Zoekresultaten 12151-12160 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-102

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Het rapport voldoet aan de criteria. Een verzekeringsarts is bij de beoordeling van de belastbaarheid voor arbeid niet gebonden aan opvattingen daarover van de behandelend arts en psycholoog, omdat een verklaring omtrent belastbaarheid voor arbeid in het algemeen buiten de deskundigheid en verantwoordelijkheid van deze behandelaren ligt en een ander doel dient dan de behandeling. Klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:196 Raad van Discipline Amsterdam 19-576/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:20 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/8

    De door klaagster ingediende vier klachtonderdelen zien alle in de kern op de akte huwelijkse voorwaarden, die de notaris op 22 juli 2013 heeft verleden. De kamer is van oordeel dat op deze klachtonderdelen de vervaltermijn van artikel 99 lid 21 Wna van toepassing is. Vaststaat dat klaagster op 22 juli 2013 de akte huwelijkse voorwaarden op het kantoor van de notaris heeft ondertekend. In beginsel mag op grond van de slotbepalingen van deze akte worden aangenomen dat klaagster met de inhoud van de akte en de gevolgen van de huwelijkse voorwaarden bekend was toen zij de akte tekende. Daar komt bij dat vaststaat dat de notaris op 22 juli 2013 een brief aan klaagster en [X] heeft gezonden. Uit die brief volgt dat er een afschrift van de huwelijkse voorwaarden en afschriften van de testamenten van klaagster en [X] zijn bijgevoegd. Zelfs indien ervan wordt uitgegaan dat bij genoemde brief niet een afschrift van de huwelijkse voorwaarden was gevoegd, zoals klaagster stelt, dan had het op haar weg gelegen om de notaris daarvan op de hoogte te brengen en te vragen om haar alsnog een afschrift van de huwelijkse voorwaarden toe te zenden. De omstandigheid dat klaagster dat niet heeft gedaan, komt voor haar eigen rekening en risico. Op grond van het vorenstaande is de kamer van oordeel dat eerder genoemde vervaltermijn in ieder geval is gaan lopen kort na 22 juli 2013, de dag waarop de akte huwelijkse voorwaarden door klaagster is getekend en de notaris de akte per post aan klaagster en [X] heeft toegezonden. Voor klaagster bestond in ieder geval vanaf dat tijdstip de mogelijkheid om kennis te nemen van de feiten ter zake waarvan zij de notaris verwijten maakt. De klacht is op 28 december 2018 ingediend, dus ruim na het verstrijken van de vervaltermijn van drie jaren. De kamer verklaart klaagster daarom niet-ontvankelijk in haar klacht en komt daarmee niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van de door klaagster aan het adres van de notaris gemaakte verwijten.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 050/2019

    Klacht tegen huisarts. Beklaagde wordt verweten dat hij de klachten van patiënt niet serieus heeft genomen en dat het door hem aangehouden patiëntendossier niet klopt. Beklaagde heeft de klachten van patiënt wel serieus genomen en heeft niet onzorgvuldig gehandeld jegens klager. Beklaagde heeft patiënt tot tweemaal toe dringend geadviseerd om naar de SEH te gaan en patiënt heeft hieraan tot twee keer toe om hem moverende redenen geen gevolg gegeven. Klaagster heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt waarom het journaal niet correct en/of onvolledig zou zijn. De anamnese, onderzoek, adviezen en het overleg met de specialisten zijn duidelijk aangegeven. Klacht kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:149 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-568 DB/OB

    Bij vervulling van de taak van vereffenaar vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-567 DB/OB

    Bij vervulling van de taak van de vereffenaar vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 347/2018

    Klacht tegen bedrijfsarts. Beklaagde wordt verweten dat hij de informatie van de medisch specialisten niet heeft afgewacht, de klachten niet serieus heeft genomen, niet geluisterd heeft en klager onder druk heeft gezet/gepusht om weer aan het werk te gaan. Tevens heeft hij de FML’s onjuist ingevuld waardoor hij de bevindingen van de arbeidsdeskundige heeft beïnvloed. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:251 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.139

    Klacht tegen psychiater. In 2016 is klager aangehouden op zijn scooter wegens rijden onder invloed van alcohol. Vanwege het hoge ademalcoholgehalte heeft een onderzoek plaatsgevonden door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De psychiater die klager toen heeft onderzocht heeft geconcludeerd dat sprake is van alcoholmisbruik in ruime zin. Een jaar later heeft klager zich opnieuw laten onderzoeken in het kader van een “Eigen verklaringsprocedure”. Klager werd toen onderzocht door een psycholoog met de psychiater als superviserend psychiater. De psychiater concludeerde ook tot alcoholmisbruik in ruime zin. Volgens klager heeft de psychiater een verkeerde waarde gehecht aan de verhoogde CDT-waarde die bij klager is geconstateerd en voldoet de rapportage van de psychiater niet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:194 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/204

    De klacht betreft het verwijt dat verweerder (cardioloog) te lang heeft gewacht met het starten van de behandeling; het heeft negen maanden geduurd voordat klager werd gecatheteriseerd en gedotterd vanaf het moment dat hij met klachten – die wezen op vernauwde kransslagaders -  bij verweerder kwam.  Verweerder heeft verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder zorgvuldig en deskundig heeft gehandeld; er was niet eerder aanleiding voor een MRI-scan en de hartkatheterisatie (CAG) heeft tijdig plaatsgevonden. Het college heeft de klacht (kennelijk) ongegrond verklaard. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/175

    Nabestaanden van overleden patient, verwijten huisarts de diagnose TBC te hebben gemist, waardoor volgens hen patient te laat de juiste zorg heeft ontvangen. De huisarts voert verweer. Ongegrond.