Zoekresultaten 11851-11860 van de 45141 resultaten
-
ECLI:NL:TNORARL:2020:32 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/365677 KL RK 20-18 C/05/369366 KL RK 20-53
- Datum publicatie: 23-11-2020
- Datum uitspraak: 16-11-2020
- ECLI:NL:TNORARL:2020:32
De notaris wordt verweten dat hij als protocolontvanger onvoldoende voortvarend te werk gaat om de overdracht van de aan hem toegewezen protocollen te realiseren. Daarnaast is sprake van diverse onzorgvuldigheden in zowel de financiële administratie als de dossiervoering. De kamer heeft de klacht op alle onderdelen gegrond verklaard. Gelet op alle feiten en omstandigheden acht de kamer de maatregel van schorsing voor de duur van twee weken passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:249 Raad van Discipline Amsterdam 20-140/A/A 20-142/A/A
- Datum publicatie: 23-11-2020
- Datum uitspraak: 09-11-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:249
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat die namens haar kantoor in opdracht van EY meewerkt aan de opstelling van rapporten voor DNB. Kern van de meeste klachtonderdelen gaat over de hoedanigheid en de rol van verweerster bij de totstandkoming van de rapporten en de status daarvan. Niet gebleken dat verweerster in het kader van haar werkzaamheden in opdracht van EY tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Ook bij de andere klachtonderdelen is niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:70 Accountantskamer Zwolle 20/1165 Wtra AK
- Datum publicatie: 23-11-2020
- Datum uitspraak: 23-11-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:70
Klacht van een kinderdagverblijf tegen accountant in verband met niet toereikende advisering en coaching over het personeelsbeleid, waardoor de medewerksters ten onrechte in een te hoge salarisschaal waren en bleven ingeschaald. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:250 Raad van Discipline Amsterdam 20-738/A/A
- Datum publicatie: 23-11-2020
- Datum uitspraak: 09-11-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:250
Beslissing. Benoeming rapporteur conform verzoek deken ex artikel 60c Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:251 Raad van Discipline Amsterdam 20-422/A/A 20-423/A/A
- Datum publicatie: 23-11-2020
- Datum uitspraak: 09-11-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:251
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Klaagster heeft haar klacht te laat, na afloop van de termijn als bedoeld in artikel 46g lid 1 aanhef en onder a Advocatenwet, bij de deken ingediend. Termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Verzetgronden slagen niet. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:252 Raad van Discipline Amsterdam 20-745/A/A
- Datum publicatie: 23-11-2020
- Datum uitspraak: 09-11-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:252
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerster moedwillig het dossier niet aan klager heeft verstrekt. Het valt verweerster verder niet tuchtrechtelijk te verwijten dat zij klager niet heeft geïnformeerd over de mogelijkheid de zitting te verzetten. Dat klager door toedoen van verweerster geen eerlijk proces heeft gehad is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TNORARL:2020:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/365193 KL RK 20-11 C/05/365194 KL RK 20-12
- Datum publicatie: 23-11-2020
- Datum uitspraak: 18-11-2020
- ECLI:NL:TNORARL:2020:31
Wat betreft de ontvankelijkheid van de klacht overweegt de kamer dat de vervaltermijn ex artikel 99 lid 21 Wna in beginsel aanvangt op het moment dat een klager kennisneemt van het klachtwaardige handelen van een notaris. De kamer volgt de stelling van klager dat de door de notarissen aangedragen omstandigheden signalen vormen die mogelijk aanleiding kunnen vormen voor klager om onderzoek te doen. Tijdens dit onderzoek zijn de dossiers onderzocht waaruit de concrete gedragingen bleken die tot vaststelling door klager van de vermeende normschendingen hebben geleid. De vervaltermijn is dan ook op zijn vroegst gestart op het moment dat klager zijn onderzoek begon. Een afwijking van voorgaand uitgangspunt zou kunnen worden gerechtvaardigd als klager geruime tijd laat verstrijken tussen de ontvangst van serieuze indicatoren en de start van een onderzoek. Klager wordt een redelijke termijn gegund om de signalen die hij ontvangt te verwerken en zo nodig een onderzoek te starten. Die termijn is in casu niet overschreden. Inhoudelijk komt de kamer tot het oordeel dat zowel de notaris als de kandidaat-notaris hun poortwachtersrol op grond van de Wna en de Wwft onvoldoende hebben vervuld bij de oprichting van zes Stichting-BV-structuren en twee aandelentransacties. De klacht is