Zoekresultaten 841-860 van de 14200 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2131
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:106
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan haar linkervoet vanwege een hallux valgus. Klaagster verwijt de chirurg dat zij te weinig nazorg heeft geleverd na een operatie die waarschijnlijk ook niet goed is gegaan. Klaagster heeft daardoor nog steeds veel pijn. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2032
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:108
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de moeder van een – destijds – drie maanden oude baby die in het ziekenhuis was opgenomen vanwege een infectie met het RS-virus. Klaagster sliep bij haar zoon op de kamer. De verpleegkundige had die nacht dienst en maakte klaagster rond 23.30 uur wakker omdat haar zoon sinds 23.00 uur lag te huilen en een fles nodig had. De klacht gaat over de wijze waarop klaagster door de verpleegkundige werd gewekt. Ook stelt klaagster dat haar zoon die nacht niet de nodige zorg heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het deel van de klacht dat gaat over de zorg voor de zoon van klaagster gegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Het beroep van klaagster wordt voor het overige verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2165
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:109
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de instelling waar de verpleegkundige heeft gewerkt. De klacht gaat over het feit dat de verpleegkundige zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen tegenover een kwetsbare patiënte die aan zijn zorg was toevertrouwd en dat hij medicatie heeft ontvreemd en aan de patiënte heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van schorsing op voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De verpleegkundige is van deze beslissing in beroep gekomen. Hij verzoekt het Centraal Tuchtcollege om de klacht gedeeltelijk gegrond te verklaren en om geen, althans een minder zware, maatregel op te leggen zoals een volledig voorwaardelijke schorsing. Het Centraal Tuchtcollege is ook van oordeel dat de klacht in zijn geheel gegrond is, en dat de maatregel van schorsing van twaalf maanden waarvan zes voorwaardelijk, passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6061
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 28-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:62
Klacht tegen tandarts. Klager is meerdere keren met pijnklachten bij de tandarts geweest. Volgens klager heeft de tandarts niet de juiste diagnose gesteld, waardoor hij maanden met pijn heeft rondgelopen en waardoor uiteindelijk zijn kies getrokken moest worden. Ook maakt hij de tandarts verwijten over het in rekening brengen van een consult en het niet tijdig verstrekken van een afschrift van klagers dossier. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6757
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 27-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:63
Klacht tegen internist kennelijk ongegrond. Klager verwijt de internist dat hij onjuiste medicatie heeft voorgeschreven voor klagers hoge bloeddruk. Volgens klager heeft hij daarmee te lang rondgelopen en heeft verweerder niet zorgvuldig gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6673
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 31-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:59
Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de vraag of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden door de wijze waarop hij met klaagster heeft gecommuniceerd en onderzoek aan haar schouder heeft gedaan tijdens een nachtelijke visite via de huisartsenpost. Niet aannemelijk is geworden dat de huisarts onjuiste aantekeningen heeft gemaakt en onjuist beleid heeft ingezet. Daarnaast kan het tuchtcollege niet vaststellen dat sprake was van een onheuse bejegening door de huisarts, omdat de lezingen van partijen over hoe de visite is verlopen van elkaar verschillen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6657
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 31-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:60
