Zoekresultaten 361-380 van de 14186 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7259
- Datum publicatie: 20-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:7
Klacht tegen cosmetisch arts kennelijk ongegrond. Klager kwam bij verweerder met de wens voor een halslift, facelift en een ooglidcorrectie. Verweerder heeft klager geopereerd. Klager is ontevreden over het resultaat van de behandeling en stelt dat hij onvoldoende is ingelicht over de gevolgen van de ingreep voor zijn haardracht en bakkebaarden. Daarnaast verwijt klager dat verweerder hem onheus heeft bejegend.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7118
- Datum publicatie: 20-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:8
Klacht tegen een anesthesioloog-intensivist kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de inmiddels overleden vader/echtgenoot van klagers. Patiënt kwam op 1 maart 2022 bij de Spoedeisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis met zuurstoftekort en koorts. Nadat hij positief testte op COVID-19 werd patiënt overgeplaatst naar de Intensive Care en aan de beademing gelegd. Uit onderzoek bleek dat er sprake was van een longontsteking door COVID-19. Ondanks verschillende medicatie, onderzoeken en behandelingen ging de gezondheid van patiënt steeds verder achteruit. Op 24 maart 2022 werd samen met de familie besloten om de behandeling van patiënt te staken, waarna patiënt overleed. Klagers zijn niet tevreden over de behandeling van patiënt en de communicatie/informatieverstrekking omtrent de ziekenhuisopname. Het college oordeelt dat de anesthesioloog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7252
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:15
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft bij klaagster een lipofilling behandeling van de billen uitgevoerd. Over de uitvoering en het resultaat hiervan is klaagster niet tevreden. Op verzoeken van klaagster om medische informatie heeft de arts niet gereageerd. Het college oordeelt dat op basis van de in het dossier aanwezige foto’s het niet kan vaststellen dat er sprake is van duidelijke asymmetrie van de billen of een ander afwijkend resultaat. Het college kan dan ook niet vaststellen dat de lipofilling behandeling niet goed is uitgevoerd. Verder is vast komen te staan dat de arts de verzoeken van klaagster (per post) om medische informatie nooit heeft ontvangen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7387
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:14
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft in verband met pijn aan zijn rechteroor zijn huisarts bezocht en telefonisch contact met hem gehad. Klager vindt dat de huisarts hem daarbij onjuist en onzorgvuldig heeft behandeld waardoor hij blijvende gehoorschade (sudden deafness) heeft opgelopen. Hij heeft hem niet de juiste medicatie en doorverwijzing gegeven. Het college oordeelt dat de huisarts wel zorgvuldig heeft gehandeld. De vermelde klachten pasten bij het verloop van de op dat moment vermoede middenoorontsteking. Uitgaande van het medisch dossier kan het college niet vaststellen dat klager ook andere klachten heeft geuit. Vanwege de onrust bij klager had het beter geweest als de huisarts hem had bezocht, maar dat levert geen tuchtrechtelijk verwijt op. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:11 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-595/AL/MN
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:11
Raadbeslissing. Klacht advocaat tegen medeadvocaat. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar in strijd met gedragsregel 21 lid 1 gehandeld door niet gelijktijdig een afschrift van haar uitstelverzoek aan het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg naar de advocaat van de wederpartij te sturen. Deze gedragsregel kan niet opzij worden gezet door een bepaling in het Reglement van orde van de Regionale Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg. De door verweerster gestelde omstandigheid dat het de in tuchtprocedures gebruikelijke werkwijze is maakt niet dat de gedragsregel niet van toepassing is. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels gegrond. Geen maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7116
- Datum publicatie: 16-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:4
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. De psychiater heeft ter voorbereiding op het aanvragen van een zorgmachtiging, een medische verklaring opgesteld met betrekking tot klager. Klager verwijt de psychiater dat zij de medische verklaring heeft opgesteld op basis van een onjuiste beoordeling. Ook zou de psychiater niet onafhankelijk zijn geweest. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7713
- Datum publicatie: 16-01-2025
- Datum uitspraak: 15-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:13
Voorzittersbeslissing. Klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het klaagschrift voldoet niet aan de wettelijke vereisten nu niet duidelijk is geworden tegen wie de klacht is gericht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7117
- Datum publicatie: 16-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:5
