Zoekresultaten 20301-20350 van de 44778 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:164 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170118

    Art.5-beklag Er is door de deken geen beslissing genomen waartegen klager op grond van artikel 5 lid 2 Advocatenwet beklag kan doen. Klager is mitsdien niet ontvankelijk in zijn beklag. Daarbij heeft het hof opgemerkt dat de stappen die klager nu heeft ondernomen om opnieuw ingeschreven te worden prematuur voorkomen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:158 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160173

    Klacht dat verweerder de handtekening van klager onder de behandelovereenkomst heeft vervalst. Benoeming handtekeningendeskundige. Eindbeslissing. Het hof neemt de bevindingen van de deskundige over en houdt het ervoor dat de handtekenening op de behandelovereenkomst van klager afkomstig is. Klacht ongegrond. Verweerder heeft evenmin klachtwaardig gehandeld door een procedure tot betaling van achterstallige declaraties jegens klager aan te spannen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:171 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170024

    Beslissing op verzet tegen de beslissing van de voorzitter om het hoger beroep van klager af te wijzen. Beroep op doorbreking van het appelverbod van artikel 46h lid 7 Advocatenwet wegens schending fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep wordt afgewezen. Klachten over de motivering van de beslissing en het niet verstrekken van het proces-verbaal door de raad leveren geen grond voor doorbreking op. Dat de verzetbeslissing van de raad is ondertekend door een andere griffier dan degene die bij de mondelinge behandeling aanwezig was leidt niet tot nietigheid van de beslissing. Onvoldoende onderbouwd met welke bepaling van Gemeenschapsrecht artikel 46h lid 7 Advocatenwet strijdig zou zijn. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:165 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170082

    Bekrachtiging van de beslissing van de raad (16-1102/BD/LI) - klachten ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:159 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160314-W

    Wrakingsverzoek van klagers in de hoofdzaak, inhoudend dat de behandelend kamer de schijn van vooringenomenheid en partijdigheid heeft opgewekt door na sluiting van het onderzoek ter zitting te besluiten om kennis te nemen van het door verweerder toegezonden arrest, is ongegrond. Als het nagezonden arrest op cruciale onderdelen anders zou hebben geluid dan het vonnis in eerste aanleg waarvan tijdens de mondelinge behandeling door het hof en partijen is uitgegaan, zou er onder omstandigheden aanleiding kunnen zijn om de behandeling van de zaak te heropenen. Om te kunnen beoordelen of die feiten/omstandigheden zich voordoen is kennisneming van het stuk noodzakelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:172 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170023

    Beslissing op verzet tegen de beslissing van de voorzitter om het hoger beroep van klager af te wijzen. Beroep op doorbreking van het appelverbod van artikel 46h lid 7 Advocatenwet wegens schending fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep wordt afgewezen. Klachten over de motivering van de beslissing, het niet verstrekken van het proces-verbaal door de raad en de samenwerkingsovereenkomst tussen verweerder en zijn kantoor leveren geen grond voor doorbreking op. Dat de verzetbeslissing van de raad is ondertekend door een andere griffier dan degene die bij de mondelinge behandeling aanwezig was leidt niet tot nietigheid van de beslissing. Onvoldoende onderbouwd met welke bepaling van Gemeenschapsrecht artikel 46h lid 7 Advocatenwet strijdig zou zijn. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:166 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170069

    Bekrachtiging van de beslissing van de raad (16-707/DH/DH) - klachtonderdelen a en c ongegrond verklaard

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/443

    Klager verwijt verweerder, bedrijfsarts, onder meer dat hij geen navraag heeft gedaan bij zijn behandelaren, geen kennis heeft genomen van klagers medicatie en verkeerde adviezen heeft gegeven aan zijn (ex)werkgever. Verweerder voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/354

    Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij geen oor heeft gehad voor haar aanvullende klachten en de door hem opgestelde FML lijst niet heeft aangepast. De bedrijfsarts heeft voorts ten onrechte in het consultverslag opgeschreven dat de klachten niet arbeidsgerelateerd waren. Bovendien heeft hij voornoemd verslag onjuist ingevuld door te schrijven dat er met de leidinggevende 1)schriftelijk contact is geweest en 2) een terugkoppeling heeft plaatsgevonden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:160 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170122

    Dekenbezwaar. De deken is ontvankelijk; het hof beoordeelt zelfstandig de gedragingen die verweerder worden verweten en is daarbij niet geboden aan een afspraak die verweerder met een voormalig deken stelt te hebben gemaakt in een andere situatie dan thans aan de orde. Verweerder heeft in strijd met de Samenwerkingsverordening en (later) de Voda jarenlang geweigerd zijn kantoornaam aan te passen door daaruit de meervoudsaanduiding “advocaten” te verwijderen. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van een maand met als bijzondere voorwaarde dat verweerder binnen één maand na het onherroepelijk worden van deze beslissing zijn kantoornaam dient aan te passen en aangepast dient te houden overeenkomstig de door het Hof van Discipline geformuleerde criteria zoals opgenomen in ECLI:NL:TAHVD:2015:309. Bekrachtiging, behoudens de door de raad opgelegde proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:173 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170150

    Beklag art. 13 Advocatenwet. Verzoek om aanwijzing van een advocaat voor het ondertekenen door een advocaat van het door klager zelf bij de Hoge Raad ingediende verzoek tot cassatie. Beklag ongegrond, aangezien klagers doel - een rechtsmiddel instellen tegen de uitspraak van het gerechtshof - niet meer kan worden bereikt nu de termijn voor zowel het instellen van cassatie als het indienen van een door een advocaat ondetekend cassatieverzoek zijn verstreken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-394

    Voorzitter oordeelt de deken niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toepassing van artikel 60c Advocatenwet. In de gegeven omstandigheden is geen sprake van een spoedeisende situatie of een vrees dat sprake is van een onbehoorlijke praktijkuitoefening van verweerders waarin geen toezicht door de deken mogelijk is. Voor zover de punten die door de deken als aanwijzingen naar voren worden gebracht een onbehoorlijke taakuitoefening van verweerders al onderbouwen, is de voorzitter van oordeel dat een verder onderzoek daarnaar via artikel 60c Advocatenwet op dit moment niet de geëigende weg is. Daarbij overweegt de voorzitter dat het merendeel van de door de deken genoemde zaken zich in zelfstandige zin - tuchtrechtelijk of juridisch procedureel - goed beoordelen. Naar het oordeel van de voorzitter zal een onderzoek op grond van artikel 60c Advocatenwet niet leiden tot een vaststelling van feiten die die vermeende aanwijzingen in een ander daglicht plaatsen of leiden tot meer duidelijkheid daarover. ‘Ultimum remedium’. Voor de deken staan nog minder zware middelen open om zijn toezichthoudende taak jegens verweerders uit te kunnen oefenen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1750

    Oogarts wordt verweten dat zij te oppervlakkig onderzoek heeft gedaan en een vervolg afspraak op een te lange termijn heeft gezet waardoor een adequate behandeling te laat is ingezet. Bovendien wordt de oogarts verweten dat zij klagers klachten en ervaringen niet serieus heeft genomen. Gelet op de bevindingen uit anamnese en oogheelkundig onderzoek tijdens het eerste consult, is met voldoende grond afgezien van verdere onderzoeken. Er waren geen symptomen die doorverwijzing naar een derde lijns oogspecialist indiceerden. Een spoedconsult was niet geïndiceerd. Mede gelet op de van de internist verkregen informatie was het een gerechtvaardigde keuze van om een vervolg afspraak te plannen op ruim 6 maanden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1749

