeft gedaan naar de oogklachten van klaagster. De oogklachten van klaagster gaven op die momenten geen aanleiding voor een (spoed)verwijzing naar de oogarts. In tegenstelling tot het standpunt van klaagster zijn de eerdere oogklachten geen voortekenen geweest van acuut glaucoom. Acuut glaucoom kent geen voortekenen en het handelen van de huisarts is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2022/5212
- Datum publicatie: 21-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:58
De klacht gaat over het medisch advies van de verzekeringsarts over de aanvraag van klaagster tot ontheffing voor deelname aan het inburgeringsexamen op medische gronden. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Er zijn geen aanwijzingen dat de verzekeringsarts zijn beroepsgeheim jegens klaagster heeft geschonden. De verzekeringsarts is niet verantwoordelijk voor de administratieve verwerking en verzending van correspondentie door zijn opdrachtgever. Er is niet gebleken dat de verzekeringsarts tekort is geschoten in de communicatie en in het nakomen van afspraken met klaagster.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2023:19 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/36
- Datum publicatie: 21-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TNORSHE:2023:19
Klacht tegen notaris die als partijnotaris in het kader van estate planning advies heeft uitgebracht over mogelijkheden tot het doen van schenkingen ten laste van het eigen vermogen en de fideï-commissaire vermogens van een curanda aan de verwachter (een stichting die de ouders van curanda hadden opgericht). Deze partijnotaris heeft vervolgens een akte van schenking gepasseerd en na het overlijden van curanda heeft hij een “verklaring van erfrecht fideï-commissaire making” opgesteld. In de akte van schenking is bepaald dat de schenking plaatsvindt ten laste van het vermogen van curanda waarop geen fideï-commis van toepassing is. Nu niet is gesteld of gebleken dat de notaris voorafgaand aan het passeren van die akte heeft geverifieerd of het eigen vermogen van curanda toereikend was om de in de akte genoemde schenkingen te kunnen doen, is de kamer van oordeel dat de notaris niet met de vereiste zorgvuldigheid heeft gehandeld door deze bepaling, die niet volgt uit de door de kantonrechter gegeven machtiging, desalniettemin in de akte op te nemen. Dit klachtonderdeel is gegrond verklaard. De overige zes klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard, waarbij onder meer is geoordeeld dat het bepaalde in art. 18 lid 2Vbg er niet aan in de weg staat dat een notaris die als partijadviseur betrokken is bij een nalatenschap een verklaring van erfrecht met betrekking tot die nalatenschap afgeeft. Waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5136
- Datum publicatie: 21-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:161
Klacht over een door verweerder uitgevoerd Pro Justitia onderzoek naar klager. Klager is het niet eens met de wijze van totstandkoming en de conclusies van het onderzoek. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5135
- Datum publicatie: 21-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:162
Klacht over een door verweerder uitgevoerd Pro Justitia onderzoek naar klager. Klager is het niet eens met de wijze van totstandkoming en de conclusies van het onderzoek. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:230 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-032/AL/MN
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:230
Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Hoewel het de voorkeur had verdiend als verweerder de vordering voor gederfd levensonderhoud van klaagster als benadeelde partij eerder dan tijdens de strafzitting schriftelijk had ingediend, voert het te ver om hem dit tuchtrechtelijk te verwijten. Ook de keuze van verweerder om te wachten met de nadere onderbouwing van de vordering voor gederfd levensonderhoud totdat de strafzaken in hoger beroep op zitting werden gepland, valt binnen de grenzen van de vrijheid die een advocaat toekomt in de wijze waarop hij de belangen van zijn cliënt behartigt. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:160 Hof van Discipline 's Gravenhage 220207
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:160
Bekrachtiging beslissing raad; klacht tegen eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Verweerder heeft tijdens het onderhandelingstraject met de advocaat van de ex-echtgenoot in het belang van klaagster gehandeld en zich ingezet om de echtscheiding op de kortst mogelijke termijn af te wikkelen met een voor klaagster zo gunstig mogelijk resultaat. Van enige onzorgvuldigheid tijdens de behartiging van klaagsters belangen is het hof niet gebleken. Weliswaar heeft verweerder zich een aantal keer op vrij directe wijze en in niet mis te verstane bewoordingen richting klaagster geuit, maar deze uitingen en bewoordingen overschrijden de grenzen van hetgeen een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat betaamt niet. Het hof merkt op dat vanwege de directe en duidelijke wijze van communiceren door verweerder, het voor klaagster ook duidelijk moet zijn geweest welke werkzaamheden verweerder voor klaagster verrichtte en waarom hij niet altijd deed / kon doen wat klaagster van hem verlangde. Deze communicatie van verweerder moet ook worden gezien in de context van de situatie (onder meer het feit dat klaagster gebonden was aan afspraken die de eerdere advocaat van klaagster met de wederpartij had gemaakt), was helder en met voldoende redenen omkleed. Voorts is niet gebleken dat verweerder excessief heeft gedeclareerd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:231 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-026/AL/OV
