ECLI:NL:TGZRSHE:2025:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6745
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSHE:2025:22 |
---|---|
Datum uitspraak: | 12-02-2025 |
Datum publicatie: | 12-02-2025 |
Zaaknummer(s): | H2023/6745 |
Onderwerp: | Onzorgvuldige dossiervorming |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Huisarts. Klacht: schenden rechten patiënt door niet aanpassen medisch dossier (1), beschadigen vertrouwensrelatie (2), handelen vanuit tunnelvisie (3).College: ongegrond. Verweerster was eerst bereid tot aanpassen dossier. Later wel weigering verwijderen gegevens, maar terecht want weigeringsgrond. Klager had niet volhard in verzoek, inmiddels duidelijk dat klager vanwege onvrede over verweerster naar klachtenfunctionaris SKGE was gegaan en klacht tegen besnijdenisarts ging indienen bij RTG. Geen tunnelvisie. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE ’S-HERTOGENBOSCH
Beslissing van 12 februari 2025 op de klacht van:
[A],
wonende in [B],
klager,
tegen:
[C],
huisarts, werkzaam in [B],
verweerster, hierna ook: de huisarts,
gemachtigde: mr. E.E. Rippen, werkzaam in Utrecht.
1. De zaak in het kort
1.1 Klager verwijt verweerster dat zij de patiëntenrechten van klager niet in
acht heeft genomen
(door het medisch dossier niet aan te passen op verzoek van klager en door incorrecte
aantekeningen), dat zij de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt heeft beschadigd
(door
onjuistheden en onjuiste data in het dossier te noteren en het niet aanpassen van
het dossier) en
dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie.
1.2 Verweerster heeft verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
1.3 Het college komt tot het oordeel dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft
gehandeld. Hierna licht het college dat toe.
2. De procedure
2.1 De procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 20 december 2023;
- de USB-stick behorend bij het klaagschrift;
- de brief van 12 januari 2024 van de secretaris aan klager;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- de repliek;
- de brief van 26 april 2024 van de gemachtigde van verweerster, waarin zij aangeeft
dat
zij geen gebruik maakt van de mogelijkheid om een dupliek in te dienen.
2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris
van het
college met elkaar in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben
zij geen gebruik
gemaakt.
2.3 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 20 december 2024. De partijen
zijn
verschenen. Verweerster werd bijgestaan door haar gemachtigde. De partijen en de
gemachtigde van
verweerster hebben hun standpunten mondeling toegelicht.
3. De feiten
3.1 Klager is sinds november 2022 patiënt bij de praktijk waar verweerster als
huisarts werkzaam
is (hierna: ‘de praktijk’). Op 9 november 2022 heeft een kennismakingsgesprek plaatsgevonden
tussen
klager en verweerster. Klager wenste over te stappen naar de praktijk omdat hij
ontevreden was over
een huisarts in de vorige huisartsenpraktijk. Na dit gesprek is klager definitief
als patiënt
ingeschreven bij de praktijk.
3.2 Op 9 januari 2023 heeft klager een besnijdenisoperatie ondergaan in een kliniek.
Daarna is
klager verschillende keren in de praktijk bij collega-huisartsen van verweerster
op consult
geweest.
3.3 Op 22 maart 2023 is klager bij verweerster geweest voor een consult. In het
medisch dossier
van klager is hierover onder de episodenaam ‘klachten penis’ het volgende genoteerd
(alle citaten
inclusief taal- en typfouten):
“S wil overstappen naar andere ha, wil dit bespreken
Er is iets niet direct uit medisch dossier verwijderd worden
[naam arts in opleiding (AIOS) huisartsgeneeskunde] begrenst is 0 de rechtzaak is
in april en
daarom op tijd naar de rechtzaak
Heeft t idee dat [naam AIOS huisartsgeneeskunde] hem niet serieus neemt Hij heeft
al een
kennismakingsgesrpek gehad
Veel gebeld met de luisterlijn
Wil naar [naam instelling] met 30 wkn wachttijd dan intussen naar de POHGGZ alhier
Laatst een crisis gehad van een medisch probleem (niet vermelden besnijdenis)
Gepraat met een arbeidspsychologe die hebben aangegeven naar huisarts en dan ws
naar [naam
instelling].
stress,depressie , angsten over de toekomst en over zijn lichaam. Stress door de
rechtzaken.