    Internist wordt verweten dat hij ten onrechte de diagnose Diabetes Mellitus type 2 heeft gesteld en niet eerder onderzoek heeft gedaan naar Diabetes Mellitus type 1 LADA, dat hij niet meteen bij de eerste opname van klager TSH waarden heeft gecontroleerd of een echo van de schildklier heeft laten maken en niet onmiddellijk na de vaststelling van Graves Orbitopathie een oogarts in consult heeft gevraagd. Verweerder is op goede gronden uitgegaan van de werkdiagnose Diabetes Mellitus type 2 in plaats van Diabetes Mellitus type 1 LADA en heeft voortvarend en adequaat gehandeld. De klachten van klager gaven geen aanleiding om al bij de eerste opname TSH waarden te laten controleren. Uit de Richtlijn Schildklierfunctiestoornissen kan niet worden afgeleid dat het maken van een echo na het vaststellen van hyperthyreoïdie noodzakelijk is. Het verwijt dat verweerder klager niet onmiddellijk na de vaststelling van GO door een oogarts heeft laten zien en dat hij zijn bevindingen niet met de oogarts heeft gedeeld, ontbeert feitelijke grondslag. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:55 Accountantskamer Zwolle 15/1869 Wtra AK

    Betrokkene diende bij het samenstellen van de balans gelet op de door de entiteit gehanteerde grondslag voor de waardering van de onderhanden projecten onder ogen te zien of hij voor de waardering van de aan het einde van het verslagjaar lopende projecten voldoende en adequate informatie kreeg aangereikt. Daartoe behoorden per project naast de directe productiekosten, de overige rechtstreeks aan de vervaardiging toe te rekenen kosten, de opslag voor indirecte kosten en de bedragen van de tot aan de balansdatum gedeclareerde termijnen. De stukken van de registercontroller van de entiteit waarop betrokkene zich bij het samenstellen van de post onderhanden projecten heeft gebaseerd, bevatten niet de benodigde informatie, in het bijzonder niet over de vóór de balansdatum gedeclareerde termijnen. Na kennisneming van deze stukken had betrokkene moeten constateren dat de gegevens onvolledig waren en had hij toepassing moeten geven aan het bepaalde in paragraaf 13 van standaard 4410. Berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616245 / DW RK 16/1046

    Beslissing op verzet. Klacht over beslagvrije voet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:132 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/598860 / DW RK 15/1122

    Klacht over een niet voor klager bestemde brief. Een gerechtsdeurwaarder mag in beginsel afgaan op de door hem opgevraagde gegevens uit de BRP tenzij hij over aanwijzingen beschikt om te veronderstellen dat er iets aan de hand is. Dat laatste was het geval omdat de gerechtsdeurwaarder geen acht heeft geslagen op de verschillen tussen de gegevens uit de BRP en de door de opdrachtgever aan de gerechtsdeurwaarder verstrekte gegevens. Die verschillen hadden voor de gerechtsdeurwaarder aanleiding moeten voor nader onderzoek waarbij hem zou zijn opgevallen dat de vordering zag op een periode waarin klager volgens gegevens uit de BRP niet woonachtig was op het adres waar de brief naar toe is verzonden. Dat de gerechtsdeurwaarder dit zelf niet heeft onderkend en derhalve geen verder onderzoek naar de juistheid van het door hem gehanteerde adres van klager heeft gedaan waar dit wel geboden was, acht de kamer onzorgvuldig en tuchtrechtelijk laakbaar. De kamer acht het ook te ver gaan dat de gerechtsdeurwaarder klager aangifte heeft laten doen van identiteitsfraude. De gerechtsdeurwaarder maakt immers een fout en dan hoeft klager niet aan te tonen dat hij niet de degene is die de vordering moet voldoen. Ook het doorzenden van de brief van klager van 30 oktober 2015 aan de opdrachtgever is niet volgens de spelregels. De inhoud van die brief rechtvaardigde ook een antwoord van de gerechtsdeurwaarder en die kon niet volstaan met doorzending naar zijn opdrachtgever.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:120 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/599990 / DW RK 15/1185

