ECLI:NL:TACAKN:2020:68 Accountantskamer Zwolle 20/1317 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2020:68
Datum uitspraak: 20-11-2020
Datum publicatie: 20-11-2020
Zaaknummer(s): 20/1317 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen:
  • Klacht gegrond met waarschuwing
  • Klacht gegrond met geldboete
Inhoudsindicatie: PE-zaak. De accountant heeft zijn deelname aan gestructureerde PE-activiteiten in de driejaarscyclus 2016-2018 op geen enkele wijze onderbouwd. Daarom moet worden geconcludeerd dat hij slechts 60 uur aan ongestructureerde activiteiten (zelfstudie) heeft besteed. Dit betekent dat de accountant 60 uur te weinig heeft besteed aan PE-activiteiten. Klacht gegrond. Waarschuwing en een geldboete van € 4.200,- (€70,- per niet besteed PE-uur).

ACCOUNTANTS KAMER

 

UITSPRAAK van 20 november 2020 op grond van artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de op 9 juli 2020 ontvangen klacht met nummer 20/1317   Wtra PE van

KONINKLIJKE NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE VAN ACCOUNTANTS (Nba),

kantoorhoudende te Amsterdam

K L A G E R

gemachtigde: mr. A. Sukkel

t e g e n

Y

voorheen registeraccountant

wonende te [plaats1]

B E T R O K K E N E

1.            De procedure

1.1.        De Accountantskamer heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

-        het klaagschrift met bijlagen

-        het e-mailbericht van betrokkene van 13 oktober 2020 met bijlagen

-        het e-mailbericht van klager van 14 oktober 2020

-        het e-mailbericht van betrokkene van 15 oktober 2020.

1.2.        De klacht is behandeld op de openbare zitting van 6 oktober 2020. Klager heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Sukkel. Betrokkene is ook verschenen.

2.            De feiten

2.1.        Betrokkene stond sinds [datum] ingeschreven in het accountantsregister. Betrokkene stond in de jaren 2016, 2017 en 2018 geregistreerd als accountant in business. De inschrijving van betrokkene is op eigen verzoek per [datum] doorgehaald.

2.2.        Betrokkene heeft voor de jaren 2016, 2017 en 2018 het volgende aantal uren aan PE-activiteiten geregistreerd:

-        2016: 15 uur (zelfstudie)

-        2017: 10 uur (zelfstudie)

-        2018: 0 uur

2.3.        Bij brief van 19 juli 2019 heeft klager betrokkene laten weten dat hij voor de driejaarscyclus 2016-2018  onvoldoende PE-activiteiten heeft geregistreerd. Klager heeft hem verzocht om zijn verrichte PE-activiteiten te registreren. Ook is betrokkene in de gelegenheid gesteld om het tekort aan PE-activiteiten in te halen en deze activiteiten te registreren. Hiervoor is betrokkene een (inhaal)termijn gegund tot en met 21 oktober 2019.

2.4.        Bij brief van 23 september 2019 heeft klager betrokkene erop gewezen dat hij zijn PE-registratie nog niet op orde heeft gebracht en dat de termijn daarvoor op 21 oktober 2019 verstrijkt.

2.5.        Klager heeft betrokkene bij brief van 16 december 2019 laten weten dat hij niet heeft voldaan aan de PE-verplichtingen. Betrokkene is in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 10 januari 2020 de verrichte PE-activiteiten alsnog te registreren.

2.6.        Betrokkene heeft niet gereageerd op de brieven van klager.

3.            De klacht

3.1.        Betrokkene heeft volgens klager gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Klager verwijt betrokkene het volgende:

  1. betrokkene heeft minder dan 120 uur aan PE-activiteiten besteed in de driejaarscyclus 2016-2018,
  1. als zou blijken dat betrokkene wel voldoende uren aan PE-activiteiten heeft besteed, dan heeft hij niet voldaan aan de registratieplicht.

4.            De beoordeling

4.1.        Het handelen en/of nalaten waarop de klacht betrekking heeft moet worden getoetst aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) en de (destijds geldende) Nadere voorschriften permanente educatie (NVPE).

4.2.        Op grond van de NVPE moet de accountant voor de driejaarscyclus 2016-2018 minimaal 120 uur aan PE-activiteiten besteden. Per kalenderjaar moet de accountant minimaal 20 uur aan PE-activiteiten besteden. [1]

4.3.        De accountant in business besteedt per driejaarscyclus minimaal 60 uur aan gestructureerde PE-activiteiten. In aanvulling daarop kan de accountant in business ongestructureerde PE-activiteiten verrichten met een maximum van 20 uur per kalenderjaar. [2]

4.4.        De accountant moet de door hem verrichte PE-activiteiten over een kalenderjaar uiterlijk 31 maart van het daaropvolgende kalenderjaar registreren. [3]

4.5.        Betrokkene heeft voor de jaren 2016, 2017 en 2018 geen verzoek tot vrijstelling of ontheffing van de PE-activiteiten ingediend.

4.6.        Betrokkene heeft op de zitting naar voren gebracht dat hij op 2 oktober 2020 heeft verzocht om uitschrijving uit het accountantsregister. Daarnaast heeft hij gesteld dat hij meer PE-activiteiten heeft verricht dan hij heeft geregistreerd.

4.7.        Betrokkene is in de gelegenheid gesteld om de door hem gestelde maar nog niet geregistreerde PE-activiteiten te onderbouwen. Betrokkene heeft op 13 oktober 2020 een overzicht van deze activiteiten aan de Accountantkamer toegezonden.

