Zoekresultaten 681-700 van de 14192 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5841
- Datum publicatie: 21-08-2024
- Datum uitspraak: 21-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:85
Verweerster wordt verweten te hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die van haar mag worden verwacht. Klagers klagen onder ander over het afgeven van een geneeskundige verklaring aan patiënt van verweerster, het afgeven van een onjuiste verklaring aan Veilig Thuis, schending van het beroepsgeheim en het niet verschaffen van medische informatie. Het college komt tot het oordeel dat het klachtonderdeel over de afgegeven geneeskundige verklaring gedeeltelijk gegrond is. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:182 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6910
- Datum publicatie: 20-08-2024
- Datum uitspraak: 20-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:182
Kennelijk ongegronde klacht tegen een dermatoloog. De dermatoloog heeft tijdens een consult geen verdachte plekken ontdekt en een controleafspraak voor over een half jaar gemaakt. Drie maanden later heeft een collega van de dermatoloog uit een verdacht plekje een biopt genomen. Hieruit bleek dat er sprake was van een basaalcelcarcinoom. De klacht gaat over het onderzoek door de dermatoloog en de afhandeling van de klacht die klaagster bij de kliniek heeft ingediend. Klaagster en de dermatoloog verschillen van mening over de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. Op basis van de notities in het medisch dossier kan het college niet oordelen dat het onderzoek onvolledig, onzorgvuldig en vanaf een te grote afstand is uitgevoerd. Bij de second opinion wat niet evident sprake van een basaalcelcarcinoom. Gezien deze omstandigheden kan de dermatoloog niet worden verweten dat hij geen basaalcelcarcinoom heeft geconstateerd en geen behandeling heeft ingezet. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Klaagster kan niet worden ontvangen in haar klacht over de klachtafhandeling, omdat deze klacht is gericht tegen de directie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:181 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6932
- Datum publicatie: 20-08-2024
- Datum uitspraak: 20-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:181
Ongegronde klacht tegen een dermatoloog. De dermatoloog heeft door middel van Mohs chirurgie een basaalcelcarcinoom bij klager verwijderd. Klager verwijt de dermatoloog dat hij a) haar heeft geopereerd zonder haar daarvoor ontmoet te hebben, b) onvoldoende informatie heeft verstrekt en c) niet zelf betrokken is geweest bij de nazorg. Dat de dermatoloog klager heeft geopereerd zonder hem eerder te hebben ontmoet, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Uit de stukken en ter zitting is gebleken dat klager voorafgaand aan de ingreep relevante informatiefolders heeft ontvangen, poliklinisch is gezien door de collega van de dermatoloog en de dermatoloog klager voorafgaand aan de ingreep uitgebreid uitleg heeft gegeven over Mohs operatietechniek. Na de ingreep heeft de dermatoloog uitgebreid uitleg aan klager gegeven over de nazorg. Dat de dermatoloog de nazorg en controles niet zelf op zich heeft genomen is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:145 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2282
- Datum publicatie: 19-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:145
Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klager bezocht in januari 2022 na een val de traumapolikliniek van het ziekenhuis waar de orthopedisch chirurg werkzaam is. Nadat röntgenfoto’s en een CT-scan van zijn elleboog waren gemaakt, werd klager gezien door een arts (niet in opleiding tot specialist), die op dat moment werkzaam was op de afdeling orthopedie. De arts werkte die dag onder supervisie van de orthopedisch chirurg. Na gezamenlijke beoordeling van de foto’s besloten zij tot een conservatieve behandeling met gips voor zes weken. Om de arm van klager werd diezelfde dag gips aangebracht. Klager kwam de volgende dag terug naar de gipskamer vanwege pijn en zwelling. Er is toen nieuw gips aangebracht. En dag later vertrok klager voor een paar dagen naar Duitsland. Daar bezocht hij een ziekenhuis, weer vanwege pijn en zwelling. De orthopedisch chirurg daar besloot klager te opereren. Klager is ontevreden over zijn behandeling door de orthopedisch chirurg. Klachtonderdeel a ziet op het stellen van een diagnose. De klachtonderdelen b en c zien op de keuze voor conservatieve behandeling. Klachtonderdeel d ziet op gezamenlijk besluitvorming. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen a, b en c ongegrond verklaard, klachtonderdeel d gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege verklaart in beroep de klachtonderdelen b en c alsnog gegrond en legt de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6960
- Datum publicatie: 16-08-2024
