Zoekresultaten 921-940 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:277 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6723

    Ongegronde klacht tegen een arts. De 95-jarige moeder van klagers (hierna: patiënte) is thuis ten val gekomen waardoor haar rechterheup is gebroken. Klaagster is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte. Klagers verwijten de arts dat zij een verkeerde beoordeling van patiënte heeft gemaakt waardoor patiënte niet is geopereerd en uiteindelijk is overleden. Volgens klagers staan in het verslag van deze beoordeling onjuistheden. De rapportage van de arts bevat naar het oordeel van het college geen onjuistheden. Het college overweegt dat de voorgeschiedenis door anderen dan de arts in het dossier is opgenomen en dat dit automatisch uit het medisch dossier van patiënte is overgenomen. Dit is functioneel en maakt het dossier van patiënte juist compleet. Het college krijgt de indruk dat klagers menen dat veel gewicht is gehangen aan deze voorgeschiedenis en dat dit een (grote) rol zou hebben in het oordeel van de arts om patiënte als niet geschikt voor een operatie te beoordelen. Dit is het college echter niet gebleken. De arts heeft – zoals is gebleken uit het medisch dossier – een adequaat onderzoek uitgevoerd en op basis daarvan heeft zij haar conclusie (bezwaar operatie vanuit afdeling geriatrie) getrokken en mogen trekken. Klacht ongegrond.Kenmerk: onjuiste behandeling / verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:174 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-236/DB/OB/D

    Dekenbezwaar over Wwft-aangelegenheden. Dekenbezwaar ontvankelijk; de deken Oost-Brabant was bevoegd om als hulppersoon namens de deken Limburg het dekenbezwaar in te dienen. Verweerder heeft nagelaten (tijdig) een melding te doen van een ongebruikelijke transactie bij de FIU. Verweerder heeft een contant bedrag van € 570.000,- door zijn tussenkomst en op zijn instructie giraal laten maken en op zijn derdengeldenrekening laten overmaken. Dit is gelijk te stellen aan een contante betaling. Voldaan aan objectieve indicator, zodat verweerder een melding had moeten doen. Verder heeft verweerder tot 6 september 2023 geen schriftelijk Wwft-beleid gevoerd en heeft hij in strijd gehandeld met artikel 6.27 Voda. Schorsing van 18 weken, waarvan 12 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:144 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742274 DW RK 23/411 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klaagster beklaagt zich onder meer over de bedreigende en intimiderende wijze waarop de gerechtsdeurwaarder zich zou presenteren richting huurders. Daarvan is niet gebleken. Klaagster heeft geen enkele stelling nader kunnen onderbouwen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:278 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6783

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. De 95-jarige moeder van klagers (hierna: patiënte) is thuis ten val gekomen waardoor haar rechterheup is gebroken. Klaagster is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte. Klagers verwijten de chirurg dat hij ondanks hun duidelijke en herhaaldelijk uitgesproken wens, heeft afgezien van een operatie bij de patiënte en zich beperkt heeft tot pijnbestrijding. Het college overweegt dat een hulpverlener in beginsel de wens van de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt volgt, tenzij die wens niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener. Het college is van oordeel dat de chirurg heeft kunnen besluiten tot de zorg waarvoor hij (in samenspraak met het team) heeft gekozen. Door de chirurg is in aanmerking genomen de leeftijd en conditie (zowel fysiek als mentaal) van de patiënt, de medische voorgeschiedenis, de breuk, en een mogelijke operatieve ingreep inclusief de risico’s die samenhangen met een operatie. De chirurg heeft de verschillende opties overwogen (en op een later moment zo nodig heroverwogen) en kon op goede gronden besluiten tot de gekozen behandeling. Deze beslissing vond ook steun in de adviezen vanuit onder meer de afdelingen geriatrie en anesthesie. De chirurg heeft voorts juridisch advies ingewonnen en overlegd met het bestuur van het ziekenhuis. Klacht ongegrond.Kenmerk: onjuiste behandeling / verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:272 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6786

    Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De 95-jarige moeder van klagers (hierna: patiënte) is thuis ten val gekomen waardoor haar rechterheup is gebroken. Klaagster is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte. Klagers verwijten de orthopedisch chirurg dat hij ondanks hun duidelijke en herhaaldelijk uitgesproken wens, heeft afgezien van een operatie bij de patiënte en zich beperkt heeft tot pijnbestrijding. Het college overweegt dat een hulpverlener in beginsel de wens van de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt volgt, tenzij die wens niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener. Het college is van oordeel dat de orthopedisch chirurg heeft kunnen besluiten tot de zorg waarvoor hij (in samenspraak met het team) heeft gekozen. Door de orthopedisch chirurg is in aanmerking genomen de leeftijd en conditie (zowel fysiek als mentaal) van de patiënt, de medische voorgeschiedenis, de breuk, en een mogelijke operatieve ingreep inclusief de risico’s die samenhangen met een operatie. De orthopedisch chirurg heeft de verschillende opties overwogen (en op een later moment zo nodig heroverwogen) en kon op goede gronden besluiten tot de gekozen behandeling. Deze beslissing vond ook steun in de adviezen vanuit onder meer de afdelingen geriatrie en anesthesie. De orthopedisch chirurg heeft voorts juridisch advies ingewonnen en overlegd met het bestuur van het ziekenhuis. Klacht ongegrond.Kenmerk: onjuiste behandeling/verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:145 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742557 DW RK 23/416 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich erover dat er incassokosten van hem werden gevorderd, zonder dat daar correspondentie over is gevoerd. De kamer stelt vast dat aan klager op verschillende momenten door de gerechtsdeurwaarder is aangegeven waar de incassokosten op waren gebaseerd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:273 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A20223/6722

