Zoekresultaten 1-10 van de 562 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:124 Raad van Discipline Amsterdam 24-853/A/NH
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 14-07-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:124
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij is gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster rauwelijks te dagvaarden en een bericht van klaagster in de dagvaarding onvermeld te laten. De raad ziet echter af van het opleggen van een maatregel. Verweerder heeft ter zitting erkend dat hij niet goed heeft opgelet, dat hij het bericht van klaagster heeft gemist en dat het beter was geweest als hij hierop wel had gereageerd en dit bericht ook in de dagvaarding had vermeld. Verder heeft de raad niet kunnen vaststellen dat er als gevolg van het handelen van verweerder nodeloos een procedure moest worden gevoerd of dat het handelen van verweerder op enige andere wijze gevolgen voor klaagster heeft gehad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:125 Raad van Discipline Amsterdam 25-065/A/A
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 14-07-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:125
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat is ongegrond. De raad is van oordeel dat het enkele instemmend knikken door verweerder tijdens een gesprek, onvoldoende is om vast te kunnen stellen dat verweerder ook een actief aandeel heeft gehad in het aan klager verstrekte advies.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:126 Raad van Discipline Amsterdam 25-066/A/A
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 14-07-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:126
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat is deels gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een dagvaardingsexploot over het hoofd te zien. Ook de hierna door het Hof aan verweerder gestuurde berichten hierover heeft verweerder gemist, waardoor hij zich niet op tijd als advocaat voor klager heeft gesteld. Verweerder heeft hiermee naar het oordeel van de raad zeer onzorgvuldig gehandeld. Alhoewel verweerder zijn fout ter zitting heeft erkend, heeft hij naar het oordeel van de raad geen inzicht getoond in de hoge mate van verwijtbaarheid van zijn handelen. Dit alles bij elkaar genomen, maakt dat de raad de oplegging van de maatregel van een berisping passend vindt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:127 Raad van Discipline Amsterdam 25-145/A/A
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 14-07-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:127
Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij is gegrond. Verweerder heeft de in zijn processtukken opgenomen uitlatingen over klager onvoldoende geverifieerd. Gelet op de ernst van deze uitlatingen en de context van het familierechtelijk geschil waarbinnen deze door verweerder zijn gedaan, had verweerder deze uitlatingen niet zomaar mogen doen en dit valt hem tuchtrechtelijk te verwijten. De raad acht de oplegging van een maatregel in de vorm van een waarschuwing passend.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:128 Raad van Discipline Amsterdam 25-186/A/A
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 14-07-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:128
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de advocaat is in alle klachtonderdelen ongegrond. De raad is van oordeel dat op geen enkele wijze door klagers de indruk is gewekt dat de gekozen processtrategie klagers niet beviel, dat zij hier niet mee instemden of dat zij niet wisten wat de kansen en risico’s daarvan voor hen waren. Er is dan ook niet gebleken dat verweerster niet zou hebben gehandeld met de zorgvuldigheid die van haar in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:134 Hof van Discipline 's Gravenhage 240232
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 12-05-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:134
Beslissing op grond van artikel 46c lid 5 Advocatenwet. Het hof gaat niet over tot verwijzing omdat niet gebleken is dat de deken de door klager tegen zijn (voormalig) advocaat ingediende klacht niet conform de Advocatenwet heeft afgehandeld. Daarnaast is niet duidelijk is geworden wat de (verdere) concrete klachten van klager tegen de deken zijn.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:122 Raad van Discipline Amsterdam 25-369/A/A
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 14-07-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:122
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Van onterechte beschuldigingen aan het adres van klager is geen sprake. Verweerster mocht afgaan op de informatie die haar cliënte haar had verstrekt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:135 Hof van Discipline 's Gravenhage 240193
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 12-05-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:135
Beslissing op grond van artikel 46c lid 5 Advocatenwet. Het hof gaat niet over tot verwijzing omdat niet duidelijk is geworden wat de concrete klachten van klager tegen de deken zijn.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:123 Raad van Discipline Amsterdam 25-367/A/A
- Datum publicatie: 18-07-2025
- Datum uitspraak: 14-07-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:123
Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van een advocaat in de hoedanigheid van deken. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster zich bij de vervulling van haar functie als deken zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. De klacht is kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:121 Raad van Discipline Amsterdam 25-382/A/A
- Datum publicatie: 17-07-2025
- Datum uitspraak: 14-07-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:121
Raadsbeslissing; de raad heeft het verzoek om opheffing van de op grond van artikel 60b Advocatenwet opgelegde schorsing toegewezen. De raad heeft het bijkomend verzoek de schorsingsbeslissing niet meer zichtbaar te maken op de website (www.tuchtrecht.overheid.nl) is afgewezen. Nog afgezien van het feit dat een wettelijke grondslag hiervoor in de Advocatenwet ontbreekt, geldt bovendien dat de openbaarheid van (tucht)rechtspraak een fundamenteel principe in Nederland is. Dit principe is vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 121 van de Grondwet. Naar het oordeel van de raad prevaleert het belang van een transparante en openbare (tucht)rechtspraak boven het belang om verschoond te blijven van eventuele negatieve gevolgen van een uitspraak, die ondanks dat die geanonimiseerd is, (mogelijk) tot de persoon van de advocaat herleidbaar is.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 57
- Volgende pagina zoekresultaten