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. De psychiater was als regiebehandelaar betrokken bij de zorg voor klager. Klager maakt de psychiater meerdere verwijten over haar betrokkenheid in het kader van de aanvraag en verlenging van een zorgmachtiging. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7426
- Datum publicatie: 16-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:6
Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Tijdens een consult deed klager een persoonlijke ontboezeming, waarvan hij achteraf niet wilde dat deze in zijn medisch dossier werd opgenomen. Het vernietigingsverzoek werd afgewezen en klager wenste inzage in zijn medisch dossier. Klager verwijt de huisarts dat hij hem ten onrechte niet uitnodigde voor een kennismakingsgesprek na overname van de praktijk, zijn praktijkvoering niet op orde heeft, niet meewerkte aan onmiddellijke inzage en afschrift van het medisch dossier, hem onheus bejegende en onterecht een declaratie bij de zorgverzekeraar indiende. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7171
- Datum publicatie: 15-01-2025
- Datum uitspraak: 15-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:10
Klacht tegen een tandarts. Klager verwijt de tandarts onder meer dat hij zonder overleg met klager een andere kies heeft getrokken dan klager wenste, in zijn e-mailwisseling met klager heeft gelogen over de gevolgde werkwijze en heeft geweigerd de factuur voor de extractie in te trekken.Het college komt tot het oordeel dat de klacht deels gegrond is en legt de tandarts de maatregel op van waarschuwing. Dat de tandarts de standaardprocedure heeft gevolgd, inclusief een bespreking met klager, kan niet worden aangenomen. In het patiëntendossier is niets opgenomen over de gevolgde procedure en de uitkomst daarvan
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7250
- Datum publicatie: 14-01-2025
- Datum uitspraak: 14-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:10
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een anesthesioloog. De anesthesioloog verzorgde de inleiding van de algehele anesthesie bij de operatie van klager. Na de inleiding vertrok zij uit de operatiekamer. Ongeveer twee uur later, ruim een uur na de operatie, bezocht zij klager weer. Klager was op dat moment nog niet wakker uit de algehele anesthesie en was niet goed wekbaar. Toen klager wakker werd, had hij afasie en een rechter hemiparese. Na 40 minuten werd er een ambulance opgeroepen. Klager verwijt de anesthesioloog a) dat zij niet eerder betrokken is geweest na de operatie, b) dat de dossiervoering gebrekkig is en c) dat de anesthesioloog niet snel genoeg heeft gehandeld toen bleek dat er sprake was sterk afwijkend neurologisch beeld. De klachtonderdelen a en b zijn ongegrond. Het college overweegt dat er geen richtlijnen zijn waaruit blijkt dat een anesthesioloog de patiënt binnen een bepaalde tijd na de OK weer dient op te zoeken. Het had in de rede gelegen dat de anesthesioloog klager eerder was gaan zien, maar daar staat tegenover dat zij mocht vertrouwen op signalen en mededelingen van de verkoeververpleegkundige. De verschrijving in het dossier is niet zodanig dat dit een tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Klachtonderdeel c is wel gegrond. Gezien de situatie had de anesthesioloog meteen een ambulance moeten waarschuwen in plaats van eerst met een collega-anesthesioloog te overleggen. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7450
- Datum publicatie: 14-01-2025
- Datum uitspraak: 14-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:11
Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld, onder meer vanwege het te lang wachten met het waarschuwen van de anesthesioloog inzake het niet kunnen wekken van klager. Het college komt tot de conclusie dat de verpleegkundige niet direct bij de zorg betrokken is geweest en dat de klacht om die reden ongegrond is. Het formuleren van nieuwe klachtonderdelen tijdens de zitting is in strijd met de goede procesorde. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6693
- Datum publicatie: 14-01-2025
- Datum uitspraak: 14-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:12
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een anesthesioloog. Klager heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor het kweken van medicinale cannabis. De anesthesioloog heeft een medisch advies uitgebracht. Het college oordeelt dat de anesthesioloog niet buiten zijn deskundigheid is getreden. De anesthesioloog had er wel beter aan gedaan om op een schriftelijke vraagstelling aan te dringen, zodat duidelijk werd op welke vraag de rapportage precies antwoord geeft. Klacht gedeeltelijk gegrond. Geen maatregel opgelegd, onder meer omdat de vastgestelde omissie van onvoldoende gewicht is.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:4 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2474
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:4
