Zoekresultaten 26001-26050 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:303 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.440

    Klacht tegen huisarts. Klaagster heeft verschillende artsen bezocht vanwege lichamelijke klachten. Zij meent dat zij lijdt aan de ziekte van Lyme, zoals ook is vastgesteld door een natuurarts. In dat kader maakt zij de huisarts verschillende verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:310 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.073

    Klager klaagt dat de arts, alvorens zij tot haar standpunt kwam, klager niet in persoon heeft gezien en hem niet fysiek heeft onderzocht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft over dit klachtonderdeel een nadrukkelijk oordeel gegeven, welk oordeel het Centraal Tuchtcollege onderschrijft. Hierbij oordeelt het Centraal Tuchtcollege van belang dat, zoals de arts ter zitting onweersproken heeft verklaard, een fysiek onderzoek in een beroepsprocedure over de aard en de ernst van beperkingen voor het verrichten van arbeid uitzonderlijk is. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:304 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.441

    Klacht tegen neuroloog. Klaagster heeft verschillende artsen bezocht vanwege lichamelijke klachten. Zij meent dat zij lijdt aan de ziekte van Lyme, zoals ook is vastgesteld door een natuurarts. In dat kader maakt zij de neuroloog verschillende verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:311 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.093

    Klaagster was patiënt bij een collega van de aangeklaagde huisarts, met wie zij samen een huisartsenpraktijk uitoefent. Klaagster heeft zich tot de huisartsenpraktijk gewend met klachten van vaginale jeuk. Klaagster verwijt de huisarts: a) dat zij haar medicijnen heeft voorgeschreven die voor haar ongeschikt waren vanwege de sterke bijwerkingen en het aspecifieke aanwendingsgebied en voorts; b) dat verweerster niet de moeite heeft genomen om op 24 januari 2014 bij klaagster een uitstrijkje te maken om een kweek in te zetten en; c) dat zij heeft geweigerd door te verwijzen naar de gynaecoloog. d) zij ten onrechte het uitstrijkje en doorverwijzing naar de gynaecoloog heeft geweigerd e) zich grensoverschrijdend heeft gedragen door klaagster in het medisch dossier als psychisch labiel te kenmerken. Klaagster stelt dat verweerster haar wel degelijk uitvoerig heeft onderzocht tijdens het consult van 24 januari 2014. De aantekening in haar dossier dat zij dit onderzoek zou hebben geweigerd is daarom niet juist. Het RTG heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep voor zover zij nieuwe klachten eerst in hoger beroep heeft ingediend en het beroep voor het overige verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:305 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.442

    Klacht tegen internist. Klaagster heeft verschillende artsen bezocht vanwege lichamelijke klachten. Zij meent dat zij lijdt aan de ziekte van Lyme, zoals ook is vastgesteld door een natuurarts. In dat kader maakt zij de internist verschillende verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:312 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.094

    Klaagster heeft zich tot de huisartsenpraktijk gewend met klachten van vaginale jeuk. Klaagster verwijt verweerster dat zij haar geen locoid (hydrocortison-butyraat) crème had mogen voorschrijven in verband met mogelijke pigmentatie van de schaamstreek. Het RTG heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep voor zover zij een nieuwe klacht eerst in hoger beroep heeft ingediend en het beroep voor het overige verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:306 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.227

    Klacht tegen een ambulance verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige het volgende. 1) De verpleegkundige heeft onvoldoende onderzoek verricht naar de ernst van het letsel 2) Klager is niet serieus genomen 3) De verpleegkundige heeft onjuiste medische adviezen gegeven 4) Klager is niet vervoerd naar het ziekenhuis, aan zijn lot overgelaten en ook overigens is geen vervoer geregeld naar het ziekenhuis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Gelet op de stukken van het geding (waaronder het deskundigenrapport) en gehoord de aanvullende verklaring van de deskundige ter terechtzitting van 22 september 2015, is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de verpleegkundige, n aar de destijds geldende standaard, geheel heeft gehandeld in overeenstemming met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:313 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.107