- Datum uitspraak: 05-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:96
Klacht tegen huisarts kennelijk niet-ontvankelijk. Klager verwijt huisarts in een aangifte medische informatie te hebben gedeeld en daarmee zijn beroepsgeheim te hebben geschonden. De voorzitter is van oordeel dat sprake is van ne bis in idem nu in Z2022/5187 hetzelfde feitencomplex is beoordeeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6739
- Datum publicatie: 16-08-2024
- Datum uitspraak: 16-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:180
Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. De gynaecoloog heeft klaagster behandeld vanwege prolapsklachten. In 2018 heeft de gynaecoloog klaagster geopereerd middels een uterusextirpatie en een voor- en achterwandplastiek. Klaagster is niet tevreden over de behandeling en over de bejegening door de gynaecoloog, en heeft hierover – samengevat – negen klachtonderdelen ingediend. Het college is van oordeel dat alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6803
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:94
Klacht tegen een traumachirurg kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een auto-ongeval gehad en belandde op de spoedeisende hulp. Zij is diezelfde avond ontslagen uit het ziekenhuis. Later bleek dat haar heiligbeen gebroken was. De traumachirurg heeft klaagster gesproken nadat zij pijnklachten bleef houden en door de dokter werd doorverwezen naar het ziekenhuis. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij laconieke nazorg heeft geleverd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6675
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:95
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde kennelijk ongegrond. Na verwijzing door de huisarts heeft de specialist ouderengeneeskunde een huisbezoek afgelegd bij klager en zijn moeder, die hij verzorgde. Hierna heeft zij een multidisciplinair overleg (MDO) gepland met verschillende betrokken zorgverleners. Geconcludeerd werd dat opname in een 24-uurs setting noodzakelijk was. De moeder van klager is uiteindelijk na een Rechterlijke Machtiging opgenomen. Zij is binnen enkele maanden na haar opname overleden. Klager vindt dat de specialist ouderengeneeskunde de fysieke klachten van zijn moeder niet serieus heeft genomen en ten onrechte heeft gezegd dat klager ontkende dat zijn moeder aan de ziekte van Alzheimer leed. Ook verwijt klager de specialist ouderengeneeskunde dat zij heeft geweigerd filmmateriaal te bekijken waaruit bleek dat moeder veel helderder van geest was, als zij niet ziek was.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6937
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:92
Klacht tegen een supervisor kennelijk ongegrond. Verweerder is supervisor van de arts-assistent die klaagster heeft opgevangen op de spoedeisende hulp na een auto-ongeval. Klaagster is diezelfde avond ontslagen uit het ziekenhuis. Later bleek dat haar heiligbeen gebroken was. Klaagster verwijt de supervisor dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6938
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:93
Klacht tegen een arts-assistent kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een auto-ongeval gehad en belandde op de spoedeisende hulp. Zij is diezelfde avond ontslagen uit het ziekenhuis. Later bleek dat haar heiligbeen gebroken was. De arts-assistent heeft haar op de spoedeisende hulp behandeld. Klaagster stelt dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7224
- Datum publicatie: 13-08-2024
- Datum uitspraak: 08-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:179
Voorzittersbeslissing kennelijk onbevoegd. Nu de klacht betrekking heeft op het handelen in D van een destijds ook in D wonende arts, is geen van beide criteria die bevoegdheid creëren voor een regionaal tuchtcollege van toepassing. Het regionaal tuchtcollege Amsterdam is kennelijk onbevoegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:177 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6912
- Datum publicatie: 13-08-2024
- Datum uitspraak: 13-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:177
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klager kan zich niet vinden in de inhoud van een door de internist opgestelde en aan de huisarts verzonden brief. Hij wil dat het college bevestigt dat de internist een bepaald punt fout heeft opgeschreven en dat het college uitspreekt dat de internist verplicht is om de brief aan te passen zoals door klager gewenst.Het college oordeelt dat de internist niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Daarvoor is redengevend dat het aan de internist als professioneel arts zelf is om de inhoud van de correspondentie aan de huisarts te bepalen, een en ander behoudens evidente fouten die op verzoek kunnen worden gecorrigeerd. Dat er in dit geval sprake is van een evidente fout is het college evenwel niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5817