Hij kan een hoger beroep aantekenen maar dan nog stress. Hij blijft hier in de praktijk,
met [naam]
gesproken.
Angstig om alles te vertellen naar [naam instelling].
E klachten penis, preoccupatie met huidproblemen, angst voor huidziekte
P Afspraak 'regulier gemaakt bij Psychiatrie – [naam en plaats instelling] onder
verwijsnummer:
[verwijsnummer] Reden: Stemmingsklachten”.
3.4 Op 15 mei 2023 heeft klager verweerster per e-mail verzocht verschillende gegevens
en
documenten uit zijn medisch dossier te verwijderen. In de e-mail van klager staat
onder andere:
“Goedendag
Ik ben zeer geschrokken van wat er in mijn medisch dossier over 30 april. Daarin
staat door dr
[naam collega-huisarts uit de praktijk] geschreven “preoccupatie met huidproblemen,
angst voor
huidziekte” Kunt u uitleggen waarom dat daar staat? Ik heb die dag niet gesproken
met dr [naam
collega-huisarts uit de praktijk]. De diagnose “preoccupatie met huidproblemen,
angst voor
huidziekte” is waarom ik weg ben gegaan bij mijn vorige huisarts. Ik heb daarover
met u gesproken
tijdens ons kennismakings gesprek en u dat verteld. Het kwetst mij zeer dat deze
diagnose nu ineens
staat op een datum waarop ik heb gesproken met de Uroloog [naam uroloog] en dit
onderwerp niet ten
sprake is geweest.
(…)
Daarnaast heb ik al eens eerder aan de telefoon aan uw assistente verzocht om een
aantal oude
verwijsbrieven te laten verwijderen en ik zie dat deze nog steeds in het dossier
te vinden zijn. Ik
verzoek u bij deze vriendelijk maar dringend om deze alsnog permanent te verwijderen.
Het gaat om
de volgende brieven/verwijzingen.
(…)
Ook wil ik u verzoeken om onder “Klachten en ziektes” het gehele gedeelte “klachten
penis,
preoccupatie met huidproblemen, angst voor huidziekte” permanent te verwijderen
en deze foute
diagnose niet te herhalen.
(…)”.
3.5 Op 20 mei 2023 heeft verweerster klager per e-mail de volgende reactie gestuurd:
“Goededag
De heftigheid van de mail doet mij schrikken.
Er staat inderdaad een episode “preoccupatie met .” in. Ik heb hier geen oordeel
in gezien maar
als je wilt kan ik dit verwijderen.
De brief van de uroloog is gekoppeld aan deze episode en daarom is deze weer te
zien bij het
koppelen maar is er zeker niet actief op dat moment er in gezet.
Het lijkt dat je niet tevreden bent met ons als huisarts. Het is echt belangrijk
dat je een
huisarts vertrouwt.
Vertrouwen staat bij ons hoog in ’t vaandel. Als je ons niet vertrouwt dan is ’t
beter een huisarts
te kiezen die je wel vertrouwt.
Voor ons werkt het niet als je dreigt met de praktijk uitgaan en dreigt met juridische
procedures.
Vertrouwen is nodig voor beide partijen.
Mocht je toch nog in de praktijk zijn tijdens de juridische procedure dan is ’t
een optie om zelf
een dossier te maken en dit naar ons te zenden. We zullen dit dossier dan doorsturen
tijdens de
procedure.
Misschien beter dit eerst met [naam instelling] te bespreken.
Uiteraard kunnen we onderstaande uit je dossier verwijderen maar misschien beter
even wachten
of je niet meer verwijderd wil hebben bij ’t doornemen van de rest.
Wij wachten met actie tot je besloten hebt.
Met vriendelijke groet en sterkte
[naam verweerster]”.
3.6 Op 21 mei 2023 heeft klager per e-mail aan verweerster medegedeeld dat hij een
klacht had
ingediend bij de klachtenfunctionaris (college: van de Stichting Klachten & Geschillen
Eerstelijnszorg (SKGE)) en eerst de reactie van de klachtenfunctionaris wilde afwachten.
