Zoekresultaten 20301-20350 van de 45087 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:66 Accountantskamer Zwolle 17/1064 Wtra AK
- Datum publicatie: 16-10-2017
- Datum uitspraak: 16-10-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:66
Een registeraccountant die door de Ondernemingskamer is benoemd als tijdelijk bestuurder van een besloten vennootschap, is voor zijn handelen als bestuurder tuchtrechtelijk verantwoordelijk. Dit handelen wordt getoetst aan alle fundamentele beginselen. Hierbij geldt echter een terughoudende toets.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:163 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-029
- Datum publicatie: 16-10-2017
- Datum uitspraak: 03-10-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:163
De raad oordeelt het dekenbezwaar tegen de - inmiddels op eigen initiatief uitgeschreven - advocaat op 7 klachtonderdelen gegrond en legt, gelet op de ernst van de schendingen, als maatregel 52 weken schorsing op waarvan 26 weken voorwaardelijk en een proceskostenveroordeling. De raad oordeelt dat verweerder met zijn handelen herhaaldelijk het aanzien van de advocatuur heeft geschaad door in strijd te handelen met de kernwaarden integriteit en vertrouwen ex artikel 10a Advocatenwet, artikel 6.19 leden 1, 4 en 5 Voda (oud), 6.22 lid 8 en artikel 6:22 lid 3 Voda, alsmede met de Gedragsregels 1, 8, 23. Verweerder heeft zijn cliënte niet terstond op de hoogte gebracht van de ontvangst op de derdengeldenrekening van een bedrag van ruim € 77.000,- ten gunste van die cliënte maar pas weken later en bovendien toen ook nog onjuist voorgelicht over het tijdstip van de ontvangst van die gelden. Vast is komen te staan dat verweerder die aan zijn cliënte toekomende gelden bovendien zonder toestemming van die cliënte kort na ontvangst ervan heeft doorgestort van de derdengeldenrekening naar de kantoorrekening en een deel van die gelden heeft aangewend voor betaling van een belastingschuld van het kantoor. Volgens de raad een welbewuste actie van verweerder. De deken verwijt verweerder dat hij zijn personeel toen zou hebben bedreigd wegens hun bezwaren tegen de hiervoor beschreven gang van zaken ten aanzien van de overboeking van de gelden naar de kantoorrekening. De raad oordeelt dat de deken kan worden ontvangen in dit verwijt nu een deken in het algemeen belang met inachtneming van de geldende kernwaarden voor een advocaat moet kunnen klagen over mogelijke misstanden binnen een kantoor als een deken daarvan op de hoogte is gekomen, ook buiten het geval van een klacht. Dat sprake is geweest van een dergelijke bedreiging kan de raad niet vaststellen. Ook door onderzoek door de Unit FTA is de raad gebleken dat verweerder structureel bedragen van de derdengeldenrekening van het kantoor overmaakt zonder de voorgeschreven medewerking en buiten medeweten van de tweede bestuurder van de stichting derdengelden. Eveneens is de raad gebleken dat verweerder in ten minste 12 gevallen zonder toestemming van de cliënte declaraties heeft verrekend met derdengelden en via de derdenrekening een betaling van een familielid aan de Belastingdienst heeft gefaciliteerd terwijl die stichting derdengelden voor geen ander doel dient te worden gebruikt dan voor het beheer van derdengelden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 042/2017
- Datum publicatie: 16-10-2017
- Datum uitspraak: 16-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:166
Klacht tegen verpleegkundige over bejegening. Opmerking van verpleegkundige niet professioneel maar van te gering gewicht. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:67 Accountantskamer Zwolle 17/565 en 17/566 Wtra AK
- Datum publicatie: 16-10-2017
- Datum uitspraak: 16-10-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:67
Betrokkene (1) heeft bij het samenstellen een vordering in rekening-courant tussen de vennootschap en zijn voormalige aandeelhouder/bestuurder verrekend, terwijl de te verrekenen vordering van de voormalige aandeelhouder/bestuurder een vordering betrof op de nieuwe aandeelhouder van de vennootschap en niet de vennootschap zelf. Ingevolge randnummer 14 van NVCOS 4410 had betrokkene hier niet van mogen uitgaan zonder verder door te vragen bij de leiding van de vennootschap totdat betrokkene van een deugdelijke grondslag voor een dergelijke verrekening was gebleken, temeer nu hij ervan op de hoogte was dat er geschillen bestonden tussen betrokken partijen. Klacht deels gegrond; waarschuwing. Betrokkene (2) heeft in strijd met randnummers 17 juncto 18 sub g van NVCOS 4400 in een rapportage niet althans onvoldoende de beschrijving van het doel waarvoor de overeengekomen specifieke werkzaamheden zijn uitgevoerd, opgenomen. Klacht deels gegrond; geen maatregel. Beide betrokkenen hebben terecht een beroep gedaan op het beginsel van vertrouwelijkheid.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:215 Raad van Discipline Amsterdam 17-555/A/A
