Zoekresultaten 161-170 van de 936 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:147 Raad van Discipline Amsterdam 24-526/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij in een langslepend huurgeschil gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk op grond van het ne bis in idem beginsel en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:235 Hof van Discipline 's Gravenhage 230343

    Klacht tegen de eigen advocaat. Volgens klager voldoet de opdrachtbevestiging van verweerder niet aan de daaraan te stellen vereisten. Ook heeft verweerder volgens klager zijn geheimhoudingplicht tegenover de verzekeraar van klagers wederpartij geschonden en heeft hij excessief gedeclareerd. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:229 Hof van Discipline 's Gravenhage 240230

    Artikel 13-beklag. Klager wil in hoger beroep komen tegen het vonnis van de kantonrechter omdat hij een vergoeding wenst van de uren die hij in de procedure heeft gestoken in plaats van een forfaitaire proceskostenvergoeding. Geen redelijke kans van slagen. Deken heeft op goede gronden beslist. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:206 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-155/AL/MN

    Klacht over voormalige eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door onvoldoende met klaagster te communiceren over het belang van de tijdige betaling van het griffierecht en het tijdig aanbrengen van de dagvaarding in hoger beroep en haar ook onvoldoende te informeren over de fatale termijnen en de gevolgen daarvan. Daarnaast is verweerder zich onvoldoende bewust geweest van zijn verplichting om belangrijke termijnen voor zijn cliënte te bewaken en om erop toe te zien dat deze termijnen niet worden overschreden, zeker nu het om fatale termijnen ging. De aard en de ernst van deze verwijten rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Daarbij wordt er rekening mee gehouden dat verweerder ter zitting op zijn handelen heeft gereflecteerd en dat aan verweerder niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:200 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-710/AL/MN

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:201 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-779/AL/MN

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:188 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7020

    Voorzittersbeslissing kennelijk onbevoegd. Nu de klacht betrekking heeft op het handelen in D van een destijds ook in D wonende arts, is geen van beide criteria die bevoegdheid creëren voor een regionaal tuchtcollege van toepassing. Het regionaal tuchtcollege Amsterdam is kennelijk onbevoegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:202 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-047/AL/OV

    Verweerder is in een hoog-conflict echtscheiding opgetreden voor de ex-partner van klaagster. De door verweerder in een specifieke e-mail gebruikte bewoordingen en gekozen momenten van actie kunnen weliswaar door klaagster als pijnlijk zijn ervaren, maar dat alleen is onvoldoende om daaruit te concluderen dat bij verweerder structureel sprake was van een onbetamelijke wijze van communicatie of misbruik van bevoegdheden. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder in de omstandigheden van het geval kiezen voor beslaglegging op de uitkering van klaagster. Executoriaal beslag is ook bedoeld als drukmiddel. Klaagster heeft daarin ook haar eigen keuzes gemaakt en verantwoordelijkheid gehad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:203 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-092/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over voormalige eigen advocaat. Klaagster staat buiten de afspraak tussen haar gemachtigde en verweerster over de toegezegde terugbetaling van facturen. Het is begrijpelijk dat verweerster de uitkomst van een lopende procedure bij de Raad van State wilde afwachten voordat zij tot terugbetaling zou overgaan. Verweerster heeft haar werkzaamheden voor klaagster tijdig en zorgvuldig beëindigd. Klacht voor een deel niet ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:198 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-458/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in privé. Niet gebleken dat verweerder in de privékwestie onbetamelijk heeft gehandeld. Evenmin kan worden vastgesteld dat verweerder in de privékwestie zodanig heeft gehandeld dat dit in het licht van zijn beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd moet worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnt. Klacht is kennelijk niet ontvankelijk.