    Klager verbleef enige tijd in een Penitentiaire Inrichting (PI). De aangeklaagde huisarts was verbonden aan de PI. Klager heeft zich tot de huisarts gewend met klachten over een pijnlijke tepel. Klager verwijt de huisarts: 1. het niet tijdig onderkennen dat de klachten het gevolg (kunnen) zijn van het gebruik van het middel Pantoprazol; 2. dat klager op een bepaalde consult datum of direct daarna niet deugdelijk is geïnformeerd over de reden waarom zijn klachten niet eerder in verband zijn gebracht met het gebruik van Pantoprazol; 3. dat klager op genoemde consultdatum of direct daarna niet deugdelijk geïnformeerd over de aard en ernst van de problematiek en de op dat moment gewenste of noodzakelijke behandeling en de termijn waarop die behandeling zou moeten plaatsvinden; 4. dat klager niet tijdig in contact is gebracht met een onafhankelijke arts c.q. arts van zijn keuze; 5.dat er niet tijdig is voorzien in een vervolgbehandeling. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:307 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.436

    De aangeklaagde huisarts heeft na een daartoe strekkend verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming informatie aan de Raad gezonden. Klager heeft de praktijk van de huisarts verlaten en in dat kader verzocht zijn medisch dossier te vernietigen. Klager verwijt de huisarts dat hij onjuiste en niet te onderbouwen informatie over hem aan de Raad voor de Kinderbescherming heeft verstrekt, die ertoe geleid heeft dat hij niet de ouderlijke macht over zijn kinderen heeft gekregen. Het RTG wijst de klacht in al haar onderdelen zonder verder onderzoek in raadkamer af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:301 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.438

    Klacht tegen internist. Klaagster heeft verschillende artsen bezocht vanwege lichamelijke klachten. Zij meent dat zij lijdt aan de ziekte van Lyme, zoals ook is vastgesteld door een natuurarts. In dat kader maakt zij de internist verschillende verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:314 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.011

    Klaagster verwijt de tandarts/orthodontist dat zij foto’s heeft genomen en de tandarts heeft geholpen bij de behandeling. Na de eerste behandeling had klaagster al veel pijn. Doordat er rechts onder een tand van klaagster is beslepen, heeft klaagster nu een groot gat tussen haar tanden. Klaagster had al een scheve kaak, maar door de behandeling van verweerster en de tandarts staat haar kaak 0,5 mm scheef. Klaagster heeft nog altijd pijn aan haar gebit en mond. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:250 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-398/DB/OB

    Gerechtelijke procedure is gericht op waarheidsvinding. Klager kan zich in rechte tegen de in de dagvaarding naar voren gebrachte fetien en stellingen verweren. NIet gebleken dat advocaat onwaarheden heeft verstrekt, noch dat hij zich nodeloos grievend heeft uitgelaten. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:251 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 338 - 2013

    Advocaat stelt in privé een kerkbankje en een schilderij voor een bedrag van € 8.000,- aan klager te hebben verkocht, maar heeft hiervan geen bewijs geleverd. Nu de door verweerder gestelde transactie in de advocatuur bepaald niet gebruikelijk is, had het op de weg van verweerder gelegen helderheid te verschaffen over de gestelde feiten. Ondanks bewijsaanbod en de door de raad daartoe gestelde gelegenheid heeft verweerder dit nagelaten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:252 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-414/DB/ZWB

    Toevoeging uit 2011 is niet van toepassing op nieuwe procedure ook al heeft deze betrekking op dezelfde zaak. Van een advocaat kan niet worden verwacht dat hij zijn werkzaamheden zonder betaling daarvoor vericht. Kalcht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015-36

    Klacht tegen neurochirurg. Hem wordt verweten: · het doorlopen van een gebrekkige time-out procedure door deze op te splitsen in twee delen met tijdsbestek ertussen en deels te laten plaatsvinden zonder aanwezigheid van de anesthesioloog; · (als eindverantwoordelijke van de time-out procedure) een onzorgvuldige controle te hebben verricht van de operatieplaats/-zijde omdat hij de markering pas na het doorlopen van de time-out procedure heeft aangebracht; · dat hij tijdens de ingreep ten onrechte niet de MRI heeft geraadpleegd om de zijde te controleren, met name toen hij een kleinere hernia aantrof dan hij had verwacht. Klacht is gegrond. Maatregel van een berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:292 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7554