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:231
Raadsbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Het had de voorkeur verdiend als verweerster tijdig de advocate van klager had geïnformeerd dat en waarom zij niet binnen de door haar toegezegde termijn de draagkrachtberekeningen kon aanleveren, maar de raad acht dit niet dermate onzorgvuldig dat haar ter zake een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:161 Hof van Discipline 's Gravenhage 220048
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 15-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:161
Bekrachtiging beslissing raad voor zover in hoger beroep nog aan de orde. Hoger beroep van klager tegen ongegrond verklaarde klachtonderdelen (betreffende dienstverlening eigen advocaat) faalt.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:232 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-915/AL/GLD
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:232
Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Klaagster en (nu) haar ex-man waren verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. In de aanloop naar de echtscheiding hebben zij een mediationtraject gevolgd. Dat heeft echter niet geleid tot concrete afspraken. Er is ook niets op papier gezet. In de echtscheidingsprocedure in hoger beroep worden door verweerster stukken ingebracht die afkomstig zijn uit de mediation. Volgens klaagster heeft verweerster hiermee de geheimhoudingsplicht geschonden die partijen bij het begin van de mediation zijn overeengekomen. De raad stelt voorop dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. In dit geval echter is de raad van oordeel dat het verweerster niet vrij stond de informatie en stukken uit de mediation zonder overleg met de wederpartij in de procedure te gebruiken. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:162 Hof van Discipline 's Gravenhage 220215
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 15-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:162
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:233 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-914/AL/GLD
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:233
Raadsbeslissing. Tussen de familie van klaagster en die van verweerster is sprake van een geschil in de privésfeer. Over en weer zijn aangiftes gedaan van onder meer belaging en bedreiging. In 2021 is klaagster op haar werk tweemaal gebeld. Volgens klaagster was dit verweerster en liet zij zich daarbij grievend en onprofessioneel uit. Er werden diverse beschuldigingen geuit en verweerster zou daarbij meermaals hebben gewezen op haar hoedanigheid als advocaat. Volgens verweerster was het niet zij die de telefoongesprekken voerde, maar haar zuster. Zij stond er naast en bood een luisterend oor. De raad overweegt dat klaagster haar klacht heeft onderbouwd met twee gedetailleerde schriftelijke verklaringen; een van een collega en een van haar werkgeefster. Daartegenover betwist verweerster enkel de geschetste gang van zaken, zonder zelf gedetailleerde informatie te verstrekken hoe een en ander in haar visie gegaan zou zijn. Die betwisting is naar het oordeel van de raad tegenover de onderbouwing van de klacht door klaagster onvoldoende. De raad houdt het er daarom voor dat verweerster (ook) zelf telefonisch heeft gesproken met klaagster en daarbij heeft gewezen op haar hoedanigheid als advocaat. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:163 Hof van Discipline 's Gravenhage 220213
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 15-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:163
Klacht van oud-cliënt en zijn opvolgende advocaat, dat verweerder aansprakelijkstelling wegens vermeende beroepsfout niet bij zijn verzekeraar zou hebben vermeld en zich in een brief aan de opvolgende advocaat op ontoelaatbare wijze heeft geuit. Anders dan de raad verklaart het hof de klacht in beide onderdelen ongegrond. Verweerder heeft de aansprakelijkstelling wel bij zijn verzekeraar gemeld, maar gelet op de (beslist niet kansloze) betwisting van aansprakelijkheid stond het verweerder vrij geen rechtstreeks contact van klagers met zijn verzekeraar toe te staan. Bezien binnen de context en achtergrond heeft verweerder in zijn brief de grenzen van het toelaatbare opgezocht, maar niet overschreden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:234 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-996/AL/MN
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:234
