Zoekresultaten 951-960 van de 3051 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:209 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-515/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is uit de stukken niet gebleken dat verweerder ondoelmatig en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Verweerder heeft in opdracht van zijn cliënt gehandeld. Namens de cliënt heeft hij verschillende schikkingsvoorstellen aan (de gemachtigde van) klager gedaan. Klager heeft met één voorstel ingestemd. Klager heeft daarna een aan de schikking verbonden voorwaarde geschonden door de medewerkers van de garage opnieuw schriftelijk te bedreigen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:189 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5939

    Ongegronde klacht tegen een oogarts en medisch directeur. Klager is deels niet-ontvankelijk verklaard voor zover de oogarts in zijn hoedanigheid van medisch directeur wordt aangesproken op het handelen van andere artsen. Klager is evenmin ontvankelijk voor zover hij klaagt over de zorg voor andere patiënten. Klager klaagt voorts erover dat hij niet is geïnformeerd dat de ooglaserbehandeling werd verricht door een in het buitenland opgeleide en in Nederland niet BIG-geregistreerde arts. Volgens klager had de superviserende oogarts (niet zijnde verweerder) de ingreep niet aan deze arts mogen overlaten en had de oogarts, als medisch directeur, geen onbevoegde en onbekwame zorgverleners in de kliniek mogen laten werken. Er wordt volgens de oogarts gewerkt onder een supervisieregeling, die is goedgekeurd door de IGJ. Het college heeft geen redenen om te twijfelen aan de bekwaamheid. Dat klager er niet over is geïnformeerd kan niet aan de oogarts worden verweten. Verder klaagt klager erover dat de oogarts en zijn instelling onjuiste, onvolledige en te positieve informatie heeft verstrekt met betrekking tot complicatiekansen en de mogelijkheid deze te verhelpen. Het college realiseert zich dat het uitermate hinderlijk is geweest voor klager dat hij zo lang last heeft gehad van droge en pijnlijke ogen en dat zijn kwaliteit van leven en werk daardoor is aangetast, maar is van oordeel dat in de brochure en de informed consent die klager kreeg, voldoende en duidelijk uiteen is gezet wat klager kon en moest verwachten van de behandeling en de eventuele effecten daarvan. Zo wordt er voldoende gewaarschuwd voor complicaties en neveneffecten, zoals de mogelijkheid van (chronisch) droge ogen. De situatie van klager was niet aan te merken als calamiteit zodat de oogarts, als medisch directeur, niet gehouden was een melding bij de IGJ te doen. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klager deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:210 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-817/AL/NN

    klacht gaat over de advocaat van de wederpartij van klaagster in een familiegeschil. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in zijn verzoekschrift feitelijke onjuistheden verkondigd. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet en gedragsregel 8. Dat verweerder dit bewust zou hebben gedaan, en daardoor in strijd met artikel 21 Rv heeft gehandeld, is de raad niet gebleken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:190 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6071