Klacht tegen huisarts. Klager, die onder meer diabetes en hoge bloeddruk heeft, is via de praktijk van de huisarts opgeroepen voor bloedonderzoek. Klager was hier niet van gediend. Volgens hem waren de aangevraagde testen grotendeels niet van toepassing op diabetes en hij is ervan overtuigd dat de testen niet voor diabetes zijn aangevraagd en dat de huisarts met anderen over zijn situatie heeft gesproken. Hierover maakt hij de huisarts verschillende verwijten. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6288
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 28-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:61
Bij klager werd in het verleden de diagnose Lewy body dementie gesteld. Klager verwijt de huisarts dat deze door is gegaan met het uitschrijven van medicatie voor Lewy body dementie, nadat duidelijk werd dat deze diagnose onjuist was. Klager verwijt de huisarts ook dat hij hiervoor nooit schriftelijk zijn excuus heeft aangeboden. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat de huisarts ten aanzien van de voorgeschreven en/of herhaalde medicatie onzorgvuldig heeft gehandeld. Een (schriftelijk) excuus was niet nodig. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5907
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 04-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:58
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen arts, werkzaam bij arbodienst. Klaagster is langdurig uitgevallen voor haar werk als activiteitenbegeleidster nadat zij een klokkenluidersmelding had gedaan over fraude binnen haar team. In het kader van haar re-integratie hebben er meerdere contacten met verweerster plaatsgevonden. Volgens klaagster heeft verweerster verkeerde (re-integratie)adviezen gegeven, waardoor haar gezondheid ernstig is geschaad. Hierover maakt zij verweerster meerdere verwijten. Het college verklaart de klacht gegrond voor zover deze betrekking heeft op het ontbreken van uitleg aan klaagster dat verweerster onder supervisie werkte, het weigeren van toegang tot het spreekuur en het zonder kenbare afweging niet meenemen van Long COVID in de vraagstelling beroepsziekte aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Het college legt aan de arts hiervoor een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6001
- Datum publicatie: 05-06-2024
- Datum uitspraak: 05-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:48
Tandarts. Klacht: vernietigen medisch dossier / patiëntenkaart klaagster zonder toestemming.Geen verweer gevoerd. Verweerder niet bij zitting. College: Dossier is vernietigd. Tandarts moet dossier twintig jaar bewaren (artikel 454 lid 3 BW). Geen uitzonderingssituatie. Gegrond. Maatregel: berisping. Registratie berisping in BIG-register. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5683
- Datum publicatie: 05-06-2024
- Datum uitspraak: 05-06-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:49
Tandarts. Klacht: a) wondje op tong van klaagster niet onderzocht, b) geen vervolgafspraak gepland om wondje te monitoren, c) niet gedacht aan mogelijke tumor. College: tandarts heeft niets vastgelegd over wondje. College kan niet vaststellen wat tandarts precies heeft gezien, gedaan en besproken. Tandarts had vervolgafspraak moeten maken. Klachtonderdeel a en b gegrond. Klachtonderdeel c ongegrond.Maatregel: gezien aard en ernst gegronde klachtonderdelen, berisping passend, maar duidelijk dat tandarts heeft geleerd van klacht: waarschuwing. Proceskostenveroordeling. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5573 en A2023/6283
- Datum publicatie: 04-06-2024
- Datum uitspraak: 04-06-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:136
Klagers dienen een klacht in tegen verweerster die hun zoon in behandeling heeft gehad zowel in hoedanigheid van orthopedagoog-generalist (A2023/6283) als gz-psycholoog (A2023/5573). Hun (destijds 15-jarige) zoon werd vanwege onder andere stemmingsklachten, suïcidale gedachten en dissociatie doorverwezen naar de GGZ-instelling waar verweerster werkt. Vanwege lange wachtlijsten en wachttijden bij verschillende instanties en een nog lopend onderzoek heeft het lang geduurd voordat hij ergens terecht kon. Verweerster heeft ter overbrugging contact onderhouden met de zoon van klagers en is regiebehandelaar gebleven. Klagers verwijten verweerster onder andere dat zij de situatie verkeerd heeft ingeschat en hun zoon te laat heeft doorverwezen. Het college komt tot het oordeel dat verweersterniet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dat er geen behandeling van de grond kwam ligt niet aan verweerster, maar enerzijds aan de lange wachtlijsten bij de instellingen en anderzijds aan de complexiteit van de problematiek en de daarmee verband houdende ingewikkelde zoektocht naar een goede plek voor de zoon. Verweerster bleef in de tussentijd gesprekken voeren met de zoon en zij zorgde ervoor dat hij toegang had tot een kinderpsychiater en systeemtherapeut. Het college concludeert dat verweerster heeft gedaan wat zij kon in een situatie waarbij sprake is van complexe problematiek bij een minderjarige voor wie nog geen passende zorgplek beschikbaar is. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:105 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2287
