Zoekresultaten 11-20 van de 1637 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7341
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:117
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klaagster is in januari 2022 in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de internist dat het MDO waar zij aan heeft deelgenomen in hoge mate onjuist was. De internist heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college, dat toetst onder de tweede tuchtnorm in verband met het ontbreken van een behandelrelatie, is van oordeel dat de rol van de internist adviserend was en de summiere wijze en de gekozen bewoordingen waarop de casus is ingebracht in het MDO meer duiden op een algemene vraag over de te kiezen behandelwijze dan op twijfel over de juistheid van de (goedaardige) diagnose. Daarnaast zijn een aantal voor deze zaak relevante aspecten niet aan de orde gesteld. Bovendien heeft de internist-oncoloog geen rol bij het diagnostisch traject van de afwijking in de borst, maar komt pas in beeld wanneer is vastgesteld dat sprake is van een kwaadaardige afwijking. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:125 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-790/AL/MN
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:125
Klager beklaagt zijn eigen advocaat. Verweerder erkent dat de vordering van klager op de tegelleverancier en de tegelzetter is verjaard omdat hij deze vordering niet heeft gestuit. Klager heeft verweerder daarvan op de hoogte gebracht. In eerste instantie heeft verweerder voortvarend meegedacht over een oplossing. Later heeft klager opnieuw een hulpvraag bij verweerder neergelegd, met de mededeling dat de scheuren in de vloer erger werden. Na de verschillende e-mails daarover had het op de weg van verweerder gelegen om navraag bij klager te doen wat nodig en mogelijk was voor het nog verder behartigen van de belangen van klager. Verweerder heeft een jaar niets van zich laten horen. Aldus is verweerder tekortgeschoten in zijn zorgplicht voor klager en dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De raad merkt nog op dat de raad niet beoordeelt of de beroepsfout tot aansprakelijkheid leidt. Daarvoor staan andere juridische wegen open. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:95 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-179/DH/DH
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:95
Voorzittersbeslissing. Klacht van twee advocaten tegen een wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:83 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2475
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:83
Klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft in 2017 bij klaagster een operatie uitgevoerd om haar gezicht te vervrouwelijken (facial feminization surgery). Tijdens de operatie is aan beide zijden van de onderkaak een zenuw beschadigd geraakt. Sinds dat moment heeft klaagster last van een blijvende gevoelsverandering in haar kin en onderlip. Klaagster verwijt de kaakchirurg dat zij haar niet goed heeft geïnformeerd over het risico op een blijvende beschadiging van de zenuw. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en de kaakchirurg een waarschuwing opgelegd. De kaakchirurg heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond, waarmee de maatregel van waarschuwing komt te vervallen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:89 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-162/DH/RO
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 30-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:89
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een arbeidsconflict. Verweerster heeft steeds het standpunt van haar cliënt, de werkgever, verwoord. Niet gebleken dat zij heeft gelogen, dat zij klager heeft geïntimideerd of dat zij klagers belangen nodeloos heeft geschaad.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7534
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:56
Klacht ingediend tegen een ambulanceverpleegkundige namens overleden echtgenote. Klager verwijt verweerster dat zij ondeskundig heeft gehandeld bij het zetten van een infuusnaald ten behoeve van euthanasie en daarbij ongepaste kleding heeft gedragen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7339
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:118
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist-oncoloog. Klaagster is in januari 2022 in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de internist dat het MDO waar zij aan heeft deelgenomen in hoge mate onjuist was. De internist heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college, dat toetst onder de tweede tuchtnorm in verband met het ontbreken van een behandelrelatie, is van oordeel dat de rol van de internist adviserend was en de summiere wijze en de gekozen bewoordingen waarop de casus is ingebracht in het MDO meer duiden op een algemene vraag over de te kiezen behandelwijze dan op twijfel over de juistheid van de (goedaardige) diagnose. Daarnaast zijn een aantal voor deze zaak relevante aspecten niet aan de orde gesteld. Bovendien heeft de internist-oncoloog geen rol bij het diagnostisch traject van de afwijking in de borst, maar komt pas in beeld wanneer is vastgesteld dat sprake is van een kwaadaardige afwijking. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:73 Hof van Discipline 's Gravenhage 240158
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 02-05-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:73
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk (verwijt dat verweerder tegengestelde belangen vertegenwoordigt door eerst voor de moeder van klaagster op te treden en na haar overlijden voor haar broer en zus) en deels ongegrond (verwijten dat verweerder niet doelmatig handelt en zich niet voldoende inzet voor een minnelijke oplossing).
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:126 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-180/AL/OV
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:126
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster was niet verplicht om te reageren op een voorstel van klager, in aanmerkingen genomen dat partijen al lang maar tevergeefs hadden geprobeerd om tot een vergelijk te komen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7334
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:112
Deels gegronde klacht tegen een radioloog, waarschuwing en publicatie. Klaagster is in januari 2022 in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. Zij stond onder behandeling van een physician assistant en er zijn meerdere echo-onderzoeken uitgevoerd en drainages verricht door verschillende radiologen. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de radioloog in zijn algemeenheid dat er gedurende de behandeling vertraging is ontstaan waardoor het mammacarcinoom te laat is ontdekt. Er is nimmer een differentiaaldiagnose opgesteld en er is nimmer aanvullende beeldvormende diagnostiek en/of nader weefselonderzoek verricht. Voor de specifieke verwijten zie 4.2 van de beslissing. De radioloog is van mening dat hij met de kennis die hij ten tijde van zijn handelen had, heeft gehandeld als van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. Met de kennis van achteraf begrijpt hij dat daar anders tegenaan gekeken kan worden. Hij refereert zich aan het oordeel van het college. Het college verklaart klachtonderdeel a en b (zie 4.2 beslissing) gegrond ten aanzien van het consult van 28 juli 2022 en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Waarschuwing en publicatie.