Zoekresultaten 35991-36000 van de 45179 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2617 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.248
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 22-01-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2617
Klaagster verwijt de arts dat: 1. hij desgevraagd niet kenbaar heeft gemaakt dat hij bedrijfsarts in opleiding was; 2. de bejegening door hem veranderde van prettig in onprettig en onbeschoft; 3. hij aan klaagster andere dingen vertelde dan aan de werkgever; 4. hij niet schriftelijk heeft vastgelegd waartoe klaagster met haar linkerhand in staat was; 5. hij niet of onvoldoende heeft gecommuniceerd met behandelaars; 6. hij niets heeft gedaan met de aangegeven psychische klachten; 7. hij zich met betrekking tot de kosten van de doorverwijzing HSK niet consistent heeft uitgelaten. Hoewel het Centraal Tuchtcollege in hoger beroep meer klachtonderdelen heeft behandeld en beoordeeld dat het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, leidt dit niet tot een ander eindoordeel aangezien deze klachtonderdelen blijkens het vorenstaande door het Centraal Tuchtcollege ongegrond zijn bevonden. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2013:YG2639 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2012-078a
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 12-02-2013
- ECLI:NL:TGZRSGR:2013:YG2639
Klaagster verwijt de longarts dat hij patiënt ten onrechte heeft opgenomen en – indien opname al zou zijn geïndiceerd - had moeten doorverwijzen naar een ander ziekenhuis in verband met de aanwezigheid van de Oxa-48 bacterie. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA3775 Raad van Discipline Amsterdam 12-096H
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 06-02-2013
- ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA3775
Klacht tegen eigen advocaat. Klager beklaagt zich over het feit dat de advocaat een kansloze procedure heeft gevoerd en op ondeugdelijke wijze heeft geprocedeerd. De klacht is gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2630 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.135
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 07-02-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2630
Bij klaagster is een leiomyosarcoom aangetroffen. Na bij het eerste consult deze diagnose gemist te hebben houdt verweerder, gynaecoloog, bij het tweede consult ruim twee maanden later, deze informatie bewust achter waarna klaagster haar (eerder afgebroken) wereldreis voortzet. Na terugkeer van de wereldreis en half jaar later blijken zich uitzaaiingen te hebben gevormd. Klaagster verwijt verweerder tot tweemaal toe een onjuiste diagnose te hebben gegeven, voorts een onjuist beleid te hebben gevoerd en tenslotte heeft nagelaten melding te maken van het voorval bij de directie. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de arts de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier maanden op. Het hoger beroep van de arts wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2611 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.066
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 22-01-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2611
Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij de werkgever op een voor klager onnodig belastende manier over het spreekuurcontact op 25 april 2007 heeft geïnformeerd, alsmede dat hij partijdig heeft opgetreden in het conflict tussen klager en diens werkgever. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de bedrijfsarts het voor hem geldende beroepsgeheim heeft geschonden en ook overigens onzorgvuldig heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten gegrond verklaard en de bedrijfsarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege overweegt als volgt. De primaire taak van een bedrijfsarts bestaat uit het adviseren van een werkgever omtrent de belastbaarheid en re-integratie van een werknemer. Bij de uitoefening van deze primaire taak dient de bedrijfsarts echter niet uit het oog te verliezen welke verplichting hij heeft jegens de werknemer die zijn patiënt is, uit hoofde van het beroepsgeheim. De bedrijfsarts is als hulpverlener gehouden aan het beroepsgeheim. Dit beroepsgeheim ziet op vertrouwelijke of geheime informatie die de bedrijfsarts bij het uitoefenen van zijn beroep op het gebied van de individuele gezondheidszorg is toevertrouwd (art 88 Wet BIG). Ingevolge bestendige jurisprudentie ziet het beroepsgeheim tevens op informatie die de bedrijfsarts in zijn hoedanigheid van hulpverlener is medegedeeld of waarvan hij in die hoedanigheid kennis heeft gekregen en waarvan de openbaarmaking het vertrouwen zou beschamen dat de (zieke) werknemer met het ook oog op zijn hulpverlenende taak in hem moet kunnen stellen. Temeer nu de bedrijfsarts zijn schriftelijke verklaring die hij heeft verstrekt aan