3.7 Op 12 juni 2023 heeft verweerster het volgende gemaild naar klager:
“Goedendag,
Vandaag belde de klachtenfunctionaris van de SKGE mij.
Ze vroeg te reageren op de een eerdere vraag over het verwijderen van gegevens uit
het medisch
dossier. Zie helemaal onder in deze mail.
Ik heb 20 mei gereageerd met een advies om dit beter niet te doen totdat alle rechtzaken
zijn
gedaan. U mailde mij 21 mei terug te wachten op een reactie van de klachtenfunctionaris.
De jurist
van de Landelijke Huisartsenvereniging adviseerde geen gegevens uit ’t dossier te
verwijderen.
Enerzijds is goed hulpverlenerschap in de toekomst minder goed mogelijk en
anderzijds zou iemand anders dan de patiënt een zwaarwegend belang kunnen hebben
wanneer er een
(tucht-)klacht tegen hem of haar wordt ingediend.
Wanneer ik uw verzoek op vernietiging zou inwilligen laat dit onverlet dat de betrokken
zorgverleners een klacht tegen u zouden kunnen indienen.
Het is wel mogelijk dat ik een aanvullende verklaring van u aan ‘t dossier toevoeg.
U vroeg de inloggegevens van het Huisartseninformatiesysteem. Zoudt u deze vraag
duidelijk naar mij
willen mailen zodat ik de vraag direct over kan zetten naar de Helpdesk? Deze vraag
gaat buiten
mijn expertise.
Deze mail zal ik sturen naar de SKGE zodat een ieder optimaal op de hoogte is. Met
vriendelijke
groet,
[naam verweerster]”.
3.8 Op 13 juni 2023 heeft klager verzocht om de logging-gegevens van zijn medisch
dossier, zodat
hij kon zien wie wanneer in zijn medisch dossier had gekeken en door wie welke aanpassingen
waren
gedaan. Omdat verweerster die gegevens niet zelf kon genereren, heeft zij dit verzoek
doorgestuurd
naar het ICT-bedrijf dat de praktijk ondersteunde. Op 14 juni 2023 heeft verweerster
dit aan klager
bericht, waarbij zij heeft aangegeven dat zij niet kon garanderen dat snel aan zijn
verzoek zou
worden voldaan omdat het bedrijf kampte met een personeelstekort. Op 31 augustus
2023 zijn
screenshots van de logging-gegevens aan klager verstrekt.
3.9 Klager heeft op 31 augustus 2023 verschillende e-mails naar verweerster gestuurd.
Om 7.45 uur
heeft klager het volgende gemaild:
“Dank u maar op deze screenshots kan ik niet zien wat er gewijzigd is. Zo zie ik
dat er op 01-11 al
dingen gewijzigd zijn in mijn medisch dossier voordat ik uberhaupt een bezoek had
gemaakt aan uw
praktijk. Daarnaast moet het volgens [naam vorige huisarts] mogelijk zijn om de
logging gegevens
van zijn praktijk ook te zien. Maar u spreekt dat tegen?”.
Om 7.49 uur heeft klager gemaild:
“Kunt u het volledige dossier via email sturen? Dan kijk ik of hem zelf kan printen.
Dank u.”
3.10 Op 1 september 2023 om 7.21 uur heeft klager verweerster de volgende e-mail
gestuurd:
“Kunt u mij ook vertellen waar de verwijsbrief naar [naam instelling] is mijn medisch
dossier? Ik
zie alleen de brief die [naam instelling] daarna heeft teruggestuurd. Maar de verwijsbrief
die u
heeft verstuurd naar [naam instelling] zie ik niet staan in mijn medisch dossier.
Dit vind ik
vreemd want alle andere verwijsbrieven staan hier wel in. Ik wil graag weten wat
u in de
verwijsbrief naar [naam instelling] heeft geschreven.”
3.11 Op 1 september 2023 om 10.56 uur heeft verweerster als volgt gereageerd:
“Is het een idee dat je alle vragen clustert? Voorstel: Je maakt een lange afspraak
op de praktijk
en leest eerst het hele dossier door en daarna bespreken we alle vragen samen.
Ik lees dat je veel vragen hebt. Het lijkt of er sprake is van weinig vertrouwen.
