ECLI:NL:TGZRAMS:2024:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7224
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2024:179 |
---|---|
Datum uitspraak: | 08-08-2024 |
Datum publicatie: | 13-08-2024 |
Zaaknummer(s): | A2024/7224 |
Onderwerp: | Overige klachten |
Beslissingen: | reg |
Inhoudsindicatie: | Voorzittersbeslissing kennelijk onbevoegd. Nu de klacht betrekking heeft op het handelen in D van een destijds ook in D wonende arts, is geen van beide criteria die bevoegdheid creëren voor een regionaal tuchtcollege van toepassing. Het regionaal tuchtcollege Amsterdam is kennelijk onbevoegd. |
A2024/7224
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Voorzittersbeslissing van 8 augustus 2024 naar aanleiding van de klacht van:
A,
wonende te B,
klager,
tegen
C,
arts,
destijds werkzaam te D,
verweerster, hierna ook: de arts.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 4 juni 2024.
2. De overwegingen
2.1 Klager heeft een klacht ingediend tegen de arts. Het handelen waar de klacht op
ziet
heeft in 2022 plaatsgevonden in D, waar klager destijds een coschap internationale
gezondheidszorg en tropengeneeskunde liep. De arts was daar werkzaam als arts internationale
geneeskunde en tropengeneeskunde. Blijkens het klaagschrift woonde zij destijds ook
in D. Uit het uittreksel uit het BIG-register blijkt dat de arts inmiddels woonachtig
(en werkzaam) is in een ander land in E.
2.2 In artikel 54 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) wordt de bevoegdheid van de regionale tuchtcolleges voor de gezondheidszorg geregeld. Bevoegd tot het behandelen van een zaak in eerste aanleg is het regionale tuchtcollege van het rechtsgebied waarin de beklaagde zijn woonplaats heeft, of het regionale tuchtcollege binnen wiens rechtsgebied de gedraging waarop de zaak betrekking heeft, heeft plaatsgevonden.
2.3 In artikel 2 van het Tuchtrechtbesluit BIG worden de rechtsgebieden van de regionale tuchtcolleges omschreven. Het gaat daarbij uitsluitend om provincies in Nederland. D valt dus niet onder het rechtsgebied van (één van) de regionale tuchtcolleges. Nu de klacht betrekking heeft op het handelen in D van een destijds ook in D wonende arts, is geen van beide criteria die bevoegdheid creëren voor een regionaal tuchtcollege van toepassing. Het regionaal tuchtcollege Amsterdam is dus onbevoegd om de onderhavige klacht in behandeling te nemen.
3. De beslissing
Het regionaal tuchtcollege Amsterdam is kennelijk onbevoegd.
Deze beslissing is gegeven op 8 augustus 2024 door N.B. Verkleij, voorzitter, bijgestaan
door E.A. Weiland, secretaris.