    Beklagschrift artikel 13 Advocatenwet. Hof deelt het oordeel van de deken dat klager niet heeft voldaan aan de eisen die artikel 13 Advocatenwet stelt. Klager heeft niet duidelijk gemaakt waarop hij zijn vordering wenst te baseren noch enig stuk overgelegd waaruit kan blijken dat een procedure nodig of wenselijk is. Afwijzing van het beklag.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-193

    Klacht zoon van overleden patiënte tegen klinisch geriater. Klacht over continueren onrustmedicatie na gesprek hierover van zoon met arts-assistent afgewezen: zodra arts bij patiënt betrokken was, heeft hij bij recept aangetekend “zo nodig” en “bij ernstige onrust”. Was conform afspraak en dienovereenkomstig is gehandeld. Wel gegrond: klacht over afbouwen Depakine zonder overleg met de behandelende neuroloog, in de gegeven omstandigheden. Klacht over weigering inzage dossier afgewezen, want verzoek niet aan arts gedaan, maar aan medewerkers op de afdeling. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 14/369

    Klaagster verwijt de arts dat hij zich ten onrechte uitgeeft voor bedrijfsarts terwijl hij dit niet is en zonder toestemming van klaagster medische informatie aan de werkgever heeft doorgespeeld. De verslagen aan de werkgever waren volgens klaagster te uitgebreid. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015-40

    Klacht tegen internist. Hem wordt verweten dat hij de jarenlange behandelrelatie met klager plotseling en eenzijdig heeft beëindigd zonder de daarvoor geldende regels en bepalingen in acht te nemen. Klacht is gegrond. Berisping

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:293 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7566

    Verzoek aanwijzing advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor bijstand bij het voeren van een procedure tegen een psychiatrische instelling wegens een verkeerde behandeling. Hof deelt het oordeel van de deken dat niet is voldaan aan de eisen van artikel 13 Advocatenwet. Onvoldoende aanknopingspunten om een procedure te starten en onzeker of schade voor vergoeding in aanmerking komt. Advies deken om eerst de klachtenprocedure tegen de instelling af te wachten en dan te beoordelen of bewijs van stellingen kan worden verkregen. Afwijzing beklag.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 15/070

    Klaagster verwijt de huisarts dat zij op grond van de telefonisch aan haar verstrekte informatie een onjuiste diagnose (slokdarmspasme) heeft gesteld, heeft nagelaten een visite bij haar echtgenoot af te leggen en/of hem te adviseren meteen dan wel de volgende dag naar het ziekenhuis te gaan. Klaagsters echtgenoot is mogelijk overleden als gevolg van een hartinfarct. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015/39

    Klacht van IGZ tegen neurochirurg wegens het uitvoeren van een discectomie (herniaoperatie) aan de verkeerde kant van de rug en het niet goed uitvoeren van de sign-outprocedure zoals voorgeschreven in het ‘Peroperatieve Traject’. Klacht gegrond, berisping

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015-44

    Klacht tegen (destijds) arts-assistent interne geneeskunde. Haar wordt verweten dat zij de juiste diagnose bij een inmiddels overleden patiënt zou hebben gemist en fouten zou hebben gemaakt bij de overdracht van patiënt naar een andere afdeling. Klacht is gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:294 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7577

    Verzoek wraking van leden van de wrakingskamer. Beroep op verboden groep of personen ex artikel 17 EVRM en artikel 6 EVRM slaagt niet. Wraking levert misbruik van recht op. Reperterend wrakingsverzoek. Wraking tegen de kamer die de zaak op 21 september 2015 heeft behandeld, slaagt evenmin. Wraking van een college als geheel is niet mogelijk (HR 18 december 1998, NJ 1999, 27). Beroep op artikel 17 EVRM afgewezen. Op grond van artikel 56 lid 6 Advocatenwet juncto artikel 515 lid 4 Wetboek van Strafvordering wordt een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling genomen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/410VP

    14/410VP: Klaagster is de dochter van een inmiddels overleden patiënt. Patiënt woonde in verpleeghuis. Hij droeg een verblijfskatheter. Op 30 oktober 2014 heeft een verzorgende zijn katheter weggeslagen. Met bloedingen en pijn opgenomen is patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Op 4 november 2014 is hij met veel pijn teruggekeerd naar het verpleeghuis. Op 10 november is hij overleden. Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoorzichtig is omgegaan met het katheter van patiënt en dat zij geen informatie van het incident heeft doorgegeven aan het ziekenhuis. Ongegrond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:295 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150042

