ECLI:NL:TGZRAMS:2025:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7252

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2025:15
Datum uitspraak: 17-01-2025
Datum publicatie: 17-01-2025
Zaaknummer(s): A2024/7252
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft bij klaagster een lipofilling behandeling van de billen uitgevoerd. Over de uitvoering en het resultaat hiervan is klaagster niet tevreden. Op verzoeken van klaagster om medische informatie heeft de arts niet gereageerd. Het college oordeelt dat op basis van de in het dossier aanwezige foto’s het niet kan vaststellen dat er sprake is van duidelijke asymmetrie van de billen of een ander afwijkend resultaat. Het college kan dan ook niet vaststellen dat de lipofilling behandeling niet goed is uitgevoerd. Verder is vast komen te staan dat de arts de verzoeken van klaagster (per post) om medische informatie nooit heeft ontvangen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM


Beslissing in raadkamer van 17 januari 2025 op de klacht van:


A,
wonende te B,
klaagster,
gemachtigde: mr. P.P. Klokkers, werkzaam te Amsterdam,


tegen


C,
arts,
werkzaam te D,
verweerder, hierna ook: de arts,
gemachtigde: mr. O.L. Nunes, werkzaam te Utrecht.


1. De zaak in het kort
1.1 De arts heeft bij klaagster een lipofilling behandeling van haar billen uitgevoerd. Klaagster vindt dat de behandeling niet goed is uitgevoerd. Zij is ontevreden over het resultaat. Verder verwijt zij de arts dat hij achteraf niet op haar verzoeken om medische informatie heeft gereageerd.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.

2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 3 juni 2024;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek, gehouden op 23 september 2024;
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 11 september 2023, binnengekomen op 13 september 2024, met bijlagen.

2.2 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig waren.

3. De feiten

3.1 De arts is werkzaam in een kliniek gespecialiseerd in cosmetische ingrepen. Op 16 december 2023 is klaagster op consult geweest bij de arts. Daarvoor was zij eerder al eens in juni en augustus 2023 op consult geweest bij de kliniek om te spreken over een cosmetische ingreep. Klaagster wilde graag extra volume in haar billen. Er werd afgesproken dat er een lipofilling behandeling van de billen zou plaatsvinden. Tijdens het consult is de ingreep besproken, alsmede het te verwachten resultaat en de mogelijke complicaties.

3.2 Op 24 februari 2024 heeft de arts de lipofilling van de billen uitgevoerd. De ingreep verliep zonder complicaties.

3.3 Op 2 maart 2024 kwam klaagster bij de kliniek voor het verwijderen van de
hechtingen. Hierover is het volgende genoteerd in het medisch dossier:
“Hechtingen verwijderd. Pt niet veel last gehad. Zwelling en blauw gehad. Wond is dicht. Geen ontsteking. Geen bijzonderheden verder. Advies 2-3 maal daags littekencreme Indien nodig contact opnemen controle 3-6 maanden
mw was erg emotioneel en begonheel erg te huilen. mw gaf aan dat ze de resultaten niet mooi vond en dat de bil niet groot genoeg was en boven de heupen nog te dik was. aangegeven dat mw dit moet afwachten ivm vocht en zwelling.
aangegeven dat dit zelfs maanden kan duren voordat het helemaal weg is en dat de eindresultaten pas over 6 maanden te zien zijn. Ook aangegeven dat indien mw bij d 6 maanden controle nog niet blij is dat ze dan met de dokter een passende oplossing kan vinden.
[verweerder] erbij gekomen en heeft ook uitgelegd dat er nog zwelling en vocht in zit en dat mw moet wachetn.”
De arts heeft toen een afspraak gemaakt met klaagster voor 22 juni 2024 om samen te kijken naar het verloop van het genezingsproces en het resultaat. Op deze afspraak is klaagster niet verschenen.

3.4 Op 19 april 2024 stuurde de gemachtigde van klaagster namens klaagster een brief
met daarin het verzoek om de medische informatie rondom de behandeling van klaagster te ontvangen. Toen daar geen reactie op werd ontvangen, heeft de gemachtigde van klaagster op 8 mei 2024 en vervolgens op 23 mei 2024 een reminder gestuurd per aangetekende post.