    Deels gegronde klacht tegen een oogarts. De oogarts was supervisor tijdens een ooglaserbehandeling. Klager klaagt erover dat hij van tevoren niet erover is geïnformeerd dat de behandeling werd uitgevoerd door een in het buitenland opgeleide en in Nederland niet BIG-geregistreerde oogarts en dat noch de oogarts, noch de zorgverlener die de behandeling heeft uitgevoerd voor de operatie kennis met hem heeft gemaakt. Verder vindt hij dat het vooronderzoek niet juist is uitgevoerd, is hij ontevreden over de informatie die hij voor de operatie heeft ontvangen, waardoor hij geen weloverwogen keuze heeft kunnen maken, en klaagt hij over inadequate verslaglegging. Het college oordeelt dat niet kan worden gezegd dat klager in een risicogroep viel. Het college realiseert zich dat het uitermate hinderlijk is geweest voor klager dat hij zo lang last heeft gehad van droge en pijnlijke ogen en dat zijn kwaliteit van leven en werk daardoor is aangetast, maar is van oordeel dat in de brochure en het informed consent-formulier die klager kreeg, voldoende en duidelijk uiteen is gezet wat klager kon en moest verwachten van de behandeling en de eventuele effecten daarvan. Zo wordt er voldoende gewaarschuwd voor complicaties en neveneffecten, zoals de mogelijkheid van (chronisch) droge ogen en pijnlijke ogen. Op basis van de anamnese en de door de optometrist uitgevoerde onderzoeken mocht de oogarts aannemen dat klager geen contactlensintolerantie of significant droge ogen had. De verslaglegging in het dossier is inadequaat, dit klachtonderdeel is gegrond. De supervisieregeling is niet gevolgd door klager niet te informeren dat de zorgverlener die de behandeling zou uitvoeren niet BIG-geregistreerd is. Dit is in strijd met het recht van klager op informatie. Hier had de oogarts op moeten toezien en hier is zij verantwoordelijk voor. Overige klachtonderdelen ongegrond. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:211 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-027/AL/GLD

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder als partijdige belangenbehartiger de stellingen en de feiten namens zijn client aanvoeren zoals hij dat heeft gedaan in de diverse processtukken en op de zitting. Hij mocht daarbij ook afgaan op wat zijn cliënt hem heeft verteld zonder dat nader feitelijk onderzoek door hem noodzakelijk was. De stellingen van verweerder waarover door klagers wordt geklaagd, waren juist onderdeel van het geschil bij de bestuursrechter en klagers (en hun advocaat) zijn in de gelegenheid geweest om op de volgens klagers onjuiste standpunten van verweerder te reageren. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:236 Hof van Discipline 's Gravenhage 240145

    In deze spoedzaak ligt de vraag voor of verweerder vooruitlopend op de behandeling in hoger beroep van een tuchtrechtelijke veroordeling met onmiddellijke ingang moet worden geschorst in de uitoefening van de praktijk. De raad heeft het verzoek van de deken tot schorsing toegewezen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad gedeeltelijk en vernietigt de beslissing voor zover daarbij voorlopige voorzieningen zijn opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:230 Hof van Discipline 's Gravenhage 240166

    Artikel 13-beklag. Klaagster wenst een advocaat, omdat zij advies wil over de berichten die zij van de gemeente heeft ontvangen. De deken heeft het verzoek op goede gronden afgewezen, omdat voor juridisch advies over de betekenis van de berichten van de gemeente geen advocaat is vereist. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:211 Hof van Discipline 's Gravenhage 230232

    Klagers komen in beroep tegen een verzetbeslissing van de raad. Appelverbod niet doorbroken, omdat de gronden zien op de motivering en inhoudelijke beoordeling van de beslissing van de raad. Voor zover wel beroep openstond tegen de verzetbeslissing (want verzet gegrond) is hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend. Ten slotte staat geen beroep open tegen de beslissing van de raad om de zaak na het overlijden van oorspronkelijke klaagster in het algemeen belang (niet) voort te zetten. Beroep deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:237 Hof van Discipline 's Gravenhage 230303

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder wordt verweten dat hij in rechte correspondentie heeft overgelegd waarin schikkingsonderhandelingen zijn opgenomen, zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling en de voorzieningenrechter bij het leggen van conservatoir beslag verkeerd heeft voorgelicht. Het hof is met de raad van oordeel dat verweerder zich op deze punten tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klager heeft gedragen en bekrachtigt het oordeel van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:231 Hof van Discipline 's Gravenhage 230081 230082 230083 230084

    Eindbeslissing na vernietiging van de beslissing van de raad waarin klaagsters niet ontvankelijk zijn verklaard in hun klacht. Inhoudelijke behandeling van de klacht ingediend door bestuurder en aandeelhouder van besloten vennootschap over advocaten die de andere twee aandeelhouders van de vennootschap hebben bijgestaan in een aandelengeschil. Klacht deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.