- Datum publicatie: 03-06-2024
- Datum uitspraak: 03-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:105
Klacht tegen een arts. Klaagster is begin 2023 geopereerd aan een trigger finger. De arts was bij de operatie aanwezig en heeft de hand van klaagster ontsmet, de verdoving gezet en een incisie gemaakt. Een plastisch chirurg, eveneens aangeklaagd, heeft de vervolghandelingen verricht. Klaagster verwijt de arts dat zij haar geen toestemming heeft gegeven om aan de operatie deel te nemen en dat zij niet voldoende bekwaam was. Ook verwijt klaagster de arts dat zij haar niet op de juiste wijze heeft verdoofd. Het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:104 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2286
- Datum publicatie: 03-06-2024
- Datum uitspraak: 03-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:104
Klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster is begin 2023 geopereerd aan een trigger finger. Deze operatie is uitgevoerd door de plastisch chirurg. Tegen de arts die bij de operatie aanwezig was, de hand ontsmette, de verdoving plaatste en een incisie zette, heeft klaagster ook een klacht ingediend (C2023/2287). Klaagster verwijt de plastisch chirurg onder meer dat hij de arts heeft laten deelnemen aan de operatie zonder toestemming van klaagster en zonder te verifiëren of de arts voldoende bekwaam was, dat hij de operatie niet onder bloedleegte heeft uitgevoerd, dat hij de wond onjuist heeft gehecht en dat hij de operatie heeft uitgevoerd in een onjuiste positie, namelijk met zijn rug naar klaagster toe. Het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5845
- Datum publicatie: 31-05-2024
- Datum uitspraak: 31-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:135
Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster aan beide ogen een boven- en onderooglidcorrectie uitgevoerd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij deze correctie niet naar behoren heeft uitgevoerd, dat hij niet voldoende informatie over de risico’s heeft gegeven en dat hij geen goede nazorg heeft verleend.Het college kan niet vaststellen dat de operatie niet op de juiste wijze is uitgevoerd. Voor de stelling van klaagster dat er te veel huid is weggehaald waardoor haar ogen naar beneden trekken, is in de postoperatieve foto’s geen aanwijzing te vinden. Het is verder voor het college invoelbaar dat klaagster veel last en pijn heeft gehad van strakke littekens, maar dat is de plastisch chirurg niet te verwijten. De littekens voelen namelijk strakker naarmate er meer littekenvorming is, maar de mate van littekenvorming is patiëntgebonden. De plastisch chirurg heeft daar geen invloed op.Verder blijkt dat klaagster voldoende informatie heeft gekregen over de operatie. Het college stelt wat betreft de nazorg vast dat uit de stukken blijkt dat er na de operatie van klaagster uitvoerig contact is geweest tussen klaagster en de plastisch chirurg, onder meer via WhatsApp. De plastisch chirurg is steeds goed bereikbaar en aanspreekbaar geweest, en heeft de vragen van klaagster steeds snel beantwoord. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6594
- Datum publicatie: 31-05-2024
- Datum uitspraak: 31-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:134
Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg-intensivist. Klaagster was opgenomen in verband met respiratoire insufficiëntie bij een COVID-infectie. Besloten is een arterielijn aan te brengen in de arm van klaagster. Tijdens het verblijf op de IC is bij klaagster een trombus (bloedstolsel) ontstaan in deze arteria brachialis waardoor klaagsters hand werd bedreigd. Haar klacht tegen de chirurg houdt in dat de chirurg niet naar klaagster heeft geluisterd en niet heeft genoteerd dat bij klaagster geen arterielijn (lijn in slagader) of infuus geprikt mocht worden, en dat de chirurg heeft nagelaten noodzakelijke zorg omtrent de arm van klaagster te verlenen.Het college kan op grond van het medisch en verpleegkundig dossier niet vaststellen dat klaagster heeft aangegeven dat zij geen arterielijn (of infuus) wilde of mocht krijgen. Ook kan op grond van de stukken en wat hierover is vastgelegd in het patiëntendossier niet worden vastgesteld dat er reden was voor de chirurg om navraag bij het andere ziekenhuis te doen over een eventuele (medische) reden om geen arterielijn aan te leggen. Het college is het met de chirurg eens dat het ook niet goed denkbaar is dat bij een wakkere patiënt zonder toestemming (of zelfs met verzet) een arterielijn wordt aangebracht.Het college is wat betreft het tweede klachtonderdeel van oordeel dat op grond van het medisch dossier duidelijk wordt dat de chirurg adequaat en tijdig heeft gehandeld rondom de klachten aan de hand, en daarbij de noodzakelijke medische zorg heeft verleend. In de ochtend van 2 december 2021 heeft zij de klachten die klaagster aan haar hand ervoer serieus genomen en volgens de richtlijnen gehandeld. Toen later die dag sprake was van progressie van deze klachten, heeft de chirurg nadere diagnostiek laten uitvoeren en de vaatchirurg in consult gevraagd. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5852
- Datum publicatie: 30-05-2024
- Datum uitspraak: 02-05-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:43
Klacht tegen een verpleegkundig specialist GGZ die als consulent psychiatrie betrokken was bij de zorgverlening aan klaagster. Klaagster verwijt verweerster dat zij vond dat klaagster passief in bed bleef liggen en dat zij klaagster vlug uit bed wilde hebben. College: uit het dossier blijkt dat verweerster adviezen heeft gegeven over de wijze waarop klaagster dient te worden benaderd bij het activeren en dat zij heeft geadviseerd om een fysiotherapeut in te schakelen. Daaruit blijkt niet dat zij een oordeel heeft gegeven over het activiteitenpatroon van klaagster en ook niet dat zij daarover iets tegen klaagster heeft gezegd. Verweerster ontkent ook wat haar wordt verweten. Een en ander staat dus niet vast. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5796
- Datum publicatie: 30-05-2024
- Datum uitspraak: 08-05-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:47
Neuroloog. In terugkoppelingsbrief aan huisarts van klaagster stond een behandelbeperking vermeld, waarvan klager meent dat deze onjuist is. Het college stelt vast dat niet verweerster maar een andere zorgverlener de behandelbeperking in het dossier heeft opgenomen. Verweerster heeft getracht met klager af te stemmen tot een juiste vermelding te komen. Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5696
- Datum publicatie: 30-05-2024
- Datum uitspraak: 01-05-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:42
Psychiater. Klacht: 1) klager niet getest, ondanks zijn verzoek, 2) zonder klager vooraf te informeren, informatie over vader en broer opgenomen in medisch dossier, 3) ondanks verzoek informatie dat klager ‘rand-psychotisch’ was niet uit dossier verwijderd. College: kennelijk ongegrond. Uit medisch dossier blijkt niet dat klager heeft verzocht hem te testen. Psychiater verplicht om relevante informatie uit anamnese op te nemen in medisch dossier (7:454 BW). Niet verplicht klager vooraf te informeren. Uit medisch dossier blijkt niet dat klager heeft verzocht notitie ‘randpsychotisch’ uit dossier te verwijderen. Verzoek had schriftelijk of elektronisch moeten worden gedaan.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6132
- Datum publicatie: 30-05-2024
- Datum uitspraak: 29-05-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:44
Klaagster verwijt de radioloog dat zij geen scans kan lezen, dat zij samen met een psychiater klaagster bewust iets wijsmaakt wat niet klopt en dat er geen gedegen onderzoek is gedaan. Oordeel college: uit het medisch dossier blijkt dat de radioloog goed naar de scans heeft gekeken. De enkele omstandigheid dat de radioloog op de scans niet de afwijkingen constateert die klaagster daarop wel constateert, betekent niet dat de radioloog klaagster bewust iets wijsmaakt wat niet klopt. De radioloog kon redelijkerwijs tot de conclusie komen dat er op de scans geen afwijkingen te zien waren. Het uitgevoerde beeldvormende onderzoek was, gelet op de door klaagster aangegeven zorgen, naar de stand van de huidig beschikbare technieken adequaat. Klacht kennelijk ongegrond.