- Datum publicatie: 16-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:215
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond/kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:166 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 685.2016
- Datum publicatie: 13-10-2017
- Datum uitspraak: 06-10-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:166
De gerechtsdeurwaarder heeft zich niet professioneel gedragen door aan klaagster mee te delen in een e-mail: "Dat u het niet zo nauw neemt met de normen en waarden was inmiddels al bekend. Wat u nu doet, slaat natuurlijk nergens op! en: "Hier lusten de honden geen brood van. Treurig." De Kamer acht de klacht over de bejegening gegrond, maar legt geen maatregel op.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:192 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-154/DH/DH
- Datum publicatie: 13-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:192
verzet te laat ingesteld en niet-ontvankelijk
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:167 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1171.2016
- Datum publicatie: 13-10-2017
- Datum uitspraak: 06-10-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:167
Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze niet correct handelt door te trachten een onterechte vordering op haar te incasseren. Volgens de voorzitter is het feit dat klaagster de hoofdsom bestrijdt een gepasseerd station omdat de kantonrechter bij vonnis die hoofdsom heeft toegewezen en het vonnis onherroepelijk is geworden. Klaagster heeft tegen die beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Volgens de Kamer is het verzet niet gegrond, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gebleken.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:193 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-155/DH/DH
- Datum publicatie: 13-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:193
verzet te laat ingesteld, niet-ontvankelijk
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:164 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1058.2016
- Datum publicatie: 13-10-2017
- Datum uitspraak: 06-10-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:164
Klager is het er niet mee eens dat de gerechtsdeurwaarder nog een bedrag probeert te incasseren. De voorzitter was van oordeel dat klager niet aannemelijk had gemaakt dat hij de thans nog gevorderde kosten van de eerdere procedure reeds had voldaan. Klager is het met dit oordeel van de voorzitter niet eens en heeft daarom verzet ingesteld. De Kamer acht het verzet niet gegrond, omdat het onderzoek in verzet niet heeft geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:165 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 930.2016
- Datum publicatie: 13-10-2017
- Datum uitspraak: 06-10-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:165
Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders dat deze hem lastig vallen met een onterechte vordering. Desgevraagd zijn de gerechtsdeurwaarders niet in staat gebleken om de onderliggende stukken die op de vermeende vordering betrekking hebben te tonen. De voorzitter heeft geoordeeld dat een gerechtsdeurwaarder een aan hem ter incasso overgedragen vordering slecht summier hoeft te beoordelen, niet inhoudelijk hoeft te toetsen en evenmin alle onderliggende stukken in zijn bezet behoeft te hebben. Tegen dit oordeel heeft klager verzet ingesteld. De Kamer is het met klager eens dat de voorzitter ten onrechte heeft overwogen dat klager heeft aangevoerd dat hij nooit was aangemaand voor het eigen risico 2006. Klager had dat juist wel aangevoerd. Dit leidt echter niet tot een ander oordeel en het verzet is daarom ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:280 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.178
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:280
Op 4 oktober 2016 heeft het Centraal Tuchtcollege in een andere zaak een beslissing gegeven in beroep naar aanleiding van een door klager tegen de arts ingediende klacht. Klager verwijt de arts dat hij in die zaak bij het Centraal Tuchtcollege een valse verklaring heeft afgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Klager heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart klager ontvankelijk in de klacht, en wijst de klacht af.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:217 Raad van Discipline Amsterdam 17-623/A/A
