Zoekresultaten 41-50 van de 13402 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:160 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-175/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2172 en C2023/2211

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij zich bij onderzoeken seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen. Het Regionaal Tuchtcollege kan niet vaststellen dat de huisarts zich seksueel grensoverschrijdend jegens klaagster heeft gehandeld en verklaart de klacht ongegrond. Klaagster en de inspectie komen van deze klacht in beroep. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de verklaringen van klaagster consistent en betrouwbaar zijn en hecht daar meer waarde aan dan aan de ontkenningen door de huisarts. Daarbij neemt het Centraal Tuchtcollege in aanmerking dat sprake is van een patroon in het gedrag van de huisarts. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt daarom aannemelijk dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart het klachtonderdeel ten aanzien van het seksueel grensoverschrijdend gedrag alsnog gegrond, legt de huisarts de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op en ontzegt de huisarts het recht om opnieuw in het BIG-register ingeschreven te worden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2131

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan haar linkervoet vanwege een hallux valgus. Klaagster verwijt de chirurg dat zij te weinig nazorg heeft geleverd na een operatie die waarschijnlijk ook niet goed is gegaan. Klaagster heeft daardoor nog steeds veel pijn. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2032

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de moeder van een – destijds – drie maanden oude baby die in het ziekenhuis was opgenomen vanwege een infectie met het RS-virus. Klaagster sliep bij haar zoon op de kamer. De verpleegkundige had die nacht dienst en maakte klaagster rond 23.30 uur wakker omdat haar zoon sinds 23.00 uur lag te huilen en een fles nodig had. De klacht gaat over de wijze waarop klaagster door de verpleegkundige werd gewekt. Ook stelt klaagster dat haar zoon die nacht niet de nodige zorg heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het deel van de klacht dat gaat over de zorg voor de zoon van klaagster gegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Het beroep van klaagster wordt voor het overige verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2165

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de instelling waar de verpleegkundige heeft gewerkt. De klacht gaat over het feit dat de verpleegkundige zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen tegenover een kwetsbare patiënte die aan zijn zorg was toevertrouwd en dat hij medicatie heeft ontvreemd en aan de patiënte heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van schorsing op voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De verpleegkundige is van deze beslissing in beroep gekomen. Hij verzoekt het Centraal Tuchtcollege om de klacht gedeeltelijk gegrond te verklaren en om geen, althans een minder zware, maatregel op te leggen zoals een volledig voorwaardelijke schorsing. Het Centraal Tuchtcollege is ook van oordeel dat de klacht in zijn geheel gegrond is, en dat de maatregel van schorsing van twaalf maanden waarvan zes voorwaardelijk, passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6061

    Klacht tegen tandarts. Klager is meerdere keren met pijnklachten bij de tandarts geweest. Volgens klager heeft de tandarts niet de juiste diagnose gesteld, waardoor hij maanden met pijn heeft rondgelopen en waardoor uiteindelijk zijn kies getrokken moest worden. Ook maakt hij de tandarts verwijten over het in rekening brengen van een consult en het niet tijdig verstrekken van een afschrift van klagers dossier. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6757

    Klacht tegen internist kennelijk ongegrond. Klager verwijt de internist dat hij onjuiste medicatie heeft voorgeschreven voor klagers hoge bloeddruk. Volgens klager heeft hij daarmee te lang rondgelopen en heeft verweerder niet zorgvuldig gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6673

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de vraag of de huisarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden door de wijze waarop hij met klaagster heeft gecommuniceerd en onderzoek aan haar schouder heeft gedaan tijdens een nachtelijke visite via de huisartsenpost. Niet aannemelijk is geworden dat de huisarts onjuiste aantekeningen heeft gemaakt en onjuist beleid heeft ingezet. Daarnaast kan het tuchtcollege niet vaststellen dat sprake was van een onheuse bejegening door de huisarts, omdat de lezingen van partijen over hoe de visite is verlopen van elkaar verschillen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6657

    Klacht tegen huisarts. Klager, die onder meer diabetes en hoge bloeddruk heeft, is via de praktijk van de huisarts opgeroepen voor bloedonderzoek. Klager was hier niet van gediend. Volgens hem waren de aangevraagde testen grotendeels niet van toepassing op diabetes en hij is ervan overtuigd dat de testen niet voor diabetes zijn aangevraagd en dat de huisarts met anderen over zijn situatie heeft gesproken. Hierover maakt hij de huisarts verschillende verwijten. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6288

    Bij klager werd in het verleden de diagnose Lewy body dementie gesteld. Klager verwijt de huisarts dat deze door is gegaan met het uitschrijven van medicatie voor Lewy body dementie, nadat duidelijk werd dat deze diagnose onjuist was. Klager verwijt de huisarts ook dat hij hiervoor nooit schriftelijk zijn excuus heeft aangeboden. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat de huisarts ten aanzien van de voorgeschreven en/of herhaalde medicatie onzorgvuldig heeft gehandeld. Een (schriftelijk) excuus was niet nodig. Klacht kennelijk ongegrond.