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. De 95-jarige moeder van klagers (hierna: patiënte) is thuis ten val gekomen waardoor haar rechterheup is gebroken. Klaagster is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte. Klagers verwijten de chirurg dat hij ondanks hun duidelijke en herhaaldelijk uitgesproken wens, heeft afgezien van een operatie bij de patiënte en zich beperkt heeft tot pijnbestrijding. Het college overweegt dat een hulpverlener in beginsel de wens van de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt volgt, tenzij die wens niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener. Het college is van oordeel dat de chirurg heeft kunnen besluiten tot de zorg waarvoor hij (in samenspraak met het team) heeft gekozen. Door de chirurg is in aanmerking genomen de leeftijd en conditie (zowel fysiek als mentaal) van de patiënt, de medische voorgeschiedenis, de breuk, en een mogelijke operatieve ingreep inclusief de risico’s die samenhangen met een operatie. De chirurg heeft de verschillende opties overwogen (en op een later moment zo nodig heroverwogen) en kon op goede gronden besluiten tot de gekozen behandeling. Deze beslissing vond ook steun in de adviezen vanuit onder meer de afdelingen geriatrie en anesthesie. De chirurg heeft voorts juridisch advies ingewonnen en overlegd met het bestuur van het ziekenhuis. Klacht ongegrond.Kenmerk: onjuiste behandeling / verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747269 / DW RK 24/95 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich erover dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag op het inkomen van klager heeft gelegd. De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:225 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-166/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:226 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-201/DH/RO/D

    Tussenbeslissing. Dekenbezwaar over de kantoororganisatie van verweerster. De raad wijst onder analoge toepassing van artikel 46l tot en met 46n Advocatenwet de Haagse deken aan als vooronderzoeker om een kantoorbezoek te verrichten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:317 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-596/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Verweerder is in zijn verweer namens klaagster voor meerdere ankers gaan liggen. Het feit dat de kantonrechter in het nadeel van klaagster heeft geoordeeld kan verweerder niet worden verweten. Verder is geen sprake van excessief declareren. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TSCTS:2024:12 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2024-12 (2024.V4-STAVFJORD)

    Op 18 februari 2024 was de Stavfjord onderweg van Hekkelstrand nabij Narvik naar Holmestrand in de buurt van Oslo. Het schip voer in de Noorse fjorden met een diepgang van Tgem. 6,18 meter. De route leidde halverwege de middag langs de luchthaven Bergen Flesland. Daar was om 13:55 uur de nieuwe eerste stuurman (betrokkene) geland, na een vliegreis vanuit Manilla van in totaal bijna 26 uur, inclusief twee overstappen. Om ongeveer 15:30 uur is betrokkene met een MOB aan boord gebracht van de gaande gehouden Stavfjord. Eenmaal aan boord had betrokkene na een korte overdracht al snel de zeewacht. Tussen 17:15 en 17:25 uur is hij afgelost om te eten. Om ongeveer 18:58 uur vond een gronding plaats op de positie 59 53 50.4N, long 005 31 43.2E (Noorwegen), waarbij de Stavfjord met een koers van 143 graden en een snelheid van rond de 10,5 knoop met de boeg tegen een rots bij de oever voer. Betrokkene sliep toen; hij was in slaap gevallen, naar zijn inschatting mogelijk circa 20 minuten voor de gronding. Hij was alleen op de brug en het wachtalarm stond uit. Na de gronding met het voorschip kwam het schip achteruit, waarbij het achterschip de rotsen raakte. Door de aanvaring liep de voorpiek ballastwatertank van de Stavfjord vol water. Ook was er schade aan de stuurinrichting en de schroef. Dezelfde avond werd de Stavfjord naar het nabijgelegen Eldoyane (Stort) gesleept.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:313 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-366/AL/GLD

    Verzetsbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. In de voorzittersbeslissing is de juiste maatstaf toegepast en met alle relevantie feiten en omstandigheden is rekening gehouden. Uit het verzet en de toelichting daarop begrijpt de raad dat klager van mening is dat de voorzitter uit de klacht ook had moeten begrijpen dat deze was gericht op het niet juist volgen van de interne klachtprocedure door het kantoor van verweerder. De raad is van oordeel dat de voorzitter dit niet heeft kunnen opmaken uit de klacht zoals die er lag. Ook de raad leest dat er niet in, zelfs niet na de toelichting op de mondelinge behandeling van het verzet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:268 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7182

