Zoekresultaten 441-460 van de 3986 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:27 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2463
- Datum publicatie: 19-02-2025
- Datum uitspraak: 19-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:27
Klacht tegen een cardioloog. Klager is opgenomen geweest in het ziekenhuis in verband met een hartkatheterisatie en een dotterbehandeling. Na ontslag uit het ziekenhuis heeft klager medicatie opgehaald bij de ziekenhuisapotheek, waaronder bloedverdunners. Klager heeft begrepen dat het om nieuwe bloedverdunners ging en dat de bloedverdunners waar hij al bekend mee was (acetylsalicylzuur) waren stopgezet. Volgens klager had de acetylsalicylzuur nooit mogen worden stopgezet. Hierdoor is zijn bloed dikker geworden, wat heeft geleid tot verstopping van de ader(s) en een hartinfarct. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7656
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:32
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De klacht heeft betrekking op de overleden echtgenoot van klaagster (hierna: patiënt). Patiënt had last van hoestklachten. Uiteindelijk bleek dat patiënt darmkanker in een vergevorderd stadium had met diverse uitzaaiingen. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld, dat hij patiënt niet heeft doorverwezen en dat hij nadat de ernstige diagnose met slechte prognose was gesteld niets meer van zich heeft laten horen. Het college is van oordeel dat de huisarts de patiënt had moeten doorverwijzen voor verdere diagnostiek toen de hoestklachten na zes maanden nog steeds aanhielden. Voor deze hoestklachten bestond geen verklaring. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht deels gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7309
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:33
Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onterecht en onzorgvuldig als behandelend arts een geneeskundige verklaring heeft afgegeven. Uit de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ volgt dat een arts een geneeskundige verklaring niet mag afgeven voor eigen patiënten. Klacht gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7347
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:34
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is bij de huisarts geweest in verband met een wondje op haar hoofdhuid. Klaagster is ontevreden over de behandeling die de huisarts heeft ingezet en daarnaast vindt zij dat zij onheus is bejegend. Het college oordeelt dat de juiste behandeling is ingezet. Onheuse bejegening kan niet worden vastgesteld. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:48 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-953/AL/OV
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:48
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat mediator in een familie zaak niet ontvankelijk, omdat deze na de vervaltermijn is ingediend.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7412
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:35
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts onzorgvuldig handelen met betrekking tot oorklachten en rectaal bloedverlies. Het college kan niet vaststellen dat de assistente de oren heeft uitgespoten. Verder is het college van oordeel dat de huisarts een adequaat behandeladvies heeft gegeven. Ten aanzien van het rectale bloedverlies oordeelt het college dat klager adequaat is onderzocht en dat er een passende behandeling is ingezet. Beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-942/AL/GLD
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:49
Voorzittersbeslissing. De klachten over de kwaliteit van de dienstverlening en communicatie zijn niet-ontvankelijk vanwege te late indiening ervan. De klacht over de afgifte van de op het kantoor van verweerster achtergebleven tas van klaagster met administratie aan de toenmalige bewindvoerder van klaagster is kennelijk ongegrond. Verweerster kon en behoorde die documenten op verzoek van de bewindvoerder af te geven.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7569
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:36
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster dient een klacht in namens haar overleden moeder (hierna: de patiënte). Klaagster verwijt de huisarts dat zij in de laatste periode van het leven van de patiënte niet adequaat heeft gehandeld waardoor de patiënte ondragelijk heeft geleden. Klaagster was onder meer bekend met reciverende herseninfarcten. Het college oordeelt dat het in het kader van Advanced Care Planning goed hulpverlenerschap is om met de patiënte te bespreken welke (on)mogelijkheden er zijn als de patiënte opnieuw een herseninfarct zou krijgen. De klacht over de behandeling is ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:40 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435166 / KL RK 24-56
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 23-12-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:40