Vertrouwen is
voor mij erg belangrijk en per mail komen deze vragen hard over.”
3.12 Op 1 september 2023 om 13.18 uur schreef klager de volgende reactie: “Waarom
zou dit op de
praktijk besproken moeten worden? Ik heb over een tijdje de eerste afspraak bij
[naam instelling].
Ik moet daar dingen gaan bespreken. (…) Dus ik zoek uw
verwijsbrief op maar ik zie dat deze niet is toegevoegd aan het medisch dossier,
alleen de brief
terug van [naam instelling]. Ik heb recht om uw verwijsbrief te zien en deze hoort
in het medisch
dossier opgenomen te worden. (…) Ik verzoek u om te beginnen met het plaatsen van
de
verwijsbrief in mijn medisch dossier zoals dat hoort.”
3.13 Op 3 september 2023 heeft verweerster de volgende e-mail gestuurd:
“[voornaam klager]
Hieronder staan 3 vragen:
1. Zorgdomein. Dit koppelt niet altijd op de juiste manier met het huisartsensysteem.
Ik heb de
brief uit ZD gehaald en zal deze separaat beveiligd naar je mailen
2. [Naam ICT-ondersteuner] kun je vragen betreffende de logginggegevens van de vorige
praktijk. We
zijn hier nu vele uren mee bezig geweest en onderstaande screenshots lukken ons
maar de gegevens
van de vorige huisarts lukken niet.
3. Separaat zal ik je hele dossier toesturen. Met vriendelijke groet,
[naam verweerster]”.
4. Het standpunt van klager en de klacht
4.1 Klager verwijt de huisarts:
1) het niet in acht nemen van patiëntenrechten (het niet aanpassen van het medisch
dossier op
verzoek van klager naar aanleiding van fouten en niet correcte aantekeningen; het
niet bekend zijn
met en het niet naleven van patiëntenrechten);
2) het beschadigen van de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt (door onjuistheden
en onjuiste
data in het dossier te noteren en het niet aanpassen van het dossier);
3) het handelen vanuit een tunnelvisie (het zich laten leiden door een verkeerde
diagnose van
klagers voormalige huisarts).
4.2 Ter onderbouwing van zijn klacht heeft klager nog het volgende aangevoerd.
Al op 28 november 2022 heeft klager mondeling aan een medewerker van de praktijk
verzocht om zijn
medisch dossier aan te passen. Dit is echter zonder opgaaf van reden niet gebeurd.
Op 15 mei 2023
heeft klager per e-mail verweerster verzocht zijn medisch dossier aan te passen.
Verweerster heeft
dit ten onrechte geweigerd. Volgens klager wist verweerster niet dat dit een recht
van de patiënt
is.
4.3 In reactie op hetgeen in het verweerschrift is aangevoerd met betrekking tot
het niet
aanpassen van het medisch dossier, heeft klager in zijn repliek aangegeven dat het
willen bespreken
van een klacht met de klachtenfunctionaris van de SGKE geen juridische procedure
is. Dat wordt het
pas als een patiënt een klacht indient bij de geschillencommissie. De functie van
een
klachtenfunctionaris is juist om als een onafhankelijk bemiddelaar te trachten problemen
uit te
praten voordat deze uitmonden in een juridisch geschil. Klager heeft dit aan verweerster
medegedeeld in zijn e-mail van 21 mei 2023. Dat klager niet is
teruggekomen op zijn vernietigingsverzoek komt doordat verweerster en haar collega’s
dit
stelselmatig hadden geweigerd.
4.4 In het medisch dossier van klager zijn aantekeningen opgenomen, wat in strijd
is met het
referentiemodel van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Verder heeft verweerster
de door
haar opgestelde verwijsbrief niet opgenomen in het medisch dossier van klager. Op
3 september 2023
heeft verweerster de patiëntenkaart van klager toegestuurd, terwijl hij had verzocht
om zijn
medisch dossier. In zijn repliek heeft klager nog opgemerkt dat hij in zijn klaagschrift
aan
verweerster had verzocht alsnog een kopie van zijn medisch dossier over te dragen.
Verweerster
heeft echter geen uitdraai van zijn dossier bij het verweerschrift gevoegd.