Klacht over de eigen advocaat. Klaagster heeft verweerster benaderd om haar bij te staan in een procedure tussen haar en haar ex-partner. Na een jaar is de samenwerking en communicatie tussen klaagster en verweerster stroef gaan verlopen, maar na enige tijd is het vertrouwen weer hersteld. Toch gaat een tijd later de samenwerking weer haperen. Uiteindelijk legt verweerster de opdracht neer wegens gezondheidsproblemen. De klacht valt uiteen in vijf klachtonderdelen. Het gaat klaagster erom dat verweerster slecht bereikbaar was, toezeggingen met betrekking tot de voortgang van de zaak niet nakwam, de opdracht op onzorgvuldige wijze heeft neergelegd, niet reageerde op een bij verweerster ingediende klacht en na afloop het dossier niet aan klaagster verstrekte. De raad overweegt dat uit de stukken en de verklaringen van klaagster en verweerster blijkt dat zij een ‘knipperlicht samenwerking’ hadden. Op momenten liep de samenwerking stroef en werden er verwijten gemaakt en dreigde klaagster klachten in te dienen. Ondanks dit alles ging de samenwerking, soms met tussenpozen, toch steeds weer verder en werd het vertrouwen hersteld. Niettemin heeft verweerster ten aanzien van een voorlopig getuigenverhoor en al dan niet te starten bodemprocedure verwarrend gehandeld jegens klaagster. Dit klachtonderdeel is dan ook gegrond. Ook het klachtonderdeel ten aanzien van het niet verstrekken van het dossier aan klaagster is gegrond. Klaagster heeft daar meerdere malen om verzocht en eerst na tussenkomst van de Orde van Advocaten is het dossier – ruim een half jaar na het eerste verzoek – aan klaagster gezonden. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2023:14 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-38
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 23-08-2023
- ECLI:NL:TNORDHA:2023:14
Klager verwijt de notaris dat zij bij het overboeken van de verkoopopbrengst haar zorgplicht en onderzoeksplicht heeft geschonden. Verder verwijt klager de notaris dat zij heeft nagelaten noodzakelijke acties uit te voeren ter bescherming van derdengelden. De klacht is gegrond en de notaris wordt de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:228 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-761/AL/MN
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:228
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Dat in de voorzittersbeslissing een selectie van de feiten is opgenomen, maakt nog niet dat deze beslissing op onjuiste of onvolledige feiten is gebaseerd.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:197 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-475/DH/DH
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 20-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:197
Voorzittersbeslissing. Klaagster is niet-ontvankelijk voor zover haar klacht zich richt op het handelen van verweerster voorafgaand aan 25 juli 2019. Verweerster heeft niet bedoeld te zeggen rechterlijke uitspraken te zullen negeren en heeft dit ook niet gedaan. Geen sprake van onnodig grievende uitlatingen, schending van de privacy, intimidatie of beschuldigingen. Niet gebleken dat verweerster onvoldoende professionele distantie heeft gehouden. Klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:164 Hof van Discipline 's Gravenhage 230227
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 15-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:164
Artikel 13 beklag ongegrond. Nadat het hof de deken opdracht heeft gegeven opnieuw te beslissen op het verzoek, heeft de deken opnieuw beslist en de gronden van zijn eerdere beslissing aangepast. Het hof volgt de deken in zijn beslissing dat de vordering tot vernietiging van een bindend advies van de Geschillencommissie advocatuur bij de kantonrechter ingediend kan worden. Een geschil kan immers niet aan de Geschillencommissie worden voorgelegd als de vordering hoger is dan 25.000 euro, de grens die ook gesteld wordt aan kantonzaken. Het ging in het geschil om een zaak waar klager toevoeging bij had ontvangen en waarvoor de schade hoogstens de eigen bijdrage voor de toevoeging bedraagt. Niet aangevoerd door klager noch gebleken is dat de vordering hoger is dan het grensbedrag voor kantonzaken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:235 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-252/AL/OV/D
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:235
Dekenbezwaar. Verweerder heeft in strijd met de regelgeving ‘gebankierd’ met derdengelden en bovendien - terwijl hij wel de beschikking had over een derdengeldrekening - met gebruikmaking van zijn kantoorrekening. Verweerder heeft met zijn handelen artikel 6.19 Voda, artikel 46 Advocatenwet geschonden en in strijd met de kernwaarde integriteit gehandeld. De raad rekent dat verweerder zwaar aan. Gelet op de ernst van dit handelen is de raad van oordeel dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een berisping. In het nadeel van verweerder houdt de raad ook rekening met de omstandigheid dat verweerder recent eerder door de tuchtrechter is veroordeeld. Aan de andere kant houdt de raad er rekening mee dat het om een geïsoleerd incident lijkt te gaan en er geen sprake is geweest van eigen geldelijk gewin. Verder oordeelt de raad het positief dat verweerder zijn handelen en het verwijtbare daarvan heeft erkend. Rekening houdend met alle omstandigheden is de raad van oordeel dat als laatste waarschuwing de oplegging van een geheel voorwaardelijke schorsing van zes weken passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:229 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-920/AL/MN