de werkgever ook zelf heeft geplaatst in de context van de op hem rustende verplichtingen uit hoofde van de Wet Poortwachter, en derhalve binnen de uitoefening van zijn beroep als bedrijfsarts, valt zijn handelen in dezen volledig onder het op hem rustende beroepsgeheim. Het beroepsgeheim kan door de bedrijfsarts worden doorbroken wanneer dit voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk is met het oog op hetgeen de werkgever nodig heeft voor zijn besluitvorming in het kader van de verzuimbegeleiding en re-integratie van de (zieke) werknemer. Niet aannemelijk is geworden dat het gedrag van klager, zoals beschreven in de gewraakte schriftelijke verklaringen van 27 mei 2007, adequate verzuimbegeleiding door de bedrijfsarts heeft bemoeilijkt of onmogelijk heeft gemaakt.De slotsom is dat de bedrijfsarts naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege zijn beroepsgeheim heeft geschonden door toezending aan de werkgever van de beide schriftelijke verklaringen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt daarom het beroep en handhaaft de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel van waarschuwing, met bekendmaking op na te melden wijze.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2624 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.085
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 29-01-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2624
Klacht tegen huisarts. Klager, voormalig patiënt van de huisarts, verwijt de huisarts dat hij in een verwijsbrief van destijds twee mede-patiënten onwaarheden heeft geschreven over klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3762 Raad van Discipline Arnhem 11-166
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 17-12-2012
- ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3762
Klacht tegen advocaat die in privé een bankgarantie heeft uitgewonnen op basis van een kopie. Volgens klaagster schaadt dit het vertrouwen in de beroepsgroep. Handelen verweerder had geen openbaar karakter. Raad ziet niet waarom verweerder als privé persoon, en omdat hij advocaat is, de executie direct had moeten staken.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2618 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.276
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 22-01-2013
- ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2618
Klacht tegen psychiater. Klaagsters zoon is als overbruggingsmaatregel bij overplaatsing van een PPC naar een andere instelling (alwaar hij op basis van een rechterlijke machtiging geplaatst werd) tijdelijk in de instelling geplaatst waar verweerder als psychiater werkzaam was. Vijf dagen na aankomst is klaagsters zoon onvoorwaardelijk ontslagen. Klaagster verwijt de psychiater - kort gezegd - haar zoon ontslagen te hebben waar dat niet verantwoord was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft zich geen oordeel kunnen vormen van de geestesgesteldheid van de zoon van klaagster en heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. In hoger beroep kan, aan de hand van de door klaagster overgelegde rechterlijke machtiging, door het Centraal Tuchtcollege dat oordeel wel gevormd worden. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht alsnog gegrond en legt de psychiater de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA3776 Raad van Discipline Amsterdam 12-157A
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 06-02-2013
- ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA3776
Klacht tegen advocaat. Klager beklaagt zich erover dat de advocaat niet voortvarend heeft gehandeld, heeft gelogen, niet bereikbaar was, haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden en ondanks uitdrukkelijk verzoek geen voorlopige voorzieningen heeft gevraagd. De klacht mist feitelijke grondslag en is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2013:YG2659 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/412
- Datum publicatie: 12-02-2013
- Datum uitspraak: 12-02-2013
- ECLI:NL:TGZRAMS:2013:YG2659
Klager heeft namens zijn overleden echtgenote, hierna patiënte genoemd een klacht ingediend tegen drie huisartsen, verbonden aan een huisartsenpost. Klager heeft deze huisartsenpost viermaal in één weekend geconsulteerd in verband met de toestand van patiënte, bij wie eerder- door haar eigen huisarts- de diagnose nierbekkenontsteking was gesteld. Klager verwijt de huisartsen kort samengevat dat zij te lang hebben vastgehouden aan de eerdere gestelde diagnose en de diagnose acute leukemie gemist hebben. Voorts schoot het registratiesysteem van de huisartsenpost ernstig tekort en moest klager steeds opnieuw antwoord geven op vragen die bij een eerder contact al aan de orde waren geweest. Waarschuwing.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3599
- Pagina: 3600
- Pagina: 3601
- ...
- Pagina: 4518
- Volgende pagina zoekresultaten