    Verzoek aanwijzing advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor juridische bijstand in verband met een ten onrechte gestelde diagnose van een psychische stoornis. Deken heeft verzoek terecht afgewezen. Klager heeft niet duidelijk gemaakt welke inspanningen hij heeft verricht om zelf een advocaat te vinden en niet is gebleken dat een procedure moet worden gevoerd met verplichte bijstand van een advocaat, die tevens enige kans van slagen heeft. Afwijzing van het beklag.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/409

    14/409: Klaagster is de dochter van een inmiddels overleden patiënt. Patiënt woonde in verpleeghuis. Hij droeg een verblijfskatheter. Op 30 oktober 2014 heeft een verzorgende zijn katheter weggeslagen. Met bloedingen en pijn opgenomen is patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Op 4 november 2014 is hij met veel pijn teruggekeerd naar het verpleeghuis. Op 10 november is hij overleden. Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoorzichtig is omgegaan met het katheter van patiënt en dat zij geen informatie van het incident heeft doorgegeven aan het ziekenhuis. Ongerond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:250 Raad van Discipline Amsterdam 15-140A

    Klacht over advocaat van de wederpartij. De raad is van oordeel dat geen sprake is van onnodig grievende uitlatingen. Verweerder heeft evenwel tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door tijdens een pleidooi te suggereren dat hij persoonlijke kennis over klagers had, terwijl dat in werkelijkheid niet zo bleek te zijn. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:289 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7541

    De advocaat is in financiële aangelegenheden gehouden tot nauwgezetheid en zorgvuldigheid, hetgeen meebrengt dat de advocaat ervoor moet zorgen dat er duidelijkheid bestaat tussen hem en zijn cliënt omtrent hun financiële uitspraken. Ingevolge artikel 6.19 lid 5 van de Verordering op de advocatuur kan een advocaat met de rechthebbende schriftelijk overeengekomen de derdengelden aan te wenden ter voldoening van een eigen declaratie. Blijkens de Toelichting op de Verordening dient de cliënt ondubbelzinnig in te stemmen met het aanwenden van derdengelden voor de betaling van de declaratie van de advocaat. In casu is dit niet komen vast te staan. De advocaat heeft een hoger bedrag gedeclareerd dan overeengekomen, dat bovendien excessief is. Klacht gegrond. Ook de klacht dat de advocaat in strijd met zijn klachtenreglement heeft gehandeld, slaagt. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 200/2014

    Klacht tegen chirurg kennelijk ongegrond. Er was voldoende grond voor de operatieve behandelingen van recidief littekenbreuk. Verweerder heeft een gebruikelijke techniek aangewend en de procedures zijn lege artis verricht. De overlag van de gebruikte mat was voldoende. De risico’s op nabloedig, wondinfectie, darmletselen recidief zijn besproken. De verslaglegging voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De kennelijke verschrijving door verweerder kan niet leiden tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 14/391VP

    Klager, de vader van een dochter, verwijt de verpleegkundige van het consultatiebureau, dat zij zijn dochter ten onrechte niet heeft doorverwezen naar een specialist. Toen de dochter veertien maanden oud was hadden de ouders tijdens een reguliere controle extra aandacht gevraagd voor het looppatroon en de afwijkende voetstand van hun dochtertje. Verweerster heeft tijdens deze controle genoteerd dat zij geen bijzonderheden had gezien. Bij een controle op de leeftijd van achttien maanden heeft verweerster opnieuw genoteerd dat zij geen bijzonderheden zag (nadat de ouders wederom hiervoor aandacht hadden gevraagd). Kort daarna is in Turkije met behulp van een röntgenfoto vastgesteld dat de heup van het dochtertje uit de kom was. Zij is hieraan enkele maanden later geopereerd.Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/408

    15.00 uur: Openbare terechtzitting: Gezamenlijke behandeling 14/408: Klaagster is de dochter van een inmiddels overleden patiënt. Patiënt woonde in verpleeghuis. Hij droeg een verblijfskatheter. Op 30 oktober 2014 heeft een verzorgende zijn katheter weggeslagen. Met bloedingen en pijn opgenomen is patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Op 4 november 2014 is hij met veel pijn teruggekeerd naar het verpleeghuis. Op 10 november is hij overleden. Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoorzichtig is omgegaan met het katheter van patiënt en dat zij geen informatie van het incident heeft doorgegeven aan het ziekenhuis. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:251 Raad van Discipline Amsterdam 15-118A 15-119A 15-129A