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 04-09-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:229
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:198 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-522/DH/DH
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 20-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:198
Voorzittersbeslissing. Klacht over curator deels niet-ontvankelijk vanwege tijdverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:159 Hof van Discipline 's Gravenhage 220098
- Datum publicatie: 20-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:159
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening en over de communicatie in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:155 Hof van Discipline 's Gravenhage 220172
- Datum publicatie: 19-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:155
Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager heeft zijn klacht zowel als privépersoon, als in de hoedanigheid van voorzitter van de Stichting ingediend. Blijkens uittreksel KVK is klager geen voorzitter van de stichting, maar voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting. Nu klager geen voorzitter is van de Stichting en het hof in het dossier ook geen machtiging heeft aangetroffen, is de klacht van klager, voor zover die door of namens de stichting is ingediend, niet-ontvankelijk. Klager is voorts niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover het hoger beroep is gericht tegen de door de raad gegrond bevonden klachtonderdelen, zonder oplegging van een maatregel. Op de voet van art. 56 eerste lid van de Advocatenwet staat daartegen geen beroep open. Dit geldt onverkort, ook voor zover klager daarmee beoogt op te komen tegen de beslissing van de raad om geen maatregel op te leggen, nu (de hoogte van) een eventueel op te leggen maatregel ter beoordeling staat van het hof. Bevestiging beslissing van de raad voor het overige, nu klager in hoger beroep geen nieuwe argumenten heeft aangedragen die hiertoe zouden nopen. Misbruik van recht.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:212 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5391
- Datum publicatie: 19-09-2023
- Datum uitspraak: 19-09-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:212
Gegronde klacht tegen een psychiater. Klagers hebben over de verdachte in een strafzaak waarvoor veel maatschappelijke belangstelling bestaat, gezamenlijk een Pro Justitia (PJ)-rapport opgemaakt. Verweerder heeft zich in een artikel in een landelijk dagblad kritisch over dit rapport van klagers uitgelaten. Volgens klagers heeft hij zich daarbij onprofessioneel, onjuist, onzorgvuldig en oncollegiaal over hen en hun werk uitgelaten. Klagers zijn ontvankelijk in hun klacht, het handelen van verweerder kan worden beoordeeld onder de tweede tuchtnorm. Het college komt tot het oordeel dat verweerder als psychiater niet respectvol en onvoldoende zorgvuldig jegens klagers heeft gehandeld. Hij had niet mogen instemmen met de publicatie van zijn uitspraken in de huidige formulering, zonder nadere toelichting en zonder genuanceerdere informatie. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met wat een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Gelet op de deskundigheid van verweerder op het gebied van de forensische psychiatrie en PJ-rapportage, en op zijn positie als hoogleraar mag van hem worden verwacht dat hij zich goed bewust is van de implicaties van zijn uitspraken in openbare publicaties als het onderhavige krantenartikel. Deze kunnen niet worden beschouwd als een ongelukkige vergissing. Uit de e-mailwisseling en het gesprek met klagers na de publicatie is ook gebleken dat daarvan geen sprake is geweest. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:156 Hof van Discipline 's Gravenhage 220230
- Datum publicatie: 19-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:156
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder is pas later bij de zaak van klager betrokken geraakt. Niet is gebleken dat verweerder onvoldoende deskundig was. Hof stelt vast dat verweerder op de website van het kantoor melding maakt van de rechtsgebieden waarin hij werkzaam is. Ook op de website van de NOvA staan de rechtsgebieden vermeld waarin verweerder gespecialiseerd is. Verweerder heeft hiermee voldaan aan art. 7.4 lid 2 onder 9 en 6.32 van de Voda. Alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Klager niet-ontvankelijk voor zover hij in hoger beroep nieuwe klachten opwerpt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:213 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5441
- Datum publicatie: 19-09-2023
- Datum uitspraak: 19-09-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:213
Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een oordeel over klager heeft geveld zonder hem te hebben gezien en dat er onwaarheden in de medische verklaring van de psychiater staan. Het college is er mede door een ondersteunende notitie van een verpleegkundige voldoende van overtuigd dat de psychiater klager persoonlijk heeft gezien en onderzocht voordat hij de medische verklaring ten behoeve van een zorgmachtiging heeft opgesteld. Omdat de psychiater alle feiten heeft overgenomen uit het medisch dossier van klager, kan de eventuele onjuistheid daarvan hem niet worden verweten. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:157 Hof van Discipline 's Gravenhage 230066 230067
- Datum publicatie: 19-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:157
Hoger beroep niet-ontvankelijk. De raad had het verzet tegen de voorzittersbeslissing ongegrond verklaard, dus geldt een appelverbod. Geen fundamentele rechtsbeginselen geschonden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:158 Hof van Discipline 's Gravenhage 230009SD 230010S
- Datum publicatie: 19-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:158
Tevergeefs maatregelappel.Verweerder heeft in deze zaak een cliënt langdurig voorgehouden dat een procedure aanhangig was, terwijl dat niet zo was. Het hof constateert dat verweerder zijn eigen cliënt gedurende lange tijd heeft voorgelogen en steeds beloftes heeft gedaan die hij niet is nagekomen. Klager heeft hierdoor aanzienlijk nadeel ondervonden. Verweerder heeft door bij klager het voeren van een procedure voor te wenden in strijd gehandeld met de kernwaarden partijdigheid, deskundigheid en integriteit.Verweerder is daarnaast zijn verplichtingen uit de Wwft niet nagekomen en hij is niet voortvarend omgegaan met de aansprakelijkstelling van klager. Schrapping
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:153 Hof van Discipline 's Gravenhage 230129H
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:153
Verzoek tot herziening van een beslissing op grond van artikel 13 Advw niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:193 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-362/DH/RO
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:193
Raadsbeslissing. Klacht over incasso en beslaglegging ongegrond. Deels ziet de klacht op standpunten waar in de (nog aanhangig te maken) civiele procedure op moet worden beslist. Dat is geweigerd het beslag te beperken is niet klachtwaardig. Verder kan niet worden vastgesteld dat door verweerder is gelogen, gedreigd of geïntimideerd. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:154 Hof van Discipline 's Gravenhage 220281
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:154
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht van klager in alle onderdelen ongegrond verklaard. Klacht tegen advocaat wederpartij. Geen sprake van tegenstrijdige belang. Zoals volgt uit artikel 4:144 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vertegenwoordigt de executeur niet de gezamenlijke erfgenamen, zoals klager meent, maar de nalatenschap. Het stond verweerster als advocaat vrij om de executeur te vertegenwoordigen in de procedure namens de nalatenschap tegen klager. Niet gebleken dat verweerster in haar communicatie met partijen onvoldoende duidelijk is geweest voor wie zij in de procedure optrad en wat haar positie daarbij was. Grote mate van vrijheid bij de behartiging belangen van haar cliënt. Geen grievende uitlatingen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:194 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-381/DH/DH/D
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:194
Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door niet te voldaan aan gedragsregel 29 en verschillende bepalingen in de Voda. Zo heeft hij niet voldaan aan de administratieplicht, heeft hij zijn kantoornaam niet aangepast en is hij alleen bestuurder geweest van de Stichting Beheer Derdengelden. Daarbij heeft hij informatie over onder meer de derdengeldenrekening niet aan de deken verstrekt, terwijl de wel door hem verstrekte informatie op het eerste gezicht vragen oproept over de juistheid van het gebruik van de derdengeldenrekening. Bij het opleggen van de maatregel houdt de raad rekening met de ingrijpende persoonlijke omstandigheden, lange staat van dienst en het tuchtrechtelijk verleden. 26 weken schorsing onvoorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:149 Hof van Discipline 's Gravenhage 220318 220319
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:149
Dekenbezwaar en klacht. Beroep ingesteld door verweerder tegen opgelegde maatregel (voorwaardelijke schorsing van zes weken) en proceskostenveroordeling. In hetgeen verweerder in beroep heeft aangevoerd ziet het hof geen aanleiding af te wijken van de door de raad opgelegde maatregel. De door verweerder genoemde omstandigheden doen niet af aan de aanzienlijke ernst van de gegrond verklaarde klachtonderdelen. Het hof ziet verder geen aanleiding de veroordeling in de proceskosten te matigen. Het hof wijst op de Richtlijn kostenveroordeling Hof van Discipline 2021 waaruit volgt dat het hof uit eigen beweging of op – gemotiveerd – verzoek van de advocaat geen of lagere bedragen kan opleggen, als bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing kan het hof niet vaststellen dat sprake is van bijzondere omstandigheden die tot matiging zouden moeten leiden. Bekrachtiging beslissing raad. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:195 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-609/DH/A/W