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 05-10-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:217
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Klager heeft in het geheel niet onderbouwd dat het door verweerder overgelegde bewijsmateriaal vervalst is en al helemaal niet dat verweerder dit wist.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:168 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 186.2016
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 06-10-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:168
Er is loonbeslag gelegd ten laste van klager voor een schuld van diens echtgenote. Klager en zijn echtgenote zijn op huwelijkse voorwaarden getrouwd met koude uitsluiting.Nu de gerechtsdeurwaarder wist dat hij op het inkomen van klager loonbeslag legde voor een vordering op diens echtgenote brengt de in acht te nemen zorgvuldigheid mee dat de gerechtsdeurwaarder op voorhand het huwelijksgoederenregister had moeten raadplegen om te bezien of klager wellicht op huwelijkse voorwaarden was getrouwd. Nu de gerechtsdeurwaarder dat niet heeft gedaan en derhalve het risico heeft genomen dat hij onterecht beslag zou leggen op het inkomen van klager, is de klacht gegrond. Daaraan doet niet af dat raadpleging van dat register mogelijk geen definitief uitsluitsel zou hebben gegeven. Volgens artikel 475 lid 2 Rv heeft de gerechtsdeurwaarder aan de werkgever van klager het formulier toegezonden waarop de werkgever de verklaring zoals bedoeld in artikel 476b Rv heeft gedaan. De wijze waarop de gerechtsdeurwaarder dit formulier heeft ingevuld voldoet aan de bijlage bij het Besluit verklaring derdenbeslag. De werkgever heeft dit formulier erg snel ingevuld en aan de gerechtsdeurwaarder geretourneerd en heeft niet de wettelijke termijn van vier weken afgewacht. De gerechtsdeurwaarder heeft hiervan een kopie aan klager gestuurd. Dit was voor de gerechtsdeurwaarder echter geen reden om het proces-verbaal van beslag niet aan klager over te betekenen. De klacht is gedeeltelijke gegrond en aan de gerechtsdeurwaarder wordt een berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:276 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.273
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:276
Klacht tegen gz-psycholoog. Klager is bij een auto-ongeval van achteren aangereden en heeft licht traumatisch hersenletsel opgelopen. In het kader van een wettelijke aansprakelijkheidsprocedure heeft de rechtbank een neuroloog ingeschakeld. Op verzoek van deze neuroloog heeft verweerster, gz-psycholoog, een neuropsychologisch onderzoek verricht met de bedoeling de bevindingen van dat onderzoek in het rapport van de neuroloog te integreren. Klager verwijt verweerster dat zij: 1. hem heeft onderzocht tijdens een niet in ruste zijnde hersenschudding; 2. in het rapport hem als leugenaar heeft weggezet door te zeggen dat hij onderpresteert; 3. de verzekering heeft bedrogen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft dit oordeel en voegt daaraan ten aanzien van het eerste klachtonderdeel toe dat de gz-psycholoog ter zitting in beroep heeft uitgelegd dat zij geen beperkingen bij klager heeft waargenomen die toe te schrijven zijn aan een eventuele hersenschudding, dat zij het ongeval in haar beoordeling heeft betrokken en dat zij geconcludeerd heeft dat er geen belemmering bestond om het onderzoek op dat moment uit te voeren. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege kon de gz-psycholoog in redelijkheid tot dat oordeel komen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:277 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.466
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:277
Klaagster heeft bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst bijzondere bijstand aangevraagd in het kader van de regeling medische meerkosten. Een adviesbureau is gevraagd een sociaal medisch advies uit te brengen met betrekking tot de noodzaak van deze meerkosten. Verweerster, arts maatschappij en gezondheid, is aan dit bureau verbonden en was met het genoemde onderzoek belast. Klaagster verwijt verweerster dat zij 1) geen onafhankelijk en objectief onderzoek heeft gedaan naar de daadwerkelijke noodzaak van de aangevraagde voorzieningen; 2) geen lichamelijk onderzoek heeft gedaan waardoor zij conclusies kan trekken; 3) geen kennis heeft van ziektebeelden waardoor zij correct kan en mag indiceren; 4) zich niet houdt aan de gedragsregels van medici door zich te laten beïnvloeden door een opdrachtgever welke regels stelt (volgens haar) waardoor ze niet onafhankelijk en objectief kan indiceren; 5) zich niet houdt aan afspraken dat indien zaken onduidelijk zijn zij in samenspraak met klaagster vervolgvragen opstelt noch afdoende vervolgvragen stelt; 6) zich bezig houdt met financiële aangelegenheden hetgeen niets met de medische aangelegenheden te maken heeft. Dat is haar taak als indicerend persoon niet; 7) mogelijk heeft gehandeld volgens de regels van het adviesbureau, maar niet volgens de in de Nederland geldende wetgeving en de voor haar geldende beroepsregels. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:278 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.467
