Zoekresultaten 151-160 van de 789 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6792

    Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is de dochter van een overleden patiënte. Patiënte kwam met maagklachten bij de huisarts. De huisarts heeft de NHG-standaard Maagklachten op twee momenten niet gevolgd. Zo had hij patiënte naar aanleiding van de a-typische maagklachten eerder in moeten sturen voor een gastroduodenoscopie en later had hij, naar aanleiding van de verwijzing naar de MDL-arts, overleg met de MDL-arts moeten voeren over de vervolgbehandeling. De patiënte is enkele maanden later overleden aan slokdarmkanker. Klacht is gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:182 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-445/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder over de meest kansrijke insteek in hoger beroep op zorgvuldige wijze met klager gecommuniceerd en diens belangen daarbij op zorgvuldige wijze behartigd. Verweerder heeft zijn standpunt hierover ook schriftelijk in duidelijke bewoordingen aan klager uitgelegd. Uit het feit dat klager op die e-mail toen niet meer is teruggekomen en geen andere advocaat heeft benaderd, mocht verweerder naar het oordeel van de voorzitter afleiden dat klager akkoord ging met de in de concept-dagvaarding gekozen juridische insteek. De daarna in hoger beroep aan de orde gestelde looncomponenten zijn aan klager toegewezen. Of klager recht had op uitbetaling van meer uren, kan de voorzitter niet vaststellen. Daar ziet deze klachtprocedure niet op. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6811

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij geen nadere diagnostiek heeft uitgevoerd nadat zij, drie dagen na een val, bij de huisarts kwam om haar ringvinger te laten onderzoeken. Volgens klaagster had zij röntgendiagnostiek moeten uitvoeren, haar moeten doorverwijzen naar de afdeling orthopedie en verbandmiddelen moeten aanbevelen. Het college vindt dat de huisarts inzichtelijk heeft gemaakt hoe haar onderzoek van de vinger is geweest en welke overwegingen haar ertoe hebben gebracht om geen nadere diagnostiek te laten uitvoeren. Er was geen vermoeden van ossaal letsel. Zij was zich bewust van de extra bezorgdheid van klaagster omdat zij violiste is. De huisarts heeft aldus naar het oordeel van het college conform de NHG-richtlijn-Hand- en Polsklachten en daarmee zorgvuldig gehandeld. Dat latere diagnostiek alsnog een (zeer klein) ossaal letsel aantoonde maakt deze conclusie niet anders. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:110 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-497/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder nam de zaak waar voor zijn collega die op vakantie was. Verweerder heeft in zijn e-mail de gevoelens van cliënten verwoord en heeft zich daarbij niet onnodig grievend uitgelaten. Vervolgens mocht verweerder een sommatie opnemen om te voldoen aan de wens van de cliënten om verdere schade te voorkomen. Verweerder was niet gehouden om op dat moment tot een minnelijke schikking te komen. Hij nam de zaak slechts waar en heeft in een spoedeisende situatie gehandeld om de belangen van zijn cliënten te waarborgen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:111 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-114/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:112 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-135/DB/OB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7045

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is de echtgenote van een aan sepsis overleden patiënt. Zij verwijt de huisarts dat hij de patiënt niet serieus heeft genomen en onbehoorlijk heeft bejegend tijdens het consult op de huisartsenpost. Ook heeft hij een verkeerde inschatting gemaakt van de situatie en de ernst van de klachten waardoor de diagnose sepsis is gemist. Het is duidelijk geworden dat klaagster en de huisarts het consult anders hebben ervaren. Omdat het college niet bij het gesprek aanwezig was, kan het niet vaststellen hoe het consult precies is verlopen. Bij de beoordeling van het handelen als huisarts moet uitgegaan worden van de in het triageverslag opgenomen informatie. De vier contacten die zijn geweest tussen de patiënt, klaagster en de triagisten zijn niet of onvolledig weergegeven in het triageverslag. Hierdoor heeft de huisarts relevante informatie gemist. Dit valt de huisarts niet aan te rekenen of tuchtrechtelijk te verwijten. Hij mocht de situatie beoordelen op basis van de informatie die hij op dat moment van de triagist had gekregen. Hij mocht er ook op vertrouwen dat die informatie volledig was voor het beoordelen van de hulpvraag van de patiënt. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:136 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-346/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over brief van de advocaat van de wederpartij. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerder onjuist of onzorgvuldig heeft gehandeld. Klager laat na dat concreet te onderbouwen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:137 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-083/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over aangifte door een advocaat en uitlatingen op sociale media. Ook aan verweerder komt het recht toe om aangifte te doen. Het is vervolgens – uitsluitend – aan het openbaar ministerie om aan de hand van de aangifte verder onderzoek te doen, om een standpunt in te nemen of al dan niet strafbare feiten zijn begaan en om wel of niet tot vervolging over te gaan. Voor de tuchtrechter is daarin geen taak weggelegd. De tuchtrechter beperkt zijn oordeel daarom dan ook in beginsel tot beantwoording van de vraag of (evident) gebleken is dat er valse aangifte is gedaan of dat de aangifte als ongeoorloofd pressiemiddel zonder functioneel verband tussen het doel en het middel wordt gedaan. De klacht is in zoverre ongegrond.Het klachtdossier bevat onvoldoende om tot een dergelijk oordeel te komen. Naar het oordeel van de raad had verweerder echter – ook met de door hem toegelichte intentie – meer discretie moeten betrachten bij het online publiceren van gegevens die herleidbaar zijn naar klager, zoals zijn naam. Die herleidbare informatie was immers niet dienstig voor het doel dat verweerder met zijn bericht had, terwijl hij had moeten weten dat klagers reputatie daarmee (mogelijk) geschaad zou worden. Dat deel van de klacht is gegrond. De raad legt een berisping op.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:135 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-737/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn bewaarplicht door klagers dossier te vernietigen. Klacht gegrond. Omdat verweerder door zijn benarde gezondheidssituatie en zeer hoge leeftijd geen praktijk meer uitoefent, heeft een tuchtrechtelijke maatregel geen enkel doel. Louter om die reden ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.