- Datum publicatie: 13-08-2024
- Datum uitspraak: 13-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:178
Kennelijk ongegronde klacht tegen een anesthesioloog. Klager is door de anesthesioloog gezien vanwege een geplande caudale infiltratie. Deze ingreep is voortijdig afgebroken, omdat klager pijnklachten kreeg tijdens het aanprikken van de huid voor het geven van de huidverdoving. Klager verwijt de anesthesioloog onder andere dat hij de pijnbehandeling onjuist heeft uitgevoerd en zonder toestemming heeft afgebroken.Vast staat dat de daadwerkelijke verdere uitvoering van de behandeling niet heeft plaatsgevonden, omdat klager al bij het aanprikken van de huid pijnklachten ervoer. Volgens klager heeft de anesthesioloog daarop gevraagd of hij even wilde pauzeren. De anesthesioloog stelt daartegenover dat hij klager heeft gevraagd of hij wilde dat hij zou stoppen met de behandeling, waarop klager bevestigend antwoordde. De anesthesioloog vermeldt dat onder andere in de specialistenbrief aan de huisarts en noteert ook in het medisch dossier dat klager zelf contact op zou nemen als hij een nieuwe afspraak wilde. De anesthesioloog heeft bij zijn verweerschrift verslagen gevoegd, die (onder andere) door de doktersassistente en radiologielaborante die bij de behandeling aanwezig waren, zijn opgesteld. Uit die verslagen volgt dat klager ook in hun beleving wenste te stoppen met de behandeling, toen de anesthesioloog hem dat vroeg. Daaruit maakt het college op dat de anesthesioloog erop mocht vertrouwen dat klager de behandeling op dat moment wenste te beëindigen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6048
- Datum publicatie: 09-08-2024
- Datum uitspraak: 09-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:176
Deels gegronde klacht tegen een oogarts. De oogarts heeft begin juli 2022 een sondage uitgevoerd om het tranen van het rechteroog van klaagster te verhelpen. Na de ingreep kreeg klaagster bloedneuzen en klachten van bloed en pus uit haar oog. Zij heeft daarvoor herhaaldelijk contact gezocht met de kliniek. De oogarts is op twee momenten persoonlijk betrokken geweest bij de nazorg van klaagster. Klaagster voelt zich niet gehoord door de oogarts en de kliniek en zij klaagt over de nazorg en de communicatie. Het college is van oordeel dat de oogarts tijdens het tweede nazorgcontact (eind augustus 2022) anders had kunnen en moeten handelen. Gelet op de reeds beschikbare informatie in het dossier, dat de oogarts op dat moment had moeten raadplegen, had hij in ieder geval een andere keuze moeten maken dan klaagster pas eind september 2022 op consult te laten komen. Uit oogheelkundig perspectief bestond er bij de klachten die klaagster had weliswaar geen spoed. Het was echter wel duidelijk dat klaagster al vanaf half juli – dus kort na de ingreep – kampte met serieuze en belastende klachten, waaronder aan haar oog, en dat zij sindsdien nog niet in de kliniek of elders was gezien. De oogarts had er daarom, uit een oogpunt van behoorlijke zorg, voor moeten kiezen om hetzij klaagster zelf te woord te staan aan de telefoon, hetzij de huisarts te bellen voor overleg, hetzij klaagster misschien niet met spoed, maar wel op korte termijn op consult te laten komen. Dit klemt te meer nu hij zelf de sondage bij klaagster had verricht en in zoverre als regiebehandelaar moest worden aangemerkt. Het tweede klachtonderdeel, over het contact na de bij klaagster gestelde diagnose en het beloop van haar ziekte, is ongegrond. De oogarts heeft met het gevoerde gesprek voldoende aandacht aan de onvrede en situatie van klaagster besteed. Klacht deels gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5794
- Datum publicatie: 07-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:84
Klager verwijt de bedrijfsarts onder andere onvoldoende actieve interventies te hebben ingezet voor zijn herstel en relatie met de werkgever. Het college acht deze klachten deels gegrond, aangezien de bedrijfsarts na zijn constatering dat verdere interventies nodig waren, onvoldoende actie ondernam. Andere verwijten van de klager, zoals het niet informeren over het recht op een second opinion en het niet voeren van fysieke gesprekken, worden ongegrond verklaard. Het college legt een maatregel op.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2024:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5721
- Datum publicatie: 07-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRSHE:2024:83
Klaagster klaagt erover dat de bedrijfsarts ten onrechte de diagnose Alzheimer heeft gesteld zonder voldoende onderzoek te doen. Verder klaagt zij erover dat er door toedoen van de bedrijfsarts nooit een gesprek heeft plaatsgevonden om een en ander te verduidelijken. Het college is van oordeel dat de klacht gegrond is omdat de bedrijfsarts onzorgvuldig heeft gehandeld door zonder deugdelijke basis een ernstige diagnose te stellen. Daarnaast heeft de bedrijfsarts nalatig gehandeld door geen opvolging te geven aan de afspraken, wat eveneens tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Aan de bedrijfsarts wordt de maatregel van berisping opgelegd, mede omdat hij geen zelfinzicht heeft getoond en de klacht niet serieus heeft aangepakt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A3034/6943