    Verzetbeslissing. De raad is niet gebleken op welke wijze klagers, door de wijze waarop verweerders voor hun cliënt zijn opgetreden, rechtstreeks in hun belangen zouden zijn geschaad. Ook de overige door klagers opgeworpen verzetsgronden kunnen niet slagen. verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:290 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7506

    Advocaat heeft in de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een verklaring niet als productie in het geding te brengen.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2015-45

    Klacht tegen internist. Hem wordt verweten dat hij bij een inmiddels overleden patiënt de juiste diagnose zou hebben gemist en daardoor niet tijdig de juiste behandeling zou hebben ingezet. Verweerder betwist de klacht gemotiveerd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:291 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7534

    Klaagster niet-ontvankelijk in haar hoger beroep vanwege het bepaalde in artikel 56 lid 1 Advocatenwet dat klager geen hoger beroep kan instellen indien de klacht gegrond is verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-281

    Klacht tegen huisarts door patiënte over bejegening door huisarts van dochter van patiënte, zelf voorheen ook patiënte van de arts. Arts-patientrelatie tussen dochter en huisarts reeds geëindigd wegens verliefdheid dochter op arts. Primair ontvankelijkheidsverweer. Klaagster in twee klachtonderdelen niet ontvankelijk, want gestelde gedraging privé en niet in hoedanigheid arts, respectievelijk betrekking hebbend op assistente en niet op arts. In overige onderdelen wel ontvankelijk, maar ongegrond en afgewezen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:122 Accountantskamer Zwolle 14/2965, 14/2966 en 14/2967 Wtra AK

    Klacht tegen drie accountants van dezelfde accountantsorganisatie vanwege het accepteren van een cliënt terwijl er volgens klagers voldoende aanwijzingen bestonden dat deze nieuwe cliënt in het verleden klagers als ook andere cliënten van hetzelfde accountantskantoor financieel had benadeeld. Aan één van de accountants wordt specifiek verweten dat hij de opdracht van klagers tot het onderzoeken van de vermeende benadeling niet had mogen weigeren en dat hij in het licht van die benadeling bij de jaarrekening van klagers geen samenstellingsverklaring had mogen geven en voorgaande jaarrekeningen moeten doen corrigeren. Al deze klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:164 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-101

    Dekenbezwaar dat verweerder de orde heeft misleid over de afspraken die hij met een stagiaire heeft gemaakt gegrond. Verweerder en de stagiair hadden een arbeidsovereenkomst op papier gezet, maar in werkelijkheid vertoonde de relatie meer kenmerken van die tussen patroon en stagiair-ondernemer. Naast de arbeidsovereenkomst was een overeenkomst van geldlening gesloten, waarmee de stagiair zijn eigen salaris financierde. Opgelegde maatregel 2 maanden schorsing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 228/2014

    Klacht tegen psychiater. Klager beklaagt zich erover dat verweerder geen behandelplan heeft opgesteld en dat niet met klager heeft besproken. Hoewel het dossier te wensen overlaat qua duidelijkheid is het college van oordeel dat uit het verhandelde ter zitting in samenhang met stukken uit het dossier voldoende is komen vast te staan dat er een behandelplan was en dat dat met klager is besproken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 229/2014

    Klacht tegen psychiater. Klager beklaagt zich erover dat zijn behandelplan niet met hem is besproken, dat hem geen toestemming is gevraagd voor de uitvoering van het behandelplan, dat hij nooit een afschrift van zijn behandelplan heeft ontvangen, dat hij onvoldoende geïnformeerd is over de wijziging van het behandelplan en dat hij onvoldoende informatie heeft ontvangen om een weloverwogen keuze te maken voor behandeling. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 231/2014

    Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog die in het kader van een strafrechtelijke procedure een pro justitia rapportage heeft opgesteld. Klager verwijt verweerster dat de procedure rond de totstandkoming van het rapport niet correct is geweest. Klager heeft geen inzage- en correctierecht gehad. Het college oordeelt dat verweerster door klager niet actief te wijzen op het inzage- en correctierecht zich niet heeft gehouden aan de destijds geldende beroepscode voor psychologen 2007. De klacht is in zoverre gegrond. Het college legt evenwel geen maatregel op gelet op de omstandigheid dat het in 2010, in weerwil van de Beroepscode, niet gebruikelijk was om verdachten te wijzen op het inzage- correctierecht en verweerster zich wel heeft gehouden aan het destijds geldende Format dat speciaal geschreven was voor pro justitia rapportages.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 232/2014