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:278
Klager heeft bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst bijzondere bijstand aangevraagd in het kader van de regeling medische meerkosten. Een adviesbureau is gevraagd een sociaal medisch advies uit te brengen met betrekking tot de noodzaak van deze meerkosten. Verweerster, arts maatschappij en gezondheid, is aan dit bureau verbonden en was met het genoemde onderzoek belast. Klager verwijt verweerster dat zij 1) geen onafhankelijk en objectief onderzoek heeft gedaan naar de daadwerkelijke noodzaak van de aangevraagde voorzieningen; 2) geen lichamelijk onderzoek heeft gedaan waardoor zij conclusies kan trekken; 3) geen kennis heeft van ziektebeelden waardoor zij correct kan en mag indiceren; 4) zich niet houdt aan de gedragsregels van medici door zich te laten beïnvloeden door een opdrachtgever welke regels stelt (volgens haar) waardoor ze niet onafhankelijk en objectief kan indiceren; 5) zich niet houdt aan afspraken dat indien zaken onduidelijk zijn zij in samenspraak met klager vervolgvragen opstelt noch afdoende vervolgvragen stelt; 6) zich bezig houdt met financiële aangelegenheden hetgeen niets met de medische aangelegenheden te maken heeft. Dat is haar taak als indicerend persoon niet; 7) mogelijk heeft gehandeld volgens de regels van het adviesbureau, maar niet volgens de in de Nederland geldende wetgeving en de voor haar geldende beroepsregels. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:279 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.489
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 12-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:279
Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster is opgeleid tot gz-psycholoog/klinisch psycholoog. Zij is werkzaam als directeur behandelzaken bij een hulpverleningsinstelling. Klager is in 2010 voor behandeling verwezen naar de hulpverleningsinstelling, waar verweerster zijn hoofdbehandelaar werd. In 2014 is de behandelrelatie beëindigd. Klager is van mening dat hij tijdens de periode waarin hij behandeld werd niet de zorg en de begeleiding heeft ontvangen die passend is bij iemand die getraumatiseerd en hoogbegaafd is. Klager heeft veel meegemaakt in zijn leven en heeft iedere dag last van de gevolgen daarvan. Desalniettemin heeft verweerster zonder enige vorm van overleg de behandelrelatie opgezegd. Volgens klager was toegezegd dat hij een andere behandelaar zou krijgen. Dit is nooit gebeurd. De keren dat klager nog contact met verweerster zocht, begon ze te schreeuwen en bedreigde ze hem. Klager is psychisch alleen maar achteruit gegaan tijdens de behandeling. Door het gebrek aan adequate zorgverlening is hij nu kapot en zwaar depressief. Hij voelt zich bedonderd en gebruikt. Verweerster is niet geschikt voor haar beroep, aldus klager. Het RTG Groningen heeft de klacht afgewezen. Ook het Centraal Tuchtcollege wijst de klacht af nu noch gebleken is van een onjuiste behandeling en beëindiging van de behandelrelatie noch van een onheuse bejegening.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:216 Raad van Discipline Amsterdam 17-564/A/A/D
- Datum publicatie: 12-10-2017
- Datum uitspraak: 21-09-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:216
Verzoek ex artikel 60b Advocatenwet. Verweerder langdurig afwezig en onbereikbaar zonder adequate waarnemingsregeling. Niet duidelijk in hoeverre en waar verweerder kantoor houdt. Deken gefrustreerd in toezichthoudende taak. Verweerder heeft kantoorruimte onbeheerd achtergelaten en sleutel overhandigd aan derden die deur kennelijk hebben geopend en vervolgens niet hebben afgesloten, zodat het voor onbevoegden mogelijk moet zijn geweest zich toegang tot kantoorruimte te verschaffen en dossiers in te zien. Verzoek om aanhouding afgewezen, verzoek tot schorsing met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd toegewezen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:182 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-140/DB/OB