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:195
Wraking kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:196 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-958/DH/DH
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 11-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:196
Ontvankelijkheid verzet.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:150 Hof van Discipline 's Gravenhage 220116
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:150
Klacht over eigen advocaat via FNV. Beroep ingesteld door verweerster tegen gegrond verklaarde klachtonderdelen en opgelegde maatregel (waarschuwing). De raad heeft geoordeeld dat verweerster de conclusie heeft mogen trekken dat er geen vertrouwensbasis meer tussen haar en klager was. Omdat hiertegen geen beroepsgrond is ingediend door klager staat dit oordeel in hoger beroep vast. Dit betekent dat ook het hiermee samenhangende klachtonderdeel d) ongegrond had moeten worden verklaard. Anders dan de raad is het hof daarnaast van oordeel dat verweerster niet gehouden was klager bij het beëindigen van de opdracht erop had moeten wijzen dat hij in geval van rechtsbijstand buiten FNV mogelijk voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking zou kunnen komen. Het voert verder te ver om in zijn algemeenheid aan te nemen dat een advocaat ook moet wijzen op alternatieven voor zijn (verdere) rechtsbijstand en de financiering daarvan. De beroepsgronden van verweerster slagen. De door de raad gegrond verklaarde klachtonderdelen worden alsnog ongegrond verklaard. Vernietiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:151 Hof van Discipline 's Gravenhage 220139
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:151
Klacht tegen deken. De raad achtte klaagster ontvankelijk in haar klacht en verklaarde de klacht ongegrond. De deken die de klacht heeft behandeld, heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het beroep is gericht tegen het oordeel van de raad over de ontvankelijkheid van klaagster en is bedoeld om duidelijkheid te verkrijgen over de situatie waarin een klager niet tijdig het griffierecht heeft voldaan en vervolgens een nieuwe klacht indient die ziet op hetzelfde feitencomplex. De deken stelt dat, omdat de huidige klacht betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex, de raad klaagster niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Het hof oordeelt dat voor dit standpunt geen steun te vinden is in de Advocatenwet of de bijbehorende wetsgeschiedenis. In geval de wetgever aan het niet (tijdig) betalen van het griffierecht het verval van het klachtrecht had willen verbinden had het op de weg van de wetgever gelegen dat uitdrukkelijk te bepalen. Daarvan is geen sprake. Van een eerder genomen tuchtrechtelijke eindbeslissing is geen sprake. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:191 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-047/DH/RO
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:191
Verzet niet-ontvankelijk, want te laat ingediend.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:152 Hof van Discipline 's Gravenhage 220162
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 08-09-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:152
Beroep ingesteld door verweerder. Verweerder heeft vanuit religieuze overwegingen en vanuit de rol die hij in de tempel vervulde met klager gesproken. Klager heeft zeer persoonlijke en daarmee vertrouwelijke informatie met verweerder gedeeld over de huwelijksproblemen tussen klager en zijn toenmalige echtgenote. Verweerder heeft klager geadviseerd zijn huwelijk niet op het spel te zetten. Onder deze omstandigheden stond het verweerder niet vrij de echtgenote van klager één of twee dagen later als advocaat te gaan bijstaan. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende waarschuwing), proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:192 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-094/DH/DH
- Datum publicatie: 18-09-2023
- Datum uitspraak: 18-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:192
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:49 Accountantskamer Zwolle 23/16 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-09-2023
- Datum uitspraak: 15-09-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:49
Klacht tegen een voormalig bestuurder van een accountantskantoor. Betrokkene heeft aan de financierende bank en aan de Raad van Commissarissen halfjaarcijfers 2019 en 2020 verschaft, welke cijfers op onderdelen onderling afwijken en afwijken van de cijfers in de interne administratie. De post belastingen in de halfjaarcijfers 2020 ontbeert een deugdelijke grondslag wat noodzakelijkerwijs betekent dat ook een of meer andere posten in die cijfers geen deugdelijke grondslag hebben. Betrokkene is zonder toestemming van de Raad van Commissarissen twee nieuwe financieringsarrangementen aangegaan. De maatregel van berisping wordt opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1757
