Zoekresultaten 231-240 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:130 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/713845 / DW RK 22/68 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Het verlof tot leggen van conservatoir beslag was verleend voor het perceel op nr. 5. Dat betekent dat de gerechtsdeurwaarder niets te zoeken had op nr. 7. Hij heeft daarmee het grondwettelijk huisrecht van klager overtreden. De kamer is verder van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder een onjuiste rechtsopvatting heeft waar het gaat om zijn bevoegdheden om conservatoir beslag te leggen. Dit blijkt uit de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder ten tijde van het leggen van het beslag en zijn e-mail aan klager waarin de gerechtsdeurwaarder opmerkt dat hij op grond van het bepaalde in artikel 444 Wetboek van Rechtsvordering toegang heeft tot elke plaats. De bevoegdheden van de gerechtsdeurwaarder worden begrensd door de beschikking van de voorzieningenrechter. Aangezien het leggen van beslag en het daartoe betreden van percelen en/of woningen tot de kernwerkzaamheden van een gerechtsdeurwaarder behoren, rekent de kamer deze onjuiste rechtsopvatting de gerechtsdeurwaarder zwaar aan. De kamer ziet aanleiding een boete en een berisping op te leggen. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:125 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/709520 / DW RK 21/499 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over ministerieplicht blijft in stand. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:126 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/712648 / DW RK 22/21 MdV/RH

    klacht van de KBvG over PE punten. Ingegeven door vaste jurisprudentie op dit punt, waaronder de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam ECLI:NL:GHAMS: 2008:BF2209, zal de kamer de gerechtsdeurwaarder een boete van € 200,00 per niet behaalde punt opleggen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:127 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/713063 / DW RK 22/41 MdV/RH

    Beslissing op verzet. De oorspronkelijke beslissing over de niet ontvankelijkheid van de klacht blijft in stand. Er is geen sprake van een nieuw feitencomplex op grond waarvan de klacht inhoudelijk behandeld had moeten worden. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:128 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/693989 / DW RK 20/604 MdV/RH

    De kamer constateert dat de gerechtsdeurwaarder het dossier beter had moeten behandelen. Ook – of juist – in  een zaak waarin de opdrachtgever een bekende is van de gerechtsdeurwaarder en sprake is van onderling informeel contact, dient de gerechtsdeurwaarder zorgvuldigheid te betrachten. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:129 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/704309 / DW RK 21/289 MK/RH

    Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over ontruiming in 2015 blijft in stand..*****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 23 mei 2023 (zaaknummer: 200.314.356/01 GDW). Het hof wijst het hoger beroep tegen de beslissing van de kamer van 17 juni 2022 af *****

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:123 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/696611 / DW RK 21/39 MdV/RH

    Vaststaat dat door de gerechtsdeurwaarders niet is gereageerd op de e-mails van de raadsman van klaagster. De stelling van klaagster en de e-mails van de raadsman van klaagster dat haar hele inkomen onder het bankbeslag viel hadden voor de gerechtsdeurwaarders aanleiding moeten zijn om nadere informatie bij klaagster op te vragen. De kamer acht het tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarders niet op klaagsters stelling en op de e-mails van de raadsman hebben gereageerd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:124 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/702748 / DW RK 21/231 MdV/RH

    Een gerechtsdeurwaarder die ten onrechte een beslag legt maakt zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is in deze zaak niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:122 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/711965 / DW RK 21/593 MK/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: schorsing voor de duur van zes maanden (gerechtsdeurwaarder sub 1) en schorsing voor de duur van twee maanden (overige negen gerechtsdeurwaarder). De gerechtsdeurwaarders hebben langdurig tekorten laten ontstaan. De gerechtsdeurwaarders hebben gemeend de kantoorrekeningen bij de bewaarplicht op te kunnen tellen, zodat van een tekort geen sprake kon zijn. Daarnaast hebben de gerechtsdeurwaarders gelden, die toebehoorden aan de opdrachtgever, niet in de bewaarplicht opgenomen. Met de opdrachtgever was een vaststellingsovereenkomst opgemaakt, waaruit zou volgen dat de gelden een lening betrof (die renteloos mocht worden terugbetaald) en om die reden niet tot derdengelden gerekend hoefden te worden.*****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 7 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:345,[ Het hof:- vernietigt de bestreden beslissing, met uitzondering van de kostenveroordeling;en, opnieuw beslissende:- verklaart het klachtonderdeel over het bewaringstekort gegrond;- legt aan de gerechtsdeurwaarders de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt op voor de duur van een maand, voor gerechtsdeurwaarder 1 ingaande op 1 maart 2023 om 0.00 uur en eindigend op 31 maart 2023 om 23.59 uur, voor gerechtsdeurwaarder 2 ingaande op 1 april 2023 om 0.00 uur en eindigend op 30 april 2023 om 23.59 uur, voor gerechtsdeurwaarder 3 ingaande op 1 mei 2023 om 0.00 uur en eindigend op 31 mei 2023 om 23.59 uur;- verklaart het klachtonderdeel over de administratieverplichtingen ongegrond ]*****

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:119 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700638 / DW RK 21/146 MdV/WdJ

    Anders dan klagers stellen, hebben de gerechtsdeurwaarders wel inzicht gegeven in de opbouw van de vordering en hebben zij geen onjuiste specificatie verstrekt. Innen verbeurde dwangsom en ontruiming niet tuchtrechtelijk laakbaar. Het proces-verbaal van ontruiming is niet binnen de wettelijke termijn van vier dagen aan klagers betekend. Dit klachtonderdeel is gegrond. Nu gerechtsdeurwaarder sub 2 niets van doen heeft gehad met dit klachtonderdeel, dient de klacht gericht tegen  gerechtsdeurwaarder sub 2 ongegrond te worden verklaard. Maatregel van waarschuwing en veroordeling in proceskosten van klagers. Geen veroordeling in proceskosten kamer. *****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 20 juni 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1341, [Het hof:- vernietigt de bestreden beslissing, voor zover het betreft de ongegrondheid van klachtonderdeel b. en de gegrondheid van klachtonderdeel d.;en, opnieuw beslissende:- verklaart klachtonderdeel b. gegrond ten aanzien van gerechtsdeurwaarder 1, voor zover het gaat over het niet binnen de wettelijke termijn opstellen en toezenden van het proces-verbaal van ontruiming aan klagers;- verklaart klachtonderdeel d. ongegrond;- veroordeelt gerechtsdeurwaarder 1 tot betaling aan klagers van € 50,- aan griffierecht binnen vier weken na vandaag;- bevestigt de bestreden beslissing voor het overige. ]*****