4. De klacht en de reactie van de arts
4.1 Klaagster verwijt de arts dat hij:
a) de lipofilling behandeling niet goed heeft uitgevoerd;
b) niet op de verzoeken van klaagster om medische informatie heeft gereageerd.

4.2 De arts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

4.3 Het college gaat hierna verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college

De criteria voor de beoordeling
5.1 De vraag is of de arts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende arts. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de arts geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden. Dat een zorgverlener beter anders had kunnen handelen is niet altijd genoeg voor een tuchtrechtelijk verwijt. Klachtonderdeel a) lipofilling behandeling niet goed uitgevoerd

5.2 Klaagster vindt dat de behandeling niet goed is uitgevoerd. Er is sprake van asymmetrie van de billen en het vet zit te hoog in de billen. Tijdens het mondeling vooronderzoek heeft klaagster desgevraagd gezegd dat ze niet is teruggegaan naar de kliniek en ook niet heeft gebeld omdat ze zo depressief was door het tegenvallende resultaat en omdat ze al direct na de operatie zag dat het niet goed was gegaan. De arts brengt in dat klaagster erop is gewezen tijdens de consulten en in de toestemmingsformulieren dat asymmetrie kan ontstaan en dat het uiteindelijke resultaat tijd nodig had. De arts vond het resultaat van de ingreep op 2 maart 2024 er eigenlijk perfect uitzien. Verder heeft hij met klaagster besproken dat als er na zes maanden nog ontevredenheid zou zijn, ze samen naar een oplossing konden kijken.

5.3 Het college vindt het verdrietig voor klaagster dat zij zich niet in staat voelde om later nog contact te zoeken met de kliniek. Zeker nu de arts zich op 2 maart 2024 bereid heeft getoond met haar mee te kijken naar het genezingsproces en het uiteindelijke resultaat. Nu klaagster niet meer is teruggegaan naar de arts, heeft hij geen kans gehad het uiteindelijke resultaat te beoordelen en klaagster zo nodig verder te helpen met haar onvrede. Op basis van de in het dossier aanwezige foto’s van voor en direct na de behandeling kan het college niet vaststellen dat er sprake is van duidelijke asymmetrie van de billen of een ander afwijkend resultaat. Klaagster heeft geen foto’s aangeleverd van het uiteindelijke resultaat. Het college kan dan ook niet vaststellen dat de lipofilling behandeling niet goed is uitgevoerd. Dit klachtonderdeel zal ongegrond worden verklaard. Klachtonderdeel b) niet gereageerd op verzoeken om informatie

5.4 Klaagster verwijt de arts dat hij de opgevraagde medische informatie niet afgeeft hoewel hij hiertoe wettelijk verplicht is. Hij heeft niet gereageerd op de verzoeken hiertoe van haar advocaat. Hierdoor wordt zij benadeeld omdat zij haar klacht wil kunnen onderbouwen met stukken. De arts brengt daartegenin dat hij de brieven van klaagster nooit heeft ontvangen en dat klaagster ook op een andere manier contact had kunnen opnemen met de arts, zo had zij bijvoorbeeld zijn 06-nummer. Hij is voor het eerst op de hoogte geraakt van deze brieven toen hij de tuchtklacht hierover ontving.

5.5 Het college overweegt het volgende. Tijdens het mondeling vooronderzoek heeft de arts verzendinformatie van de aangetekende brieven overgelegd. Uit de verzendinformatie blijkt dat de brieven van 8 mei en 23 mei 2024 weer retour zijn gegaan naar de afzender omdat de bezorging niet is gelukt. De arts heeft de brieven dus niet ontvangen. Van de brief van 19 april 2024 is geen verzendbewijs overlegd. De arts betwist dat hij deze brief heeft ontvangen. Het college kan dan ook niet vaststellen dat de arts de brief van 19 april 2024 heeft ontvangen en vervolgens desondanks niet heeft gereageerd. Dit klachtonderdeel zal ongegrond verklaard worden. Slotsom 5.6 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat beide onderdelen van de klacht kennelijk ongegrond zijn.


6. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.


Deze beslissing is gegeven op 17 januari 2025 door A. van Maanen, voorzitter, S.M. Schmidt-Rikama en A. Wewerinke, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door E.A. Weiland, secretaris.