4.5 Op 15 augustus 2023 heeft een ‘teamlid support’ van het ICT-bedrijf klager in
een e-mail
geschreven dat ze verweerster had uitgelegd hoe zij de logging-gegevens uit het
medisch dossier kon
halen. Toch beweerde verweerster dat het niet was gelukt de logging- gegevens te
verkrijgen.
Daarnaast is er een gat tussen de logging-gegevens van 14 maart en 21 maart 2023.
4.6 Doordat verweerster en haar collega’s hebben geweigerd om de klachten vast te
leggen die
klager had als gevolg van de besnijdenis, verhult dit naar de mening van klager
de klachten die hij
heeft over de besnijdenisarts.
5. Het standpunt van verweerster
5.1 Verweerster betwist dat zij onjuistheden en onjuiste data in het medisch dossier
van klager
heeft genoteerd. Verweerster is van mening dat klager dit klachtonderdeel niet heeft
onderbouwd.
5.2 Toen klager verweerster had verzocht om enkele gegevens uit zijn medisch dossier
te laten
verwijderen, heeft zij hem laten weten dat het beter was om te wachten tot hij zijn
gehele medisch dossier had doorgenomen. Nadat klager in reactie daarop had bericht
dat hij een
klacht had ingediend bij de klachtenfunctionaris van de SKGE, heeft verweerster
contact opgenomen
met een jurist van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Omdat uit de KNMG-richtlijn
‘Omgaan
met medische gegevens’ uit 2024 volgt dat een arts een vernietigingsverzoek niet
hoeft te honoreren
als de patiënt een juridische procedure tegen de arts is gestart, heeft verweerster
geen gegevens
uit het medisch dossier van klager verwijderd. Verweerster heeft aangeboden om een
verklaring van
klager aan zijn medisch dossier toe te voegen. Klager heeft geen gebruik gemaakt
van dit aanbod.
Klager is niet meer op zijn verwijderingsverzoek teruggekomen.
5.3 Op 15 augustus 2023 heeft het ICT-bedrijf per e-mail aan klager laten weten
dat het verzoek
van verweerster om de logging-gegevens van het medisch dossier van klager door omstandigheden
was
blijven liggen. Daarna zijn door (de praktijk van) verweerster inspanningen verricht
om ervoor te
zorgen dat klager de logging-gegevens zou krijgen. Klager heeft de gegevens op 31
augustus 2023
ontvangen.
5.4 Dat klager van mening is dat verweerster de vertrouwensrelatie met klager heeft
beschadigd,
spijt haar maar kan haar niet aangerekend worden. Zij heeft zich juist ingespannen
hem zo goed
mogelijk te helpen, ondanks dat klager vanaf het begin af aan dreigde met (tucht)klachten.
Bovendien heeft zij hem meermalen erop gewezen dat vertrouwen een belangrijke factor
is in de
arts-patiëntrelatie en dat hij zelf de keuze heeft om over te stappen naar een andere
huisarts als
hij dat vertrouwen niet voelt.
5.5 Verweerster is van mening dat zij niet heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie
of zich heeft
laten leiden door een verkeerde diagnose van klagers voormalige huisarts. Verweerster
heeft zo goed
mogelijk geprobeerd te reageren op de door klager geuite (hulp)vragen. Hierbij heeft
een diagnose
van klagers voormalige huisarts geen rol gespeeld.
6. De overwegingen van het college
De criteria voor de beoordeling
6.1 De vraag is of de huisarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht
worden. De norm
daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende huisarts. Bij de beoordeling
wordt rekening
gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele
standaarden.
Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd genoeg voor
een
tuchtrechtelijk verwijt. Verder geldt het uitgangspunt dat zorgverleners alleen
tuchtrechtelijk
verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen.
6.2 Bij de beoordeling van de klacht is artikel 455 van boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek (BW)
van belang. Daarin is het volgende bepaald:
“Lid 1: De hulpverlener vernietigt de gegevens uit het dossier na een daartoe strekkend
schriftelijk of elektronisch verzoek van de patiënt.
Lid 2: Lid 1 geldt niet voor zover het verzoek gegevens betreft waarvan redelijkerwijs
aannemelijk is dat de bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de patiënt,
alsmede voor zover het
bepaalde bij of krachtens de wet zich tegen vernietiging verzet.”