Klagers hebben hun woning verkocht en de kandidaat-notaris opdracht gegeven voor de levering. De koper heeft een waarborgsom gestort op de derdengeldenrekening van de notaris. Een maand voor de overdracht heeft koper aan klagers bericht dat zij de koopovereenkomst eenzijdig ontbindt dan wel vernietigd op grond van dwaling dan wel (tevens) bedrog. Klagers hebben bezwaar gemaakt en vragen de kandidaat-notaris om de waarborgsom niet te retourneren aan koper. De notaris heeft bij de KNB advies ingewonnen. De koper heeft laten weten dat zij de koopovereenkomst buitengerechtelijk heeft vernietigd en daarmee is de grondslag voor verschuldigdheid van de waarborgsom weg. De waarborgsom kan niet worden vastgehouden op grond van artikel 25 lid 4 Wet op het Notarisambt (Wna). Zolang de vernietiging niet wordt teruggedraaid door een rechterlijk oordeel kan de koper de waarborgsom terugvragen. De kandidaat-notaris stuurt klagers een bericht dat ze geen gehoor kan geven aan het verzoek van klagers indien de koper de waarborgsom terugvraagt. Koper verzoekt de kandidaat-notaris nog diezelfde dag om de waarborgsom terug te geven en de notaris heeft aan dit verzoek voldaan. Klagers verwijten de kandidaat-notaris dat zij in strijd heeft gehandeld met haar zorgplicht, door – in strijd met artikel 11.5 van de koopovereenkomst – de waarborgsom uit te keren aan de koper zonder dat zij hiervoor een gezamenlijke opdracht van klagers en de koper had en terwijl zij wist dat klagers het niet eens waren met de ontbinding/vernietiging van de koopovereenkomst door de koper.Bij de beoordeling van de klacht acht de kamer de tijdlijn van de gebeurtenissen van belang.De kamer acht het verwijtbaar dat de kandidaat-notaris het advies vervolgens een week heeft laten liggen en pas een dag voor de overdracht met klagers heeft gedeeld, waarna zij nog diezelfde dag de waarborgsom heeft overgeboekt naar de koper nadat de koper dit had verzocht. De kamer is van oordeel dat deze termijn tussen het delen van het advies met klagers en het overboeken van de waarborgsom, te kort is aangezien de kandidaat-notaris wist dat klagers bezwaar hadden tegen de ontbinding van de overeenkomst en het overboeken van de waarborgsom. Door te handelen zoals zij heeft gehandeld, heeft de kandidaat-notaris klagers de mogelijkheid ontnomen om zich - voordat de waarborgsom zou worden teruggeboekt - juridisch te oriënteren en eventuele vervolgstappen te zetten, zoals het in overleg gaan met de koper of het nemen van stappen om de waarborgsom zeker te stellen. Klacht gegrond en waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:41 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/425317 / KL RK 23-97
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 29-10-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:41
Klager is directeur van een stichting. Tussen klager en het bestuur van de stichting is een conflict ontstaan over een voorgenomen structuurwijziging van de stichting. De notaris heeft namens het bestuur van de stichting, opdracht gekregen om de statuten en de structuur van de stichting te wijzigen. Klager heeft daar niet mee ingestemd en binnen het bestuur van de stichting bestond inmiddels ook geen overeenstemming meer over de voorgenomen wijzigingen. De concepten zijn nooit definitief gemaakt. Klager verwijt de notaris dat ze 1) fouten heeft gemaakt in voorgaande statuten, waardoor erfenissen niet meer bij de stichting terechtkomen 2) ze haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden 3) zich de opdracht tot het opstellen van nieuwe statuten heeft laten verstrekken, zonder te onderzoeken of deze persoon hiertoe bevoegd 4) de notaris zich niet onafhankelijk en onpartijdig heeft getoond, 5) de notaris klager onder druk heeft gezet en onheus heeft bejegend 6) de notaris zich ten onrechte niet heeft gerealiseerd dat het besluit tot structuurwijziging van de stichting ongeldig tot stand is gekomen 7) de notaris de fout in dreigt te gaan doordat de stichting haar ANBI-status verliest door de voorgestelde structuurwijziging. Klacht wordt deels niet-ontvankelijk verklaard omdat klager geen belanghebbende is en deels ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-083/DB/MN/W
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:25
Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:47 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-941/AL/NN
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 17-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:47
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een familiezaak gedeeltelijk niet ontvankelijk vanwege het verstrijken van de vervaltermijn. De klacht is, voor zover ontvankelijk, kennelijk ongegrond vanwege het ontbreken van een feitelijke onderbouwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:28 Hof van Discipline 's Gravenhage 240186
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:28
Verweerder heeft beroep ingesteld. Verweerder heeft de ex-partner van klager bijgestaan in een familiekwestie. Het hof is, met de raad, van oordeel dat verweerder onvoldoende kritisch is geweest ten aanzien van de ernstige beschuldigingen en niet nader onderbouwde stellingen van zijn cliënte over klager en dat hij zich teveel heeft vereenzelvigd met zijn cliënte, waardoor hij de belangen van klager onnodig heeft geschaad. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:29 Hof van Discipline 's Gravenhage 240168