    Klacht over structureel te laat bezorgde correspondentie, een in een verkeerde brievenbus gedeponeerde brief en een discussie over een verschil in een opgave van een openstaande vordering. Het enkele feit dat er brieven te laat door klaagster worden ontvangen, is onvoldoende om te komen tot het oordeel dat er tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. De in de verkeerde brief gedeponeerde brief heeft als oorzaak een voor tweeërlei uitleg vatbaar pictogram waardoor de door de gerechtsdeurwaarder gemaakte keuze om de brief in een gesloten envelop uiteindelijk in de (achteraf bezien) verkeerde brievenbus te deponeren begrijpelijk is. Het verschil in de opgave berust op een vergissing die niet tuchtrechtelijk laakbaar is. Klachten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616378/ DW RK 16/1069

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:185 Raad van Discipline Amsterdam 17-513/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder de belangen van klager niet goed heeft behartigd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:53 Accountantskamer Zwolle 16/1534 en 16/1535 Wtra AK

    In informatiemateriaal van een onderneming die beleggers de mogelijkheid biedt om te investeren in bouwgrond in Costa Rica, wordt vermeld dat het kantoor van de accountants de controle van de jaarrekening zal verzorgen en controle zal uitoefenen op het nakomen van investeringsbeloften met betrekking tot de aankoop van gronden en op de aflossing van obligatieleningen. Onderneming stelt accountant echter niet in staat om jaarrekening te controleren. In uitgebracht assurance-rapport over opgave belegde gelden wordt niet duidelijk gemaakt dat met de daarin gebruikte term ‘waarde van de grond’ slechts wordt bedoeld de aankoopprijs van de grond. In controleverklaringen over aflossingen van obligatieleningen is ten onrechte niet tot uitdrukking gebracht of de overzichten van de aflossingen zonder materiële afwijkingen wat betreft juistheid en volledigheid zijn opgesteld. Betrokkenen hebben ook een conceptmanagementletter uitgebracht waarin wordt vastgesteld dat overeenkomsten ontbreken, onzekerheid bestaat over voortgang project en dat interne organisatie op het vlak van toerekening van kosten gebrekkig is. Onder deze omstandigheden hadden betrokkenen de onderneming moeten verzoeken de informatie bij te stellen of te verwijderen. Door dit na te laten hebben betrokkenen gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit (dat ook inhoudt dat de accountant vermijdt dat hij in verband wordt gebracht met informatie die onjuist/misleidend is of een verkeerde indruk wekt). Uitbrengen rapporten in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:56 Accountantskamer Zwolle 17/803 en 17/804 Wtra AK

    Kantoortoetsing door Nba zowel binnen het wettelijke controledomein als daarbuiten onder de toepassing van art. 3 van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen (VoKwb), zoals deze luidde voor 29 september 2015. Dagelijkse (mede) beleidsbepaler, betrokkene 1, is tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor een voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing. In casu beschikte de accountantsorganisatie niet over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat is afgestemd op de omvang en het belang van de opdrachten als bedoeld in art. 3 VoKwb (oud), dit betreft zowel het wettelijke controledomein als de overige praktijk. Doorhaling voor 1 jaar voor betrokkene 1 als beleidsbepaler en doorhaling 3 maanden voor betrokkene 2 i.v.m. de gemaakte fouten bij de door hem verrichte professionele diensten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:162 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-441/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:144 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-486/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij in procedure m.b.t. omgang. Uit de inhoud van de door klager toegezonden bijlagen kan niet worden afgeleid dat verweerder niet aan herhaalde verzoeken van de advocaat van klager heeft voldaan, noch dat hij op een andere manier (opzettelijk) het proces heeft gefrustreerd. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:157 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-395/DH/DH-a

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder informatie aan het gerechtshof heeft verschaft waarvan hij wist, dan wel had moeten weten, dat deze onjuist was. Indien en voor zover klaagster tevens heeft bedoeld te klagen over de stichting waar verweerder werkzaam is, geldt dat de klacht in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:164 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-455/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen ex-kantoorgenoot kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft geen rechtstreeks belang bij de vraag of de registratie van verweerster in de BAR al dan niet onjuist en onvolledig is c.q. was, en – zo ja – of verweerster daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:145 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-409/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen collega-advocaat. Verweerder heeft bij de overname van een zaak (gedragsregel 22) geen tuchtrechtelijk relevante grens overschreden. Ook voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:158 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-454/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen stafmedewerker van de deken van een lokale Orde van Advocaten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-533/DH/A-a