6.3 Bij de beoordeling is ook de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ uit
2022 (hierna:
‘de richtlijn’) van belang. Het college zal toetsen aan de richtlijn uit 2022 en
niet aan de
richtlijn uit 2024, omdat het handelen/nalaten waar de klacht op ziet, zich afspeelde
in 2022 en
2023.
6.4 In alinea 2.11.7.1 van de richtlijn is onder het kopje ‘Procedurele afhandeling
en
(selectieve) vernietiging’ het volgende bepaald:
“Een patiënt heeft het recht om zijn medisch dossier, of bepaalde gegevens daaruit,
te laten
vernietigen. Hij moet een verzoek daartoe schriftelijk of elektronisch indienen.
Op een dergelijk
verzoek moet 'onverwijld' worden gereageerd, in ieder geval binnen een maand na
de ontvangst van
het verzoek. Afhankelijk van de complexiteit van het verzoek en het aantal verzoeken
mag deze
termijn eventueel met twee maanden worden verlengd. Over die verlenging moet de
arts de patiënt dan
wel binnen een maand informeren.”.
6.5 In alinea 2.11.7.3 van de richtlijn zijn de weigeringsgronden op het vernietigingsrecht
vastgelegd:
“Op het vernietigingsrecht van de patiënt bestaan de volgende weigeringsgronden:
1) Een ander dan de patiënt heeft een aanmerkelijk belang bij het bewaren van de
gegevens.
2) Een andere wet schrijft een bewaartermijn voor waarbinnen de gegevens niet vernietigd
mogen
worden.
3) De vernietiging belemmert goed hulpverlenerschap.
4) De WGBO is slechts deels van toepassing.
1) Een ander dan de patiënt heeft aanmerkelijk belang bij het bewaren van de gegevens
(…) Ook de arts (of een medewerker van de arts of instelling) kan een aanmerkelijk
belang hebben
bij het bewaren van bepaalde gegevens. Dit is bijvoorbeeld het geval als een patiënt
een juridische
procedure tegen de arts is gestart. In dat geval heeft de arts er belang bij dat
de gegevens
bewaard blijven, zodat hij ze voor zijn verdediging kan gebruiken. Echter, het enkele
feit dat een
patiënt mogelijk een klacht zal indienen, is onvoldoende grond om een vernietigingsverzoek
af te
wijzen. Vernietigt de arts het medisch dossier op verzoek van de patiënt en kan
de arts om die
reden voor zijn verweer geen gebruik meer maken van de gegevens uit het medisch
dossier? Dan kan de
arts zich niet verweren en kan de klacht worden afgewezen.”
6.6 Tot slot is de beslissing van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
(CTG) met
nummer ECLI:NL:TGZCTG:2021:61 van belang, waarin het CTG onder meer het volgende
heeft geoordeeld:
“4.5 (…) is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat een verzoek van de patiënt
als bedoeld in
art. 7:455 BW wel degelijk betrekking kan hebben op een deel van een dossier, en
dus niet
noodzakelijkerwijs een verzoek om vernietiging van het gehele dossier behoeft te
zijn. Ook de
richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ van de KNMG gaat ervan uit dat een vernietigingsverzoek
betrekking kan hebben op een deel van een dossier. Te denken valt aan een woord,
een zinsnede, een alinea of bepaald onderdeel (zoals een brief). Het Centraal Tuchtcollege
is zich ervan bewust dat een selectieve vernietiging, zeker als deze strekt tot verwijdering
van een de patiënt onwelgevallige diagnose, afbreuk kan doen aan de begrijpelijkheid
en
geloofwaardigheid van een dossier, maar ziet daarin, gelet op de tekst en de strekking
van art.