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:29
Klacht tegen advocaat wederpartij. klager verwijt verweerder dat hij een in een vaststellingsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsclausule heeft geschonden door de VSO als productie over te leggen in een procedure met een derde. De raad heeft geoordeeld dat het verweerder niet vrij stond de VSO op 29 november 2022 in een procedure in te brengen. Verweerder had primair toestemming aan klager moeten vragen en, bij gebreke van toestemming, overleg met de deken moeten zoeken. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het hof oordeelt dat zelfs in het geval verweerder geen bemoeienis heeft gehad met het in het geding brengen van de VSO het, na de melding van klager op 13 juli 2020, op zijn weg lag om uit te zoeken hoe de schending van het geheimhoudingsbeding door zijn kantoorgenoot heeft kunnen plaatsvinden en ervoor zorg te dragen dat het niet nog een keer zou gebeuren. Voor het overige sluit het hof zich aan bij het oordeel van de raad. Het hof ziet aanleiding om de zwaardere maatregel van berisping op te leggen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7269
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:19
Klacht van nabestaande echtgenoot tegen radioloog deels gegrond. Maatregel: berisping. Er is bij patiënt door een physician assistant een leverpunctie uitgevoerd bij een trombocytenwaarde van 25. De radioloog had de leverpunctie niet zelfstandig mogen laten uitvoeren door een physician assistent en een vorm van toezicht en tussenkomst moeten bieden. Wettelijk kader van taakherschikking en taakdelegatie.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:30 Hof van Discipline 's Gravenhage 240154
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:30
Klacht tegen de eigen advocaat. Klager heeft beroep ingesteld. De raad heeft de klacht deels gegrond verklaard en heeft een berisping opgelegd. Het hof is van oordeel dat verweerder, naast de door de raad gegrond verklaarde klachtonderdelen, ook tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door zijn facturen aan klager onvoldoende inzichtelijk te maken. De overige beroepsgronden van klager slagen niet. Het hof ziet geen aanleiding om tot een verzwaring van de maatregel te komen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7515
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:20
Klacht van nabestaande echtgenoot tegen physician assistant ontvankelijk en gegrond. Maatregel: berisping. De physician assistant heeft een leverpunctie uitgevoerd bij een trombocytenwaarde van 25. Wettelijk kader taakherschikking en taakdelegatie. De physician was niet zelfstandig bevoegd tot het uitvoeren van de leverpunctie. De physician assistant had zowel bij taakherschikking als bij taakdelegatie het uitvoeren van de leverpuntie bij patiënt moeten weigeren.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:31 Hof van Discipline 's Gravenhage 230385
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:31
Klacht over advocaat als voorzitter van een hoorcommissie in een bezwaarprocedure. De raad heeft geoordeeld dat geen sprake was van een onafhankelijke bezwaaradviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb, en dat daarom niet was vereist dat verweerster onafhankelijk was. De kernwaarde partijdigheid weerhield verweerster in dit geval niet ervan om de hoorcommissie te leiden. De raad heeft daarnaast geoordeeld dat verweerster niet onprofessioneel of vooringenomen heeft gehandeld en heeft de klacht ongegrond verklaard. Het hof is het eens met de beslissing van de raad. Het hof voegt hieraan nog toe dat alle procedurele aspecten die klager opwerpt, thuishoren in de procedure bij de bestuursrechter. In die procedure kan klager zijn bezwaar dat verweerster ten onrechte heeft geweigerd getuigen te horen aan de orde stellen, alsook de rechtbank verzoeken (alsnog) zelf getuigen te horen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7491
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:21
Klacht tegen een chirurg kennelijk ongegrond. Klager werd geopereerd vanwege een acute blindedarmontsteking. Nadien verslechterde zijn situatie en kreeg hij een longontsteking. Klager verwijt de chirurg, samengevat, dat hij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:25 Hof van Discipline 's Gravenhage 240265
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:25
klaagster gebruikt het klachtrecht voor een ander doel dan waarvoor het bedoeld is. Klaagster klaagt over de inhoud van het advies van de deken. Het dekenstandpunt is op geen enkele wijze bindend. Het betreft de zienswijze van de deken aan de hand waarvan klaagster haar positie/kansen in een verdere tuchtprocedure kan bepalen. Als klaagster het met die zienswijze niet eens is, kan zij de klacht door betaling van het griffierecht laten voorleggen aan de tuchtrechter (de Raad van Discipline). De Raad van Discipline zal de klacht vervolgens zelfstandig en onafhankelijk van het dekenstandpunt beoordelen. Naar het hof begrijpt is de klacht van klaagster inmiddels ook doorgezonden naar de Raad van Discipline. Het hof verklaart het verzet van klaagster ongegrond.