Zoekresultaten 1051-1060 van de 1131 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:197 Hof van Discipline 's Gravenhage 240069

    Dekenbezwaar.De deken heeft in zijn brief van 26 februari 2024 klager meegedeeld dat het herhaalde verzoek van 22 februari 2024 tot aanwijzing van een advocaat – onder verwijzing naar de eerdere beslissing van 9 januari 2024 – niet in behandeling wordt genomen. Het hof overweegt dat deze mededeling geen beslissing is die op rechtsgevolg is gericht, zodat daartegen geen beklag openstaat.Beroep niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:198 Hof van Discipline 's Gravenhage 240123

    Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. De deken heeft een advocaat aangewezen. Deze heeft een voor klager negatief procesadvies gegeven. Dit betekent volgens de deken niet dat klager recht heeft op aanwijzing van een tweede advocaat. Het hof onderschrijft de beslissing van de deken en voegt toe dat de procedure waarvoor klager bijstand wenst geen redelijke kans van slagen heeft.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6366

    Deels gegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft een totale knieprothese aangebracht en bij een latere ingreep de knie doorgebogen. Volgens klaagster is bij die laatste ingreep een deel van de prothese beschadigd, wat bij haar heeft geleid tot pijn en immobiliteit. Voor het college is het niet vast te stellen dat het losraken van de insert verband houdt met het doorbuigen van de knie door de orthopedisch chirurg. Het betekent niet zonder meer dat de pijn van klaagster werd veroorzaakt door een losgeraakte insert. Van de orthopedisch chirurg had wel mogen worden verwacht dat hij de dag na de ingreep bij klaagster was langs gegaan. Daarbij komt dat de orthopedisch chirurg klaagster gerust had gesteld door haar te beloven dat hij extra goed voor haar zou zorgen. Met die uitspraak heeft hij verwachtingen gewekt. Het had daarom in de rede gelegen dat hij zich proactiever had opgesteld en zich niet alleen had verlaten op de overdrachtsmomenten. Voor zover klaagster klaagt over het gegeven dat zij pijn leed en dat de pijnstilling niet voldoende werkte, constateert het college dat de orthopedisch chirurg tuchtrechtelijk daarvoor niet verantwoordelijk is, omdat de pijnstilling niet op zijn terrein ligt. Overige klachtonderdelen ongegrond. Deels gegronde klacht, gelet op reflecteren eigen handelen en tonen inzicht geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:131 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2143

    Klacht tegen een verzekeringsarts. Klager heeft eerder tuchtklachten ingediend tegen de verzekeringsarts. Deze klachten gingen over een de door de verzekeringsarts in 2016 opgesteld medisch onderzoeksverslag en hebben geleid tot twee onherroepelijke eindbeslissingen van het Centraal Tuchtcollege. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft klager daarom wegens strijd met het ne bis in idem beginsel niet-ontvankelijk in zijn klacht verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:186 Hof van Discipline 's Gravenhage 230194

    Klaagster heeft gebruik gemaakt van de diensten van een accountantskantoor. Tussen klaagster en dat accountantskantoor zijn geschillen ontstaan over de kwaliteit van de dienstverlening. In dat verband zijn diverse (tucht)procedures gevoerd. Verweerster, advocaat in loondienst van het accountantskantoor, heeft in die procedures bijstand verleend aan accountants en andere medewerkers van het accountantskantoor. Klaagster verwijt verweerster dat zij daarbij de belangen van klaagster op ongeoorloofde wijze heeft geschaad, onder meer door gebruik te maken van informatie waarvan zij wist dat deze onjuist was.In beroep is aan de orde dat de raad niet allen (sub)klachtonderdelen heeft behandeld. Het hof doet dit alsnog, maar komt net als de raad tot het oordeel dat verweerster in haar bijstand aan (medewerkers van) het accountantskantoor de grenzen van het betamelijke niet heeft overschreden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2061

    Klacht tegen longarts. Klaagster is de echtgenote van patiënt. Bij hem werd in 2018 een longtumor met levermetastasering vastgesteld. Hij werd hiervoor met chemotherapie behandeld. Vanwege klachten na deze chemotherapie (waaronder maagkrampen en diarree) werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Patiënt is daar overleden. Na zijn overlijden is obductie gedaan. De klacht gaat over het handelen van de longarts voorafgaand aan het overlijden. Klaagster verwijt de longarts onder meer dat zij meer onderzoek had moeten doen, zoals een CT-scan, overplaatsing naar een ander ziekenhuis had moeten aanbieden, de mdl-arts te laat heeft ingeschakeld en niet heeft geluisterd naar patiënt toen hij aangaf dat de pijn niet in de darmen zat. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730543 DW RK 23/76 LV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing. In dit specifieke geval heeft de gerechtsdeurwaarder een onredelijk termijn gesteld waarbinnen een grote som betaald moest worden in combinatie met een hoog bedrag aan incassokosten. Bovendien was de aanzegging van een faillissementsaanvraag in deze fase van het proces prematuur.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:174 Hof van Discipline 's Gravenhage 240142

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:132 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2142

    Klacht tegen een verzekeringsarts. Klager heeft eerder tuchtklachten ingediend tegen deze verzekeringsarts. Deze klachten gingen, over een de door de verzekeringsarts in 2019 opgestelde verzekeringsgeneeskundige rapportage en hebben geleid tot beslissingen van het tuchtcollege van 8 augustus 2019 en 29 juli 2022. Die beslissingen zijn onherroepelijk geworden door het intrekken van het daartegen gerichte beroep in mei 2020 en het niet-ontvankelijk verklaren van het daartegen gerichte beroep bij beslissing van 25 mei 2023. Dit betekent dat er al een onherroepelijk geworden tuchtrechtelijke eindbeslissing is genomen over het handelen waarover klager nu klaagt. Klager kan dan ook niet opnieuw klagen over de wijze van handelen van de verzekeringsarts in 2019. Dat klager zijn klachten nu enigszins anders heeft geformuleerd doet daaraan niet af. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat niet is gebleken dat eerder inhoudelijk is beslist op de klacht over het rapport uit 2017, en dat reeds daarom de bestreden voorzittersbeslissing niet in stand kan blijven. Het Centraal Tuchtcollege wijst de zaak terug naar het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:126 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2242

    Klacht tegen een GZ-psycholoog. Klager heeft op basis van een tbs-maatregel met dwangverpleging in een forensisch psychiatrisch centrum verbleven. Gedurende een periode daarvan was de GZ-psycholoog zijn hoofdbehandelaar. Klager verwijt de GZ-psycholoog dat door haar toedoen aan hem ten onrechte (vrijheids)beperkende maatregelen zijn opgelegd en zij niet juist heeft gehandeld in zijn behandeltraject. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet ontvankelijk verklaard in het eerste klachtonderdeel heeft daarbij onder andere overwogen dat de handelwijze van de GZ-psycholoog met betrekking tot het beëindigen van het verlof was ingegeven door het veiligheidsbelang, gegeven de gezondheidstoestand van klager. Deze handelwijze ziet dus niét op het bevorderen, bewaken, dan wel beoordelen van die gezondheidstoestand en valt daarom niet onder het tuchtrecht. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat verweerster gedurende het behandeltraject is gebleven binnen de daarvoor en tijde van het handelen geldende kaders en zij zorgvuldig heeft gehandeld jegens klager. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.