7:455 BW, geen grond om een verzoek om selectieve vernietiging per definitie af
te wijzen. Als een
patiënt mag kiezen voor vernietiging van het integrale dossier, heeft hij ook de
minder vergaande
optie van selectieve vernietiging. Voor zover uit eerdere rechtspraak van het Centraal
Tuchtcollege
het tegendeel kan worden afgeleid (zie (…) ECLI:NL:TGZCTG:2017:267) komt het Centraal
Tuchtcollege
thans tot een ander oordeel. 4.6 Voor een goed begrip merkt het Centraal Tuchtcollege
op dat een zorgverlener die gevolg geeft
aan een verzoek om selectieve vernietiging, op de betreffende plaatsen in het dossier
mag vermelden
dat gegevens op verzoek van de patiënt zijn verwijderd. Ook verzet de wet zich er
niet tegen dat
een zorgverlener die van mening is dat integrale of selectieve vernietiging onverstandig
is,
daarover met de patiënt in gesprek gaat, alvorens het verzoek uit te voeren. Handhaaft
de patiënt
evenwel zijn verzoek, dan dient dit te worden ingewilligd, behoudens de in art.
7:455 BW bedoelde
uitzonderingen. (…)”.
Klachtonderdeel 1) het niet in acht nemen van patiëntenrechten
6.7 Op grond van artikel 455 van boek 7 BW en de richtlijn, moet een verzoek tot
vernietiging van
gegevens uit het medisch dossier schriftelijk of elektronisch worden gedaan. Vast
staat dat klager
voor het eerst op 15 mei 2023 per e-mail aan verweerster heeft verzocht bepaalde
gegevens uit zijn
medisch dossier te verwijderen. Voor zover klager eerder om vernietiging van gegevens
uit zijn
dossier heeft verzocht, zijn die verzoeken volgens klager zelf immers mondeling
gedaan. Daarnaast
waren deze verzoeken niet aan verweerster gericht. Gezien de individuele verwijtbaarheid
binnen het
tuchtrecht in de gezondheidszorg, kan het college uitsluitend oordelen over het
handelen en/of
nalaten van verweerster naar aanleiding van het verzoek van 15 mei 2023.
6.8 Op 20 mei 2023 heeft verweerster per e-mail gereageerd op het verzoek van klager
van 15 mei
2023. Naar het oordeel van het college kan die reactie van verweerster niet worden
gezien als een
weigering om gegevens uit het dossier van klager te verwijderen. Verweerster is
weliswaar niet
direct overgegaan tot vernietiging van de gegevens, maar zij heeft wel aangegeven
daartoe bereid te
zijn. Dit blijkt onder andere uit de volgende gedeeltes uit haar e-mail: “Ik heb
hier geen oordeel
in gezien maar als je wilt kan ik dit verwijderen.” en “Uiteraard kunnen we onderstaande
uit je
dossier verwijderen maar
misschien beter even wachten of je niet meer verwijderd wil hebben bij ’t doornemen
van de
rest. Wij wachten met actie tot je besloten hebt.”
6.9 Mede gezien overweging 4.6 van de hiervoor aangehaalde beslissing van het
CTG, acht het
college het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerster de gegevens niet direct
na het verzoek
van klager van 15 mei 2023 heeft vernietigd. Het was verweerster toegestaan eerst
met klager
hierover het gesprek aan te gaan. Het voorstel van verweerster om alle door klager
gewenste te vernietigen gegevens in één keer te verwijderen, acht het college daarmee
in lijn. Dit klachtonderdeel is in zoverre ongegrond.
6.10 Op 12 juni 2023 heeft verweerster klager per e-mail bericht dat haar is geadviseerd
geen
gegevens uit zijn medisch dossier te vernietigen. Verweerster heeft daarbij bericht
dat zij wel een
verklaring van klager in zijn dossier kon opnemen. Het college ziet deze e-mail
wél als een
weigering tot vernietiging van gegevens in het medisch dossier.