4.8.        Klager heeft op 14 oktober 2020 gereageerd op het overzicht van betrokkene. Klager heeft naar voren gebracht dat de activiteiten ter zake van zelfstudie alsnog worden geaccepteerd tot een maximum van 60 uur. De overige aangevoerde (gestructureerde) PE-activiteiten worden niet door klager aanvaard, omdat betrokkene deze activiteiten niet heeft onderbouwd. Volgens klager heeft betrokkene in de driejaarscyclus 2016-2018 60 uur te weinig besteed aan PE-activiteiten.

4.9.        De Accountantskamer overweegt dat de uitschrijving van betrokkene uit het accountantsregister niet betekent dat de klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De gedragingen van betrokkene waarop de klacht betrekking heeft, hebben namelijk plaatsgevonden gedurende de tijd dat hij nog wel als accountant stond ingeschreven. Hierdoor is betrokkene ook nu nog voor die gedragingen onderworpen aan tuchtrechtspraak.

4.10.      De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de driejaarscyclus 2016-2018 gestructureerde PE-activiteiten heeft verricht. Betrokkene heeft wel gesteld dat hij aan deze activiteiten heeft deelgenomen, maar hij heeft zijn deelname op geen enkele wijze onderbouwd. Daarom moet worden geconcludeerd dat betrokkene gedurende de driejaarscyclus 2016-2018 slechts 60 uur aan ongestructureerde PE-activiteiten (zelfstudie) heeft besteed. Daarmee heeft hij niet voldaan aan de verplichting om minimaal 120 uur aan PE-activiteiten te besteden. Betrokkene heeft hiermee gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Klachtonderdeel a. is daarom gegrond.

4.11.      Klachtonderdeel b. is ingesteld onder de voorwaarde dat is gebleken dat betrokkene wel voldoende uren aan PE-activiteiten heeft besteed. Omdat niet is voldaan aan deze voorwaarde, komt de Accountantskamer niet toe aan de behandeling van dit klachtonderdeel.

5.            De maatregel

5.1.        Omdat de klacht (gedeeltelijk) gegrond is, kunnen tuchtrechtelijke maatregelen worden opgelegd. De maatregelen van waarschuwing en geldboete zijn passend en geboden.

5.2.        De Accountantskamer heeft bij de beslissing tot het opleggen van de tuchtrechtelijke maatregelen rekening gehouden met de aard en de ernst van de fouten van betrokkene. Een van de essentiële vereisten voor een goede beroepsuitoefening is het voortdurend op peil houden van de deskundigheid. Betrokkene heeft aan dit vereiste niet voldaan, omdat hij over de driejaarscyclus 2016-2018 in totaal 60 uur te weinig heeft besteed aan PE-activiteiten.

5.3.        Bij de beslissing tot het mede opleggen van de geldboete en het bepalen van de hoogte ervan heeft de Accountskamer rekening gehouden met het feit dat collega-accountants, die zich wel aan hun PE-verplichtingen hebben gehouden, studiekosten hebben moeten maken (het besteden van arbeidsuren daaronder begrepen). Betrokkene heeft deze studiekosten ten onrechte niet gemaakt. Het verschil in positie van betrokkene ten opzichte van de hiervoor genoemde collega-accountants schat de Accountantskamer, als het gaat om de economische waardering van dat verschil, op € 70,- per PE-uur. Als gevolg van het tekort van 60 PE-uren is een geldboete van € 4.200,- gerechtvaardigd.

6.            De beslissing

De Accountantskamer:

  • verklaart de klacht gegrond op de wijze zoals hiervoor is omschreven;

·       legt aan betrokkene op de maatregelen van

- waarschuwing

en

- geldboete van € 4.200,00 (vierduizendtweehonderd euro) , die binnen een maand na het door de voorzitter van de Accountantskamer uitvaardigen van een last tot ten uitvoerlegging dient te worden betaald door overmaking van voormeld bedrag op IBAN NL 58 INGB 0705 0032 21 (BIC/SWIFT-code: INGBNL2A) ten name van het FIN-Financieel Dienstencentrum te Den Haag onder vermelding van het zaaknummer 20/1317 Wtra PE;

·       verstaat dat de AFM en de voorzitter van de Nba na het onherroepelijk worden van deze uitspraak én de uitvaardiging van een last tot tenuitvoerlegging door de voorzitter van de Accountantskamer, zorgen voor opname van deze tuchtrechtelijke maatregelen in de registers, voor zover betrokkene daarin is of was ingeschreven.

Aldus beslist door mr. A.A.A.M. Schreuder, voorzitter, mr. A.A.J. Lemain (rechterlijke lid) en mr. drs. J.B. Backhuijs RA (accountantslid), in aanwezigheid van mr. E.N.M. van de Beld, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 20 november 2020.

_________                                                                                                            __________

secretaris                                                                                                              voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_____________________________

Op grond van artikel 43 Wtra kan tegen deze uitspraak binnen 6 weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld door middel van het indienen van een beroepschrift bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (adres: Postbus 20021, 2500 EA  Den Haag). Het beroepschrift moet de gronden van het beroep bevatten en moet zijn ondertekend.


[1] Artikel 2 lid 1 NVPE

[2] Artikel 2 lid 5 NVPE

[3] Artikel 4 lid 1 NVPE