- Datum publicatie: 06-08-2024
- Datum uitspraak: 06-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:173
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster ontving ongevraagd een doosje Mirtazapine, op haar naam voorgeschreven door de huisarts. Bij navraag heeft de huisarts uitgelegd dat het een vergissing was, maar klaagster vindt dit ongeloofwaardig. Zij vermoedt dat de huisarts zich heeft laten beïnvloeden door haar ex-man en dochter en haar, zonder haar medeweten en toestemming, medicijnen heeft voorgeschreven die haar welzijn en reputatie schaden. Dit verwijt zij de huisarts. De huisarts heeft toegelicht dat sprake is van een vergissing en heet haar excuses aan klaagster aangeboden. Het college heeft geen aanleiding te twijfelen aan de uitleg van de huisarts. Zij heeft inzichtelijk gemaakt dat en hoe zij per ongeluk medicatie heeft voorgeschreven aan klaagster. Voor de door klaagster geuite vermoedens van opzet of beïnvloeding is geen aanknopingspunt te vinden. De huisarts heeft zich ingespannen de gang van zaken uit te leggen en heeft haar excuses aangeboden. Ook heeft zij klaagster geïnformeerd hoe zij ervoor kan zorgen dat de medicatie niet meer in haar dossiers staat. Hoewel de gang van zaken ongelukkig is geweest heeft de huisarts naar het oordeel van het college niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6811
- Datum publicatie: 06-08-2024
- Datum uitspraak: 06-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:175
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij geen nadere diagnostiek heeft uitgevoerd nadat zij, drie dagen na een val, bij de huisarts kwam om haar ringvinger te laten onderzoeken. Volgens klaagster had zij röntgendiagnostiek moeten uitvoeren, haar moeten doorverwijzen naar de afdeling orthopedie en verbandmiddelen moeten aanbevelen. Het college vindt dat de huisarts inzichtelijk heeft gemaakt hoe haar onderzoek van de vinger is geweest en welke overwegingen haar ertoe hebben gebracht om geen nadere diagnostiek te laten uitvoeren. Er was geen vermoeden van ossaal letsel. Zij was zich bewust van de extra bezorgdheid van klaagster omdat zij violiste is. De huisarts heeft aldus naar het oordeel van het college conform de NHG-richtlijn-Hand- en Polsklachten en daarmee zorgvuldig gehandeld. Dat latere diagnostiek alsnog een (zeer klein) ossaal letsel aantoonde maakt deze conclusie niet anders. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6792
- Datum publicatie: 06-08-2024
- Datum uitspraak: 06-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:174
Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is de dochter van een overleden patiënte. Patiënte kwam met maagklachten bij de huisarts. De huisarts heeft de NHG-standaard Maagklachten op twee momenten niet gevolgd. Zo had hij patiënte naar aanleiding van de a-typische maagklachten eerder in moeten sturen voor een gastroduodenoscopie en later had hij, naar aanleiding van de verwijzing naar de MDL-arts, overleg met de MDL-arts moeten voeren over de vervolgbehandeling. De patiënte is enkele maanden later overleden aan slokdarmkanker. Klacht is gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7045
- Datum publicatie: 06-08-2024
- Datum uitspraak: 06-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:172
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is de echtgenote van een aan sepsis overleden patiënt. Zij verwijt de huisarts dat hij de patiënt niet serieus heeft genomen en onbehoorlijk heeft bejegend tijdens het consult op de huisartsenpost. Ook heeft hij een verkeerde inschatting gemaakt van de situatie en de ernst van de klachten waardoor de diagnose sepsis is gemist. Het is duidelijk geworden dat klaagster en de huisarts het consult anders hebben ervaren. Omdat het college niet bij het gesprek aanwezig was, kan het niet vaststellen hoe het consult precies is verlopen. Bij de beoordeling van het handelen als huisarts moet uitgegaan worden van de in het triageverslag opgenomen informatie. De vier contacten die zijn geweest tussen de patiënt, klaagster en de triagisten zijn niet of onvolledig weergegeven in het triageverslag. Hierdoor heeft de huisarts relevante informatie gemist. Dit valt de huisarts niet aan te rekenen of tuchtrechtelijk te verwijten. Hij mocht de situatie beoordelen op basis van de informatie die hij op dat moment van de triagist had gekregen. Hij mocht er ook op vertrouwen dat die informatie volledig was voor het beoordelen van de hulpvraag van de patiënt. Klacht ongegrond verklaard.