6.11 Het college is van oordeel dat verweerster op dat moment mocht weigeren om gegevens
in het
medisch dossier te vernietigen. Ten eerste had klager na de reactie van verweerster
van 20 mei 2023
niet volhard in zijn verzoek om vernietiging van gegevens. Ten tweede was op dat
moment duidelijk
dat klager zich tot de klachtenfunctionaris van de SKGE had gewend in verband met
zijn onvrede over
het handelen en/of nalaten van verweerster. Ook had klager al verschillende keren
aangegeven dat
hij een klacht tegen de besnijdenisarts zou gaan indienen bij het Regionaal Tuchtcollege
voor de
Gezondheidszorg (RTG). Eén van de weigeringsgronden uit de richtlijn is dat een
ander dan de
patiënt een aanmerkelijk belang heeft bij het bewaren van de gegevens. Weliswaar
is het enkele feit
dat een patiënt mogelijk een klacht zal indienen op zich onvoldoende grond om een
vernietigingsverzoek af te wijzen. Op 12 juni 2023 had klager zich echter al tot
de
klachtenfunctionaris van de SKGE gewend, alsmede tot de tuchtklachtfunctionaris
voor ondersteuning
bij het indienen van een klacht bij het RTG. Dat klager een klacht zou indienen
of inmiddels had
ingediend, was daarmee niet langer slechts een mogelijkheid, maar zeer aannemelijk
geworden. Naar
het oordeel van het college mocht verweerster daarom op dat moment met een beroep
op de betreffende
weigeringsgrond het verzoek van klager weigeren. Ook in zoverre is dit klachtonderdeel
ongegrond.
6.12 Ten slotte is niet gebleken dat verweerster niet bekend was met de rechten van
klager als
patiënt. Verweerster heeft aan klager zijn medisch dossier en de logging-gegevens
van zijn medisch
dossier verstrekt. Dat verweerster niet direct in staat was om deze gegevens uit
het systeem te
halen en aan klager toe te sturen, betekent niet dat zij van mening was dat klager
geen recht had
op deze gegevens of dat zij weigerde deze te verstrekken. Integendeel, verweerster
heeft na het
verzoek van klager onderkend dat hij recht had op deze gegevens. Verweerster heeft
immers de
ICT-ondersteuner om hulp gevraagd om de gegevens aan klager te kunnen verstrekken
en dit
gelijktijdig aan klager bericht. Klager was derhalve ook op de hoogte van de inspanningen
van
verweerster om de gegevens te achterhalen. Dit klachtonderdeel is dan ook in zijn
geheel ongegrond.
Klachtonderdeel 2) het beschadigen van vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt
6.13 Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er onjuiste data zijn genoteerd
in het medisch
dossier van klager. Zoals hiervoor overwogen, heeft verweerster daarnaast op goede
gronden geen
gegevens verwijderd uit het medisch dossier van klager. Dat klager van mening is
dat de
vertrouwensrelatie tussen hem en verweerster desondanks (hierdoor) is beschadigd,
is uiteraard vervelend voor klager. Verweerster kan dit echter niet tuchtrechtelijk
worden aangerekend. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond.
Klachtonderdeel 3) het handelen vanuit een tunnelvisie
6.14 Klager is één keer op consult geweest bij verweerster, te weten op 22 maart
2023. Klager
heeft verweerster toen verzocht om hem naar een bepaalde instelling te verwijzen.
Naar aanleiding
van dat consult heeft verweerster klager ook naar de betreffende instelling verwezen.
Uit het
verslag van het consult in het medisch dossier blijkt niet dat verweerster een eerdere
diagnose van
de vorige huisarts van klager bij haar beoordeling heeft betrokken of heeft gehandeld
vanuit een
tunnelvisie. Tegenover de betwisting door verweerster, heeft klager dit standpunt
niet onderbouwd
of met bewijzen gestaafd. Ook dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.
Slotsom
6.15 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht ongegrond
zijn.
Publicatie
6.16 In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd. Dit algemeen
belang is erin
gelegen dat andere zorgverleners mogelijk iets kunnen leren van wat hiervoor is
overwogen met
betrekking tot een verzoek tot het vernietigen van gegevens uit een medisch dossier
en een verzoek
om de logging-gegevens van een medisch dossier. De publicatie zal plaatsvinden zonder
vermelding
van namen of andere tot personen of instanties herleidbare gegevens.
7. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht ongegrond;
- bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding
van namen
of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt
en ter
publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift ‘Medisch Contact’.
Deze beslissing is gegeven door E.C.M. de Klerk, voorzitter, I.M.E.A. van Eldonk,
lid-jurist,
H.J. Weltevrede, E. Jansen, en B.L.J. Versteijnen, leden-beroepsgenoten, bijgestaan
door
M. van der Hart, secretaris, en in het openbaar uitgesproken door
K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk op 12 februari 2025.