- Datum publicatie: 11-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:182
Advocaat heeft in verweerschrift en beroepschrift uitvoerig het standpunt van klaagster naar voren gebracht. Door de rechtbank en het gerechtshof is hierop ingegaan, maar zijn voor klaagster negatieve beslissingen genomen. Dit valt de advocaat tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:177 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-187 DB/ZWB
- Datum publicatie: 11-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:177
Niet gebleken dat advocaat zich onvoldoende voor zijn cliënt heeft ingespannen. Advocaat heeft zijn cliënte herhaaldelijk voorgehouden dat de verleende toevoeging na verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap kon worden ingetrokken. Toezending van de declaratie bij afwikkeling van de zaak, maar nog voordat de toevoeging definitief is ingetrokken is niet wenselijk, maar onder vermelde omstandigheden niet dusdanig verwijtbaar dat dit de advocaat tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:178 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-065/DB/OB
- Datum publicatie: 11-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:178
Klacht betreffende de advocaat van de wederpartij. Het stond verweerster vrij om in opdracht van haar cliënte een kort geding jegens klager te voeren. Het lag op de weg van (de belangenbehartigers van) klager om tijdig en volledig aan de vorderingen van de cliënte van verweerster te voldoen, dan wel zich hiertegen in rechte te verweren. Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TNORAMS:2017:27 Kamer voor het notariaat Amsterdam 632883/NT 17-57
- Datum publicatie: 11-10-2017
- Datum uitspraak: 29-08-2017
- ECLI:NL:TNORAMS:2017:27
De vraag die de kamer dan ook dient te beantwoorden is of herziening kan worden gevraagd van de wrakingsbeslissing. De kamer is van oordeel dat een dergelijk verzoek niet kan worden ontvangen. Aan toepassing van het middel van herziening moeten zware eisen worden gesteld. Een herzieningsverzoek kan slechts leiden tot aantasting van een onherroepelijke einduitspraak op de grond dat op basis van nauwkeurig omschreven feiten of omstandigheden, die dateren van vóór de uitspraak maar daarvoor niet bekend waren of redelijkerwijs bekend konden zijn aan degene die herziening wenst en die het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat de tuchtrechter tot een andere eindbeslissing zou zijn gekomen indien zij vóór de uitspraak bij de tuchtrechter bekend zouden zijn geweest. Het herzieningsverzoek kan dan ook geen betrekking hebben op een incidentele beslissing zoals de wrakingsbeslissing. Immers, zelfs indien de vordering tot herziening van de wrakingsbeslissing zou slagen, tast dat de eindbeslissing, die inmiddels onherroepelijk is geworden, niet aan.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 273/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:156
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:150 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 270/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:150
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:274 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.116
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:274
Klacht tegen een neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat hij (in zijn rol van supervisor over de behandelend arts-assistent) de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:268 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.505
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:268
klacht tegen een neurochirurg. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep, onder verbetering van gronden.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:151 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 269/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:151
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:275 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.168
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:275
Klacht tegen huisarts. Klaagster was in 2008 ingeschreven in de praktijk van (onder meer) verweerster, huisarts. Klaagster is in 2011 onder curatele gesteld. Klaagster verwijt verweerster dat zij: 1. ten onrechte in de verwijsbrief van 9 december 2008 heeft geschreven dat klaagster jarenlang last heeft van psychische klachten en paranoïde beelden (de verwijsbrief ligt volgens klaagster ten grondslag aan haar onder curatele stelling); 2. klaagster ten onrechte heeft verwezen naar de psycholoog in plaats van naar een psychiater. Het RTG Amsterdam wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:269 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.106
