Zoekresultaten 221-230 van de 3773 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-530/AL/MN
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:100
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-136/AL/GLD
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:99
Voorzittersbeslissing. De voorzitter is niet gebleken dat verweerster het gerechtshof en de deken in het kader van het klachtonderzoek foutief heeft ingelicht en daarmee de belangen van klaagster op enigerlei wijze heeft geschaad. Klaagster heeft uitdrukkelijk en schriftelijk ingestemd met het beroepschrift, zoals verweerster dat heeft ingediend. Na de vertrouwensbreuk met klaagster kon verweerster ervoor kiezen om zich als advocaat te onttrekken. Dat heeft zij op zorgvuldige wijze gedaan. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:63 Raad van Discipline Amsterdam 25-115/A/A
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:63
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Verweerder heeft in zijn procedure namens de ex-echtgenote van klager de belangen van klager niet op ontoelaatbare wijze geschaad. Het zonder toestemming van de advocaat van klager opvragen van de zittingsaantekeningen is niet klachtwaardig.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:64 Raad van Discipline Amsterdam 25-126/A/A
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:64
Voorzittersbeslissing; klacht niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:67 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2503
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:67
Klacht tegen neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat zij a) zonder dit met klaagster te hebben afgestemd en tegen de wens van klaagster in een behandelbeperking in het dossier van klaagster heeft genoteerd, en b) in de terugkoppelingsbrief aan de huisarts van klaagster die behandelbeperking heeft vermeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Klaagster heeft tegen die beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-624/AL/GLD
- Datum publicatie: 14-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:96
De raad heeft geoordeeld dat verweerder heeft zich in een privékwestie ten onrechte als advocaat van de dochter van klagers heeft voorgedaan. Verweerder heeft daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen is de raad van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:71 Hof van Discipline 's Gravenhage 240189
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:71
In deze zaak is aan de orde of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de rechter onjuist te informeren bij een verzoek om beslag te mogen leggen, een nog niet onherroepelijk vonnis te executeren, een faillissementsverzoek in te dienen ondanks de afspraak om de executie van een garagebox en appartementsrechten op te schorten en een gelegd beslag niet tijdig op te heffen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, waarbij het klachtonderdeel over het onjuist informeren niet ontvankelijk is verklaard en de overige onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:72 Hof van Discipline 's Gravenhage 240106
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:72
Het gaat om een klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familierechtkwestie. De advocaat van de vrouw wordt verweten dat hij onjuiste en onnodig grievende uitlatingen heeft gedaan in het verweerschrift. Anders dan de raad van discipline verklaart het hof de klacht ongegrond. Verweerder heeft in hoger beroep verklaard dat toen hij zijn cliënte ging bijstaan er al veertien procedures waren gevoerd die aanzienlijke impact hadden gehad op de cliënte van verweerder. Verweerder wilde niet alleen die impact schetsen maar tevens duidelijk maken dat de door klager gevoerde procedures geen impact zouden hebben op de (gratis) rechtsbijstand door verweerder. Verweerder erkent dat zijn toon soms wat cynisch, overdrijvend of neerbuigend is. Het hof is dat eens met verweerder. Hij had ook andere bewoordingen kunnen gebruiken, maar dat enkele feit is nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Van de door verweerder gekozen bewoordingen kan naar oordeel van het hof in dit geval niet worden gezegd dat deze onnodig waren. De bewoordingen waren functioneel in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënte, mede gezien het tot dan toe grote aantal gevoerde procedures en de impact van die procedures op de cliënte van verweerder. Van onnodige polarisatie door verweerder is naar oordeel van het hof dan ook geen sprake. Dat het voor klager niet prettig is om het te lezen begrijpt het hof, maar is, zoals gezegd, onder de gegeven omstandigheden niet toereikend voor een tuchtrechtelijk verwijt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:67 Hof van Discipline 's Gravenhage 250067
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:67
Op grond van art. 56 lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet kan klaagster slechts hoger beroep instellen tegen een beslissing van een raad waarbij de klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard. In dit geval is de klacht van klaagster tegen verweerster (geheel) gegrond verklaard. Voor klaagster staat tegen de beslissing van de raad dan ook geen hoger beroep open, ook niet tegen de hoogte van de opgelegde maatregel en, in dit geval, het niet stellen van een (verzochte) bijzondere voorwaarde in de vorm van een schadevergoeding (zie bijvoorbeeld HvD 31 augustus 2020,ECLI:NL:TAHVD:2020:166). Ook overigens is het hof van oordeel dat er geen grond is om schadevergoeding als bijzondere voorwaarde te stellen, nu de gewenste schadevergoeding niet eenvoudig is vast te stellen en niet concreet is onderbouwd. Klaagster kan dan ook niet worden ontvangen in haar hoger beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7352
- Datum publicatie: 11-04-2025
- Datum uitspraak: 11-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:85
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is diabetespatiënt. In verband hiermee is periodiek bloed- en urineonderzoek uitgevoerd, waaruit naar voren kwam dat sprake was van fors verhoogde eiwitwaarden (albumine) in de urine. De huisarts heeft Perindopril voorgeschreven. Klaagster verwijt de huisarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en dat hij haar niet direct heeft doorverwezen naar de specialist. Daarnaast verwijt zij de huisarts dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de door hem voorgeschreven medicatie. Het college oordeelt dat de huisarts is tekortgeschoten, doordat de laboratoriumuitslagen van klaagster dusdanig afwijkend waren dat hij een nefrotisch syndroom eerder in zijn medische beoordeling had moeten betrekken. Ook had hij zijn beleid daarop moeten afstemmen door niet na vier weken, maar binnen één tot twee weken een herbepaling te laten uitvoeren. Dat hij dit niet heeft gedaan valt hem tuchtrechtelijk aan te rekenen. Omdat de huisarts, na de late herbepaling, alsnog adequaat heeft gehandeld door klaagster te verwijzen naar de nefroloog kan worden volstaan met een waarschuwing.