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:146 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-533/DH/A-b

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:159 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-459/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht van de ene tegen de andere advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-070

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerster heeft klaagster niet onterecht gedagvaard. Dat verweerster geen vordering (meer) had, was verweerster op het moment van dagvaarden onbekend. Niet is gebleken dat klaagster zelf voldoende actie heeft ondernomen om de dagvaardingsprocedure (tijdig) af te wenden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-780

    Klacht over voorlichting aan cliënt. De advocaat is daarin niet tekort geschoten maar heeft de cliënt voldoende geïnformeerd over het procesverloop, de kansen en de risico's van de procedure. Ook heeft de advocaat gewezen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand en vooraf een inschatting gemaakt van de verwachte tijdsbesteding en de cliënt hierover gedurende de procedure op de hoogte gehouden. Verder mocht de advocaat aankondigen dat de rechtsbijstand zou worden opgeschort als betaling van de declaraties uitbleef. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:143 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-365/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:137 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1007

    Verzet tegen voorzittersbeslissing betreffende het optreden van de deken. Klacht heeft betrekking op het handelen van verweerder, als deken, bij de aanwijzing van een advocaat aan klager ex art.13 Advocatenwet. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:138 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-412

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. De klacht betrof miscommunicatie tussen klager, de cliënt, en verweerder. De voorzitter heeft een juist oordeel gegeven. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:132 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-543

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen voormalig eigen advocaat. Niet is komen vast te staan dat verweerder zijn declaraties heeft ‘opgeschroefd’ van € 9.000,- naar € 17.500,-. Wegens niet-betaling van de declaraties heeft verweerder klager gedagvaard. Het oplopen van de oorspronkelijke hoofdsom is te wijten aan de bijgekomen incasso-, proces-, executie- en veilingkosten. Dat verweerder deze kosten onvoldoende gespecificeerd heeft is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1150

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter is niet van onjuiste of onvolledige feiten uitgegaan waardoor hij tot een ander oordeel had moeten komen. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:18 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/122

    Kinderen klagen dat notaris onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van hun 54-jarige moeder, die (onder meer) haar testament heeft gewijzigd. Zij had uitzaaiingen in de hersenen en binnen een week na het passeren van de akten heeft een onafhankelijk arts geoordeeld dat zij blijvend niet in staat werd geacht haar financiële en persoonlijke zaken en belangen naar behoren te behartigen. Bij gebrek aan achterliggende informatie was de notaris, die enkel wist dat moeder terminaal ziek was, bij de beoordeling van haar wilsbekwaamheid aangewezen op de indruk die zij op hem maakte en de wijze waarop zij zich tijdens het gesprek presenteerde. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-030

    Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Nu de lezingen van partijen uiteen lopen, kan het College grensoverschrijdend gedrag door de fysiotherapeut jegens klager niet vaststellen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-043

    Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. De fysiotherapeut is wegens praktijk- en persoonlijke omstandigheden niet in staat geweest om aan het verzoek van klaagster tot verstrekking van medische informatie te voldoen. Het had de voorkeur gehad indien duidelijker en sneller was gecommuniceerd over de reden van het uitblijven van informatie. Inmiddels is aan het verzoek voldaan. Geen tuchtrechtelijk verwijt. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-024

    Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft lichamelijk (her)onderzoek verricht alvorens deze manipulaties in het midden/laag cervicaal gebied bij klager uit te voeren. Niet is gebleken dat de klachten onvoldoende zijn uitgevraagd. De uitleg door de fysiotherapeut was weliswaar beperkt, maar niet onvoldoende nu er geen indicaties waren dat bij manipulatie van de nekwervels op midden/laag cervicaal niveau sprake was van een verhoogd risico op complicaties. Alle klachtonderdelen ongegrond. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/54, 55, 56 en 57

