Zoekresultaten 231-240 van de 1840 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7097

    Klaagster verwijt de tandarts onder meer dat hij haar onvoldoende heeft geïnformeerd over de behandeling aan haar porseleinen facings ('informed consent') en dat hij deze behandeling ten onrechte met composiet heeft uitgevoerd. Klacht is gedeeltelijk gegrond. Aan de tandarts wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:303 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-454/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft zich in een familierechtelijk geschil waarbij de belangen van de dochter van partijen meespelen niet gedragen zoals dat van een behoorlijk handelende familierechtadvocaat mag worden verwacht. De aard en ernst van haar gedragingen rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Daarbij weegt mee dat verweerster met onvoldoende professionele distantie in een familierechtzaak heeft opgetreden, terwijl juist van een advocaat in zaken die het familierecht betreffen, en in het bijzonder die waar kinderen bij betrokken zijn, een de escalerende houding mag worden verwacht. Klacht grotendeels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:298 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-771/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klager maakt zijn eigen advocaat vergaande verwijten van corruptie, fraude en samenspanning. Deze verwijten heeft klager niet feitelijk onderbouwd. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:138 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729933 / DW RK 23/55 MdV/RH

    De gerechtsdeurwaarder blijkt een email te hebben verzonden aan klager tussen diens laatste betaling en het twee weken later uitbrengen van de dagvaarding. In deze email is onder meer verzocht contact op te nemen indien volledige betaling niet mogelijk is. Klager heeft daarop niet gereageerd waarop hij gedagvaard is. Niet tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7177

    Klacht tegen mdl-arts kennelijk ongegrond. Klager werd door de huisarts verwezen naar de polikliniek Maag-Darm-Leverziekten in verband met een rectale zwelling en bloedverlies. Na aanvullend onderzoek in het ziekenhuis bleek bij klager sprake te zijn van een T4N2Mx rectumcarcinoom met verdenking van een urotheelcelcarcinoom en lymfekliermetastasen. Het advies was om te starten met een ‘best supportive care beleid’. Klager verwijt de mdl-arts dat hij hem ten onrechte niet heeft doorverwezen naar een internist-oncoloog en hem hiermee willens en wetens essentiële zorg heeft onthouden. Ook zou de mdl-arts onvoldoende informatie over de behandeling en de motivering van het advies om hem niet te behandelen hebben gegeven en stellig de overtuiging zijn toegedaan dat hij nog maar zes tot twaalf maanden te leven zou hebben. Het college oordeelt dat de mdl-arts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:139 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742570 / DW RK 23/418 MdV/RH

    Klager heeft bevrijdend betaald aan de opdrachtgever. De opdrachtgever heeft echter bedragen terug gestort. De gerechtsdeurwaarder heeft vervolgens executiemaatregelen genomen. Dat de gerechtsdeurwaarder geen contact kan krijgen met de opdrachtgever mag niet op klager worden afgewenteld. De gerechtsdeurwaarder heeft een onjuist standpunt ingenomen en heeft hardnekkig daaraan vastgehouden, terwijl hij wist dat klager bereid was om te betalen en dat ook verschillende keren heeft gedaan. Onder deze omstandigheden is het voortzetten van de tenuitvoerlegging van het vonnis met ingrijpende middelen zoals beslag leggen en het dreigen met het aanvragen van een faillissement, tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7025

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De klacht is ingediend door een broer van een inmiddels overleden patiënt. Patiënt was bekend met terugkerende herseninfarcten. In verband met rugklachten na een val, werd door de huisarts Naproxen voorgeschreven. Kort daarna kreeg patiënt een zwaar herseninfarct en volgde er een revalidatietraject. Klager stelt dat de huisarts in strijd met de bijsluiter Naproxen heeft voorgeschreven, terwijl patiënt bekend was met hersenbloedingen en dat hij beweerde dat het middel zonder problemen kon worden gebruikt. De klacht gaat ook over de wondzorg van een ontstoken talgklier in de lies door de huisarts. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:212 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-134/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5948

    Verweerder, medisch adviseur, wordt verweten dat hij in de rapporten over klager heeft geconcludeerd dat klager detentiegeschikt was. Klager stelt dat hij in detentie onvoldoende therapeutische zorg kon krijgen en dat hij daarom detentieongeschikt was. Verweerder heeft volgens klager niet gehandeld conform de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens, de KNMG-Gedragscode en niet conform artikel 464 BW. Het college beoordeelt de klacht deels gegrond zonder een maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:213 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-752/DH/RO

    Verzoek tot opheffing schorsing artikel 60b Advocatenwet toegewezen.