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat de klachten aan zijn polsen onvoldoende zijn behandeld. Klager verwijt de huisarts niet dat hij van de wachtlijst is afgehaald, maar wel dat de huisarts niet heeft doorgepakt, ze had moeten doorverwijzen en er achteraan moeten blijven gaan. Het college oordeelt dat de huisarts adequaat heeft gehandeld door meteen contact op te nemen met het ziekenhuis toen er onduidelijkheid bestond over de plaats van klager op de wachtlijst. De huisarts heeft vervolgens in gang gezet dat in het ziekenhuis zou worden uitgezocht waarom hij van de wachtlijst is gehaald. Het college kan zich voorstellen dat het frustrerend is voor klager dat het lang duurt voordat hij geopereerd wordt en dat hij al lang met klachten loopt. Het is daarbij niet helpend dat er geen vast aanspreekpunt is voor klager en dat hij door veel verschillende (huis)artsen wordt gezien. Dit kan de huisarts echter niet persoonlijk verweten worden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:314 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-367/AL/GLD

    Verzetsbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. In de voorzittersbeslissing is de juiste maatstaf toegepast en met alle relevantie feiten en omstandigheden is rekening gehouden. Uit het verzet en de toelichting daarop begrijpt de raad dat klager van mening is dat de voorzitter uit de klacht ook had moeten begrijpen dat deze was gericht op het niet juist volgen van de interne klachtprocedure door het kantoor van verweerder. De raad is van oordeel dat de voorzitter dit niet heeft kunnen opmaken uit de klacht zoals die er lag. Ook de raad leest dat er niet in, zelfs niet na de toelichting op de mondelinge behandeling van het verzet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:269 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7245

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klachten over het niet gebruiken van de SOAP-methode en het niet geven van uitleg over het dossier van zijn ex-partner, omdat klager geen rechtstreeks belanghebbende is. De klacht gaat ook over feitelijke onjuistheden in het dossier. Voor zover de klacht gaat over aantekeningen waarin klager wordt genoemd, is klager wel ontvankelijk Dit klachtonderdeel is echter ongegrond, omdat voldoende blijkt dat het gaat om informatie die de ex-partner aan de verloskundige heeft verteld. Geen blijk van een oordeel. Klager deels niet-ontvankelijk en klacht deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:315 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-516/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerster heeft niet adequaat gereageerd toen zij erachter kwam dat zij het hoger beroep te laat heeft geregistreerd in het rechtsmiddelenregister. Daarnaast heeft verweerster in de behandeling van de zaak van klager onvoldoende regie genomen en misverstanden laten ontstaan die uiteindelijk tot de onderhavige klacht hebben geleid. De aard en ernst van dit tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Daarbij weegt de raad mee dat verweerster ter zitting heeft gereflecteerd op haar handelen en de aansprakelijkheid voor de beroepsfout heeft erkend. Ook weegt de raad mee dat niet eerder aan verweerster een maatregel is opgelegd. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:270 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7246

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klachten over het niet gebruiken van de SOAP-methode en het niet geven van uitleg over het dossier van zijn ex-partner, omdat klager geen rechtstreeks belanghebbende is. De klacht gaat ook over feitelijke onjuistheden in het dossier. Voor zover de klacht gaat over aantekeningen waarin klager wordt genoemd, is klager wel ontvankelijk Dit klachtonderdeel is echter ongegrond, omdat voldoende blijkt dat het gaat om informatie die de ex-partner aan de verloskundige heeft verteld. Geen blijk van een oordeel. Klager deels niet-ontvankelijk en klacht deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:316 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-546/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij in familiekwestie. Verweerder heeft zich in een familierechtelijk geschil waarbij de belangen van de zoon van partijen meespelen niet gedragen zoals dat van een behoorlijk handelende familierechtadvocaat mag worden verwacht. Het overleggen van de dickpics was ongepast en onnodig in het civielrechtelijk kort geding over de omgangsregeling tijdens de kerstdagen. Daarnaast was de suggestie over klager niet alleen kwetsend voor klager maar ook onnodig om het standpunt van zijn cliënte naar voren te brengen. Dit laakbare handelen van verweerder raakt de voor advocaten belangrijke kernwaarde integriteit. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:310 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-172/AL/MN

    Eindbeslissing na aanvullend dekenonderzoek. Hoewel er vraagtekens blijven bestaan bij de inkomens en vermogenspositie van verweerder in relatie tot de klacht kan op grond van het aanvullend onderzoek van de deken niet worden vastgesteld dat verweerder ten onrechte een beroep heeft gedaan op financiële rechtsbijstand en dus ook niet dat verweerder financieel niet integer heeft gehandeld. Klacht ongegrond.