op alle onderdelen gegrond verklaard. De kamer overweegt met betrekking tot de notaris dat de zwaarte van zijn tekortkomingen in zijn rol als poortwachter in onderhavige procedure in beginsel een schorsing van geruime duur rechtvaardigen. Zij neemt daarbij echter in ogenschouw dat de duur van een op te leggen schorsing door de wetgever gemaximeerd is op zes maanden. Als de eerdere klachtprocedure en onderhavige klachten gevoegd zouden zijn behandeld, dan was de maximale duur voor de op te leggen schorsing dus zes maanden geweest en die maximumduur is al eerder aan de notaris opgelegd, ervan uitgaande dat het hof niet tot een ontzetting uit het ambt zou hebben besloten. Een verzwarend en ook nieuw element ten opzichte van de eerdere klachtprocedure is het feit dat de notaris in zijn rol als werkgever de zorg en verantwoordelijkheid had voor zijn kandidaat-notaris. De notaris was eindverantwoordelijk en het is hem te verwijten dat hij de procedures op zijn kantoor kennelijk onvoldoende heeft ingericht, waardoor de verweten gedragingen konden plaatsvinden. De notaris heeft zijn verantwoordelijkheid niet ten volle genomen door ervoor te kiezen om de kandidaat-notaris, die wat betreft het ondernemingsrecht nog zeer onervaren was, in te zetten op de in het geding zijnde dossiers zonder haar voldoende begeleiding en coaching te bieden. De notaris heeft ook op dit punt grove steken laten vallen en dit brengt met zich dat ook in onderhavige zaak een forse maatregel gerechtvaardigd is. Gelet op voorgaande heeft de kamer aan de notaris een schorsing voor de duur van twee weken en een geldboete van € 10.000,- opgelegd. Met betrekking tot de kandidaat-notaris overweegt de kamer dat de enkele omstandigheid dat de kandidaat-notaris niet eindverantwoordelijk is en bij haar werkzaamheden rekening heeft gehouden met de lijn die het kantoor volgde, de kandidaat-notaris niet ontslaat van haar verplichtingen als poortwachter. De kandidaat-notaris heeft hierin onvoldoende haar eigen verantwoordelijkheid genomen. Wel is het de kamer duidelijk dat de kandidaat-notaris haar kennis en vaardigheden voor wat betreft de poortwachtersrol heeft aangescherpt en ontwikkeld. Ook heeft de kamer oog voor het feit dat de onderhavige kwestie zwaar op het gemoed van de kandidaat-notaris heeft gedrukt en een grote impact heeft gehad op haar gezondheid. Gelet op alle feiten en omstandigheden heeft de kamer aan de kandidaat-notaris de maatregel opgelegd van ontzegging van de bevoegdheid om waar te nemen gedurende twee weken.
-
ECLI:NL:TSCTS:2020:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2020-02 (2019.V2-Alana Evita)
- Datum publicatie: 20-11-2020
- Datum uitspraak: 20-11-2020
- ECLI:NL:TSCTS:2020:2
In de nacht van woensdag 20 maart op donderdag 21 maart 2019 vond een incident plaats, waarbij een deel van de bemanning van het Nederlandse vrachtschip Alana Evita het schip heeft verlaten met de reddingsboot/MOB-boot en naar de vaste wal is gegaan (Barry-UK). Bij een poging terug te keren naar het schip zijn zij verdwaald en uiteindelijk gevonden na een SAR-operatie van de Britse kustwacht. Doordat deze bemanning het schip heeft verlaten, was het schip onderbemand en was er niemand meer aan boord met bevoegdheden als OOW. De HWTK was als enige officier aan boord.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:247 Raad van Discipline Amsterdam 20-570/A/A
- Datum publicatie: 20-11-2020
- Datum uitspraak: 02-11-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:247
Gegronde klacht over eigen advocaat. Verweerder is over het aantal te declareren uren onvoldoende transparant geweest. Verder heeft hij door kort voor de hoorzitting klager wederom te vragen om in te stemmen met de voorgelegde declaratienota, terwijl klager daar zijn kritische kanttekeningen bij had geplaatst, onzorgvuldig gecommuniceerd. Klager heeft hierdoor niet in vrijheid kunnen beslissen. Waarschuwing en kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:68 Accountantskamer Zwolle 20/1317 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-11-2020
- Datum uitspraak: 20-11-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:68
PE-zaak. De accountant heeft zijn deelname aan gestructureerde PE-activiteiten in de driejaarscyclus 2016-2018 op geen enkele wijze onderbouwd. Daarom moet worden geconcludeerd dat hij slechts 60 uur aan ongestructureerde activiteiten (zelfstudie) heeft besteed. Dit betekent dat de accountant 60 uur te weinig heeft besteed aan PE-activiteiten. Klacht gegrond. Waarschuwing en een geldboete van € 4.200,- (€70,- per niet besteed PE-uur).
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1185
- Pagina: 1186
- Pagina: 1187
- ...
- Pagina: 4515
- Volgende pagina zoekresultaten