Zoekresultaten 12141-12150 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:26 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/77

    Dierenarts wordt verweten dat hij bij de keuring van een paard een OCD-fragment ter hoogte van het kogelgewricht rechtsvoor, alsook artrose en een oogaandoening niet heeft opgemerkt c.q. niet heeft gemeld en het paard ten onrechte klinisch en röntgenologisch geschikt heeft bevonden voor de (dressuur)sport, zonder enige bemerking in het keuringsrapport. Deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:27 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/16

    Vijf bij dezelfde kliniek werkzame dierenartsen wordt verweten dat zij veterinair nalatig hebben gehandeld doordat met betrekking tot de kreupelheidsklachten van een hond een onjuiste (waarschijnlijkheids)diagnose is gesteld en tot een onjuiste behandeling is geadviseerd. Ten aanzien van twee van de vijf dierenartsen gegrond. Volgt berisping en waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:22 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/58

    Klacht van BFT in verband met schending informatieplicht, niet helder offreren, onvolledige urenadministratie, onzorgvuldig handelen bij de beoordeling van wilsbekwaamheid, onvoldoende dossiervorming en onvoldoende voortvarend handelen. Klacht gegrond. Mede in verband met het tuchtrechtelijk verleden van de notaris legt de kamer een geldboete op van € 7.500,- met openbaarmaking van de opgelegde maatregel en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:173 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-049

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Het rapport voldoet aan de criteria. Er zijn geen aanknopingspunten dat beklaagde haar status als BIG-geregistreerde verzekeringsarts zou gebruiken voor een commerciële positie als arbeidsdeskundige en dat haar doel zou zijn geweest om de uitkomst voor de verzekeraar gunstiger te maken. Klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-065

    Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is erg onzorgvuldig met het euthanasieverzoek van patiënt omgegaan, door eerst toe te zeggen dat hij bereid was de euthanasie op korte termijn te verlenen en hier vervolgens een aantal dagen later telefonisch op terug te komen. Door de concreet uitgesproken wens van de patiënt en de onvoorwaardelijke toezegging van de huisarts was het euthanasieproces zoals genoemd in ‘Stappenplan euthanasie’ duidelijk in gang gezet. Een overdracht van het euthanasieverzoek aan de verpleeghuisarts is niet aan de orde geweest. De kennelijke overbelasting van de huisarts in aanmerking genomen, is een lichte maatregel gepast. Klacht gegrond verklaard, waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 334/2018

    Klacht over achterwege laten immobilisatie door ambulanceverpleegkundige na een ongecontroleerde val van een oudere man op een badkamervloer. Door ambulanceverpleegkundige gedane onderzoek naar eventuele neurologische afwijkingen was gelet op de omstandigheden van dit geval onvoldoende. Dit heeft geleid tot het ten onrechte terzijde stellen van 10.9 LPA. De in 10.9 LPA beschreven twijfel over de aanwezigheid van wervelkolomletsel was immers nog niet weggenomen. Ook heeft dit achterwege laten van immobilisatie. Klacht (deels) gegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-079a

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts had in verband met de omstandigheden, mede gelet op de NHG-standaard Acute Diarree, de vochtinname van het tweejarige zoontje van klagers beter moeten monitoren en met dat doel een duidelijker vangnetadvies moeten geven. De controle van de capillaire refill en de aanwezigheid van tranen was daarmee van belang. Daarmee is niet gezegd dat het overlijden van het zoontje zou zijn voorkomen, het is niet aan het College om een oorzakelijk verband vast te stellen. De op te leggen maatregel is duidelijk gemotiveerd, gelet op de huidige situatie van de huisarts, maar ook de beroepsgroep in het algemeen en vanuit het standpunt van de nabestaanden. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-079b

    Ongegronde klacht tegen een (forensisch) arts. Naar het oordeel van het College kon de arts op basis van de hem ter beschikking staande gegevens in redelijkheid tot de conclusie komen dat het tweejarige zoontje van klagers een natuurlijke dood is gestorven. Er waren voor hem geen duidelijke aanknopingspunten dat het zoontje die middag naar aanleiding van het consult bij de huisarts niet de juiste zorg zou hebben gehad. De arts hoefde het overlijden niet te melden als calamiteit bij de IGJ. Het College acht het verder ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat beklaagde, gelet op de gewenste spoed, niet voldoende uitleg heeft gegeven over de mogelijkheden om het lichaam te vervoeren. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/20

    Klagers verwijten de oud-notaris dat hij onzorgvuldig, onnauwkeurig en ondeskundig heeft gehandeld, met als gevolg dat hij in 2005 een onjuiste akte vaststelling van visrechten heeft gepasseerd en een onjuist proces-verbaal van verbeteringen heeft opgemaakt, welke akte en welk proces-verbaal inbreuk maken op de rechten van klagers. De kamer is van oordeel dat de oud-notaris de vermeende oud vaderlandse visrechten van een derde op eenzijdige wijze heeft vastgesteld en dat het door de oud-notaris verrichte onderzoek de noodzakelijke verificatie mist. Verder oordeelt de kamer dat de oud-notaris in de uitoefening van zijn ambt, bij en voorafgaand aan het passeren en inschrijven van de akte van 5 juli 2005, zich onvoldoende zorgvuldig en nauwkeurig van de relevante omstandigheden en feiten heeft vergewist ten aanzien van het bestaan en de omvang van de door een derde gestelde oud vaderlandse visrechten op de nu aan een aantal klagers in eigendom toebehorende percelen. Bovendien concludeert de kamer dat de oud-notaris de akte vaststelling van visrechten niet op de voet van artikel 45 lid 2 Wna had mogen verbeteren omdat geen sprake is van een kennelijke fout. Ook hier geldt dat de oud-notaris de kadastrale aanduidingen niet in de akte had mogen opnemen zonder de belanghebbende eigenaren daarover te hebben geraadpleegd. Daarmee is een eerder gebrekkig onderzoek op dezelfde wijze voortgezet en verergerd. De klacht van klagers wordt voor een belangrijk deel gegrond verklaard. Aangezien sprake is van het schenden van kernwaarden in het notariaat als onderzoeksplicht en zorgplicht, ziet de kamer aanleiding om een maatregel op te leggen. Gelet op de aard en de ernst van de onzorgvuldigheid enerzijds en het feit dat de oud-notaris al in 2007 is gedefungeerd en ook geen notariële werkzaamheden meer verricht als kandidaat-notaris anderzijds, wordt aan de oud-notaris een geldboete van € 1.000,- opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-009

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een kinderarts. Er zijn geen aanwijzingen dat beklaagde tekort is geschoten in zijn zorg voor de zoon van klaagster. De wijze van communicatie en de bejegening komt niet vast te staan. Klacht ongegrond verklaard.