    Klachten over afgifte van verklaringen van erfrecht, waarin staat vermeld dat de ouders van klager beiden laatstelijk woonplaats hadden in Nederland. Zij hadden beiden een Spaans en een Nederlands testament en lieten bezittingen na in beide landen. Deze klachten zijn niet-ontvankelijk in verband met overschrijding van de klachttermijn. Klacht over misleiding van klager bij legaliseren van verklaring van zuivere aanvaarding op zelfde grond niet-ontvankelijk (zie ook: ECLI:NL:TNORSHE:2016:4)

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1752

    Klaagster verwijt oogarts dat er geen sprake is van informed consent aangezien zij over de lenskeuze ten behoeve van een staaroperatie minimaal is ingelicht door een optometrist en niet door de oogarts zelf. De werkwijze in het ziekenhuis van verweerder, waarbij een patiënt na het consult bij de oogarts nog door de optometrist wordt gezien voor een oogmeting en herhaling van voorlichting, is naar het oordeel van het college een gebruikelijke en aanvaardbare werkwijze en evenmin strijdig met de Richtlijn Cataract. Klaagster is voldoende voorgelicht. Voor de stelling van klaagster dat de optometrist haar minimaal heeft voorgelicht, heeft het college geen aanwijzingen in het dossier gevonden. Het standpunt van verweerder wordt, ondanks zijn summiere verslaglegging, door het dossier ondersteund. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 148/2017

    Klacht tegen psychiater/psychotherapeut betreffende seksueel grensoverschrijdend gedrag en inadequate behandeling. Geen overtuiging dat verweerder voldoende inzicht heeft in het grensoverschrijdende van zijn handelen en zijn eigen rol daarin; recidivekans. Doorhaling inschrijving en schorsing bij wijze van voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:51 Accountantskamer Zwolle 16/2578 Wtra AK

    Accountant wiens kantoor de deponering van publicatiestukken verzorgt had moeten bewaken dat de cijfers in die publicatiestukken op juiste wijze zijn ontleend aan de opgemaakte en vastgestelde jaarrekening en de verschillen daartussen hadden hem niet mogen ontgaan. Dat geldt te meer als het gaat om het deponeren van cijfers die afwijken van de cijfers in een conceptjaarrekening die nog niet is vastgesteld. Strijd met deskundigheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 118/2017

    Klacht tegen psychiater/psychotherapeut betreffende seksueel grensoverschrijdend gedrag en inadequate behandeling. Geen overtuiging dat verweerder voldoende inzicht heeft in het grensoverschrijdende van zijn handelen en zijn eigen rol daarin; recidivekans. Doorhaling inschrijving en schorsing bij wijze van voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:52 Accountantskamer Zwolle 16/2595 Wtra AK

    Betrokkene heeft niet gereageerd op verzoeken per brief en per e-mail van klager om een eerder afgesproken vrijwaring te bevestigen/na te komen. De advocaat van betrokkene heeft na verloop van tijd wel gereageerd. Het had verre de voorkeur verdiend dat betrokkene wel had gereageerd gezien het belang van klager bij de vrijwaring maar het niet reageren is van onvoldoende tuchtrechtelijk gewicht om te oordelen dat betrokkene in strijd met enige gedrags- of beroepsregel heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:36 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/318691 / KL RK 17/43

    De kamer overweegt dat een notaris, alvorens hij een akte passeert, moet controleren of de tekst daarvan de instemming heeft van alle partijen bij de akte. Vastgesteld wordt dat in dit geval de notaris zich onvoldoende heeft overtuigd dat klager instemde met de tekst van de akte. Ook heeft de notaris niet tijdig een afschrift van de akte aan klager verzonden en de koopsom aan hem overgemaakt en is hij in gebreke gebleven helder met klager te communiceren. De klacht wordt gegrond verklaard zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:37 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/317787 / KL RK 17/36

    De kamer stelt vast dat de kandidaat-notaris – als executeur/afwikkelingsbewindvoerder – niet onzorgvuldig heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van klager.