    Klacht tegen psychiater die in het kader van een strafrechtelijke procedure in 2010 een pro justitia rapportage heeft opgesteld. Klager verwijt verweerder dat de procedure rond de totstandkoming van het rapport niet correct is geweest. Klager heeft geen inzage en correctierecht gehad. Het college oordeelt dat de destijds toepasselijke wetgeving en richtlijnen niet voorschreven dat een verdachte actief gewezen moet worden op deze rechten ook was het destijds in de beroepsgroep van verweerder niet gebruikelijk was om de verdachte actief te wijzen op het inzage- en correctierecht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2015:20 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2014/75

    Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/078

    Klager verwijt de verzekeringsarts dat hij door haar toedoen geen uitkering (meer) ontvangt. Klager verwijt de verzekeringsarts met name dat zij heeft geprobeerd de adviserende orthopedisch chirurg te beïnvloeden. Verder verwijt klager de verzekeringsarts dat zij niet relevante en niet medische informatie heeft gedeeld met derden en daarbij de aan haar verstrekte opdracht heeft overschreden. De verzekeringsarts voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/039

    Klager verwijt verweerster, een bedrijfsarts, dat zij niets deed toen klager tijdens het spreekuur in elkaar zakte met pijn op de borst. De begeleidster van klager heeft uiteindelijk zelf een ambulance gebeld. Klager is door de ambulance afgevoerd. Verweerster betwist dat er sprake was van een levensbedreigende situatie. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:297 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2014.454

    De klacht is gericht tegen een psychiater. Klagers verwijten de psychiater dat hij is tekortgeschoten in de zorg die hij had behoren te betrachten jegens hun zoon, die is overleden als gevolg van suïcide. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de psychiater de maatregel van berisping opgelegd. Hoger beroep psychiater slaagt; klacht alsnog geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:249 Raad van Discipline Amsterdam 15-457/A/NH

    Samenvatting: Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/334

    Klaagster lijdt sedert negen jaar aan anorexia nervosa. Klaagster heeft haar werkgever verteld over haar psychische klachten, waarna haar arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet is verlengd. Klaagster is vervolgens gekeurd door verweerder 1, onder begeleiding van haar moeder. Volgens klaagster heeft verweerder 1 ten onrechte op basis van een gesprek van een uur geoordeeld dat klaagster benutbare mogelijkheden heeft en dat binnen een jaar herstel te verwachten is. Tegen de afspraak in heeft het UWV klaagster rechtstreeks bericht gestuurd in plaats van aan haar ouders. Klaagster raakte hiervan hevig ontdaan. De ouders van klaagster zijn bang dat klaagster suïcide pleegt. Volgens klaagster is verweerder zwaar tekortgeschoten in zijn taakuitoefening en heeft dit tot onaanvaardbare risico’s geleid. Verweerder 2 wordt verweten dat hij de rapportage heeft medeondertekend, terwijl hij klaagster nooit zelf heeft gezien. Verweerders betwisten dat zij onzorgvuldig hebben gehandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:298 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2014.500

    De klacht is gericht tegen een forensisch arts. Klager is reconstructief geopereerd in verband met letsel aan zijn gezicht en heup (aangezichtstrauma door vuurwerk jaren eerder). Hij is enkele dagen na de operatie aangehouden door de politie op verdenking van een strafbaar feit. De aangeklaagde bedrijfsarts heeft klager als forensisch arts in het kader van de arrestantenzorg beoordeeld. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die hij jegens klager behoorde te betrachten door: 1. Onvoldoende zorg jegens klager te betrachten met name door geen althans onvoldoende informatie van specialisten in te winnen en onvoldoende onderzoek te doen, dan wel oog te hebben voor infectiegevaar. Daardoor heeft de bedrijfsarts klager ten onrechte detentiegeschikt bevonden; 2. Onterecht geen voorwaarden of tijdsbeperking te stellen aan het door de politie af te nemen verhoor bij klager. Het RTG Amsterdam heeft de klacht als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.