Klacht tegen een chirurg die als medisch adviseur is verbonden aan een rechtsbijstandverzekeraar. Klager heeft op een aanvraagformulier voor een rechtsbijstandsverzekering één vraag in strijd met de waarheid beantwoord. De rechtsbijstandverzekeraar wilde klager hierop weigeren. Klager heeft zich beroepen op zijn fysieke en psychologische toestand, waardoor er bij hem geen opzet was. De rechtsbijstandverzekeraar heeft hierop klager aangeboden de chirurg als medisch adviseur te laten onderzoeken of klager de vragen van het aanvraagformulier goed kon begrijpen. Klager verwijt de chirurg dat a) er geen inzage-, correctie- en blokkeringsrecht is gegeven over het uitgebrachte advies en b) het advies niet voldoet aan de eisen die het tuchtcollege stelt aan rapportages. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a) gegrond, legt de chirurg geen maatregel op en verklaart klachtonderdeel b) ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager in het beroep niet-ontvankelijk voor zover dit gaat over klachtonderdeel a) en het niet opleggen van een maatregel, en verwerpt het beroep voor zover dit gaat over klachtonderdeel b.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:5 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2496
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:5
Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft samen met een gz-psycholoog een Pro Justitia-rapportage over klager opgesteld in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Klager wilde niet meewerken. Daardoor konden allerlei onderzoeksvragen niet worden beantwoord. Wel achtte de psychiater een persoonlijkheidsstoornis aanwezig bij klager. Volgens klager kon de psychiater niet komen tot deze vaststelling, omdat deze niet steunt op een gedegen onderzoek. Klager verwijt de psychiater dat hij toch een diagnose heeft opgenomen in de rapportage. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2526
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:6
Klacht tegen een psychiater. Klager is door de psychiater onderzocht en daar is een rapport van opgemaakt. Klager verwijt de psychiater, samengevat, dat er geen dan wel onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose en dat er informatie is verwerkt zonder zijn toestemming. Daarnaast stelt klager dat de psychiater ten onrechte geen nader onderzoek heeft aangeboden en geen opheldering over zijn bevindingen heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2527
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:7
Klacht tegen een psychiater. Klager is door de psychiater onderzocht en daar is een rapport van opgemaakt. Klager verwijt de psychiater, samengevat, dat er geen dan wel onvoldoende onderzoek is gedaan voor het vaststellen van een diagnose en dat er informatie is verwerkt zonder zijn toestemming. Daarnaast stelt klager dat de psychiater ten onrechte geen nader onderzoek heeft aangeboden en geen opheldering over zijn bevindingen heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:1 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2221
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:1
Gedeeltelijk gegronde klacht van patiënte tegen een huisarts. Waarschuwing. Klaagster verwijt de huisarts onder andere dat hij niet adequaat heeft gereageerd op haar oogklachten en de voortekenen van acuut glaucoom heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Klaagster heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de huisarts in de door klaagster gepresenteerde klachten zoals hoofdpijn, wisselend wazig zien, pupilverschillen en sterke ongerustheid, aanleiding had moeten zien om uitgebreider onderzoek in te zetten dan hij heeft gedaan. De klacht is in zoverre gegrond. De huisarts kan niet worden verweten dat hij de voortekenen van het zeldzaam voorkomende acuut glaucoom heeft gemist.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2421
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:2
Klacht tegen psychiater. Bij klager is eind 2012 de diagnose ASS (PDD-NOS) gesteld. De psychiater heeft klager in 2014 in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de diagnose ASS bevestigd en dat in een adviesgesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager twijfelt aan de diagnose en kan zich er niet in vinden dat de psychiater autisme als een stoornis bestempelt. Voor klager heeft de diagnose een negatieve invloed op zijn zelfbeeld, studie en privéleven. Hij vond de psychiater agressief en defensief op zijn gesprek. Klager verwijt de psychiater dat zij: a. ten tijde van de behandeling niet BIG-geregistreerd was, b. een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en hem schade heeft berokkend en c. hem onheus heeft bejegend door grievende uitspraken te doen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2461
- Datum publicatie: 13-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:3
Gedeeltelijk gegronde klacht van nabestaande tegen een arts. Waarschuwing. Klager klaagt namens zijn echtgenote, hierna: de patiënte, die is overleden. Hij klaagt erover dat zij door middel van euthanasie had willen overlijden en dat deze wens door de arts, die waarnam voor de huisarts van de patiënte, niet is gerespecteerd. Ook is de arts volgens klager (onder andere) onzorgvuldig en nalatig geweest, omdat hij de patiënte niet persoonlijk gezien en beoordeeld heeft en ook niet zelf telefonisch heeft gesproken voordat hij overging tot palliatieve sedatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht voor wat betreft het gebrek aan persoonlijk contact met de patiënte over de palliatieve sedatie gegrond verklaard. De klacht ten aanzien van het niet willen uitvoeren van de euthanasie en de daarmee samenhangende klachtonderdelen is door het Regionaal Tuchtcollege ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager tegen deze beslissing ingestelde beroep.