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:269
De klacht is gericht tegen een arts. Klager stelt dat er door de medisch specialisten fouten zijn gemaakt bij het stellen van de diagnose epilepsie en hij verwijt de arts kort gezegd dat deze zonder verder onderzoek de gegevens van de medisch specialisten heeft overgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager zijn de behandelend neuroloog en medisch specialisten op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie. In aansluiting daarop heeft de arts in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat klager op basis van de geldende regelgeving niet in aanmerking komt voor een " groep 2 rijbewijs" .
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-130
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:135
Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft in het kader van palliatieve sedatie aan patiënte dormicum en morfine toegediend. De extra toediening van morfine acht het College, gezien het lijden van patiënte, acceptabel. De huisarts heeft wel in strijd gehandeld met de zorg die hij ten opzichte van patiënte en haar familie behoorde te betrachten door patiënte en familie niet voldoende hierover te informeren en door de morfine toe te dienen zonder deugdelijk overleg of informatie. De huisarts heeft volstaan met het in het algemeen uitspreken van zijn voornemen om een injectie met dormicum en morfine te geven en is bij geen reactie hierop ervan uitgegaan dat patiënte en haar familie daarmee voldoende geïnformeerd waren en dat toediening van deze injectie hun toestemming had. Hiermee is de huisarts te kort geschoten in zijn informatieplicht en het geven van aandacht, ondersteuning en begeleiding. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 264/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:158
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 268/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:152
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-315b
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:136
Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft in redelijkheid een afwachtend beleid kunnen voeren omdat er aanwijzingen waren dat de klachten rond het oor te herleiden waren tot een ontsteking van de kies. Ook geldt dat het lichamelijk onderzoek geen bijzonderheden opleverde. Bij latere buik- en rugklachten is de huisarts niet betrokken geweest. Wel merkt het College ten overvloede op dat de organisatie van de praktijk (in beginsel geen vaste huisarts tenzij uitdrukkelijk verzoek hiertoe) het risico in zich bergt dat de continuïteit van de behandeling/begeleiding onvoldoende is gewaarborgd. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/088
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:110
IGZ verwijt klaagster dat zij zich in de brede zin op het terrein van de huisartsgeneeskundige zorg begeeft, terwijl zij enkel basisarts is en niet als huisarts geregistreerd staat. Ook verleent zij als basisarts zorg die niet voldoet aan de daarvoor geldende normen en volgt zij amper geaccrediteerde bij- en nascholing, is de continuïteit van de spoedzorg niet goed geborgd en is er geen adequate informatie-uitwisseling tussen de basisarts en andere behandelaren van de patiënten. Ten slotte voldoet de dossiervorming van de basisarts niet volgens de inspectie. Verweerster voert verweer. Gegrond. Legt aan verweerster de maatregel op van doorhaling van verweersters inschrijving in het BIG-register en legt tevens bij wijze van voorlopige voorziening, een schorsing van verweersters inschrijving in het BIG-register.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 265/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:159
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:270 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.107
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:270
De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat "veel datums en diagnoses" in diens rapport niet overeenkomen en dat de neuroloog een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272-2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:153
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-315c
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:137
Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts was als huisarts in opleiding in de praktijk werkzaam. Dat de huisarts heeft geweigerd onderzoeken te doen of patiënt door te verwijzen mist feitelijke grondslag, nu de huisarts naar aanleiding van de klachten bij/rond het rechter oor en kaak na vrijwel elk consult onderzoek in gang heeft gezet en/of patiënt heeft doorverwezen. Het door de huisarts verrichte onderzoek naar de rugklachten bracht in redelijkheid geen alarmsignalen aan het licht. Klachten over vermagering, geelzucht en opgeblazen buik dateren van nadat de huisarts patiënt heeft gezien. Hoewel te betreuren valt dat de tumor in de kaak niet eerder is ontdekt, valt dit de huisarts niet tuchtrechtelijk aan te rekenen. Alle klachtonderdelen ongegrond. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/068
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:111
Klaagster heeft een operatie aan haar heup ondergaan, waarna een zenuw beschadigd bleek. Zij verwijt verweerder, orthopedisch chirurg, (onder meer) dat hij klaagster onvolledig heeft geïnformeerd over de risico's voorafgaande aan de operatie, onvoldoende medische verslaglegging en onvoldoende nazorg. Verweerder voert verweer. Gegrond. De maatregel 'waarschuwing' is opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:271 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.108
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:271
De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat zij bevooroordeeld, ongeïnteresseerd en onvoorbereid was, en de uitslag van de MRI heeft verdraaid; daarop was volgens klager geen epilepsie te herkennen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 263/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:160
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 267/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:154
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/012
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112
Klaagster kwam met klachten aan haar hand bij verweerder, plastisch chirurg. Verweerder heeft bij klaagster een 'CT-release' operatie uitgevoerd wegens verdenking van een carpaal tunnelsyndroom. Klaagster verwijt verweerder dat hij een gezonde hand heeft geopereerd, zonder duidelijke diagnose en haar klachten hierdoor heeft verergerd. Verweerder voert verweer. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:272 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.109
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:272
De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat hij een verkeerde diagnose, namelijk epilepsie, heeft gesteld en niet bereid is daar iets aan te veranderen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 158/2016
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:161
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 271/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:155
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:273 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.115
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:273
Klacht tegen een neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat hij de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:183 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160102
- Datum publicatie: 09-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:183
Dekenbezwaar. Verweerder heeft het onderzoek dat de deken wilde instellen naar mogelijke belediging van leden van het gerechtshof door verweerder gefrustreerd door te weigeren om stukken daarover naar de deken te sturen. Gegrond. Het bezwaar dat verweerder geen toegang heeft willen geven tot zijn kantoorruimte, is - anders dan de raad oordeelde - ongegrond. Verweerder heeft kantoor aan huis. De Advocatenwet en Algemene Wet Bestuursrecht geven de in artikel 12 lid 1 Grondwet vereiste wettelijke grondslag voor het binnentreden van een woning niet. Het past een behoorlijk advocaat echter niet om zich aan het toezicht door de deken op zijn praktijkuitoefening te onttrekken door zich op het huisrecht te beroepen. De deken heeft bijgedragen aan een onnodige escalatie. Daarom is dit onderdeel ongegrond. Verweerder zich onnodig grievend uitgelaten over de deken en leden van de rechterlijke macht, zodat dit onderdeel van het bezwaar gegrond is. Schrapping. Kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:214 Raad van Discipline Amsterdam 17-625/A/NH
- Datum publicatie: 09-10-2017
- Datum uitspraak: 02-10-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:214
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de gehele beschikking van de rechtbank aan de verzekeraar en de bank te sturen ter executie. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de politie onjuist heeft voorgelicht.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 406
- Pagina: 407
- Pagina: 408
- ...
- Pagina: 902
- Volgende pagina zoekresultaten