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:130
Klacht tegen orthopedisch chirurg. Bij klaagster werd na een val een wervelbreuk vastgesteld. De orthopedisch chirurg heeft in opdracht van de rechtsbijstandsverzekering van klaagster een expertiserapport uitgebracht ter beantwoording van de vraag of sprake is geweest van medisch onzorgvuldig handelen met betrekking tot de wervelbreuk. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte en valse rapporten heeft overgenomen uit het dossier van het ziekenhuis. Ook verwijt zij de orthopedisch chirurg dat hij niet heeft gereageerd op klaagsters sommatie om bewijs te leveren van de stelling dat zij aan de poliomyelitis uit haar jeugd klachten en/of afwijkingen had overgehouden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:131 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1809
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:131
Klacht tegen psychiater. Klager is beroepschauffeur en rijdt op een vrachtwagen. De psychiater heeft klager op verzoek van het CBR onderzocht in het kader een psychiatrische keuring ten behoeve van een rijbewijsverlenging. Op grond van het keuringsrapport is klager niet rijgeschikt verklaard. Klager verwijt de psychiater onder meer dat het onderzoek onterecht en zonder zijn medeweten en instemming is uitgebreid naar een alcoholonderzoek en dat de psychiater te veel waarde heeft gehecht aan de uitkomsten van het bloedonderzoek (CDT-waarde). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht (deels) gegrond en legt aan de psychiater de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart de klacht alsnog ongegrond en verstaat dat de waarschuwing is komen te vervallen. Alles overziend is het CTG van oordeel dat ook als de psychiater kennis had gedragen van het feit dat klager ten tijde van het onderzoek vakantie had en daarom sprake was van een hoger alcoholgebruik dan normaal (maar zij was daarvan niet op de hoogte), dit niet noodzakelijkerwijs tot een ander advies had geleid.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730665 / DW RK 23/80 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:64
Beslissing op verzet. Klager betwist de vordering. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:132 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1792
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:132
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. In februari 2018 heeft de orthopedisch chirurg bij klaagster een heupprothese geplaatst. Nadien is klaagster meerdere malen ter controle gezien en onderzocht wegens aanhoudende pijnklachten. Op 2 maart 2020 heeft een arthrogram plaatsgevonden. De radioloog concludeerde dat er geen argumenten voor loslating waren. Klaagster heeft zich voor een second opinion gewend tot een ander ziekenhuis. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij de heup niet goed heeft geplaatst. Na de operatie kwam er veel wondvocht vrij. Bovendien hield zij klachten. Een verbetering deed zich niet voor. In december 2021 is klaagster opnieuw geopereerd. Klaagster heeft het idee dat er te veel mensen in opleiding bij de operatie aanwezig waren en dat de orthopedisch chirurg haar aandacht er niet goed bij heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:189 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-519/DH/DH
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:189
Voorzittersbeslissing. Klacht over de (voormalige) eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerster haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Niet op te maken dat de beantwoording van vragen door verweerster onjuist is of dat klaagster opzettelijk in diskrediet is gebracht. Verweerster hoefde aan haar persoonlijk gerichte e-mail niet aan voormalige cliënt door te sturen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:65 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/731087 / DW RK 23/92 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:65
Beslissing op verzet. Eerder over hetzelfde feitencomplex geklaagd en daarnaast over een periode van meer dan drie jaar geleden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:190 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-500/DH/DH
- Datum publicatie: 13-09-2023
- Datum uitspraak: 13-09-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:190
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Geheimhoudingsplicht is gericht op advocaat-cliënt-relatie. Klager was geen cliënt van verweerster, zodat de geheimhoudingsplicht niet is geschonden. Verweerster kon in het belang van haar cliënt de medische klachten van klager en de persoon die hij bijstond betwisten. Verweerster hoefde een brief niet ook aan klager te sturen, omdat hij op dat moment de geadresseerde niet meer bijstond. Klacht kennelijk ongegrond.