Zoekresultaten 261-270 van de 3775 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2590 en C2024/2591
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 17-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:66
Klacht tegen een psychiater. De psychiater is werkzaam bij het FACT-team van een ggz-instelling die gespecialiseerd is in verslavingszorg. Klager is zowel klinisch als ambulant in behandeling geweest bij deze instelling. De FACT-team behandelaar van klager in een brief antwoorden gegeven op vragen van het Bureau Rijbewijskeuringen in verband met een onderzoek naar klagers rijgeschiktheid. De brief is geschreven onder verantwoordelijkheid van de psychiater. Klager heeft bij het Regionaal Tuchtcollege twee klachten ingediend tegen de psychiater. In de eerste klacht verwijt klager de psychiater dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden en een onjuistheid heeft vermeld. In de tweede klacht verwijt klager de psychiater dat zij in haar verweerschrift naar aanleiding van de eerste klacht heeft gelogen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart beide klachten in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:62 Hof van Discipline 's Gravenhage 240275D
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:62
Bij de deken zijn over een periode van bijna drie jaren verschillende signalen en meldingen vanuit de strafrechtketen binnengekomen die zien op het optreden van verweerder als advocaat in het detentierecht. Op grond hiervan wordt verweerder verweten dat hij bij herhaling tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door in diverse procedures en situaties met zijn opstelling en handelwijze blijk te geven van onbetamelijk en onprofessioneel gedrag. In deze zaak onderzoekt het hof aan de hand van de signalen en meldingen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Met betrekking tot bepaalde signalen en meldingen is het hof van oordeel dat de feiten niet vast staan. Met betrekking tot andere signalen en meldingen is het hof van oordeel dat de feiten wel vast staan, maar dat verweerder tuchtrechtelijk geen verwijt valt te maken. Met betrekking tot overige signalen en meldingen valt verweerder tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Het hof legt de maatregel van een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:61 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-936/DB/OB
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:61
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tweemaal een eenstemmig uitstelverzoek gedaan zonder overleg met of akkoord van klaagster. Ook kan de raad met voldoende zekerheid vaststellen dat de ‘conclusie van antwoord en eis in reconventie’ niet door verweerder is opgesteld, maar door zijn cliënt(en). Verweerder heeft klaagster tot slot blootgesteld aan een confrontatie met de wederpartij. Door cliënten de processtukken fysiek te laten bezorgen op het kantoor van de advocaat van de wederpartij, brengt verweerder zijn collega’s in een positie waarbij zijn cliënt mogelijk zal proberen om inhoudelijk over de kwestie te spreken en aanvaart verweerder daarmee het risico dat er onaangenaamheden plaatsvinden bij het fysieke overhandigen van de stukken. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:63 Hof van Discipline 's Gravenhage 240068
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:63
Klaagster heeft een klacht ingediend tegen haar voormalige advocaat. Hij heeft haar ongeveer drie jaar bijgestaan in een geschil met haar ex-echtgenoot. Volgens klaagster heeft verweerder onvoldoende met haar gecommuniceerd en heeft hij haar belangen onvoldoende behartigd, door niet te reageren op haar brief en haar klachtbrief. Ook in de daaraan voorafgaande periode heeft verweerder volgens klaagster niet gereageerd op haar verzoeken en heeft hij enkele maanden niets in haar zaak gedaan. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en aan verweerder de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken opgelegd. Verweerder is in beroep gekomen van deze gegrondverklaring en de opgelegde maatregel. Het hof is van oordeel dat de beslissing van de raad niet volledig in stand kan blijven en legt aan verweerder de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:62 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-924/DB/LI/D
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:62
Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn plicht om de bevoegdheid van zijn opdrachtgever vast te stellen en de aan hem verstrekte opdracht, belangrijke afspraken en informatie schriftelijk vast te leggen. Ook heeft verweerder financieel niet integer gehandeld. Verweerder heeft enorme bedragen in rekening gebracht, zonder die deugdelijk te verantwoorden. Door te handelen zoals hij heeft gedaan is bij de raad het beeld ontstaan van een advocaat die zijn eigen belang extreem laat prevaleren boven dat van zijn cliënt. Dat geldt eveneens voor de vrijwaring die hij onder meer zijn cliënten ten behoeve van zichzelf heeft laten tekenen. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7411
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 08-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:82
Ongegronde klacht tegen een arts. De arts is werkzaam als arbo-arts en werkt onder supervisie van een bedrijfsarts. Geen sprake van bewust vertragen of ontzeggen van de aanvraag om een second opinion door klaagster. De arbo-arts heeft gehandeld overeenkomstig de supervisievereisten. Klaagster is wel (te) laat geïnformeerd over de supervisieconstructie, dit wordt door de arbo-arts erkend en gezien als verbeterpunt. Dit handelen had beter gekund, maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verder is van onzorgvuldig onderzoek en onzorgvuldige dossiervorming is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:58 Hof van Discipline 's Gravenhage 240359
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:58
Verzoek opheffing schorsing op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet. Ten tijde van dit hoger beroep is op het dekenbezwaar als bedoeld in artikel 60ab lid 5 Advocatenwet echter onherroepelijk beslist, waarbij aan verzoeker een schorsing is opgelegd. Uit artikel 60ae Advocatenwet volgt dan dat de 60ab-schorsing van rechtswege is komen te vervallen. Gelet daarop heeft verzoeker geen rechtens te respecteren belang meer bij het onderhavige hoger beroep en wordt hij daarin niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-711/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:57
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:28 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761173 / DW RK 24/432 EdV/WdJ
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:28
Beslissing op verzet. Geen gronden tegen de voorzittersbeslissing ingediend. Verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:63 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2571
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:63
Klacht tegen een internist. Klager is vanaf april 2018 behandeld in verband met een primaire cerebrale angiitis (ook wel vasculitis). De internist heeft klager aanvankelijk Prednison en Endoxan voorgeschreven. In november 2018 heeft de internist in plaats van Endoxan, azathioprine voorgeschreven. Vanaf april 2020 is de internist begonnen de toen nog resterende medicatie azathioprine en prednison af te bouwen. Klager meent dat verweerder de medicatie ten onrechte heeft afgebouwd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.