Zoekresultaten 851-860 van de 1023 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:152 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-339/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de verweerder in hoedanigheid van procespartij. Vanwege verwevenheid met verweerders advocatenpraktijk wordt het optreden van verweerder getoetst aan het advocatentuchtrecht. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat verweerder in samenwerking met zijn schoonzoon bewust het Hof ’s-Hertogenbosch heeft misleid. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:153 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-337/DB/LI/D

    Dekenbezwaar. Eindbeslissing na bewijslevering en voortgezette behandeling. Verweerder is geschorst ex artikel 60ab Advocatenwet. De deken verwijt verweerder dat hij de schorsingsvoorwaarden niet heeft nageleefd doordat hij (1) zich in een dagvaardingsexploot heeft uitgegeven als advocaat en (2) vervolgens in twee dagvaardingsexploten als gemachtigde is vermeld. De raad volgt verweerder in zijn verweer dat overtreding (1) berust op een vergissing, die hij heeft gepoogd te herstellen. Onder die omstandigheid kan verweerder naar het oordeel van de raad van de overtreding geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De raad is verder (2) van oordeel dat de op het voorblad van de op 10 en 22 mei 2024 uitgebrachte dagvaardingen vermelde tekst, inhoudend dat verweerder als gemachtigde optreedt, geen aan verweerder tuchtrechtelijk toerekenbare schending van de schorsingsvoorwaarden vormt. Verweerder heeft namelijk genoegzaam aangetoond dat de deurwaarder niet de van verweerder ontvangen versie van de dagvaarding ongewijzigd heeft uitgebracht en dat de deurwaarder de term “gemachtigde” niet in opdracht van verweerder, maar uit eigen beweging en zonder voorafgaand overleg met verweerder op het voorblad heeft vermeld. Voorts staat vast dat verweerder de uitgebrachte dagvaarding niet heeft aangebracht en dat hij ook niet als gemachtigde (voor zichzelf) heeft opgetreden, hetgeen feitelijk overigens ook niet mogelijk was geweest. De deken verwijt verweerder voorts dat hij niet heeft voldaan aan het verzoek om zijn advocatenpas in te leveren. Verweerder heeft het verweer gevoerd dat hij niet in staat is geweest om te voldoen aan dit verzoek omdat hij de pas kwijt was geraakt. Verweerder gebruikte voor de schorsing zijn digitale pas. De raad kan niet vaststellen of verweerder de fysieke pas ten tijde van het verzoek om deze in te leveren in zijn bezit had noch dat hij de fysieke pas nog altijd in zijn bezit heeft. Bij die stand van zaken kan het verwijt dat verweerder niet heeft voldaan aan het verzoek om de pas in te leveren niet gegrond worden verklaard. Dekenbezwaar ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:148 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-320/DB/OB

    Verzetbeslissing.De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:112 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744983 / DW RK 24/32 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Akte van constatering. Het criterium bij de beoordeling van de klacht is of in de akte van constatering constateringen worden weergegeven die de gerechtsdeurwaarder niet zelf heeft gedaan of heeft kunnen doen. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder zich daaraan niet heeft gehouden.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:149 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-144/DB/ZWB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:178 Raad van Discipline Amsterdam 24-451/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij; Van schending van gedragsregel 15 is geen sprake. Daarbij kan in het midden blijven of verweerder klaagster en de wederpartij van klaagster tegelijkertijd heeft bijgestaan in een geschil waarbij zij een tegengesteld belang hadden, omdat de in lid vier van de gedragsregel bedoelde uitzondering zich voordoet.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:113 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/745786 / DW RK 24/54 MdV/RH

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke beslissing is de juiste maatstaf toegepast wat betreft de terugbetaling van de te veel geinde bedragen door onjuist berekende beslagvrije voet.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-340/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over verweerder in hoedanigheid van executeur. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder zich niet gemengd in een bij de Geschillencommissie Advocatuur aanhangig declaratiegeschil tussen klaagsters kantoor en een voormalige cliënte van klaagster. Niet gebleken dat verweerder in zijn hoedanigheid van executeur het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748298 / DW RK 24/132

    volgens vaste jurisprudentie van de kamer voor gerechtsdeurwaarders mag van een gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij vragen met betrekking tot bij hem in behandeling zijnde dossiers binnen een redelijke termijn op duidelijke wijze beantwoordt. De kamer heeft daarbij bepaald dat een termijn van maximaal veertien dagen redelijk is. Belangrijk in dit criterium is echter de zinsnede “bij hem in behandeling zijnde dossiers”. Daarvan is in dit geval geen sprake, zodat de veertiendagentermijn hier niet rechtstreeks van toepassing is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:223 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6790

    Klagers hebben klachten ingediend tegen in totaal zeven verpleegkundigen. De klachten zien op de behandeling van de vader van klagers op de afdeling Intensive Care van het ziekenhuis en de bejegening van klagers en hun vader. Het college komt tot het oordeel dat de klachten tegen de zeven verpleegkundigen kennelijk ongegrond zijn.